70
7. Elektrische installaties
Bij een fabrieksmatig ingebouwd selfsupporting-pakket wordt in
principe een AGM-accu gebruikt. Deze accu bevindt zich doorgaans
in een aparte kast, afhankelijk van het model in de bergruimte van
ofwel zitgroep of bed. AGM-accu’s mogen niet worden vervangen
door een conventionele natte accu.
M.b.v. de accu-indicator kunt u het oplaadniveau van de boordaccu
controleren.
Naast of boven de accu-indicator bevindt zich de hoofdschakelaar
voor de eigen stroomvoorziening c.q. het selfsupporting-pakket.
De hoofdschakelaar activeert ook het uitschakelrelais van de acculader.
Voor het opladen van de boordaccu via de 230V-buitenaansluiting moet
de hoofdschakelaar zijn ingeschakeld. De rode LED moet daarbij branden
Elke accu heeft ook een zelfontlading. Daarom is het
belangrijk om – als de accu gedurende een langere
periode niet wordt gebruikt – in ieder geval de accu
volledig op te laden en aansluitend de pluspool van
de accu (snelspanner) los te koppelen. Een te lange
stilstandtijd leidt tot diepontlading van de accu en kan
onherstelbare schade aanrichten. Bewaar uw accu zo
mogelijk op een koele, droge plaats. De optimale opslag-
temperatuur van een accu bedraagt ca. 15°C. Controleer
de accuspanning minimaal eens in de zes maanden en
laad de accu op zodra de spanning onder 12,6V daalt.
Vóór het loskoppelen van de accu moeten alle appara-
ten en lampen worden uitgeschakeld. Bij werkzaamhe-
den aan de accu of bij een geopende accubak geldt een
absoluut rookverbod.Neem in dit verband ook goede
nota van de aanwijzingen op de sticker op de accubak.
10V -> rood
11V -> geel
12V -> groen
13V -> groen
14V -> groen*
Tijdens het rijden kan de accu niet worden opgeladen.
Uitzondering: voorschakeling van een optionele laad-
booster
2
4
1
3
5
123 4 5
*) Deze waarde wordt alleen bereikt tijdens
bedrijf van de acculader en dient dus als
functiecontrole van de acculader.