560712
55
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/72
Next page
A140 AIR-T
1
NEDERLANDS
CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
(RICHTLIJN 2006/42/EG)
Fabrikant: FAAC S.p.A.
Adres: Via Calari, 10 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË
Verklaart dat: Het automatisch systeem mod. A140 AIR - T
• is vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere
machines, om een machine te vormen in de zin van Richtlijn 2006/42/EG;
• voldoetaandefundamenteleveiligheidsvereistenvandevolgendeandereEEG-richtlijnen:
2006/95/EG Laagspanningsrichtijn.
2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit
en verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin het
wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten van
Richtlijn 2006/42/EEG en daaropvolgende wijzigingen.
Bologna, 02-04-2012 De Algemeen Directeur
A. Marcellan
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
Alle waarden in deze handleiding zijn uitgedrukt in millimeter.
2
h
b
c
d
e
f
g
a
i
l
j
k
m
n
NEDERLANDS
AUTOMATISCHE DEUR A140 AIR-T
fig. 1
1 BESCHRIJVING
Met de systemen FAAC serie A140 AIR-T kunnen telescopische
schuifdeuren met één of twee vleugels automatisch worden
ingeschakeld, en kan de werking ervan worden beheerd en
ingesteld.
De automatische systemen van FAAC serie A140 AIR worden
geleverd als geassembleerd geheel, compleet met kabels
en getest in de configuratie die de klant in het speciale
bestelformulier heeft verzocht, of als een kit die door de
installateur moet worden geassembleerd.
Een dwarsbalk met het automatisch systeem (fig. 1) bestaat uit
de volgende onderdelen:
Steunprofiel (fig.1 ref. a)
Dit is het profiel dat wordt gebruikt wanneer de balk aan een
dragende structuur kan worden bevestigd.
Telescopisch profiel (fig.1 ref. n)
Dit is het profiel dat wordt gebruikt om de interne loopwagens
te monteren
Motorgroep (fig. 1 ref. b)
De gelijkstroommotor 24V= is voorzien van een encoder en een
systeem voor de vergrendeling van de deuren (accessoire).
De Elektronica-module omvat:
Besturingseenheid (fig. 1 ref. c)
De besturingseenheid met een microprocessor voert, zodra
de eenheid wordt gevoed, een procedure uit waarmee de
werkingparameters van de deur worden ingesteld.
Voedingsgroep (fig. 1 ref. d)
De voedingsgroep, die rechtstreeks op de besturingseenheid
is aangesloten, levert de spanning die noodzakelijk is voor een
correcte voeding van het automatisch systeem.
Interne en externe loopwagens vleugelsteun (fig.1 ref. e m)
De loopwagens zijn voorzien van twee wielen met kogellagers,
een geleidewiel bovenin, en een systeem met een stelschroef
om de hoogte van de vleugels af te stellen.
Aandrijfriem (fig. 1 ref. f)
Transmissieschijfgroep (fig. 1 ref. g)
1.1 BIJ DE DWARSBALK GELEVERDE ACCESSOIRES
Dit zijn artikelen die op de dwarsbalk worden gemonteerd.
Afsluitkap (fig. 1 ref. h)
Dit is een aluminium profiel waarmee het automatisch systeem
wordt afgesloten. De zijplaatjes (fig. 1 ref. k) sluiten het systeem
helemaal af.
Motorblokkering (fig. 1 ref. i)
De motorblokkering garandeert dat de gesloten deur mechanisch
vergrendeld wordt. De motorblokkering is hetzelfde voor
uitvoeringen met een of twee vleugels
De motorblokkering wordt geleverd met een intern
ontgrendelmechanisme (fig. 1 ref. j) waarmee de deur in geval
van nood kan worden geopend; daarnaast is er een vooruitrusting
voor de eventuele installatie van een externe ontgrendeling
(optioneel). De motorblokkering werkt rechtstreeks op de motor
door hem mechanisch te blokkeren.
Monitoring motorblokkering
Deze voorziening controleert of de motorblokkering goed werkt,en
gaat na of de deur daadwerkelijk gesloten is. In geval van nood
heeft het systeem de mogelijkheid op afstand een akoestisch
of lichtsignaal te activeren.
Noodbatterijen (fig. 1 ref. l)
Als de netspanning wegvalt, maakt de batterijen-kit het mogelijk
dat het automatisch systeem blijft werken zo lang als de lading
3
e f
gh
a
b
c
d
NEDERLANDS
MODEL A140 AIR-T2 A140 AIR-T4
N° vleugels 2 4
Max. gewicht van de vleugel 110+110 Kg 60+60+60+60 Kg
Doorgang (Vp) 1100 ÷ 3000 mm 1400 ÷ 4000 mm
Max. dikte vleugel met frame 65 mm
Gebruiksfrequentie 100 %
Beschermingsgraad IP 23 (intern gebruik)
Omgevingstemperatuur -20°C ÷ +55°C
Voeding 115V/230 V~ 50/60 Hz
Max. opgenomen vermogen 100 W
Lengte dwarsbalk Vp x 1,5 +100 mm
Aandrijfeenheid 24 Vdc met encoder
Instelling openingssnelheid (onbelast) 5 ÷ 70 cm/sec. 10 ÷ 140 cm/sec.
Instelling sluitingssnelheid (onbelast) 5 ÷ 70 cm/sec. 10 ÷ 140 cm/sec.
Instelling gedeeltelijke opening 10% ÷ 90% van de totale opening
Instelling pauzetijd 0 ÷ 30 sec.
Instelling pauzetijd ‘s nachts 0 ÷ 240 sec.
Instelling statische kracht automatisch
Beknellingsbeveiliging actief bij het openen/sluiten
2 ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN
3 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Plaats de elektriciteitskabels voor de aansluiting van accessoires
en de elektrische voeding zoals in fig. 2.
BESCHRIJVING KABELS
a
Externe radar 4x0.25mm²
b
Interne radar 4x0.25mm²
c
Zender fotocel 2x0.25mm²
d
Ontvanger fotocel 3x0.25mm²
e
SD-Keeper / SDK-Light 2x0.5mm² max 50 m
f
Sleutelschakelaar
blokkering SD-Keeper /
SDK-Light (toekomstige accessoire)
2x0.5mm²
g
Bedieningsknoppen
Emerg/Key/Reset
2x0.5mm²
h
Voeding
115/230V
~
2x1.5mm² + aarde
1.2 ACCESSOIRES VOOR AFSLUITING
Om het afsluitprofiel beter aan de loopwagens aan te kunnen passen, en om de installatie correct te kunnen afwerken, stelt
FAAC standaard de volgende artikelen ter beschikking:
Paar glijschoenen (fig. 26-27 ref. a)
Deze worden per paar geleverd, ze kunnen aan de wand (of aan de vaste vleugel) of rechtstreeks op de vloer worden
bevestigd.
Onderste railprofiel (fig. 26-27 ref. b)
Hiermee kan het onderste profiel van de vleugel aan de hierboven genoemde glijschoen worden aangepast.
Borstel voor onderste railprofiel (fig. 26-27 ref. c)
Deze maakt de vloerrail compleet.
Bevestigingsprofiel vleugel (fig. 15)
Hiermee kan het bovenste profiel van de vleugel aan de bevestigingen van de loopwagens worden aangepast.
Paar glijschoenen onderkant glazen vleugel
Zorgen ervoor dat glazen vleugels kunnen schuiven.
4 CONFIGURATIE VAN DE DWARSBALK
Zie de waarden in de figuren 4, 5 en 7 om de verschillende
onderdelen van de dwarsbalk op de juiste plaats te zetten.
fig. 2
4
c
d
e
f
b
a
i
j
h
h
g
k
NEDERLANDS
fig. 3
a STEUNPROFIEL
b TELESCOPISCH PROFIEL
c PROFIEL KAP
d BEVESTIGINGSPROFIEL VLEUGEL
e ONDERSTE RAILPROFIEL
f KLEM VOOR GLAZEN VLEUGEL
g GLIJSCHOEN ONDERKANT VOOR GLAZEN VLEUGEL
ZELFDRAGENDE PLAAT
ZELFDRAGEND PROFIEL
PROFIEL BOVENLICHT
k KABELDOORGANG
h
i
j
LEGENDA TELESCOPISCH PROFIEL
5
80
8
20
ESTERNO INTERNO
OUTSIDE INSIDE
Sezione A-A
20
HVM
HVP
LC
B
B
26
Sezione B-B
A
26
A
25
27
10
AF
30
LVP
LVM
X
20
FAAC A140 AIR T
35
28
= larghezza vano muro
wall width
min 1750 / max 4600 mm. *
LVM = 3LVP/2+33,5+X
= altezza vano muro
wall height
max 2500 mm. *
= larghezza vano passaggio
free passage width
LVP = 2(LVM-33,5-X)/3
= altezza vano passaggio
free passage height
HVP = HVM
= distanza di sicurezza
distance to avoid nger trap
min 60 mm.
LC = lunghezza carter
carter lenght
* per LVM>4600 o HVM>2500 mm.
contattare FAAC
with LVM>4600 or HVM>2500 mm.
contact FAAC
6
3
30
Non forniti da FAAC
Not supplied by FAAC
50
LVM
HVM
LVP
HVP
X
min 1100 / max 3000 mm. **
** consigliata
suggested
27
40
Tel: 051-6172411 Fax: 051-758518
Via Benini 1, Zola Predosa, Bologna, Italy
FAAC S.p.A. si riserva il diritto di apportare modiche al presente disegno senza alcun preavviso.
OGGETTO :
DIS. N° :
REV.
CODICE KIT PROFILI:
A
B
C
DATA
TK20
05
TK20
30
53
101
20 min.
244
234
154
81
NEDERLANDS
6
80
8
20
ESTERNO INTERNO
OUTSIDE INSIDE
Sezione A-A
20
HVM
HVP
LC
A
B
B
26
Sezione B-B
27
27
LVP
A
38.5
FAAC A140 AIR T
= larghezza vano muro
wall width
min 1100 / max 3000 mm.
LVM = LVP+8
= altezza vano muro
wall height
max 2500 mm. *
= larghezza vano passaggio
free passage width
LVP = LVM-8
= altezza vano passaggio
free passage height
HVP = HVM-2
LC = lunghezza carter
carter lenght
* per HVM>2500 mm. contattare FAAC
with HVM>2500 mm. contact FAAC
25
28
3
15
30
15
6
LVM
2
30
Non forniti da FAAC
Not supplied by FAAC
Non fornito da FAAC
Not supplied by FAAC
80
LVP
HVP
LVM
HVM
2
Tel: 051-6172411 Fax: 051-758518
Via Benini 1, Zola Predosa, Bologna, Italy
FAAC S.p.A. si riserva il diritto di apportare modiche al presente disegno senza alcun preavviso.
OGGETTO :
DIS. N° :
REV.
CODICE KIT PROFILI:
A
B
C
DATA
TK20
06
30
101
20 min.
54
234
81
154
NEDERLANDS
7
80
8
20
ESTERNO INTERNO
OUTSIDE INSIDE
Sezione A-A
20
LC
B
B
26
36.5
FAAC A140 AIR T
wall width
min 1400 / max 3600 mm.
