Ruitenwissers
A ruitenwissers uitgeschakeld
B wissen met interval
C langzaam continu wissen
D snel continu wissen
E tijdelijk wissen
Achterruitwisser
Draaiknop in stand
'.
Ruitensproeiers
Trek de hendel naar het stuur.
Achterruitsproeier
Duw de hendel naar het dashboard.
HENDELS AAN HET
STUUR
Buitenverlichting
Met de sleutel in STOP: verlichting uitge-
schakeld met de sleutel in MAR: dagverlich-
ting voor ingeschakeld (DRL-systeem)
2
dimlichten ingeschakeld
1
het grootlicht wordt ingeschakeld als u
de hendel naar het dashboard duwt
Richtingaanwijzers (pijlen)
a rechter richtingaanwijzer
b linker richtingaanwijzer.
Uitvoeringen met mistlampen voor
In-/uitschakelen
1 keer knop A indrukken: mistlampen voor
inschakelen
2 keer knop A indrukken: mistachterlicht
inschakelen
3 keer knop A indrukken: uitschakelen
MISTACHTERLICHT
MISTLAMPEN VOOR