73
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
PORTIEREN
CENTRALE PORTIER-
VERGRENDELING
Van buitenaf fig. 89
Druk bij gesloten portieren op de knop
Á
van de afstandsbediening of, als de af-
standsbediening niet werkt, steek en draai
de metalen noodsleutel in het slot van een
van de voorportieren.
Van binnenuit fig. 90
Druk bij gesloten portieren op de knop
A of de knop B, in het midden op het
dashboard, om de portieren respectieve-
lijk te vergrendelen of te ontgrendelen.
BELANGRIJK De centrale portierver-
grendeling werkt niet als een portier niet
goed gesloten is of als er een storing in
het systeem is. Na enkele seconden scha-
kelt het systeem ongeveer 2 minuten uit.
In deze 2 minuten kunt u de portieren
met de hand ver- en ontgrendelen. Als
deze 2 minuten zijn verstreken, schakelt
het systeem opnieuw in.
Als de oorzaak van de storing is opge-
lost, werkt het systeem weer normaal.
KINDERVEILIGHEIDSSLOT fig. 91
Hierdoor kunnen de achterportieren niet
van binnenuit geopend worden.
Het systeem kan alleen bij een geopend
portier worden ingeschakeld:
❒
stand 1 - systeem ingeschakeld (portier
vergrendeld);
❒
stand 2 - systeem uitgeschakeld (portier
kan van binnenuit worden geopend).
Het systeem blijft ook ingeschakeld na het
elektrisch ontgrendelen van de portieren.
BELANGRIJK Schakel dit systeem altijd in
als u kinderen vervoert.
BELANGRIJK Controleer nadat u het veilig-
heidsslot op beide achterportieren hebt
ingeschakeld, of het slot daadwerkelijk is
ingeschakeld door aan de handgreep aan de
binnenzijde van de portieren te trekken.
fig. 89
F0L0100m
fig. 90
F0L0003m
fig. 91
F0L0112m