11
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
11
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING
De sleutel is uitgerust met een metalen
baard A-fig. 9 en dient voor:
❒
het start-/contactslot
❒
de portiersloten
❒
het ver-/ontgrendelen van het tank-
klepje
❒
het safe lock-systeem (alleen uitscha-
kelen - indien aanwezig)
fig. 9
F0Q0327m
Knop Ë dient voor het op afstand ont-
grendelen van de portieren en de achter-
klep.
Knop
Á dient voor het op afstand ver-
grendelen van de portieren en de achter-
klep.
Knop
R dient voor het op afstand ont-
grendelen van de achterklep. Knop B dient
voor het uitklappen van de metalen baard
A.
Houd voor het inklappen van de metalen
baard in de handgreep de knop B inge-
drukt en draai de baard in de richting van
de pijl tot de baard vastklikt. Laat hierna
de knop B los. Lampje C (indien aanwe-
zig) gaat branden als de opdracht naar de
ontvanger van het diefstalalarm is verzon-
den. Zie voor de werking van de sleutel
met afstandsbediening en alle te wijzigen
instellingen, de paragraaf “Diefstalalarm”
in dit hoofdstuk.
Als onbedoeld het vergrendel-
knopje
Á vanuit het interieur
wordt ingedrukt en u de auto
verlaat, worden uitsluitend de
gebruikte portieren ontgrendeld; de
achterklep blijft vergrendeld. Voor het
herstellen van de centrale portierver-
grendeling moet u de ver-/ontgrendel-
knopjes
Á
/
Ë
opnieuw indrukken.
Druk het knopje B-fig. 9 al-
leen in als de sleutel ver ge-
noeg van het lichaam (speciaal de
ogen) en van voorwerpen die snel be-
schadigen (bijvoorbeeld kledingstuk-
ken) is verwijderd. Laat de sleutel
nooit onbeheerd achter. Hiermee
voorkomt u dat iemand (dit geldt in
het bijzonder voor kinderen) per on-
geluk op de knop drukt.
ATTENTIE