Koude start
Fig. 10A- 10H
Opmerking: Om de belasting van de motor tijdens het starten en opwarmen zo klein mogelijk te houden, moet de snijdraad tot
13 cm worden afgesneden.
• Zet de ontstekingsschakelaar in de stand „BEDRIJF“.
• Zet de gasklep vast (C): Druk de borgschakelaar (A) in en houd de trekker (B) wijd open. Houd nu de blokkering van de gasklep ingedrukt
(C). Laat detrekker (B) los. De gastrekker (B) blijft nu ingedrukt staan.
• Uw apparaat heeft een choke met drie standen; “CHOKE”, “START” en “BEDRIJF”. Zet de chokehandel in de stand “CHOKE”.
• Vul de carburateur. Knijp tien keer in de brandstofpomp (A).
• Hou de greep goed vast - druk de veiligheidsschakelaar (B) en tegelijkertijd de gasknop (C) op vol gas in en blijf ze indrukken.
• Trek het startkoord een kort stukje uit tot u weerstand voelt (ca. 10 cm). Om een flinke ontstekingsvonk te krijgen is een snelle
ononderbroken doorhaalbeweging van de koord nodig. Haal het startkoord viermaal snel en flink door.
• Zet de chokehendel in de stand “START”.
• Trek vier keer aan het startkoord terwijl de gastrekker volledig is ingedrukt.
• Als de motor aanslaat, laat de choke dan 10 seconden in de stand “START” staan.
• Zet de chokehendel in de stand “BEDRIJF”.
• Slaat de motor niet aan, herhaal dan de stappen 1 tot en met 10.
Opmerking: Wil het apparaat ook na herhaalde pogingen niet starten, lees dan het hoofdstuk over het oplossen van problemen.
Opmerking: Trek het startkoord altijd recht naar buiten. Door onder een hoek te trekken komt het touw tegen de opening. Hierdoor zal het
koord snel slijten. Blijf het handgreep altijd vasthouden terwijl het koord wordt uitgetrokken. Laat het koord niet terugschieten. Ook hiermee
kunt u het koord, en bovendien de starter, beschadigen.
Warme start
Fig. 11a - 11B
• Zet de ontstekingsschakelaar in de stand „BEDRIJF“.
• Zet de choke in de stand “START“.
• Pak de gashendel stevig vast, en druk de trekker volledig in.
• Trek stevig aan het startkoord tot de motor aanslaat, maar niet vaker dan zes keer. Blijf vol gas geven tot de motor soepel draait.
• Slaat de motor niet aan, zet de choke dan in de stand “BEDRIJF“ en trek nog eens vijf keer aan het startkoord. Wil de motor dan nog niet
aanslaan, dan is hij vermoedelijk verzopen. Wacht vijf minuten en probeer het nog eens met de choke in de stand “BEDRIJF“ en het gas
volledig ingedrukt.
De motor stoppen
Laat de gashendel los. Wacht tot de motor stationair draait. Zet de schakelaar in de stand „STOP“.
Snijprocedure
Is uw apparaat correct voorzien van een afvalscherm en een snijkop, dan zal hij keurig onkruid en hoog gras bijwerken op moeilijk bereikbare
plekjes - langs hekken, funderingen en rondom bomen. Hij kan ook worden gebruikt om vegetatie dicht bij de grond af te snijden als
voorbereiding bij de aanleg van een tuin of om een gebied vrij te maken van begroeiing.
Opmerking: Zelfs als u zorgvuldig werkt, zal de draad snel slijten als u werkt bij funderingen, stenen muren enz..
Snijden/maaien
Fig. 12A
Zwaai het apparaat met een sikkelvormige beweging heen en weer. Til de snijkop niet op. Controleer of er op de juiste hoogte is gemaaid.
Houd de snijkop op dezelfde hoogte om regelmatig te maaien.
Nauwkeurig snijden
Houd het apparaat recht voor u, een beetje schuin, zodat de onderkant van de snijkop boven het grondniveau is en de draad werkt op het
gewenste snijpunt. Snijd altijd van u af. Trek het apparaat niet naar u toe.