LVM = LVP+4
= altezza vano muro
wall height
max 2500 mm. *
= larghezza vano passaggio
free passage width
LVP = LVM-4
= altezza vano passaggio
free passage height
HVP = HVM-2
LC = lunghezza carter
carter lenght
* per HVM>2500 mm. contattare FAAC
15
LVM = larghezza vano muro
Sezione B-B
27
27
LVP
25
15
LVM
3
30
2
2
30
27
27
25
30
HVP
A
A
with HVM>2500 mm. contact FAAC
Non forniti da FAAC
Not supplied by FAAC
Non fornito da FAAC
Not supplied by FAAC
HVM
LVP
HVP
Tel: 051-6172411 Fax: 051-758518
Via Benini 1, Zola Predosa, Bologna, Italy
FAAC S.p.A. si riserva il diritto di apportare modiche al presente disegno senza alcun preavviso.
OGGETTO :
DIS. N° :
REV.
CODICE KIT PROFILI:
A
B
C
DATA
TK20
07
HVM
2
154
81
54
101
20 min.
234
NEDERLANDS
8
80
8
20
ESTERNO INTERNO
OUTSIDE INSIDE
Sezione A-A
20
HVM
HVP
LC
B
26
A
26
A
20
FAAC A140 AIR T
= larghezza vano muro
wall width
min 2200 / max 5600 mm. *
LVM = 3LVP/2+52,5+2X
= altezza vano muro
wall height
max 2500 mm. *
= larghezza vano passaggio
free passage width
= altezza vano passaggio
free passage height
HVP = HVM
= distanza di sicurezza
distance to avoid nger trap
min 60 mm.
LC = lunghezza carter
carter lenght
* per LVM>5600 o HVM>2500 mm.
contattare FAAC
with LVM>5600 or HVM>2500 mm.
contact FAAC
B
27
Sezione B-B
25
27
10
AF
30
LVP
LVM
X
35
27
25
27
10
AF
30
35
3
LVM
HVM
LVP
HVP
X
LVP = 2(LVM-52,5-2X)/3
min 1400 / max 3600 mm.**
** consigliata
suggested
Tel: 051-6172411 Fax: 051-758518
Via Benini 1, Zola Predosa, Bologna, Italy
FAAC S.p.A. si riserva il diritto di apportare modiche al presente disegno senza alcun preavviso.
OGGETTO :
DIS. N° :
REV.
CODICE KIT PROFILI:
A
B
C
DATA
08
TK20
53
101
20 min.
244
234
154
81
NEDERLANDS
9
Vp Lt C I D B B1
1100 1750 270 1280 2740 380 435
1200 1900 330 1380 2940 430 485
1300 2050 390 1480 3140 480 535
1400 2200 450 1580 3340 530 585
1500 2350 510 1680 3540 580 635
1600 2500 570 1780 3740 630 685
1700 2650 630 1880 3940 680 735
Vp
Lt
87,5
B1
92,5
B
C
I
Vp Lt C I D B B1
1800 2800 690 1980 4140 730 785
1900 2950 750 2080 4340 780 835
2000 3100 810 2180 4540 830 885
2200 3400 930 2380 4940 930 985
2400 3700 1050 2580 5340 1030 1085
2600 4000 1170 2780 5740 1130 1185
2800 4300 1290 2980 6140 1230 1285
3000 4600 1410 3180 6540 1330 1385
NEDERLANDS
Motor
Bedieningskaart
voedingsinrichting
transmissieschijf
fig. 4
Noodbatterijen
Motor
A140 AIR Telescopisch Enkele Vleugel Rechts Openend
Lt = Vp X 1,5 + 100
B = Afstand bevestiging interne
loopwagens op de schuivende
vleugel
B1 = Afstand bevestiging externe
loopwagens op de schuivende
vleugel
C = Waarde positie motor
D = Lengte transmissieriem
I = Asafstand motor / transmissiegroep
Lt = Lengte dwarsbalk
Vp = Vrije doorgang
100 = mm overlap tussen de vleugels
10
C I
87,5
Lt
B1
B
92,5
Vp Lt C I D B B1
1100 1750 240 1280 2740 380 435
1200 1900 250 1380 2940 430 485
1300 2050 260 1480 3140 480 535
1400 2200 270 1580 3340 530 585
1500 2350 280 1680 3540 580 635
1600 2500 290 1780 3740 630 685
1700 2650 300 1880 3940 680 735
Vp Lt C I D B B1
1800 2800 310 1980 4140 730 785
1900 2950 320 2080 4340 780 835
2000 3100 340 2180 4540 830 885
2200 3400 360 2380 4940 930 985
2400 3700 380 2580 5340 1030 1085
2600 4000 400 2780 5740 1130 1185
2800 4300 420 2980 6140 1230 1285
3000 4600 440 3180 6540 1330 1385
Vp
NEDERLANDS
Motor
Lt = Vp X 1,5 + 100
Bedieningskaart
voedingsinrichting
transmissieschijf
fig. 5
Noodbatterijen
A140 AIR Telescopisch Enkele Vleugel Links Openend
B = Afstand bevestiging interne
loopwagens op de schuivende
vleugel
B1 = Afstand bevestiging externe
loopwagens op de schuivende
vleugel
C = Waarde positie motor
D = Lengte transmissieriem
I = Asafstand motor / transmissiegroep
Lt = Lengte dwarsbalk
Vp = Vrije doorgang
100 = mm overlap tussen de vleugels
11
Z
Vp Lt Z
2600 4000 1500
2800 4300 1600
3000 4600 1700
Vp Lt Z
1500 2350 950
1600 2500 1000
1700 2650 1050
1800 2800 1100
Vp
Z
25
25
Vp
250
200
250
200
25050
50
50
Vp Lt Z
1100 1750 750
1200 1900 800
1300 2050 850
1400 2200 900
Vp Lt Z
1900 2950 1150
2000 3100 1200
2200 3400 1300
2400 3700 1400
1
2 3
2000
2000
2000
NEDERLANDS
fig. 6
A140 AIR Telescopisch Enkele Vleugel Rechts en Links Openend
Boorsjabloon voor telescopisch profiel
A140 AIR Telescopisch Enkele Vleugel Rechts Openend
TABEL A
A140 AIR Telescopisch Enkele Vleugel Links Openend
Op maat zagen bevestigingsstaaf telescopisch profiel
12
B
72,5
72,5
B
Vp
Lt
87,5
B1
B1
87,5
C
I
Vp Lt C I D B B1
1400 2200 130 1950 4080 205 220
1500 2350 150 2075 4330 230 245
1600 2500 170 2200 4580 255 270
1700 2650 190 2325 4830 280 295
1800 2800 210 2450 5080 305 320
1900 2950 230 2575 5330 330 345
2000 3100 250 2700 5580 355 370
2200 3400 290 2950 6080 405 420
2400 3700 330 3200 6580 455 470
Vp Lt C I D B B1
2600 4000 370 3450 7080 505 520
2800 4300 410 3700 7580 555 570
3000 4600 450 3950 8080 605 620
3200 4900 490 4200 8580 655 670
3400 5200 530 4450 9080 705 720
3600 5500 570 4700 9650 755 770
3800 5800 610 4950 10080 805 820
4000 6100 650 5200 10580 855 870
NEDERLANDS
Motor
Bedieningskaart
voedingsinrichting
transmissieschijf
Noodbatterijen
Lt = Vp X 1,5 + 100
fig. 7
A140 AIR Telescopisch Dubbele Vleugel
B = Afstand bevestiging interne
loopwagens op de schuivende
vleugel
B1 = Afstand bevestiging externe
loopwagens op de schuivende
vleugel
C = Waarde positie motor
D = Lengte transmissieriem
I = Asafstand motor / transmissiegroep
Lt = Lengte dwarsbalk
Vp = Vrije doorgang
100 = mm overlap tussen de vleugels
13
Vp Lt Z
2600
4000 825
2800 4300 875
3000 4600 925
3200 4900 975
3400 5200 1025
3600 5500 1075
3800 5800 1125
4000 6100 1175
Vp Lt Z
1400 2200 525
1500 2350 550
1600 2500 575
1700 2650 600
1800 2800 625
1900 2950 650
2000 3100 675
2200 3400 725
2400
3700 775
Vp
Z
Z
25
25
250
200
250
200
25050
50
50
1
2 3
2000
2000
2000
NEDERLANDS
fig. 8
A140 AIR Telescopisch Dubbele Vleugel
A140 AIR Telescopisch Dubbele Vleugel
Boorsjabloon voor telescopisch profiel
TABEL B
Op maat zagen bevestigingsstaaf telescopisch profiel
14
Lt
Vp
NEDERLANDS
A. ASSEMBLAGE AUTOMATISCH SYSTEEM ALS KIT
1A GEREEDMAKEN VAN HET STEUNPROFIEL
De steunprofielen zijn beschikbaar in twee maten:
6100 mm.
Zaag het steunprofiel op maat volgens de volgende formule:
LT = Vp x 1,5 + 100
waarbij:
• Lt de lengte van het steunprofiel is
• Vp de afmeting van de doorgang is
• 100 het aantal mm is dat de vleugels elkaar overlappen
In dit deel is weergegeven hoe het automatisch systeem als kit moet worden geassembleerd. Het wordt aangeraden om, na de
noodzakelijke profielen gereed te hebben gelegd, de assemblage tegelijk met de installatie uit te voeren.
Vrijstaande Automation verwijzen naar Hoofdstuk 21
fig. 9
1.1A STEUNPROFIEL - BEVESTIGING AAN DE WAND
Bepaal precies de hoogte van het steunprofiel op grond van
de afmetingen
.
De dwarsbalk moet evenwijdig aan de vloer
worden gemonteerd.
De afstand tussen de bovenkant van het profiel
ondersteuning en het plafond moet worden
80mm.Rif.Fig.10
Bevestig het steunprofiel eerst met het ene uiteinde op een
verticaal gat, en het andere op een horizontaal gat (met
schroeven M8 en speciale, niet bijgeleverde pluggen), en
zorg dat hij evenwijdig aan de vloer loopt. Maak de balk in het
midden vast, door het steunprofiel met kracht op te tillen om
de drie bevestigingpunten op één lijn te brengen. Ga verder
met de resterende bevestigingen, en wissel daarbij verticale
bevestigingen af met horizontale (fig.10).
15
200200
30
30
30
37,5
a
b
c
a
80
b
NEDERLANDS
fig. 10
fig. 11
fig. 12
1.3A ASSEMBLAGE GELEIDERAIL
Let op: de staaf met de trekschroeven en de staaf voor
het telescopisch profiel moeten altijd worden gemonteerd
voordat de dwarsbalk wordt gemonteerd. Steek de
staaf met de trekschroeven voor de montage van de
elektronische module op het steunprofiel fig. 11-a en de
bevestigingsstaaf van het telescopische profiel fig 11-b
er zijwaarts in.
Raadpleeg fig. 6, fig. 8 en hst. 2A1 op pag. 18 om de staaf
op maat te zagen.
Als de staaf elektronische module niet is gemonteerd,
kunnen in plaats daarvan de plaatjes met de schroeven
worden gemonteerd .
