Gebruik de ruitenwissers niet
om opgehoopte sneeuw of ijs
van de voorruit te verwijde-
ren. In die omstandigheden
grijpt, als de ruitenwissers te zwaar
worden belast, de beveiliging in, die er-
voor zorgt dat de ruitenwissers enkele
seconden worden uitgeschakeld. Als
hierna de werking niet wordt hervat,
wendt u dan tot de Fiat-dealer.
65
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
RUITEN REINIGEN
RUITENWISSERS/
-SPROEIERS
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand ON staat.
De rechter hendel kan in vijf verschillen-
de standen worden gezet fig. 62:
A: ruitenwissers uitgeschakeld
B: wissen met interval.
Draai als de hendel in stand B staat, de
draaiknop F in een van de vier interval-
standen:
, = zeer lang interval
-- = lang interval
--- = gemiddeld interval
---- = kort interval
C: langzaam continu wissen;
D: snel continu wissen;
E: tijdelijk snel wissen (onvergrendelde
stand).
In stand E werken de ruitenwissers, zo-
lang u de hendel met de hand in deze stand
houdt. Als u de hendel loslaat, springt de-
ze direct weer in stand A en schakelen de
ruitenwissers automatisch uit.
BELANGRIJK Vervang de wisserbladen
volgens de aanwijzingen in het hoofdstuk
“Onderhoud en zorg”.
fig. 62
F0L0030m
“Intelligente wis-/wasregeling”
Als u de hendel naar het stuur trekt (on-
vergrendelde stand), schakelen de ruiten-
sproeiers in fig. 63. Als u de hendel lan-
ger dan een halve seconde aangetrokken
houdt, dan worden in een beweging de
ruitenwissers/-sproeiers ingeschakeld. Als
u de hendel loslaat, maken de ruitenwis-
sers nog 4 slagen. Na 5 seconden volgt nog
een extra reinigingsslag.
fig. 63
F0L0031m