95
Sluit vervolgens deksel B en plaats
lampenglas A.
PLAFONDVERLICHTING
ACHTER
Gloeilamp vervangen:
1) Verwijder met een schroeven-
draaier het geklemde lampenglas A-
fig. 28, zoals in het figuur is aange-
geven.
2) Til deksel B-fig. 29 omhoog en
verwijder de defecte lamp.
Sluit vervolgens deksel B en plaats
lampenglas A.
Dit geldt ook voor de plafondver-
lichting in de passagiersruimte (Pano-
rama- en Combi-uitvoering).
fig. 27
P3P00420
fig. 29
P3P00427
fig. 28
P3P00426
EEN DOORGE-
BRANDE ZEKERING
ALGEMENE INFORMATIE
Het elektrische systeem wordt door
zekeringen beveiligd: de zekering
brandt door bij een storing of bij on-
eigenlijk gebruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet
werkt, controleer dan eerst of de
zekering niet is doorgebrand. De ver-
bindingsstrip fig. 30 mag niet onder-
broken zijn. Is dit wel het geval, dan
moet u de zekering vervangen door
een exemplaar met hetzelfde ampèra-
ge (zelfde kleur).
A - Zekering in goede staat
B - Zekering met doorgebrande strip.
fig. 30
P3P00304