117
Het ASR is vooral nuttig onder de volgende omstandigheden:
❒ doorslippen van het binnenste wiel in bochten, door verandering van
de wielbelasting of door te felle acceleratie;
❒ te hoog vermogen naar de wielen, ook in samenhang met de conditie
van het wegdek;
❒ acceleratie op gladde wegen en bij sneeuw en ijzel;
❒ verlies van grip op natte weggedeelten (aquaplaning).
IN-/UITSCHAKELING VAN HET SYSTEEM
Het ASR schakelt automatisch in als de motor wordt gestart.
Het in-/uitschakelen van het systeem wordt aangegeven door het ver-
schijnen van een bericht op het instelbare multifunctionele display (zie
het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Tijdens het rijden kunt u het systeem uitschakelen en vervolgens weer
inschakelen door de schakelaar ASR OFF op de middenconsole in te
drukken.
F0I0153m
ATTENTIE
De prestaties van het systeem mogen de bestuurder er niet toe verleiden onnodige
en onverantwoorde risico’s te nemen. De rijstijl moet altijd zijn aangepast aan het
wegdek, het zicht en het verkeer. De verantwoordelijkheid voor de verkeersveilig-
heid ligt altijd en overal bij de bestuurder van de auto.
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN