78
De binnentempera-
tuur is niet koud
genoeg.
De binnentempera-
tuur is te koud.
Het apparaat
maakt teveel
geluid.
Het apparaat func-
tioneert niet.
Er komt water uit
het apparaat.
Controleer of:
• De deur goed sluit.
• De thermostaat in de correcte stand staat.
• De vrieskist niet in de buurt van warmtebronnen staat.
• In het vriesvak geen te dikke ijslaag zit.
Controleer of:
• De thermostaat in de correcte stand staat.
• De schakelaar niet op stand Super staat.
• Het apparaat goed vlak staat in het meubel.
• De achterkant niet tegen de achterwand aankomt.
• De laden aan de binnenkant goed geplaatst zijn.
Controleer of:
• De stand van de thermostaat niet op 0 staat.
• De stekker in het stopcontact zit.
• De aansluitkabel niet kapot is
• De stekker goed in het stopcontact zit.
Controleer of:
• Het afwateringscircuit niet verstopt zit.
• Het verdampingsvaatje van de compressor niet vol zit met restjes en
schoongemaakt moet worden.
6. OPLOSSING VAN PROBLEMEN
Het onregelmatig functioneren is niet altijd aan een defect van het apparaat te wijten, maar wordt vaak veroorzaakt
door een verkeerde installatie of ondeskundig gebruik. Om een onnodige tussenkomst van de Technische Dienst
en de daarbij behorende kosten te voorkomen, stellen we voor dat u onderstaande adviezen leest waardoor u mis-
schien zelf het probleem op kunt lossen.
Als er na het controleren van genoemde punten geen normale werking wordt verkregen, moet u zich wenden tot
de dichtstbijzijnde Technische Dienst.
PROBLEEM MOGELIJKE OPLOSSING