VOORSTOELEN MET
ELEKTRISCHE VERSTELLING
(indien aanwezig) fig. 32
De stoelen kunnen versteld worden als
de contactsleutel in stand ON staat of
gedurende 1 minuut nadat de contact-
sleutel in stand OFF is gezet of is uitge-
nomen, of gedurende 3 minuten na
opening van de portieren.
Verstellen in lengterichting/hoogte
verstelling
Bedien de knop A.
Verstellen van de rugleuning
Bedien de knop B.
Hoogteverstelling
Bedien de knop A voor de hoogte ver-
stelling van het voorste of achterste deel
van de stoel.
fig. 32
F0L0173m
33
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Instellingen van de bestuurders-
stoel opslaan
Met deze voorziening kunnen drie ver-
schillende instellingen van de bestuur-
dersstoel en de buitenspiegels in het
geheugen worden opgeslagen en opge-
roepen (alleen met de contactsleutel in
stand ON).
Ga voor het opslaan als volgt te werk:
❒
stel de stand van de bestuurdersstoel
en van de buitenspiegels in;
❒
druk ongeveer 3 seconden op een
van de knoppen D (“1”, “2” of “3”),
waaronder een instelling kan worden
opgeslagen, totdat u ter bevestiging
een geluidssignaal hoort.
Als u een nieuwe stand van de stoel of
de spiegels opslaat, wordt automatisch
de vorige met dezelfde knop opgeslagen
stand verwijderd.
BELANGRIJK De instelling van de
lendensteun en de inschakeling van de
stoelverwarming kunnen niet in het
geheugen worden opgeslagen.
Opgeslagen instellingen oproepen
Ga als volgt te werk:
❒
draai de contactsleutel in stand ON;
❒
druk (kort) op de knop D (“1”, “2”
of “3”).
De stoel beweegt uitsluitend automa-
tisch als de opgeroepen stand verschil-
lend is van de stand waarin de stoel
staat, en de snelheid van de auto lager is
dan 10 km/h.
De stoel kan ook worden ingesteld
gedurende 1 minuut na het verwijderen
van de sleutel uit het contactslot of
gedurende drie minuten na het openen
van de portieren.
Als de motor wordt gestart tijdens het
oproepen van de opgeslagen instelling,
wordt de beweging van de stoel geblok-
keerd.
BELANGRIJK Als tijdens het oproepen
van de opgeslagen instelling een van de
knoppen D wordt ingedrukt, wordt de
in werking zijnde functie onmiddellijk
onderbroken (“anti-paniek”- functie).
Stoelverwarming
(indien aanwezig)
Bedien de knop C voor het in-/uitscha-
kelen van de stoelverwarming. Er zijn 4
standen: 0 (uitgeschakeld), 1 (minimale
verwarming), 2 (gemiddelde verwar-
ming), 3 (maximale verwarming).