8
❒ plaats de slinger (H) in de krik (I) en zet de auto omhoog, totdat het
wiel enige centimeters los van de grond is. Als u de slinger draait,
moet u zorgen voor voldoende werkruimte, zodat u geen schaafwon-
den aan uw hand oploopt door contact met de grond. Ook de bewe-
gende delen van de krik (schroefdraad en scharnieren) kunnen letsel
veroorzaken: vermijd contact met deze onderdelen. Reinig uw handen
zorgvuldig als deze met vet in contact zijn geweest;
❒ draai de 3 wielbouten los en verwijder het wieldeksel (indien aanwe-
zig); draai vervolgens de vierde wielbout (L) los en trek het wiel los;
❒ zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het reserve-
wiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten, omdat hierdoor na
verloop van tijd de wielbouten kunnen loslopen;
❒ monteer het reservewiel, waarbij de centreerpen (N) in een van de
gaten (O) in het wiel moet vallen;
❒ draai de 4 wielbouten handvast;
❒ draai de slinger van de krik zodat de auto zakt, en verwijder de krik;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruiselings vast, in de
volgorde die in de afbeelding is aangegeven.
F0G0233m
F0G0204m
F0G0206m