Let op : De mechanische aanslagen in het midden en aan
de zijkant moeten er, na de geleiderail, vanaf de zijkant
worden ingezet als eerste element van de deur A140 AIR-T.
1.2A MONTAGE STAAF ELEKTRONISCHE MODULE EN STAAF TELESCOPISCH PROFIEL
Zet de staaf met de trekschroeven vanaf de zijkant in het
steunprofiel voor de montage van de elektronica-module en ring
motor fig. 11-
a
.
De mechanische stops zijn 4 tot voor enkele 8 en dubbele
deuren.Plaats de geleiderail op het profiel, fig. 12-a , en zet de
mechanische aanslag er vanaf de zijkant in, fig. 12- b .
Bevestig hem vervolgens met de twee inbusschroeven, fig.12 c
en fig.13-c.
plafon
16
a
c
NEDERLANDS
2A GEREEDMAKEN VAN DE VLEUGELS
Maak de vleugels gereed zoals hieronder beschreven.
1. Bevestig het reeds op maat gezaagde bevestigingsprofiel
aan de vleugel, en zet hem met geschikte schroeven vast
op de bovenkant (fig.16).
2. Zaag het profiel van de onderste rail op dezelfde lengte als
de vleugel, en zet hem met geschikte schroeven aan de
onderkant vast .
3. Zet, indien voorzien, de borstel in de speciale houder in het
schuifprofiel fig. 17 rif. a.
Gebruik een inbussleutel M5.
Gebruik een inbussleutel M5.
Gebruik een inbussleutel om de 2 inbusschroeven van de
mechanische aanslagen aan de zijkant en in het midden
vast te zetten M5 (fig.14 en fig.15 ).
fig. 16
fig. 17
fig. 14
fig. 15
Let op : zorg dat de aanslagen in het midden en aan
de zijkant goed op hun plaats zitten, tegen het profiel,
alvorens ze vast te zetten (fig.13 c).
fig. 13
17
a
b
a
b
c
NEDERLANDS
2A -1 GEREEDMAKEN EXTERNE LOOPWAGENS
Assembleer de wielen voor de staalkabel op de externe loopwagens.
Het wiel in fig.18 ref. a wordt bevestigd door de schroef in het gat met schroefdraaf van de loopwagen vast te draaien. Op de
andere lange loopwagen wordt het tweede wiel bevestigd de schroef met de moer in het gat vast te zetten, in fig.18 ref. b.
Na de staalkabel op de twee wielen te hebben gemonteerd, fig.19 ref. a , moeten de uiteinden van de staalkabel onder de
plaatjes worden geplaatst zoals aangegeven in fig.19 ref. b , die met de vier bijgeleverde schroeven moeten worden vastgezet.
Plaats een kabelschoen op de twee uiteinden van de staalkabel.
De plaatjes moeten aan de onderkant van de loopwagengroep worden geplaatst, zoals aangegeven in fig.1 ref. b .
De spanning kan worden afgesteld door het gat af te stellen en vervolgens op de juiste positie vast te zetten met de schroef
die op de wielas steunt, fig.19 ref. c .
fig. 18
fig. 19
18
50
250
200
50
b
c
NEDERLANDS
fig. 20
fig. 21
Zet de externe loopwagengroep er vervolgens vanaf de zijkant in, fig.20 Ref. .
Er worden 3 staven van elk 2 meter geleverd, die moeten worden uitgelijnd en op de maat worden gezaagd die overeenkomt
met de lengte van de dwarsbalk Lt. Raadpleeg de tabellen fig. 6 en fig. 8 om de staaf op maat te zagen.
Plaats de 3 staven vanaf de zijkant van 200 mm in het profiel fig. 21 ref. . Het uiteinde zal 50 mm blijken te zijn fig. 21 ref. b .
Zet de staven vervolgens goed op hun plaats, schuif het telescopische profiel tegen het hoofdprofiel en zet hem vast met de
zeskantige flensbout fig. 21 ref. c .
19
a
b
a
b
c
d
d
c
a
NEDERLANDS
fig. 22
fig. 23
Gebruik de tabellen A of B voor de enkele vleugel rechts of links of de dubbele vleugel, om de verzonken gaten aan de zijkant
van het telescopische profiel met een diameter van 5mm te boren, zoals aangegeven in fig.22 ref. d, voor de bevestiging van
het plaatje of de plaatjes van de staalkabel. Gebruik de streep op het telescopische profiel fig.22 ref. b en de bijbehorende
sjabloon om de twee gaten van het plaatje op een lijn te houden. Zet de externe vleugels helemaal open tot aan de externe
mechanische aanslagen, fig.22 ref. a . Gebruik de referentiestreep op het telescopische profiel, fig.22 ref. b Bevestig vervolgens
de plaatjes met de bijgeleverde schroeven, fig.22 ref. c .
Assembleer de interne loopwagens.
Assembleer de steunen en de beugel fig.23 ref. a b
Monteer de riembevestigingsgroep, fig.23 ref. c.
Monteer de beugel voor de bevestiging van de staalkabel van de externe loopwagens, fig.23 Ref. d .
2A - 2 GEREEDMAKEN INTERNE LOOPWAGENS
20
a
b
c
d
NEDERLANDS
fig. 24
fig. 25b
fig. 25a
Monteer de geassembleerde loopwagengroep voor de
vleugel op het profiel, fig.25a-b Ref. cd .
Assembleer de loopwagens op de vleugelsteun, fig.24 Ref. ab.
21
a
b
c
c
a
NEDERLANDS
fig. 26
Zet de interne vleugels van de deur A140 AIR in de gesloten stand, fig.26 Ref. a .
Controleer of er tussen de externe vleugels en de interne vleugels een overlap is van 25mm, fig.26 Ref. a.
Gebruik als dat het geval is de beugeltjes om de staalkabel van de externe loopwagens vast te zetten, fig.26 Ref. b.
Zet de kabel met behulp van de bijgeleverde schroeven onder de beugel vast, fig.26 Ref. c.
22
a
b
a
b
c
b
a
c
a
b
c
e
d
d
c
NEDERLANDS
Met de loopwagens kunnen de vleugels ± 7,5 mm in de
hoogte worden afgesteld. Handel als volgt om de hoogte af
te stellen:
• Draai de twee M6 fig. 31 ref. d iets losser.
• Draai de schroef (fig.31 ref.e ) met de wijzers van de klok mee
om de vleugels op te lichten, en tegen de wijzers van de klok in
om ze te laten zakken.
• Zet de twee eerder M6 losgedraaide weer vast.
4.1A IN DE HOOGTE AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
4A AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
Monteer de vleugels, zodra ze gereed zijn, op het steunprofiel.
De loopwagens zijn voorzien van twee normale wieltjes (fig. 30
ref. a) en een geleidewiel (fig.30 rif. b).
Daarnaast zitten er op het onderstel van de loopwagens twee
gaten, waarmee de diepte van de vleugel kan worden afgesteld
(fig. 30 ref. c).
4.2A IN DE DIEPTE AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
Draai, om de vleugels in de diepte af te stellen, de 2 bouten los
zoals aangegeven in fig. 32 ref.
c
.
Zet de vleugel op het gat van de loopwagens op de gewenste
plaats, en draai 2 bouten vast
.
Controleer of de vleugels evenwijdig lopen aan het
steunprofiel.
3A INSTALLATIE GLIJSCHOENEN ONDERKANT
De glijschoenen aan de onderkant kunnen aan de wand (of aan de
vaste vleugel), of aan de vloer worden bevestigd.
Zet de glijschoenen in elkaar volgens de waarden in figuur 27-28 en
29.
Bevestiging aan de wand (of aan de vaste vleugel):
• Bevestig de glijschoenen met geschikte schroeven zoals
aangegeven in fig. 27-28 ref a.
Bevestiging op de vloer
• Bevestig de glijschoenen met geschikte schroeven en pluggen
rechtstreeks op de vloer, zoals aangegeven in fig. 27-28 ref. b.
fig. 28
fig. 29
fig. 27
fig. 30
fig. 32
fig. 31
23
a
a
b
a
a
NEDERLANDS
4.3A AFSTELLEN VAN HET GELEIDEWIEL
De loopwagens zijn voorzien van een geleidewiel dat verhindert
dat de loopwagen uit de rail loopt.
Het wiel moet op zo worden afgesteld dat het niet op
het steunprofiel drukt, om te voorkomen dat er meer
wrijving ontstaat.
Handel als volgt om het geleidewiel af te stellen.
• Draai de cilinderkopschroef los M6 (fig. 33 ref. a).
• Stel de wielsteun zo in de hoogte af dat het wiel zo dicht
mogelijk bij het basisprofiel komt zonder het te raken (fig.
33 ref. b).
• Draai zodra de hoogte is afgesteld de cilinderkopschroef
vast M6 (fig. 33 ref. a).
Gebruik eventueel een afstandhouder van ongeveer 0,5 mm
om tussen het wiel en het hoofdprofiel te zetten, en verwijder
hem weer als het afstellen is beëindigd.
Beweeg de vleugels met de hand, en controleer of het
geleidewiel vrij kan draaien, en nergens tegenaan schuurt.
6 REGOLAZIONE ARRESTI MECCANICI 5A
AFSTELLEN MECHANISCHE AANSLAGEN VOOR HET OPENEN
De automatische deur wordt geleverd met de mechanische
aanslagen voor het openen al op het steunprofiel gemonteerd.
Controleer of wanneer de vleugels open gaan, de loopwagens
tegen de mechanische aanslagen komen. Als ze moeten
worden bijgesteld, handel dan als volgt:
• Draai de inbusschroeven van de mechanische aanslagen
(fig. 34 ref. a) los en schuif ze naar het uiteinde van het
steunprofiel.
• Zet de vleugel of vleugels in de open positie (fig. 35), schuif de
mechanische aanslag naar de loopwagen tot hij er tegenaan
komt, en zet de inbusschroeven weer vast (fig. 34 ref. a).
• Zet de mechanische stop van de externe vleugel(s) op zijn
plaats en zet hem vast.
fig. 33
fig. 35
fig. 34
24
a
b
c
NEDERLANDS
6A AFSTELLEN MECHANISCHE AANSLAGEN VOOR HET
SLUITEN (DUBBELE VLEUGELS)
De automatische deur wordt geleverd met de mechanische
aanslagen voor het sluiten gemonteerd op het middelpunt van
het steunprofiel. Als het middelpunt van de deur moet worden
bijgesteld, handel dan als volgt:
• Controleer of de mechanische aanslagen midden op het
profiel zitten.
• Zet de vleugel of vleugels in de gesloten stand.
• Draai de 2 inbusschroeven 10mm van de loopwagens los,
(fig. 36 ref. a).
• Schuif de loopwagen naar de aanslag tot hij er tegenaan komt.
• Draai de 2 inbusschroeven 10mm van de loopwagens weer
vast.
• Zet de mechanische stops voor het sluiten van de externe
vleugels op hun plaats en zet ze vast (fig. 36 ref. b) met de
interne vleugels helemaal dicht (fig. 36 ref. c).
6.1A AFSTELLEN MECHANISCHE AANSLAGEN VOOR HET
SLUITEN (ENKELE VLEUGEL)
De automatische deur wordt geleverd met de mechanische
aanslagen voor het sluiten gemonteerd op het steunprofiel.
