151
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
VEILIGHEID
AIRBAG VOOR AAN BESTUURDERSZIJDE
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daarvoor bestemde
ruimte in het midden van het stuurwiel is geplaatst.
AIRBAG VOOR AAN PASSAGIERSZIJDE (indien aanwezig)
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter volume dan dat
aan bestuurderszijde. Het kussen is in een daarvoor bestemde ruimte in
het dashboard geplaatst.
De airbags voor aan bestuurders- en passagierszijde zijn ontworpen voor
een optimale bescherming van de inzittenden voor met omgelegde
veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het grootste deel van de
ruimte tussen het stuurwiel en de bestuurder en het dashboard en de
voorpassagier.
F0I0237m
F0I0105m
ATTENTIE
ZEER GEVAARLIJK Monteer absoluut geen kinderzitje achterstevoren op de
passagiersstoel voor als de airbag voor aan passagierszijde (indien aanwezig) is
ingeschakeld. Als bij een ongeval de airbag in werking treedt (opblaast), kan dit ernstig
letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben. Indien het noodzakelijk is het kinderzitje op
de passagiersstoel voor te monteren, moet de airbag aan passagierszijde altijd worden
uitgeschakeld. Bovendien moet de stoel zo ver mogelijk naar achteren zijn geschoven
om te voorkomen dat het kinderzitje eventueel in aanraking komt met het dashboard.
Ook als het niet wettelijk verplicht is, raden wij u aan, voor een optimale bescherming
van de volwassenen, de airbag onmiddellijk weer in te schakelen zodra er geen
kinderen meer worden vervoerd.