22
}
Of via spraakbediening:
Stel dat u de naam “Mark” wilt
bellen die in uw telefoonboek is
opgeslagen.
Druk op
‘
en zeg “Bel Mark” of
“Bel Mark mobiel“ (in het spraak-
commando geeft het woord
“Mobiel” het soort nummer aan
dat u wilt bellen. U kunt ook de
woorden “Thuis”, “Werk”, of
“Overig” gebruiken).
Als de naam wordt herkend, wordt
op het display de informatie
weergegeven die bij de naam (Mark
in het voorbeeld) hoort.
Als de persoon die u wilt bellen
slechts één telefoonnummer heeft,
vraagt het handsfreesysteem of u die
persoon wilt bellen. Om te bellen,
zegt u “Ja”, en anders “Nee”.
Als de persoon die u wilt bellen
meerdere telefoonnummers heeft,
vraagt het systeem welk telefoon-
nummer u wilt bellen (bijvoorbeeld:
“Bel Mark werk of thuis?”). Ant-
woord in dat geval door het gewen-
ste telefoonnummer aan te geven
(bijvoorbeeld: “Thuis”).
Als de persoon die u wilt bellen
(bijvoorbeeld Mark) meerdere tele-
foonnummers heeft en het soort num-
mer is niet aangegeven, dan toont het
systeem de naam en een lijst met de
betreffende telefoonnummers.
Om het weergegeven nummer te
bellen, zegt u “Bel”.
Als de door het systeem herkende
naam juist is, maar het nummer
niet het gewenste nummer is, kunt
u de andere in de lijst beschikbare
telefoonnummers zien door op
N
of
O
te drukken. Als u het gewen-
ste nummer hebt gevonden, drukt u
op
ß
/MAIN of SRC/OK om de
oproep te verzenden.
Om het telefoongesprek te beëindi-
gen, drukt u langer dan 1 seconde
op
ß
/MAIN.
Tip
Als u een naam belt waar meerdere
telefoonnummers bij horen, geef dan in
het spraakcommando ook het soort num-
mer aan (“Thuis”, “Werk”, “Mobiel”)
dat u wilt bellen; op deze manier kunt u
het aantal stappen verminderen dat
nodig is om te bellen.
Een nummer bellen via
spraakbediening
}
Ga als volgt te werk om een
telefoonnummer te bellen via
spraakbediening:
Druk op
‘
en zeg “Kies
”.
Het systeem antwoordt met
“Het nummer, alstublieft”.
Spreek het telefoonnummer uit als
een reeks van afzonderlijke cijfers
(bijvoorbeeld: “0”, “1”, “2”, “3”, “4”,
“5”, “6”, “7”, “8”, “9”, “+” (plus),
“#” (hekje) of “*” (sterretje).
Bijvoorbeeld: 0113290103 moet
worden uitgesproken als: “nul, een,
een, drie, twee, negen, nul, een, nul,
drie”.
Het systeem toont het herkende
nummer en spreekt het uit.
Als het nummer compleet is, zegt
u “Bel”. Als het nummer niet com-
pleet is, spreekt u de ontbrekende
cijfers uit en zegt u “Bel”.