Controleer of wanneer de vleugels dichtgaan, de loopwagens
tegen de mechanische aanslagen komen. Als ze moeten
worden bijgesteld .
Zet de mechanische stops voor het sluiten van de externe
vleugels op hun plaats en zet ze vast.
fig. 36
25
A
B
B
NEDERLANDS
Automatische systemen met dubbele vleugels:
Monteer de 8 borstels, zoals aangegeven in fig. 37 ref. A.
Automatische systemen met enkele vleugel:
Monteer de 4 borstels zoals aangegeven in fig. 37 ref. B.
7A MONTAGE BORSTELS
Doorgang
Doorgang
Enkele vleugel links openend
borstel
borstel
Doorgang
Enkele vleugel rechts openend
Dubbele vleugel
fig. 37
borstel
borstel
borstel
borstel
Doorgang
26
B
a
A
b
a
a
NEDERLANDS
fig. 38
8A MONTAGE MOTORGROEP EN ELEKTRONICAMODULE
Plaats de 3 plaatsjes in de zijkant van het profiel en zet de motor met de 3 schroeven aan het steunprofiel vast, (fig.38 A a ) .
Zet de elektronicamodule erin en zet hem vast met de twee bouten van de staaf met trekschroeven (fig.38 B a b )
Op de motorbeugel zit een sjabloon dat dient om te voorkomen dat de riem omhoog komt (fig.38 A b )
fig. 39
9A MONTAGE TRANSMISSIESCHIJFGROEP
Zet vervolgens transmissieschijfgroep Fig.39
a
27
b
c
a
c
a
b
b
c
a
c
a
b
NEDERLANDS
10A AFSTELLEN BEVESTIGING RIEM AAN LOOPWAGENS
handel dan als volgt:
Doorgang
Doorgang
Doorgang
Enkele vleugel links openend
Enkele vleugel rechts openend
Dubbele vleugel
fig. 40a
fig. 40b
fig. 40c
28
a
b
NEDERLANDS
• Zet het automatisch systeem in de gesloten stand.
• Indien de riem nader moet worden afgesteld, handel dan als volgt:
• Draai aan de twee paar schroeven (fig. 40a,b,c ref. a en b) van iedere loopwagen
om hem naar wens af te stellen.
• Zet de schroeven vast (fig. 40a,b,c ref. a en b).
• Controleer of de aanslag voor het sluiten tussen de twee vleugels op het middelpunt
van het steunprofiel zit, en of de vleugels helemaal open en dicht kunnen.
10-1A AFSTELLEN RIEMSPANNING
Controleer of de riem niet te los of te strak gespannen is.
Handel als volgt om de riem goed te spannen:
• Draai de moer los (fig. 41 ref. a).
• Draai aan de moer en de bout (fig. 41 ref. b) om de riem
strakker of losser te zetten.
• Draai na de riemspanning te hebben afgesteld de moer
vast (fig. 41 ref. a).
fig. 41
De riem wordt aan de loopwagens worden door middel van bevestigingen fig.
40a,b,c ref. c
De verbinding van de riem wordt aan de onderkant of aan de bovenkant van
de bevestigingen vastgemaakt zoals aangegeven in fig. 39: bij een dubbele
29
a
a
a
b
a
NEDERLANDS
Controleer of de kabeltjes van de valbeveiliging aanwezig zijn,
en bevestig ze eventueel op de uiteinden van het steunprofiel,
door het uiteinde van het grootste uiteinde van het kabeltje in
de speciale sleuf te zetten (fig. 42 ref. a).
Controleer of er op de buitenrand van het steunprofiel 3
trillingdempende afstandhouders (fig. 42 ref. b) zitten, en zet ze
er eventueel op, op de uiteinden en in het midden.
11A MONTAGE VALBEVEILIGING EN AFSTANDHOUDER
12A MONTAGE ZIJPLAATJES A140 AIR - T
Gebruik voor de montage van de zijplaatjes de schroeven op het
steunprofiel voor de montage van de zijplaatjes in fig. 43 ref. a.
Verder moeten er drie bevestigingsbeugels van de carter worden
gemonteerd, twee aan de zijkant en een in het midden, met
gebruikmaking van de zijplaatjes fig. 44 ref.a.
fig. 42
fig. 44
fig. 43
30
e
NEDERLANDS
Die Seitenteile und die drei Bügel zur Befestigung der Abdeckung
(zwei an der Seite und einen mittig) gemäß den Angaben in
Abb. 45, Bez. 5, montieren.
fig. 45
31
d
C
g
f
e
f
a
b
NEDERLANDS
13A MONTAGE AFDEKKAP
• Zet de afdekkap op de eerder gemonteerde afstandhouders,
zoals aangegeven in fig. 46 ref. a of b.
• Om de kap open te houden, licht u hem op (fig. 46 ref. c) en
duwt u hem (fig. 46 ref. d) tegen het profiel tot het metalen
uitsteeksel in het profiel vastklemmen..
• Bevestig de kabeltjes van de valbeveiliging in de speciale
sleuven in de kap (fig. 46 ref. e).
• De afdekkap worde vastgezet op de drie bevestigingsbeugels
(fig. 46 ref. f).
• De afdekkap is breeklijnen om aan de verschillende diktes
van de vleugel te kunnen worden aangepast; verwijder het
uitstekende deel door de punten in fig. 46 ref. g te breken.
Als er een interne ontgrendeling wordt gebruikt,
moet er in de kap, om hem goed te kunnen sluiten,
een gat worden gemaakt op de plaats van de
ontgrendelknop
fig. 46
32
c
230/115
d
e
B
A
NEDERLANDS
14A INWERKINGSTELLING VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM
• Controleer met de hand of de vleugels en alle bewegende delen goed glijden.
• Maak / controleer de aansluitingen van de elektriciteitskabels afkomstig van de voedingseenheid, de motor en van de accessoires
op de bedieningskaart, raadpleeg daarbij de instructies van de elektronische kaart.
• Gebruik de speciale sleuven (fig. 47 ref. a en b) om de draden aan de binnenkant door het steunprofiel te laten lopen, en zo
te vermijden dat ze in contact komen met bewegende delen.
• Stel de draairichting van de motor in op grond van het soort deur (raadpleeg de instructies van de elektronische kaart).
• Steek de voedingsstekker 115V~/230V~ in de speciale aansluiting in de voedingseenheid (fig. 47 ref. c).
• Voor het verwijderen van de afdekking van de PCB, draai de 2 schroeven en druk op de twee clips fig.47 ref.
Controleer of de schakelaar op de juiste plaat zit (230V~/115V~) zoals in fig. 47 ref. d.
• Controleer of alle geïnstalleerde accessoires, en met name de fotocellen en de sensoren, goed werken.
Zekering
5x20 T2,5A/250V~
fig. 47
Er wordt een reservezekering bijgeleverd
.
e
Let op: Haal de schroef
aangegeven
33
b
A
a
A
B
a
a
a
c
B
NEDERLANDS
15A MONTAGE MOTORBLOKKERING
Het is raadzaam de elektriciteitskabels van het motorblokkering E140 aan te sluiten alvorens de kaart op de motor te monteren.
Raadpleeg voor de bekabeling het hoofdstuk van deze handleiding over de aansluitingen van de elektronische kaart.
Installeer de motorblokkering door de pen van de motor in de opening van de motorblokkering te steken zoals in figuur 48 ref.A en B
Let op: Opmerking voor demontage motorblok
Haal het bevestigingsnokje van de motor los (pas op dat het niet afbreekt) door een platte schroevendraaier
tussen het nokje en het motorblok te wringen fig.48ref. a.
15.1A AFSTELLEN MOTORBLOKKERING
De motorblokkering is een voorziening die garandeert dat
de vleugels geblokkeerd worden wanneer ze dicht zijn. De
motorblokkering wordt, als dit bij de bestelling wordt verzocht,
reeds op het steunprofiel van het automatisch systeem
geïnstalleerd geleverd, inclusief het interne ontgrendelsysteem
met een knop.
Stel de motorblokkering af zoals hieronder aangegeven:
• Sluit de vleugels.
• Duw het hendeltje met de hand (fig. 49 ref. a) naar de
aandrijfas, en controleer daarbij of hij goed aankoppelt,
zoals in fig. 49 ref. A).
• Beweeg het hendeltje in verticale zin (fig. 49 ref. b) en
controleer of er speling zit tussen de aandrijfas en de
motorblokkering. Als er geen enkele speling is, handel dan als
volgt:
•Draai de tweeschroeven los (fig. 49ref. B c) waarmee
de riembevestiging op de loopSchlitten vast zit (op beide
loopSchlittens in geval van dubbele vleugels).
•Beweeg de riembevestiging zachtjes inhorizontale zin tot
het hendeltje vrij kan bewegen; zet de eerder losgedraaide
schroeven weer vast.
fig. 49
fig. 48
34
a
b
c
d
f
h
b
c
b
c
h
c
a
b
NEDERLANDS
16A INSTALLATIE INTERNE ONTGRENDELKNOP
• Zet de ontgrendelknop op de zijbeugel zoals aangegeven
in fig. 50, na twee plaatjes in het profiel te hebben gezet
(fig. 50 ref. a).
• Draai de stelschroef met de bijbehorende borgmoer aan,
zoals aangegeven in fig. 51 ref. a.
• Trek de staalkabel ongeveer 20 cm uit de kabelmantel.
• Steek de staalkabel in de stelschroef; haal hem door de
ontgrendelvoorziening (fig. 51 ref. b).
• Zet de staalkabel vast met de speciale klem en draai de
schroef vast (fig. 51 ref. c).
• Zorg dat de zwarte kabelmantel tegen de stelschroef komt.
• Draai de stelschroef helemaal op de beugel vast.
• Blokkeer de knop door eraan te trekken en hem 90° te
draaien, en controleer of hij niet in de oorspronkelijke stand
terugschiet (fig. 51).
• Haal de kabel met de kabelmantel door de speciale
kabelklemmen tot aan de motorblokkering; zorg dat de
mantel niet wordt geknikt.
• Breng de kabel inclusief kabelmantel naar onderdeel b van
fig. 52 en knip de rest van de kabelmantel eraf.
• Haal de kabel (fig. 52) door onderdeel b, en zorg dat de
kabelmantel er tegenaan komt.
• Steek de kabel in de klem (fig. 52 ref. c).
• Trek het onderdeel h er tegenaan (door de veren in te
drukken) en draai de schroef van de klem c vast om de
staalkabel vast te zetten.
• Knip de rest van de staalkabel eraf.
• Controleer of de aankoppeling van de motorblokkering los is
van de aankoppeling van de aandrijfas (fig. 49 ref. A).
• Als de voorziening moet worden afgesteld, draai dan aan de
stelschroef op de beugel van de knop (fig. 51 ref. a).
• Ontgrendel de knop door hem 90° te draaien, en controleer
of de ontgrendeling werkt. Controleer ook of, als eraan de
knop wordt getrokken, de microschakelaar voor het openen
van de deur wordt ingeschakeld .
Raadpleeg voor de elektriciteitsaansluitingen van de
motorblokkering het deel over de elektronische kaart in deze
handleiding.
