144
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
fig. 45
Het elektrische systeem wordt door zeke-
ringen beveiligd: de zekering brandt door
bij een storing of bij oneigenlijk gebruik van
het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt,
controleer dan eerst of de zekering niet is
doorgebrand: de verbindingsstrip A mag
niet onderbroken zijn. Is dit wel het geval,
dan moet u de zekering vervangen door
een exemplaar met dezelfde stroomsterk-
te (zelfde kleur).
B zekering in goede staat.
C zekering met doorgebrande strip.
Gebruik het tangetje D voor het vervangen
van de zekeringen. Dit tangetje is vastge-
haakt aan de binnenzijde van het dekseltje
van het zekeringenkastje links van het dash-
board.
De componenten die door de zekeringen
worden beveiligd, staan in de tabellen op
de volgende pagina’s aangegeven.
❒
open de bescherming B-fig. 44 en
vervang de geklemde lamp C;
❒
sluit de bescherming B op het lam-
penglas;
❒
monteer het plafondlampje door het
eerst aan een zijde in de juiste stand
te plaatsen en vervolgens de andere
zijde aan te drukken, totdat de bor-
ging inklikt.
fig. 44
F0G0103m
fig. 45
F0G0087m
Vervang een defecte zeke-
ring nooit door ander mate-
riaal.
Vervang een zekering nooit
door een zekering met
een hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
ATTENTIE
Als een hoofdzekering
(MEGA-FUSE, MIDI-FUSE,
MAXI-FUSE) doorbrandt, wendt u
dan tot de Fiat-dealer. Controleer,
voordat u een zekering vervangt, of
de contactsleutel uit het contactslot
is genomen en alle stroomgebruikers
uit staan en/of zijn uitgeschakeld.
ATTENTIE
Als de zekering opnieuw
doorbrandt, wendt u dan
tot de Fiat-dealer.
ATTENTIE