41
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
PANORAMA-UITVOERINGEN
Rugleuning verstellen van de
passagiersstoelen fig. 31
Draai aan de knop A.
Toegang tot de stoelen van de
tweede rij fig. 31
Voor toegang tot de tweede rij stoelen,
moet u de hendel B van de stoel aan de
rechter buitenzijde van de eerste rij be-
dienen en de rugleuning neer klappen met
de linker hand.
Als u de stoel weer in de normale stand
zet, vergrendelt de stoel automatisch,
waarbij de hendel niet meer behoeft te
worden bediend.
Op de Panorama-bank van de 2e rij zijn
beide zijzitplaatsen vast ingebouwd.
fig. 30d
F0N0237m
LADE ONDER STOEL
(indien aanwezig)
Onder de bestuurdersstoel bevindt zich
een lade A-fig. 30d die eenvoudig uit de
betreffende haken op de vloer kan wor-
den verwijderd.
Plaats geen zware voorwer-
pen in de lade als de auto in
beweging is, omdat deze voorwerpen
bij bruusk remmen of een botsing de
inzittenden kunnen raken en ernstig
letsel veroorzaken.
ATTENTIE
fig. 30e
F0N0238m
KUNSTSTOF KAPPEN OP
STOELVOET (indien aanwezig)
fig. 30e
De kap voor A kan worden geopend door
de ontgrendelhandgreep B aan de boven-
zijde te bedienen.
Op deze manier is het opbergvak onder
de stoel bereikbaar (zie de paragraaf
“Lade onder stoel”).
Om makkelijker de kap te openen en het
opbergvak te bereiken, moet de stoel zo
ver mogelijk naar achteren worden ge-
schoven.
Voor het verwijderen van de kap voor,
moet deze zo ver mogelijk naar voren ge-
draaid worden en uit de bevestigingen in
het onderste deel worden losgehaakt
door de kap naar de voorzijde van de
auto te trekken.