23
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Snelheidslimiet (Snelh. Lim.)
Met deze functie kan de snelheidslimiet
van de auto (km/h of mph) worden in-
gesteld. Als deze limiet wordt over-
schreden, wordt de bestuurder gewaar-
schuwd (zie hoofdstuk “Lampjes en
berichten”).
Ga voor het instellen van de snelheids-
limiet als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert (Off);
– druk kort op de knop +; op het display
knippert (On);
– druk kort op de knop MODE en stel
vervolgens met de knop + of – de
gewenste snelheid in (tijdens de instel-
ling knippert de waarde).
Opmerking De waarde kan worden
ingesteld tussen 30 en 250 km/h of tussen
20 en 155 mph, afhankelijk van de ingestel-
de eenheid; zie de paragraaf “Meeteenheid
afstand” - (Eenheid Afstand) hierna. Elke
keer als u de knop + / – indrukt, wordt de
waarde 5 eenheden verhoogd of verlaagd.
Als u de knop +/– ingedrukt houdt, lopen
de cijfers automatisch snel door of terug.
Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt
u de exacte waarde in door de knop
telkens in te drukken en los te laten.
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het beginscherm zonder
op te slaan.
Ga als volgt te werk als u de instelling
wilt annuleren:
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert (On);
– druk kort op de knop –; op het display
knippert (Off);
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het beginscherm zonder
op te slaan.
Gevoeligheid schemersensor
instellen (Schemersensor)
(indien aanwezig)
Met deze functie kan de gevoeligheid van
de schemersensor worden ingesteld op
3 niveaus (niveau 1 = minimum niveau,
niveau 2 = gemiddeld niveau, niveau 3 =
maximum niveau); hoe hoger de gevoe-
ligheid, hoe minder buitenlicht er nodig
is om de verlichting in te schakelen. De
gevoeligheid is standaard ingesteld op
niveau “2”.
Ga voor de gewenste instelling als volgt
te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert het niveau van de inge-
stelde gevoeligheid;
– druk op de knop + of – om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het beginscherm zonder
op te slaan.
Trip B (Trip B)
Met deze functie kan de weergave van
Trip B (dagteller) worden ingeschakeld
(On) of uitgeschakeld (Off).
Zie voor meer informatie de paragraaf
“Trip computer”.
Ga voor het in-/uitschakelen als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op het
display knippert (On) of (Off), afhanke-
lijk van de instelling;
– druk op de knop + of – om de keuze
uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om
terug te keren naar het menuscherm of
houd de knop even ingedrukt om terug
te keren naar het beginscherm zonder
op te slaan.