Als er een externe ontgrendeling moet worden geïnstalleerd,
gebruik dan speciale sleutelschakelaars. Steek de ontgrendelkabel
in de zitting in de motorblokkering fig.52 rif. b.
fig. 51
fig.52
fig. 50
35
a
a
b
c
NEDERLANDS
18A MONITOR-MICROSCHAKELAAR MOTORBLOKKERING
Met deze accessoire kan de correcte werking van de
motorblokkering worden gecontroleerd en wordt, als hij in de
open stand geblokkeerd blijft, een foutmelding gegeven via de
besturingskaart.
Installeer de monitor-microschakelaar zoals aangegeven in
figuur 52 ref. f. Raadpleeg voor de elektriciteitsaansluitingen
en de programmering van de motorblokkering het deel over de
elektronische kaart - accessoires in deze handleiding.
19A MONITORSENSOR
De monitorsensor is een accessoire (magnetische sensor) waar een
relais op kan worden aangesloten door middel van een speciale
connector om de toestand van deur gesloten/deur niet gesloten
te krijgen (bijv. om een alarmsysteem aan te sluiten).
Handel als volgt om de sensor te installeren:
• Schroef de magneet op de loopwagen die het dichtst bij de
sluitingsaanslag zit, vast op het gat met schroefdraad op de
riembevestiging (fig. 54 ref. a).
• Monteer de sensor op de beugel (fig. 54 ref. b) met behulp
van de speciale kunststof moeren. Zet een plaatje met
schroefdraad in de sleuven van het steunprofiel, en monteer de
beugel met de speciale schroeven (fig. 54 ref. c); controleer
of met de vleugel gesloten de sensor zich ter hoogte van de
magneet bevindt.
17A MONTAGE AFDEKKAP
Zaag de afdekkap op dezelfde lengte als het
steunprofiel, min 2mm om de bevestiging met de
zijplaatjes te vereenvoudigen.
Als er een motorblokkering is met een bijbehorende ontgrendelknop,
boor dan een gat van minstens 18 mm, en let er daarbij op dat
het gat gecentreerd is t.o.v. de ontgrendelknop.
Neem, om het gat beter te kunnen boren, de lijn in fig. 53 ref. a
als referentiepunt .
als er een ontgrendelknop is, moet, om de afdekkap
te openen, deze knop worden gedemonteerd door
de schroef in fig. 50 ref. b los te draaien
20A INSTALLATIE BATTERIJEN-KIT VOOR NOODGEVALLEN
• Zet twee plaatjes in het steunprofiel zoals aangegeven in
fig. 55.
• Bevestig de batterijhouder met de twee bijgeleverde
schroeven op het steunprofiel.
• Raadpleeg voor de aansluiting van de batterijenkaart en
de programmering het deel over de elektronische kaart in
deze handleiding.
Let op: Na de batterijenkit te hebben gemonteerd moet hij,
om hem te kunnen gebruiken, worden geactiveerd op de
kaart E140 met behulp van de knoppen F +/- op parameter
bA, of vanaf de programmeereenheid SD Keeper.
fig. 53
fig. 55
fig. 54
36
NEDERLANDS
B. INSTALLATIE GEASSEMBEERD AUTOMATISCH SYSTEEM
BEVESTIGING STEUNPROFIEL AAN DE WAND
Zie hoofdstuk A over de installatie van het geassembleerd auto-
matisch systeem als kit.
fig.56
Er zijn 2 types aluminium profielen voor de dwarsbalk:
-Steunprofiel
Het steunprofiel wordt gebruikt om het automatisch systeem te bevestigen aan een dragende metalen of gemetselde structuur
zonder ernstige vervormingen.
Leg de dwarsbalk op de grond en trek de kabels van de valbescherming uit de afdekkap, en demonteer de kap zelf. Haal
eventueel ook die onderdelen uit het profiel (bijv. motor, loopSchlittens, transmissieschijf) die tijdens de bevestiging aan de wand
tot last kunnen zijn, door de moeren van de plaatjes te verwijderen.
Om de verwijderde onderdelen vervolgens weer op hun plek te zetten, zie fig. 4-5-7.
- Zelfdragend profiel
Dit is een aluminium profiel dat wanneer het op het steunprofiel wordt gemonteerd, de dwarsbalk zelfdragend maakt.
Het wordt gebruikt als de dwarsbalk niet volledig aan een dragende structuur kan worden bevestigd, of als het oppervlak niet
effen is .
37
200
200
30
37,5
30
30
B
A
55
117
45
40
45
NEDERLANDS
fig.57
21 A140 AIR-T ZELFDRAGEND
De A140 AIR-T Zelfdragend bestaat uit een steunprofiel en een
ander profiel dat de structuur zelfdragend maakt.
De dwarsbalk kan aan de twee uiteinden worden bevestigd met
behulp van de “Kit beugels voor zijbevestiging”.
Met het zelfdragende profiel aan de uiteinden bevestigd wordt
een lengte tot 3000 mm gegarandeerd; bij grotere lengten moet
de dwarsbalk ook daartussen worden bevestigd met trekbouten
in de daarvoor bedoelde gaten.
Dit profiel wordt gebruikt als de dwarsbalk niet volledig aan een
dragende structuur kan worden bevestigd, of als het oppervlak
niet effen is.
Zelfdragend profiel - bevestiging met zijbeugels
De dwarsbalk van het automatisch systeem met het
zelfdragende profiel kan aan de twee uiteinden worden
bevestigd met behulp van zijbeugels, fig.57.
•Bepaal waar de dwarsbalkprecies moet komen, met
inachtneming van de afmetingen in fig. 57.
•Monteer hetdragende profielop het zelfdragendeprofiel
door de speciale trekschroeven erin te steken; draai de moeren
aan zonder ze vast te zetten.
Bevestig de zijplaten als volgt op de dwarsbalk:
•Zetdeplaatjesophunplaatsenbevestigdezijplatenmet
de drie bevestigingsschroeven M8, fig.57.
•Zet detrekschroeven met debijbehorende moereninde
speciale gaten vast.
•Bevestigdezijplatenmetbehulpvangeschiktepluggen(niet
bijgeleverd).Afhankelijk van de lengte van de dwarsbalk kan
het nodig zijn hem ook in het midden vast te zetten (aan de
wand of aan het plafond, afhankelijk de situatie):
bij een lengte van 3000 tot 4000 mm is een tussenbevestiging
noodzakelijk.bij een lengte van 4000 tot 6100 mm zijn twee
tussenbevestigingen noodzakelijk.Het wordt in ieder geval
aangeraden ook bij een lengte van minder dan 3000 mm de
balk in het midden te bevestigen.
Zelfdragend profiel - bevestiging aan de wand
•Booreenaantalgateninhetzelfdragendeprofielopdeinfig.57
aangegeven punten, ongeveer 200mm van elkaar.
•Bepaalwaarhetzelfdragendeprofielpreciesmoetkomen,met
inachtneming van de afmetingen in fig. 57 a.
De dwarsbalk moet evenwijdig aan de vloer worden
bevestigd.
•Bevestigeenuiteindevandezelfdragendedwarsbalk.
Licht de dwarsbalk op en zorg dat hij evenwijdig aan de vloer
is.Bevestig het andere uiteinde.
Maak de balk in het midden vast door de dwarsbalk met kracht
omhoog te duwen om de drie bevestigingpunten op één lijn te
brengen, fig.57.
Let op: Om de zijbeugels te kunnen monteren moeten het
profiel en de telescopische arm aan beide zijden 45 mm
kleiner worden gemaakt ten opzichte van dwarsbalk Lt .
38
A
B
NEDERLANDS
fig. 58
INSTALLATIE GEASSEMBEERD AUTOMATISCH SYSTEEM
Het zelfdragende profiel wordt met het steunprofiel reeds
geassembleerd geleverd, en met de zijbeugels reeds op de
dwarsbalk gemonteerd, fig. 58
•Bevestigdedwarsbalkaandemuurmetgebruikmakingvan
de gaten in de zijplaten, fig. 57. b) met behulp van geschikte
pluggen (niet bijgeleverd).
Afhankelijk van de lengte van de dwarsbalk kan het nodig zijn
hem ook tussen de uiteinden te bevestigen, gebruik daarvoor
de gids aangegeven in fig. 57.
Het wordt in ieder geval aangeraden ook bij een lengte van
minder dan 3000mm de balk in het midden te bevestigen.
Eventueel zijn er wandbevestigingen mogelijk, maar het
zelfdragende profiel is daar niet voor uitgerust.
Handel als volgt om de gaten te boren:
1) Verwijder de zijbeugels
2) Haal het dragende profiel los van het zelfdragende profiel.
3) Boor de benodigde gaten in het zelfdragende profiel op de
in fig.57 a aangegeven plaats.
39
A
A
B
C
A
A
B
C
NEDERLANDS
fig. 59
22 A140 AIR-T ZELFDRAGEND MONTAGE BOVENLICHT
Bij de A140 AIR-T Zelfdragend kan een bovenlicht worden gebruikt.
Monteer de glazen deur die in het bovenste profiel moet worden
gemonteerd, fig. 59 a A,B
Plaats vervolgens de profielen van het bovenlicht in de onderkant
van de glasplaat, fig. 59 b c C, op gelijke afstanden.
40
D
E
D
E
NEDERLANDS
fig. 60
Laat de glasplaat zakken en laat hem op de profielen van het
bovenlicht steunen, fig. 60 d D
Gebruik vervolgens een trekstang in het centrale deel van de
dwarsbalk, fig.60 e E
(niet door FAAC bijgeleverd) om te voorkomen
dat het centrale deel van de dwarsbalk doorbuigt.
