211
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
❒
steek de vulbuis (E) op het ventiel van de band, houd de spuitbus (F)
met de vulbuis naar beneden gekeerd en druk vervolgens op de
spuitbus zodat de afdichtvloeistof in de band komt;
❒
draai het interne onderdeel van het ventiel weer vast met behulp van
het gereedschap (G);
❒
sluit vervolgens met het hendeltje (H) de slang van de compressor (L)
op het ventiel van de band aan;
❒
start de motor, sluit de stekker (N) aan op de aansteker (of 12V-
stekkerdoos) en pomp de band op tot de juiste bandenspanning is
bereikt; controleer de bandenspanning op de manometer (M); schakel
de compressor uit voor een nauwkeurige aflezing;
❒
als u er niet in slaagt de voorgeschreven bandenspanning te bereiken,
verplaats dan de auto ongeveer 10 meter naar voren of naar achteren,
zodat de afdichtvloeistof in de band verdeeld wordt; pomp de band
vervolgens weer op;
❒
als het na deze laatste handeling nog niet lukt de band op de
voorgeschreven spanning te krijgen, rijd dan niet verder maar wendt u
tot de Fiat-dealer.
F0I0125m
F0I0126m
F0I0127m