41
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
ALFABETISCH
REGISTER
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
STARTEN EN
RIJDEN
VEILIGHEID
DASHBOARD
EN BEDIENING
BUITENSPIEGELS
Spiegel handmatig inklappen
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen)
kunnen de buitenspiegels worden inge-
klapt door ze van stand A-fig. 34 in stand
B te zetten.
fig. 34
F0Q00658m
Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand A-fig. 34
staan.
De spiegel aan bestuurderszij-
de is bol, waardoor de af-
standswaarneming enigszins
wordt beïnvloed.
Elektrische verstelling
De elektrische verstelling van de buiten-
spiegels is alleen mogelijk als de contact-
sleutel in stand MAR staat.
Ga als volgt te werk:
❒
met de schakelaar A-fig. 35 kiest u
welke spiegel u wilt verstellen (links
of rechts);
❒
druk voor het verstellen van de spie-
gel de joystick B in een van de vier
richtingen.
fig. 35
F0Q0623m
Elektrisch inklappen (indien
aanwezig)
Het elektrisch inklappen van de buiten-
spiegels is alleen mogelijk als de contact-
sleutel in stand MAR staat.
Ga als volgt te werk:
❒
zet de schakelaar A-fig. 36 in de neu-
trale stand (geen enkele spiegel gese-
lecteerd);
❒
klap de spiegel in door aan de zijkant op
de joystick B-fig. 36 te drukken;
❒
om de spiegels weer in de rijstand te
zetten, moet u opnieuw op de joystick
B drukken.
fig. 36
F0Q0425m