32
WEGWIJS IN UW AUTO
4) Als tijdens het meten de motor
wordt gestart, geeft de kilometertel-
ler het totaal aantal afgelegde kilome-
ters of de dagstand aan en het klokje.
Als u op knop E-fig. 32 drukt, kunt
u de meting vervroegd afsluiten; in dat
geval wordt de totale kilometerstand
en de tijd weergegeven.
ONDERHOUDSMETER
De onderhoudsmeter geeft door
middel van het waarschuwingslampje
1-fig.38 en de kilometerteller 2 het
aantal kilometers aan waarna de
motorolie en het oliefilter vervangen
dienen te worden op basis van het
onderhoudsschema.
BELANGRIJK Houdt u altijd aan
de onderhoudsintervallen die staan
aangegeven in het “Onderhouds-
schema” in het hoofdstuk “Onder-
houd van de auto”.
fig. 38
F0D0218b
Iedere keer als u de sleutel in stand
MAR draait, controleert het systeem
ongeveer 5 seconden de werking van
het waarschuwingslampje.
De onderhoudsmeter wordt alleen
weergegeven als de motor is uitgezet
en de contactsleutel in stand MAR
staat.
Als u de sleutel in stand MAR draait,
wordt naast het olieniveau ook het
symbool van de onderhoudsmeter
weergegeven 1 - fig. 38.
Onderhoudsinterval
De meter is ingesteld op een jaar-
lijkse kilometerstand van 20.000 km.
Als de auto onder omstandigheden
wordt gebruikt die verschillen van het-
geen vooraf is ingesteld, kan de
onderhoudsinterval worden aangepast
aan het gebruik van de auto (normaal
of onder zware omstandigheden) en
aan de motor waarmee de auto is uit-
gerust (benzine of diesel).
Op het display worden de volgende
codes weergegeven:
CFG 1 - 30.000 km en 365 dagen
voor een normaal ge-
bruik van de auto met 2.0-
benzinemotoren of 2.8
JTD-motoren, of voor een
zwaar gebruik met 2.3
JTD-motoren
CFG 2 - 20.000 km en 365 dagen
voor een normaal ge-
bruik van de auto met 2.0
JTD-motoren of voor een
zwaar gebruik met 2.0-
benzinemotoren of 2.8
JTD-motoren.
CFG 3 - 15.000 km en 365 dagen
voor een zwaar gebruik
van de auto met 2.0 JTD-
motoren.