NL
NL 13
NL
NL 12
7. REINIGING EN ONDERHOUD
De haard dient jaarlijks te worden gereinigd en gecontroleerd door
een erkend installateur. Dit geldt ook voor het rookkanaal.
Controle op:
- dichtheid van het gas- en verbrandingsproductencircuit;
- de juiste werking van de regelkraan, het thermokoppelcircuit en het
ontsteken van de brander.
Reiniging van:
- het waakvlamsysteem;
- de brander;
- de verbrandingsruimte;
- de rookgasafvoer.
7.1 REINIGING VAN DE BRANDER
Wanneer de haard is afgekoeld, kan de brander gereinigd worden.
7
.2 REINIGING VAN HET GLAS
Afhankelijk van de gebruiksintensiteit kan zich in de loop der tijd een
aanslag vormen op het glas. Deze aanslag kunt u verwijderen met
een speciale glasreiniger of ceramische kookplaatreiniger. Raadpleeg
de instructies op de verpakking. Een slecht functionerende
schoorsteen zorgt voor een grotere vervuiling van het glas.
Het glas demonteert u als volgt:
- schuif de mantel aan de onderzijde naar voren en neem deze naar
boven weg;
- draai de bevestigingsschroeven van het glas los en verwijder het glas;
- na reiniging in omgekeerde volgorde weer monteren.
7.3 ONDERHOUD VAN DE MANTEL
Het toestel kan het beste met een droge doek worden
schoongehouden. Indien op de mantel is gemorst, zet dan de kachel
direct uit. Als de mantel is afgekoeld kunt u met behulp van een
schoonmaakmiddel voorzichtig proberen de vlekken te verwijderen.
6.4.2 Uitschakelen:
De hoofdbrander schakelt u uit door de thermostaatknop A op stand S
te zetten.
6.5 AANSTEKEN/UITSCHAKELEN SFEERBRANDER
De sfeerbrander is met knop B in te stellen op een stand naar keuze.
Het sfeervuur blijft onveranderd branden. Indien een andere stand
gewenst is, dan knop B opnieuw instellen.
6.5.1 Aansteken:
Trek knop B uit en draai deze linksom van stand O naar kleinstand .
De sfeerbrander brandt nu laag. Geeft de sfeerbrander te weinig
warmte, dan kunt u knop B doordraaien tot volstand .
6.5.2 Uitschakelen:
Knop B maximaal rechtsom draaien naar kleinstand en vervolgens iets
omhoog trekken en doordraaien naar O.