17
WEGWIJS IN UW AUTO
Werkzaamheden waar-
bij stoten, sterke trillin-
gen of verhitting (maxi-
maal 100°C gedurende ten hoog-
ste 6 uur) optreden, kunnen de
gordelspanners beschadigen of
activeren: bij die omstandig-
heden horen niet trillingen die
voortgebracht worden door een
slecht wegdek of door contacten
met kleine obstakels zoals trot-
toirs. Wendt u altijd tot de Fiat-
dealer.
ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET GEBRUIK VAN
VEILIGHEIDSGORDELS
De bestuurder is verplicht zich te
houden aan de wettelijke voorschrif-
ten met betrekking tot het verplichte
gebruik van de veiligheidsgordels (en
de inzittenden erop attent te maken).
Leg de veiligheidsgordel altijd om
voordat u vertrekt.
Voor maximale veilig-
heid moet u de rugleu-
ning rechtop zetten,
tegen de leuning aan gaan zitten
en de gordel goed laten aanslui-
ten op borst en bekken.
Draag altijd veiligheidsgordels
zowel voor als achter in de auto.
Rijden zonder veiligheidsgordels
vergroot het risico op ernstig let-
sel of een dodelijke afloop bij een
ongeval.
De gordelband mag
nooit gedraaid zijn. Het
diagonale gordelgedeelte
moet via het midden van de
schouder schuin over de borst lig-
gen. Het horizontale gordel-
gedeelte moet over het bekken
fig. 12 en niet over de buik liggen.
Draag geen voorwerpen (sieraden,
gespen, enz.) die een goed aan-
sluiten van de gordel op het
lichaam verhinderen.
fig. 12
F0D0003b