de volgende melding verschijnt: “KOFFIE-
PROGRAMMA”.
• Druk op het pictogram (B9).
• Selecteer het soort koffie dat gewijzigd moet
worden m.b.v. de pictogrammen (B7)
en (B8).
• Druk op het pictogram (B9) om het soort
koffie dat gewijzigd moet worden te bevesti-
gen.
• Gebruik de pictogrammen (B7) en
(B8) om de gewenste hoeveelheid koffie te
wijzigen. De voortgangsbalk geeft de gese-
lecteerde hoeveelheid koffie aan.
• Druk opnieuw op het pictogram (B9) om
te bevestigen (of op het pictogram (B6)
om te annuleren).
• Druk twee maal op het pictogram (B6)
(fig. 18) om het menu af te sluiten.
Nu is het apparaat volgens de nieuwe instellin-
gen geprogrammeerd en klaar voor gebruik.
DE MAALGRAAD REGELEN
De koffiemolen hoeft niet te worden geregeld,
omdat dit reeds in de fabriek is gebeurd; indien u
evenwel na de eerste kopjes vaststelt dat te kof-
fie te snel of te langzaam (druppelsgewijs) wordt
afgegeven, moet de maalgraad worden geregeld
met behulp van de regelknop van de maalgraad
(fig. 14).
Attentie!
De regelknop van de maal-
graad mag alleen verdraaid worden wanneer
de koffiemolen in werking is.
Om een langzamere kof-
fieafgifte en een betere
crème te verkrijgen, één
klik linksom draaien
(=koffiebonen fijner ge-
malen).
Om een snellere koffieaf-
gifte te verkrijgen (niet
druppelsgewijs), één klik
rechtsom draaien (=koffiebonen grover gema-
len).
ESPRESSOKOFFIE ZETTEN
MET VOORGEMALEN KOF-
FIE (IN PLAATS VAN KOFFIE-
BONEN)
• Druk op het pictogram (B4) (fig. 8) en
selecteer de functie voorgemalen koffie.
• Trek het apparaat naar buiten bij de hiervoor
bestemde handgrepen (fig. 7).
• Til het dekseltje in het midden op, breng in
de trechter een maatschepje voorgemalen
koffie in (fig. 19); duw het apparaat naar bin-
nen en ga te werk zoals beschreven in “Kof-
fie zetten (met koffiebonen).”
NB: Er kan telkens 1 koffie gezet worden door
te drukken op het pictogram (B10) (fig.
12).
• Als men na het zetten van koffie met voorge-
malen koffie, weer koffie wil zetten met kof-
fiebonen, moet de functie voorgemalen koffie
uitgeschakeld worden door nogmaals te
drukken op het pictogram (B4) (fig. 8).
NOPMERKING 1: Doe nooit voorgemalen koffie
in het apparaat wanneer dit uitgeschakeld is, om
te voorkomen dat de koffie verloren gaat in het
apparaat.
OPMERKING 2: Breng nooit meer dan 1 maat-
schepje in, want anders zet het apparaat geen
koffie.
OPMERKING 3: Gebruik uitsluitend het bijgevo-
egde maatschepje.
OPMERKING 4: Doe in de trechter uitsluitend vo-
orgemalen koffie voor espressoapparaten.
OPMERKING 5: Indien meer dan één maat-
schepje voorgemalen koffie ingebracht wordt en
de trechter verstopt raakt, gebruik dan een mes
om de koffie te doen zakken (fig. 21), en verwij-
der en reinig vervolgens de zetgroep en het ap-
paraat zoals beschreven in de paragraaf
“Reiniging van de koffiezeteenheid”.
AFGIFTE VAN HEET WATER
• Controleer altijd of het apparaat klaar is voor
gebruik.
16
NL