FIAT CODE
Voor een nog betere bescherming tegen
diefstal is de auto uitgerust met een
elektronische startblokkering. Het sys-
teem schakelt automatisch in als de
start-/contactsleutel wordt uitgenomen.
In iedere sleutel zit een elektronische
component gemonteerd die bij het star-
ten van de motor een signaal ontvangt
via een speciale antenne die in het start-/
contactslot is ingebouwd. Het signaal
wordt bij het starten omgezet in een
gecodeerd signaal en vervolgens aan de
regeleenheid van de Fiat CODE gezon-
den, die, als de code wordt herkend, het
starten van de motor mogelijk maakt.
WERKING
Iedere keer als de sleutel in het
start-/contactslot wordt gestoken,
stuurt het Fiat CODE-systeem een code
naar de regeleenheid van de motor om
de blokkering van de functies op te hef-
fen.
De code wordt alleen verzonden als de
regeleenheid van het Fiat CODE-sys-
teem de door de sleutel verzonden code
heeft herkend.
Als de sleutel wordt uitgenomen, scha-
kelt het Fiat CODE-systeem de functies
van de regeleenheid van de motor uit.
Als de sleutel in het start-/contactslot
wordt gestoken en de code wordt niet
herkend, dan gaat op het instrumenten-
paneel het lampje
Y
branden en ver-
schijnt er een bericht op het display (zie
het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
SYMBOLEN
Op of in de nabijheid van enkele onder-
delen van uw auto zijn plaatjes met een
bepaalde kleur aangebracht, met daarop
symbolen die uw aandacht vragen en die
voorzorgsmaatregelen aangeven die u in
acht moet nemen als u met het
betreffende onderdeel te maken krijgt.
7
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Onder de motorkap is een plaatje aan-
gebracht, waarop de betekenis van de
symbolen wordt verklaard fig. 4.
fig. 4
F0L0099m