1 / INSTALLATIE VAN HET APPARAAT
56
VERANDEREN VAN GAS
Telkens u van gas verandert, moet u
opeenvolgend:
— De gasaansluiting aanpassen
— De injectors veranderen
— De kranen regelen.
•
De gasaansluiting aanpassen: raadpleeg
de paragraaf
“Gasaansluiting”.
•
De injectors veranderen als volgt:
—
Verwijder de roosters, kapjes en koppen
van alle branders.
Voor de brander met drievoudige krans:
—
Gebruik een buistang van 7 (niet geleverd).
Voor de andere branders:
—
Gebruik de geleverde sleutel.
—
Schroef de injectors los onderaan elke pot
en verwijder ze
(fig. 01).
—
Monteer op hun plaats de overeenkomstige
gasinjectors, conform de referenties van de
injectors en de tabel met gaskenmerken op
het einde van het hoofdstuk . Doe het
volgende:
—
Schroef ze eerst handmatig vast tot de
injector blokkeert.
—
Zet de sleutel volledig op de injector.
—
Teken een lijn af op de plaat met behulp van
een potlood, op de aangegeven plaats
(fig. 02).
—
Draai de sleutel met de wijzers van de klok
mee tot de lijn aan de andere kant
verschijnt
(fig. 03).
Let op
Overschrijd deze limiet niet, omdat dit
het product kan beschadigen.
•
Fig. 02
Fig. 03
Lijn
Lijn
Sleutel
Sleutel
Fig. 01
Sleutel
Injector
Pot
Let op
- Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTANAT* -
CFI-3GLSTANAT*, werkt uw kookplaat stan-
daard met aardgas.
- Voor de volgende ref.: CFI-4GLSTABUT* -
CFI-3GLSTABUT* - 2MCF-2GSAXBUT*,
werkt uw kookplaat standaard met butagas.
De injectors die nodig zijn voor de
verandering van gas bevinden zich in het
zakje met deze handleiding.
Let op
Overschrijd deze limiet niet, omdat dit
het product kan beschadigen.
-
Zet de branderkoppen, branderdoppen en de
pannendragers op hun plaats
Advies
Bij elke verandering van gas dient u
het bijbehorende vakje aan te kruisen op
het etiket dat u in het zakje vindt.
Raadpleeg de overeenkomstige paragraaf
“Gasaansluiting”.