Snijden bij een hek/fundering
Kom langzaam in de buurt van hekken, stenen muren en fundering zodat u de draad niet tegen de barrière stoot. Komt de draad in aanraking
met steen, dan zal hij breken of rafelen. Blijft de draad in een hek vastzitten, dan breekt hij af.
Snijden rondom bomen
Werk langzaam rondom boomstammen zodat de draad niet tegen de bast komt, Loop rondom de boom en snij van links naar rechts. Nader
het gras of het onkruid met de top van de draad en houd de snijkop een beetje schuin naar voren.
Aftoppen
Fig. 12B
Waarschuw zeer dringend wanner u gaat SNOEIEN. Houd een afstand van 30 meter (100 ft) tussen de gebruiker, andere
mensen en dieren gedurende dit werk.
Ferm 35
GB
D
NL
F
E
P
• Haal de benzineleiding en het filter (B) uit de tank. Een stalen draad met een haak (C) of een paperclip zijn hiervoor bruikbaar.
• Met een draaiende beweging losmaken.
• Benzinefilter vervangen (D).
Opmerking: Gebruik het apparaat nooit zonder benzinefilter. Het apparaat zou daardoor beschadigd kunnen worden!
Instelling van de carburteur
De carburateur is in de fabriek afgesteld voor optimale prestaties. Als het nogmaals moet worden afgesteld, breng het apparaat dan naar het
dichtstbijzijnde bevoegde servicecentrum.
Bougie
Fig. 19
• Luchtspleet = 0.025“ (0.635mm)
• Koppel van 105 tot 130 inch pounds (12 tot 15 N°Em). Sluit de bougiekabel aan.
Mes van het afvalscherm slijpen
Fig. 20
• Verwijder het mes (E) van het afvalscherm (F).
• Zet het mes in een bankschroef. Slijp het mes met een vlakke vijl. Let erop dat de hoek van het snijvlak gelijk blijft. Vijl in slechts één
richting.
Het apparaat opslaan
Wordt deze procedure niet uitgevoerd, dan zal een restant brandstof in de carburateur hard worden, met als gevolg
startproblemen of permanente schade na opslag.
• Voer alle onderhoudswerkzaamheden uit zoals beschreven is in het hoofdstuk Onderhoud van de handleiding.
• Maak de buitenzijde van het apparaat schoon.
• Maak de brandstoftank leeg.
• Start de motor nadat de tank is leeggemaakt.
• Laat de motor stationair draaien tot hij stopt. Hierdoor wordt de carburateur schoongemaakt.
• Laat het apparaat afkoelen (ongeveer. 5 minuten).
• Gebruik een bougiesleutel en verwijder de bougie.
• Giet een theelepel schone tweetaktolie in de verbrandingskamer. Trek een paar keer langzaam aan het startkoord om de interne
onderdelen van olie te voorzien. Monteer de bougie weer.
• Opslaan op een koele, droge plaats, vrij van vuur zoals een oliebrander, geiser, e.d.
Opnieuw in gebruiknemen:
• Verwijder de bougie.
• Haal de aanzetstartkabel flink door om resten van olieresten uit de verbrandingskamer te verwijderen.
• Maak de bougie schoon en controleer de elektrodeafstand. Vervang de bougie, indien nodig.Indien nodig, vervang de bougie.
• Maak het toestel klaar voor gebruik.
• Vul de brandstoftank met dehet juiste motorbrandstof- oliemengsel.mengeling. Zie hoofdstuk “motorbrandstoffen en motorolie”.
Storingen
Wanneer er zich een storing voordoet, bijvoorbeeld bij slijtage van een onderdeel, neem dan contact op met het onderhoudsadres op de
garantiekaart. Achter in deze handleiding ziet u een opengewerkte afbeelding van de onderdelen die besteld kunnen worden.
Milieu
Om transportbeschadiging te voorkomen, wordt de machine in een stevige verpakking geleverd. De verpakking is zo veel mogelijk gemaakt
van recyclebaar materiaal. Maak daarom gebruik van de mogelijkheid om de verpakking te recyclen.
Garantie
Lees voor de garantievoorwaarden de afzonderlijk bijgesloten garantiekaart.
38 Ferm
GB
D
NL
F
E
P