115
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
❒ als de auto onder zware bedrijfs-
omstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld het bergopwaarts trek-
ken van een aanhanger of met volbe-
laden auto): verlaag de snelheid en
breng, als het lampje blijft branden, de
auto tot stilstand. Wacht 2 tot 3 mi-
nuten met draaiende motor en geef
iets gas voor een snellere circulatie van
de koelvloeistof. Zet vervolgens de
motor uit. Controleer het vloeistofni-
veau zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Bij zware bedrijfsomstan-
digheden is het raadzaam de motor
enkele minuten te laten draaien met iets
ingetrapt gaspedaal voordat u de motor
uitzet.
Op enkele uitvoeringen verschijnt het be-
treffende bericht op het display.
ACCU WORDT NIET
VOLDOENDE
OPGELADEN (rood)
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje branden. Het
moet doven nadat de motor is gestart (als
de motor stationair draait, kan het voor-
komen dat het lampje iets later dooft).
Als het lampje blijft branden, wendt u dan
onmiddellijk tot de Fiat-dealer.
w
STORING ABS (geel)
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje
branden. Na enkele seconden
moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als het systeem
defect of niet beschikbaar is. In dat geval
blijft het remsysteem normaal werken,
maar zonder de mogelijkheden van het
ABS. Rijd voorzichtig verder en wendt u
zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.
Op enkele uitvoeringen verschijnt het be-
treffende bericht op het display.
>
STORING EBD
(rood)
(geel)
Als bij een draaiende motor tegelijkertijd
de waarschuwingslampjes
x
en
>
gaan
branden, dan is er een storing in het EBD-
systeem of is het systeem niet beschikbaar;
in dat geval kunnen bij hard remmen de
achterwielen vroegtijdig blokkeren waar-
door de auto kan slippen. Rijd direct zeer
voorzichtig naar de dichtstbijzijnde Fiat-
dealer om het systeem te laten controle-
ren.
Op enkele uitvoeringen verschijnt het be-
treffende bericht op het display.
x
>
TE LAGE MOTOROLIE-
DRUK (rood)
OLIEKWALITEIT
ONVOLDOENDE
(Multijet-uitvoeringen
met DPF - rood)
Te lage motoroliedruk
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait, gaat het lampje branden. Het moet
doven nadat de motor is gestart.
Op enkele uitvoeringen verschijnt het be-
treffende bericht op het display.
v
Als het lampje
v
tijdens
het rijden gaat branden (op
enkele uitvoeringen verschijnt ook
een bericht op het display), zet dan
onmiddellijk de motor uit en wendt
u tot de Fiat-dealer.
ATTENTIE
Oliekwaliteit onvoldoende
Het lampje gaat knipperen en er verschijnt
een bericht op het display als het systeem
motorolie van onvoldoende kwaliteit con-
stateert.
Na de eerste constatering zal iedere keer
bij het starten van de motor het lampje
v
60 seconden knipperen en daarna iedere 2
uur totdat de olie wordt ververst.