36
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BELANGRIJK De actieradius kan door
verschillende factoren worden beïnvloed:
rijstijl (zie de paragraaf “Rijstijl” in het
hoofdstuk “Starten en rijden”), type tra-
ject (snelwegen, stad, bergen enz.), ge-
bruiksomstandigheden van de auto (ver-
voerde lading, bandenspanning enz.). Houd
hier bij het plannen van een reis rekening
mee.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft af-
gelegd vanaf het begin van een nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstof-
verbruik aan vanaf het begin van een nieu-
we rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het brand-
stofverbruik aan. Als de auto stilstaat met
draaiende motor wordt “- - - -” op het dis-
play weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de au-
to aan op basis van de tijd die verstreken
is vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het be-
gin van een nieuwe rit.
Bedieningsknop TRIP fig. 26
Met de knop TRIP, op de rechter hendel,
krijgt u, als de contactsleutel in stand
MAR staat, toegang tot de hiervoor be-
schreven gegevens en kunnen de gegevens
op nul worden gezet om een nieuwe rit te
beginnen:
– kort indrukken voor weergave van de
verschillende gegevens;
– even ingedrukt houden voor het op nul
zetten (reset) en het beginnen van een
nieuwe rit.
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– “handmatig” door de gebruiker d.m.v.
het indrukken van de betreffende knop;
– “automatisch” wanneer de “afgelegde af-
stand” de waarde 9.999,9 km bereikt of
wanneer de “reistijd” de waarde 99.59 (99
uur en 59 minuten) bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is
geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet
terwijl het scherm van “Trip A” wordt
weergegeven, dan worden alleen de ge-
gevens van “Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet
terwijl het scherm van “Trip B” wordt
weergegeven, dan worden alleen de ge-
gevens van “Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u,
met de sleutel in stand MAR, langer dan
2 seconden op de knop TRIP drukken.
Trip verlaten
De functie TRIP wordt automatisch ver-
laten, nadat alle grootheden zijn weerge-
geven of als de knop MODE langer dan
1 seconde is ingedrukt.
fig. 26
F0Q0647m