41
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
F
MOTORENCODER
J20A
ON
43
1 2
J1
J16
J13
J8
DL8
J6
J4
J5
DL9
DL10
RL1
J17
J20
IC1
SW2
SW4
SW3
SW1
DS1
J7
DL3
DL7
DL1
DL2
DL4
DL5
DL6
J10
J19
BATTERY
POWER
24V
POWER
SUPPLY
USB
2EASY
KEEPER
PHOTOCELLS
LOCK
ACCESSORIES
OPTIONS
LCD MODULE
J20B
ETH MODULE
IN/OUT MODULE
RADIO MODULE
NEDERLANDS
ELEKTRONISCHE KAART E140
LED AAN UIT
DL1 (I-DET) ingang I-DET gesloten ingang I-DET open
DL2 (E-DET) ingang E-DET gesloten ingang E-DET open
DL3 (KEY) ingang KEY gesloten ingang Key open
DL4 (EM1) ingang EMERG.1 gesloten ingang EMERG.1 open
DL5 (EM2) ingang EMERG.2 gesloten ingang EMERG.2 open
DL6 (PSW1) ingang PSW 1 gesloten ingang PSW 1 open
DL7 (PSW2) ingang PSW 2 gesloten ingang PSW 2 open
DL8 (ERROR) zie tabel hieronder
POWER Netvoeding aanwezig Netvoeding afwezig
24V= + 24V= aanwezig + 24V= afwezig
STATUS LED ERROR BETEKENIS
UIT normale werkconditie
AAN microprocessor kaart E140 defect
KNIPPERT bij het inschakelen
DRUK-KNOP
BETEKENIS
SW1 voert automatische SETUP / RESET uit
SW2 programmeerknop “F”
SW3 programmeerknop “+”
SW4 programmeerknop “-”
DS1 ON OFF
Dip n°1 Paar knopfotocellen n° 1 aanwezig Paar knopfotocellen n° 1 afwezig
Dip n°2 Paar knopfotocellen n° 2 aanwezig Paar knopfotocellen n° 2 afwezig
Dip n°3
EMERG2 activeert NACHT-functie EMERG2 standaard functie
Dip n°4 draA140 AIRichting motor (zie tabel) pag. 34
CONNECTOR BETEKENIS
J1 Hoofdvoeding 36V - 4A
J4 Knopfotocellen XFA
J5
Motorblokkering
J6 SD-Keeper - SDK Light
J7 Ingangen en voeding accessoires
J8 USB-poort voor aansluiting pc
J10 BUS - 2 EASY (voor toekomstig gebruik)
J13 Motor
J16 Noodbatterij
J17 Encoder motor
J18-J19 Display-LCD
J20-J20A-J20B
Optionele modules :
- radiomodule
- module Eth
- module IN-OUT
42
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
+ -
C
+ -
C
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
J6
KEEPER
2
1
+
LOCK
J4
PHOTOCELLS
TX1
TX2
RX2
RX1
+ RX2
GND
+ RX1
+ TX2
GND
+ TX1
J4
PHOTOCELLS
TX1
RX1
+ RX2
GND
+ RX1
+ TX2
GND
+ TX1
NEDERLANDS
KLEMMENBLOK J6
KLEMMENBLOK J7
Als er geen enkel paar fotocellen wordt gebruikt, laat de ingangen van het klemmenblok J4 dan vrij.
De knopfotocellen worden constant gemonitord door de elektronische besturingskaart van de deur E140, die bij iedere beweging
de correcte werking ervan controleert.
AANSLUITING KNOPFOTOCELLEN
1 paar fotocellen 2 paar fotocellen
EXTERNE SENSOR
INTERNE SENSOR
De kabels van de knopfotocellen (koppen) hebben de volgende kleuren
:
ontvanger zwart/blauw
zender grijs/blauw
De kabelmantels van de knopfotocellen hebben de volgende kleuren:
ontvanger zwart
zender grijs
zwartblauw
grijsblauw
grijs
zwart
zwartblauw
grijsblauw
grijs
zwart
zwartblauw
grijsblauw
grijs
zwart
2x0.5mm2
max 50m
43
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
+
-
C
+
-
TX1
RX1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
+
-
C
+
-
+
-
C
+
-
TX1
RX1
TX2
RX2
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG 1
EMERG 2
PSW1
PSW2
- FA ILS A FE
O UT1
+24V
+24V
GND
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
+
-
C
+
-
TX 1
RX1
J7
I-DET
E-DET
KEY
EM1
EM2
FSW1
FSW2
O UT1
+24V
+24V
GND
GND
-FAILSAFE
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
+
-
C
+
-
+
-
C
+
-
TX1
RX1
TX2
RX2
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
NEDERLANDS
De ingangen van de fotocellen in de aansluitschema’s worden als N.C.-contacten beschouwd (default-configuratie).
AANSLUITING FOTOCELLEN MET FAIL-SAFE UITGESCHAKELD (DEFAULT)
geen fotocel
1 paar fotocellen
2 paren fotocellen
AANSLUITING FOTOCELLEN MET FAIL-SAFE INGESCHAKELD
geen fotocel
1 paar fotocellen
2 paren fotocellen
BESCHRIJVING KLEMMEN
KLEMMENBORD J7
1 I-DET (default N.O.-contact)
Ingang interne sensor.
Met behulp van de SD-Keeper met een Display (accessoire) kunnen
de polen van het contact in N.C. worden omgezet.
2 E-DET (default N.O.-contact)
Ingang externe sensor.
Met behulp van de SD-Keeper met een Display (accessoire) kunnen
de polen van het contact in N.C. worden omgezet.
3 KEY (default N.O.-contact)
Sleutelbediening:
als deze wordt geactiveerd, wordt de deur geopend en na de
nacht-pauzetijd weer gesloten.
Met behulp van de SD-Keeper met een Display (accessoire) kunnen
de polen van het contact in N.C. worden omgezet.
4 EMERG1 (default N.O.-contact)
Noodbediening 1:
volgens de standaardinstelling wordt, als deze voorziening wordt
ingeschakeld, de deur stilgezet (zolang deze ingeschakeld wordt
gehouden blijft de deur in de stop-conditie).
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) kan de werking
van deze ingang anders worden geprogrammeerd (zie instructies
programmering).
Het commando EMERG1 heeft prioriteit boven EMERG2
5 EMERG2 (default N.O.-contact)
Noodbediening 2:
volgens de standaardinstelling wordt door de activering hiervan de
deur geopend (zo lang als deze ingeschakeld wordt gehouden blijft
de deur open).
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) kan de werking
van deze ingang anders worden geprogrammeerd (zie instructies
programmering).
6 PSW1 (default N.C.-contact)
Ingang 1° beveiligingsfotocel.
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) is het mogelijk:
- het N.O.-contact te programmeren
44
NEDERLANDS
PROGRAMMERING DIPSCHAKELAAR
Stel de dipschakelaar DS1 als volgt in:
N° DIPSCHAKE-
LAAR
ON OFF
1
Knopfotocel
1 actief
Knopfotocel
1 niet actief
2
Knopfotocel
2 actief
Knopfotocel
2 niet actief
3 EMERG2 activeert
NACHT-functie
EMERG2 standaard
functie
4
Deur met enkele
vleugel, rechts
openend
Deur met dubbele
vleugel of
Deur met enkele
vleugel, links openend
De sluitrichting wordt bepaald als u vanaf de voorkant naar
de dwarsbalk met het geautomatiseerd systeem kijkt:
- in geval van een dubbele vleugel, is de linkervleugel aan
de onderkant van de riem aangesloten;
- in geval van een enkele vleugel, is deze eveneens aan de
onderkant van de riem aangesloten.
Door de dipschakelaar nr. 3 in te schakelen verandert de
polariteit van de ingang EMERG2 in NORMAAL OPEN en
Klemmenblok J6
1-2 SD-KEEPER
Aansluitklemmen SD-Keeper (kabel 2x0,5mm2 max 50m).
Neem de aangegeven polariteit in acht:
Klem 1 = positief Klem 2 = negatief
Klemmenblok J4
1 TX1
Aansluiting zender 1° paar knopfotocellen
2 TX GND
Aansluiting negatief contact zenders knopfotocellen
3 TX2
Aansluiting zender 2° paar knopfotocellen
4 RX1
Aansluiting zender 1° paar knopfotocellen
5 RX GND
Aansluiting negatief contact aansluiting ontvangers knopfotocellen
6 RX2
Aansluiting zender 2° paar knopfotocellen
Als er helemaal geen enkel paar fotocellen wordt
gebruikt, laat de bijbehorende ingangen dan vrij.
Activeer de paren knopfotocellen door middel van
de dipschakelaar DS1.
- deze ingang uit te sluiten als er geen fotocellen zijn.
De deur gedraagt zich, als de fotocel die op deze ingang is
aangesloten heeft ingegrepen, als volgt:
OPENING: geen effect
PAUZE: de pauzetijd begint opnieuw te lopen
SLUITING: draait onmiddellijk om
7 PSW2 (default N.C.-contact)
Ingang 2° beveiligingsfotocel.
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) is het mogelijk:
- het N.O.-contact te programmeren,
- deze ingang uit te sluiten als er geen fotocellen zijn, of als
er maar één fotocel is (die dus op de ingang PSW1 moet zijn
aangesloten).
Voor de gevolgen als de fotocel die op deze ingang is
aangesloten ingrijpt, zie PSW1.
8 -FAIL SAFE
Negatief contact van de zenders van de fotocellen wanneer
de functie FAIL-SAFE wordt ingeschakeld (programmeerbaar
d.m.v. SD-Keeper+Display). Als deze functie wordt geactiveerd,
controleert de besturingseenheid vòòr iedere openings- en
sluitingscyclus de werking van de fotocellen, aangesloten op
PSW1 en PSW2, en in geval van een negatieve uitkomst, stopt hij
de beweging van de deur.
9 OUT 1 (default “gong”)
Uitgang (negatief) open-collector (max. 100mA).
In de standaardinstelling wordt, wanneer de fotocellen 1 seconde
wordt bedekt, deze uitgang geactiveerd met intervallen van 0,5
sec. tot ze vrijkomen.
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) kan de
werking van deze uitgang anders worden geprogrammeerd (zie
instructies programmering).
10-11 +24V=
+24V= voeding accessoires.
De maximale totale belasting van de op de ingangen
“+24V=”
aangesloten accessoires mag niet groter zijn dan 1 A.
12-13 GND
Negatief contact accessoires en gemeenschappelijke
aansluiting.
INBEDRIJFSTELLING
De eerste keer dat de deur wordt gevoed voert de E140-kaart
automatisch een SET-UP procedure uit en worden alle instellingen
van de standaard configuratie geladen.
STANDAARD CONFIGURATIE
De standaard configuratie is als volgt:
• bedrijfsfunctie “AUTOMATISCH”-”TOTAAL”-”TWEE RICHTINGEN”;
• maximum openingssnelheid (niveau 10);
• sluitingssnelheid niveau 3;
• noodingang EMERG1 geconfigureerd als NO contact en
no memory”, d.w.z. wanneer hij geactiveerd wordt, wordt
de beweging gestopt en blijft de deur gestopt zolang het
contact gehandhaafd blijft;
• noodingang EMERG2 geconfigureerd als NO contact en “no
memory”, d.w.z. wanneer hij geactiveerd wordt veroorzaakt hij
opening op normale snelheid en blijft de deur open zolang
het contact gehandhaafd blijft;
• er zijn twee fotocellen voorzien met NC contact die moeten
worden aangesloten op de klemmen PSW1 en PSW2 (als één
of beide niet zijn geïnstalleerd, moeten de bruggen worden
aangebracht volgens het schema);
• FAIL-SAFE uitgeschakeld;
• functie anti-intruder actief;
• pause time 2 sec. ;
• night pause time 8 sec. ;
• KIT motorblokkering vrijgegeven met standaard werking
(inschakeling alleen in modus NACHT);
• Monitor-kit op motorblokkering niet vrijgegeven;
• BATTERY KIT niet vrijgegeven;
• uitgang OUT1 met functie GONG;
• PARTIAL OPENING ingesteld op 50%;
• DECEL. SPEED ingesteld op low;
45
NEDERLANDS
• OBSTACLE DETECTION standard: bij detectie van een
obstakel bij opening of sluiting keert de deur om en doet
hij voortdurend pogingen om zich te bewegen, totdat het
obstakel is verwijderd, zonder alarmsignalering;
• twee sensors (een interne en een externe) met NO contact;
• sleutelcontact (KEY) van het type NO;
• INTERLOCK niet geactiveerd;
• TIMER niet geactiveerd.
