212
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
Wisserbladen voor vervangen
fig. 18
Ga als volgt te werk:
❒
til de wisserarm A van de voorruit en
plaats het wisserblad onder een hoek
van 90° ten opzichte van de arm;
❒
verwijder het geklemde wisserblad B
van de arm A;
❒
monteer het nieuwe wisserblad en
controleer of het geborgd is.
Wisserblad achter vervangen
fig. 19
Ga als volgt te werk:
❒
kantel het dopje A omhoog, draai de
moer B los, waarmee de wisserarm
aan de as is bevestigd, en neem de arm
van de as;
❒
plaats de nieuwe wisserarm in de juis-
te stand en draai de moer zorgvuldig
vast;
❒
kantel het dopje naar beneden.
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig schoon
met een schoonmaakmiddel; wij raden TU-
TELA PROFESSIONAL SC 35 aan.
Vervang de wisserbladen als het rubber ver-
vormd of versleten is. Het verdient aanbe-
veling ten minste één maal per jaar de wis-
serbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatregelen is
het mogelijk beschadigingen van het rubber
te voorkomen:
❒
wanneer de temperatuur onder 0°C is
gedaald, moet gecontroleerd worden
of er geen ijs tussen wisserblad en ruit
zit. Maak de wissers zo nodig vrij met
een anti-vriesmiddel;
❒
verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de ruit: om de wisserbladen
te beschermen en oververhitting van de
ruitenwissermotor te voorkomen;
❒
schakel de ruitenwissers/achterruit-
wisser niet op een droge ruit in.
fig. 18
F0L0203m
Rijden met versleten ruiten-
wisserbladen is gevaarlijk,
omdat hierdoor het zicht onder slech-
te atmosferische omstandigheden
aanzienlijk wordt beperkt.
ATTENTIE
fig. 19
F0L0150m