167
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Het normale onderhoud van de auto be-
perkt zich tot wassen, waarbij de frequen-
tie afhankelijk is van het gebruik van de au-
to en van de omgeving. Het is raadzaam
de auto vaker te wassen bij sterke lucht-
verontreiniging of bij het rijden over wegen
met strooizout.
De juiste wasmethode:
❒
verwijder de antenne van het dak als u
de auto in een wastunnel wast, om te
voorkomen dat deze beschadigt;
❒
spoel de auto eerst met een waterstraal
onder lage druk af;
❒
was de auto met een zachte spons met
een oplossing van neutrale zeep; spoel
daarbij de spons regelmatig uit;
❒
spoel de auto af met schoon water en
droog de auto met warme lucht of een
schone, zachte zeem.
De minder zichtbare delen zoals de ran-
den van de portieren, deuren, motorkap
en de koplampranden moeten tijdens het
drogen niet vergeten worden, omdat daar
water kan blijven staan. Het verdient aan-
beveling de auto na het wassen niet on-
middellijk binnen te zetten, maar de auto
nog even buiten te laten staan, zodat wa-
terresten buiten kunnen verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de mo-
torkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aan-
gezien harsdruppels bij langere inwerking
de lak kunnen beschadigen, waardoor de
kans op roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen
zo snel en zo goed mogelijk van de lak ver-
wijderd te worden, omdat door de agres-
sieve bestanddelen de lak kan beschadigen.
Schoonmaakmiddelen veront-
reinigen het water. Daarom
moet de auto bij voorkeur wor-
den gewassen op een plaats
waar het afvalwater direct wordt opge-
vangen en gezuiverd.
Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de rui-
ten een daarvoor geschikt schoonmaakmid-
del. Gebruik een schone, zachte doek om
krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken
van de binnenzijde van de achterruit op dat
de elektrische weerstandsdraden van de
achterruitverwarming niet worden be-
schadigd. Veeg voorzichtig in de richting van
de draden.
Motorruimte
Laat de motorruimte na het winterseizoen
zorgvuldig uitspuiten. Hierbij mag de wa-
terstraal niet direct op de elektronische
regeleenheden worden gericht en moeten
de bovenste ventilatie-openingen goed be-
schermd worden, om beschadiging van de
ruitenwissermotor te voorkomen. Laat
deze werkzaamheden verzorgen door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de
motorruimte moet de contactsleutel in
stand S staan en de motor koud zijn. Con-
troleer na het reinigen of de verschillen-
de beschermingen (rubber kappen, dek-
sels enz.) nog op hun plaats zitten en niet
beschadigd zijn.
Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen
van het kunststof lampenglas van de kop-
lampen geen aromatische producten (bijv.
benzine) of ketonen (bijv. aceton).