FOTOCELLEN
Op de deur A140 AIR 140 kunnen twee soorten fotocellen worden
aangesloten: traditionele fotocellen die op de connector J7
moeten worden aangesloten (ingangen PSW1 en PSW2 met
N.C.- of N.O.-contact), en knopfotocellen die met een BUS-type
aansluiting op de connector J4 worden aangesloten.
Als traditionele fotocellen worden gebruikt, zijn de volgende
configuraties mogelijk:
GEEN FOTOCEL
• in de standaard configuratie moeten de ingangen PSW1
en
PSW2 van een brug worden voorzien met de klem FAIL-SAFE;
• met SD-Keeper+Display is het als alternatief mogelijk de
ingangen PSW1 en PSW2 buiten werking te stellen zonder
bruggen te hoeven maken.
1 FOTOCEL
• in de standaard configuratie moet de fotocel worden
aangesloten op de ingang PSW1 en moet PSW2 worden
overbrugd met de klem FAIL-SAFE;
• met de SD-Keeper+Display is het als alternatief mogelijk
slechts 1 fotocel in te stellen (die eveneens moet worden
aangesloten op de ingang PSW1), zodat de ingang
PSW2 wordt uitgeschakeld en er geen brug hoeft te
worden gemaakt (zie de programmeerinstructies van de
SD-Keeper)
2 FOTOCELLEN
• sluit de fotocellen aan op de ingangen PSW1 en PSW2.
Door programmering via SD-Keeper+Display is het volgende
mogelijk (zie de programmeerinstructies):
• selectie van het aantal aangesloten fotocellen (2,1,0);
• selectie van het type contact (NO/NC) van de ingangen
PSW1 en PSW2;
• in-/uitschakeling van de FAIL-SAFE.
Als knopfotocellen worden gebruikt, zijn de volgende configuraties
mogelijk: (Ref.
PROGRAMMERING DIPSCHAKELAAR)
GEEN FOTOCEL
• Zet de dipschakelaars 1 en 2 van DS1 op OFF.
• Laat de bijbehorende ingangen op J4 vrij.
1 FOTOCEL
• Zet de dipschakelaar 1 of 2, afhankelijk van de gebruikte
ingang, op ON, en de niet gebruikte op OFF.
• Laat de niet gebruikte ingangen op J4 vrij (zie schema’s op
pag. 26)
2 FOTOCEL
• Zet de dipschakelaars 1 en 2 van DS1 op ON.
• Sluit de fotocellen aan zoals aangegeven in de schema’s
op pag. 26.
SETUP
Tijdens de Set-upcyclus worden de volgende parameters
geverifieerd en geregeld:
• meting van de gewichten en wrijvingen met instelling van de
optimale snelheden, versnellingen en verlangzamingen;
• verwerving van de posities van geopende en de gesloten deur;
• zelfafstelling van het systeem tegen inklemming bij opening/
sluiting, afhankelijk van de geselecteerde snelheden.
Tijdens de uitvoering van de Set-up knippert op het display de
status 08 tot en dooft hij aan het einde van het proces, als dat
op de juiste manier is uitgevoerd.
Eventuele afwijkingen worden gesignaleerd door de display en
door de diagnostiek via SD-Keeper.
De constatering van ernstige afwijkingen (b.v. een onvoldoende
of te grote slag van de vleugels, te hoge wrijvingen, slechte
werking van de motor) wordt gesignaleerd op het display en
door de diagnostiek d.m.v. de SD-Keeper.
Om een nieuwe Set-upprocedure te activeren dient op, moet
de knop SW1 op de kaart minstens 5 seconden ingedrukt worden
gehouden, en vervolgens worden losgelaten; de Set-up kan ook
worden gestart door middel van een knoppencombinatie op
de SD-Keeper (zie de desbetreffende instructies).
Hier volgen de situaties waarin de Set-upcyclus desgevraagd niet
wordt uitgevoerd, de deur geblokkeerd blijft en een alarm wordt
gesignaleerd (ALARM 15 op het display en op de SD-Keeper):
• deur gevoed door batterij;
• geselecteerde bedrijfsfunctie NACHT;
• geselecteerde bedrijfsfunctie HANDBEDIENING;
• een noodstopingang is actief;
• fotocellen verduisterd;
• geen voedingsspanning naar de motor
• ontgrendelknop interne o externe.
Nadat de oorzaak is opgeheven, start de Set-up automatisch.
RESET
Telkens wanneer het automatische systeem wordt gevoed,
verricht de deur een resetcyclus waarbij:
• de eindaanslagposities van de deur worden gezocht;
• de signaleringen van eventuele alarmen worden gereset.
Om een nieuwe resetprocedure te activeren, dient op de knop
SW1 op de kaart 1 seconde in; de reset kan ook worden gestart
door middel van een knoppencombinatie op de SD-Keeper (zie
de desbetreffende instructies).
Als er een resetcommando wordt gegeven terwijl de deur in
“Handbediening” is, wordt het uitgevoerd op het moment dat
de deur deze bedrijfsfunctie verlaat.
Bij de bedrijfsfunctie “Nacht” bestaat de reset uit een langzame
sluitende beweging, terwijl zij gewoonlijk een langzame
openende beweging is.
De resetprocedure is nodig nadat er zich enkele condities
hebben voorgedaan die blokkering van de deur veroorzaken:
• na 3 achtereenvolgende detecties van een obstakel bij
opening/sluiting, wanneer de functie OBSTACLE DETECTION
NO STANDARD is geactiveerd (ALARM 8 of ALARM 9);
• na activering van een noodstopcommando dat geconfigureerd
is “with memory” (zie de programmeerinstructies), (ALARM 6
of ALARM 7);
• met Kit motorblokkering, wanneer slechte werking wordt
geconstateerd tijdens de opening.
46
NEDERLANDS
SNELHEIDSVERANDERINGEN
De openings- en sluitingssnelheid kan worden ingesteld op 10
niveaus.
Niveau 10 correspondeert met de maximumsnelheid die wordt
toegestaan door het gewicht van de deur, terwijl niveau 1
correspondeert met de minimumsnelheid.
De OPENINGS- en SLUITINGSsnelheid kunnen rechtstreeks op de
kaart E140 (in de programmeermodus).
geen effect
geen effect
de telling van de
pauzetijd begint opnieuw
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
de telling van de
pauzetijd begint opnieuw
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd
de telling van de
pauzetijd begint
opnieuw
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
de telling van de
pauzetijd begint
opnieuw
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
de telling van de
pauzetijd begint
opnieuw
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
de telling van de
pauzetijd begint
opnieuw
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
de telling van de
pauzetijd ‘s nachts
begint
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
nacht
de telling van de
pauzetijd ‘s nachts
begint
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd ‘s nachts
de telling van de
pauzetijd ‘s nachts
begint
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
nachts
de telling van de
pauzetijd ‘s nachts
begint
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd ‘s nachts
totale opening, en
sluiting na pauzetijd ‘s
nachts
gedeeltelijke opening en
sluiting na
pauzetijd ‘s nachts
geen effect
geen effect
de telling van de
pauzetijd
begint
totale opening
totale opening
totale opening
de telling van de
pauzetijd
begint
totale opening
totale opening
totale opening
totale opening
totale opening
geen effect
onmiddellijke sluiting
onmiddellijke sluiting
geen effect
onmiddellijke sluiting
geen effect
onmiddellijke sluiting
geen effect
onmiddellijke sluiting
geen effect
geen effect
geen effect
IN WILLEK. STAND
OPEN
OPEN
GESLOTEN
OPEN
GEDEELT.OPENING
HANDBEDIENING
TOTAAL OPEN
TOTAAL
AUTOMATISCH
TWEE RICHTINGEN
GEDEELTELIJK
AUTOMATISCH
TWEE RICHTINGEN
TOTAAL
AUTOMATISCH
EEN RICHTING
GEDEELTELIJK
AUTOMATISCH
EEN RICHTING
GEHEEL NACHT
GEDEELTELIJK NACHT
INTERNE SENSOR
(I-DET)
EXTERNE SENSOR
(E-DET)
SLEUTEL
(KEY)
OPENING IN NOODGEVAL
(EMERG 2) (1)
SLUITINF IN NOODGEVAL
(1)
STATUS DEURBEDRIJFSFUNCTIE
GEDRAG BIJ DE VERSCHILLENDE BEDRIJFSFUNCTIES
De default configuratie is:
Emerg1 ---> Stop/no memory
Een impuls (niet in de tabel vermelde functie) veroorzaakt een
onmiddellijke stop met vertraagde sluiting na de pauzetijd
(pauzetijd ‘s nachts als de bedrijfsfunctie Nacht is ingesteld).
Emerg2 ---> Opening in noodgeval/no memory:
Een impuls veroorzaakt opening, en sluiting na de pauzetijd.
De noodcommando’s hebben voorrang boven alle andere
commando’s..
geen effect
(1) De ingangen Emerg1 en Emerg2 zijn programmeerbaar via
SD-Keeper+Display voor:
• Opening in noodgevallen;
• sluiting in noodgevallen;
• stop.
Bovendien kan de activering van het commando worden
geprogrammeerd:
• No memory (bij deactivering van het commando keert
de deur terug naar normaal bedrijf);
• With memory (bij deactivering van het commando is om
het normale bedrijf te herstellen een reset nodig).
GESLOTEN
GESLOTEN
GESLOTEN
GESLOTEN
GESLOTEN
GEDEELT.OPENING
47
NEDERLANDS
1) Beschrijving van de functie:
de A140 AIR is een automatisch systeem dat in de modus “Energy
Saving” kan werken.
In deze modus kan het systeem herkennen in welke richting de
voetganger loopt (naar de deur, van de deur weg, langs de deur),
en er dus voor zorgen dat de deur minder vaak voor niks opengaat
en de openings-/sluitingstijd wordt verkort.
2) Verplichte gebruiksmodus:
De functie “Energy Saving” mag uitsluitend worden geactiveerd als
de detectoren zijn geassocieerd met zowel een aanwezigheidstechnologie
als een impulstechnologie XMA1.
Let op : Eén detector is niet voldoende om de functie “Energy Saving” te activeren.
De beschreven functie mag uitsluitend met de sensor XMA1 interne een externe worden geactiveerd.
De max. doorgang VP voor een sensor XMA1 om “Energy Saving” te gebruiken is 2 m.
Gebruik bij doorgangen VP van meer dan 2 m 2 sensoren XMA1 naast elkaar met een
verschillende frequentie en met een geschikte configuratie zoals aangegeven
in hoofdstuk 3 van de handleiding van de XMA1
3) Gebruiksaanwijzing
Om de maximale veiligheid te garanderen moet de gebruiksaanwijzing
van de sensor XMA1 nauwgezet worden gevolgd.
Gebruik de detector Spotfinder om de diepte te regelen.
Met dit accessoire kan precies de positie van de infraroodschermen
voor spots worden weergegeven, zodat zowel het gebied van
commando-impuls als het beveiligde gebied in de doorgang
waar onze infraroodsensoren XMA1 actief zijn, kunnen worden geregeld.
Raadpleeg voor nadere informatie de gebruikshandleiding van de sensor XMA1.
4) Activering van de functie “Energy Saving”.
Ga, om de functie “Energy Saving te activeren, vanaf het display
van de kaart E140 naar de parameter PA en stel hem in op NO,
of gebruik de SD-KEEPER met DISPLAY en selecteer in de programmering:
Menu 2 SETUP ----> 2.2 Pauzetijd ---->Off
BESCHRIJVING EN GEBRUIK ENERGY SAVING
Wit
Wit
Groen
Grijs
Roze
Bruin
Geel
Roze
48
NEDERLANDS
Een aantal hoofdfuncties van de automatische deur kunnen rechtstreeks op de elektronische kaart worden geprogrammeerd.
De PROGRAMMERING van de kaart wordt opgeroepen met de drukknop F:
1. als hij wordt ingedrukt (en ingedrukt wordt gehouden), toont het display de naam van de eerste functie.
2. als de knop wordt losgelaten verschijnt de waarde van de functie op het display; deze kan worden gewijzigd met de toetsen + en -.
3. door F opnieuw in te drukken (en ingedrukt te houden) toont het display de naam van de volgende functie, enz..
4. aangekomen bij de laatste functie zult u, als u opnieuw F indrukt, de programmering verlaten, en geeft het display opnieuw
de status van de ingangen weer
In de volgende tabel wordt de volgorde weergegeven van de functies die kunnen worden opgeroepen in de PROGRAMMERING:
PROGRAMMERING KAART E140
Het decimaal teken duidt aan dat
één koppel knopfotocellen reeds
in gebruik is (indien geactiveerd
op DS1)
Door vanuit de statusweergave
van het automatische systeem
op de
+
-toets te drukken, wordt
het commando gegeven om de
poort te openen.
PROGRAMMERING KAART E140
Display
Functie
Default
PA
Deactivering & pauzetijd
Met deze parameter kan de pauzetijd worden
gedeactiveerd en de pauzetijd in de “automatische”
werkingsfunctie worden ingesteld.
Hij kan op NO worden gezet om de pauzetijd te
deactiveren, en worden ingesteld van 0 tot 30 sec. in
stappen van een seconde.
Instelling: NO,0,1,3,4,5,..........30
2
Pn
Pauzetijd Nacht
Stelt de pauzetijd van de werkingsfunctie Nacht in
Regelbaar van 2 tot 58 sec. in stappen van twee
seconden.
Vervolgens verandert de weergave in minuten en
tientallen seconden (gescheiden door een punt), en
wordt de tijd geregeld in stappen van 10 seconden,
tot een maximumwaarde van 4,0 minuten.
Bijv.: als het display 2.5 aangeeft, correspondeert de
pauzetijd met 2 minuten en 50 seconden.
8
CS
Sluitingssnelheid
Stelt de snelheid van de deur bij het sluiten in.
Regeling: van 1 tot 10
3
OS
Openingssnelheid
Stelt de snelheid van de deur bij het openen in.
Regeling: van 1 tot 10
10
dr
Vertragingssnelheid
Stelt de snelheid van de deur tijdens het vertragen in:
0
LAGE snelheid
1
MEDIUM snelheid
2
HOGE snelheid
0
Ar
Versnellingssnelheid
Stelt de snelheid van de deur wanneer deze begint
te bewegen:
0
LAGE snelheid
1
MEDIUM snelheid
2
HOGE snelheid
0
OF
Kracht bij het openen
Stelt de kracht van de deur bij het openen in als er
gedurende de tijd tF een obstakel is.
Regeling: van 1 tot 10
2
CF
Kracht bij het sluiten
Stelt de kracht van de deur bij het sluiten in als er
gedurende de tijd tF een obstakel is.
Regeling: van 1 tot 10
2
Let op :
Met de pauzetijd op “NO” kan de functie
“Energy Saving” worden geactiveerd.
Raadpleeg het hoofdstuk “Beschrijving
en gebruik Energy Saving” alvorens de
functie te gebruiken.
49
NEDERLANDS
Als er op het display een alarm wordt weergegeven,
wordt de afkorting
AL
afgewisseld met het nummer
van het alarm dat wordt gegeven.
Druk 1 seconde op de knop SW1 om de RESET uit te
voeren.
Het softwareniveau van de kaart E140 wordt
getoond.
PROGRAMMERING KAART E140
Display
Functie
Default
tF
Duur duw OF en CF
Stelt de tijd in dat de deur bij het openen en sluiten te-
gen het obstakel blijft duwen met duw OF en CF.
Regelbaar van 0 tot 3,0 sec. in stappen van 0,1 seconde.
0,2
bA
Batterijenkit
Hiermee kunnen de functies van de batterijen-kit
worden ingesteld.
Zie voor de beschrijving van de functies de speciale paragraaf:
0
batterijenkit NIET GEACTIVEERD
1 batterijenkit GEACTIVEERD
standaardwerking - laatste manoeuvre openen
2 batterijenkit GEACTIVEERD
standaardwerking - laatste manoeuvre sluiten
3 batterijenkit GEACTIVEERD
werking NIET standaard - laatste manoeuvre openen
4 batterijenkit GEACTIVEERD
werking NIET standaard - laatste manoeuvre sluiten
0
EL
Kit motorblokkering
Hiermee kunnen de functies van de motorblokkering
worden ingesteld.
0
Off Motorblokkering niet geïnstalleerd
1
Nacht De motorblokkering blokkeert de vleugels
alleen in de werkingsfunctie “Nacht
2
Enkele richting
+ Nacht
De motorblokkering blokkeert de vleugels
alleen in de werkingsfuncties “Nacht” en
“enkele richting”.
3
Altijd De motorblokkering blokkeert de vleugels
iedere keer dat de vleugels worden
gesloten, onafhankelijk van de ingestelde
werkingsfunctie.
1
SU
Monitoring
Hiermee kan de aanwezigheid van de
monitorvoorziening op de motorblokkering worden
geselecteerd.
no Monitorvoorziening op motorblokkering niet
geïnstalleerd.
Y Monitorvoorziening op motorblokkering
geïnstalleerd.
no
nd
Vertraging deactivering interne sensor nachtmodus
Parameter om de deactivering van de interne sensor in
de Nachtmodus te vertragen.
Regelbaar van 0 tot 60 seconden in stappen van 1
seconde.
0
St
Status automatisch systeem
Verlaten van de programmering, opslag van de
instellingen en terugkeer naar de statusweergave van
het automatisch systeem.
00
Gesloten 05 Sluiten
01 Openen 06
Noodsituatie
02 Open 07 Handmatig
03 Pauze 08 Setup (knipperend)
04
Pauze nacht
Let op :
Na de batterijenkit te hebben
gemonteerd moet hij, om hem te
kunnen gebruiken, worden geactiveerd
op de kaart E140 met behulp van de
knoppen F +/- op parameter bA.
Raadpleeg voor nadere informatie het
hoofdstuk 3 Batterijen
50
A
B
C
A
B
2x0.5 mm2
max 50m
2
1
LOCK
J6
E140
+
-
NEDERLANDS
PROGRAMMEERUNIT SD-KEEPER
De SD-Keeper wordt gebruikt om de bedrijfsfuncties te
selecteren en automatische schuifdeuren te regelen en te
programmeren.
Hij bestaat uit twee delen: een vast gedeelte waarmee
de bedrijfsfuncties kunnen worden geselecteerd met de
drukknoppen en signaleringsleds (fig. 61 ref. A), en een draagbaar
gedeelte met LCD-display om toegang te krijgen tot de volledige
programmering (fig. 61 ref. B).
Het display van de SD-Keeper kan worden gebruikt als tijdelijke
programmeerunit: nadat alle programmeringen en regelingen
zijn verricht, kan het geheel worden verwijderd, want de
instellingen blijven opgeslagen op de E140-kaart.
Wanneer het display weggehaald wordt, wordt een deksel
aangebracht (fig. 61 ref. C).
DIAGNOSTIEK
De SD-Keeper (ook zonder display) beschikt over een
diagnostiekfunctie die, bij een alarm, de normale weergave van
de functie om de 2 seconden onderbreekt om de afwijkende
conditie 1 sec. weer te geven door middel van een combinatie
van knipperende leds.
Zie fig. 63 en tab.1 om het type alarm vast te stellen aan de
hand van de knipperende leds.
In het geval van meerdere defecten tegelijk wordt het als eerste
geconstateerde defect getoond.
DeSD-Keeper kan worden uitgeschakeld met een toetsencombinatie
(zie de speciale functie LOCK) of door een interne overbrugging
te maken via een schakelaar (fig.62 ref. LOCK).
MONTAGE
Zie fig. 62 voor de explosietekening voor montage; doorboor de
voorbereide punten A of B, afhankelijk van de kabeldoorgang.
AANSLUITINGEN
De SD-Keeper moet worden aangesloten op de E140-kaart met
een kabel van 2x0,5mm
2
en max. 50m (fig. 62 ).
Door de brug tussen de twee klemmen te sluiten zoals op fig. 62
(LOCK) worden alle toetsen van de programmeur uitgeschakeld.
Tab.1 DIAGNOSTIEK
Led =aan =uit
BESCHRIJVING BETEKENIS
ENERGIEBESP. Werking met laag verbruik met batterij
2 BAT. WERKING De deur werkt op de batterij
3 GEFORC. OPENING
Er wordt een poging tot geforceerde opening van de deur gedaan
4 BATT. LEEG Batterij leeg: beweging in noodgevallen niet gegarandeerd
6 EMERG 2 ACTIEF Noodstopingang 2 actief
7 EMERG 1 ACTIEF Noodstopingang 1 actief
8 OBSTAKEL OPEN
Obstakel bij opening driemaal achtereen gedetecteerd; Reset nodig voor herstel van werking
9 OBSTAKEL SLUITEN
Obstakel bij sluiting driemaal achtereen gedetecteerd; Reset nodig voor herstel van werking
10 Motorblokkering geblokkeerd gesloten
11 Motorblokkering geblokkeerd open (alleen met bewakingsbouwpakket)
12 Voeding motor niet correct
13 Fotocel 2 defect (ingang PSW2)
14 Fotocel 1 defect (ingang PSW1)
15 Set-up verhinderd
22 Initialisatieproces op motor niet mogelijk: te grote wrijving of vleugel te zwaar
23 Voeding accessoires +24Vdc kaart (waarschijnlijk kortsluiting)
24 Motor defect
25 E150-kaart defect
fig. 62
fig. 63
fig. 61
51
OK
NEDERLANDS
HANDBEDIENING
TWEE RICHTINGEN
EEN RICHTING
PARTIAL OPENING
TOTALE OPENING
AUTOMATISCH
DEUR OPEN
NACHT
BEDRIJFSFUNCTIES
De selectie geschiedt via de toetsen op het vaste deel van
de programmeur; de functie wordt aangegeven doordat de
corresponderende led gaat branden.
als de modus “Nacht” of “Handbediening” is ingesteld,
moeten de desbetreffende selectietoetsen worden
ingedrukt om de modus te verlaten.
Handbediening
De verschuivende vleugels zijn vrij en kunnen met de hand
worden bediend.
Twee richtingen
De passage van voetgangers vindt in twee richtingen plaats: de
interne en externe radars zijn vrijgegeven.
Een richting
De passage van voetgangers vindt in slechts één richting plaats;
de externe radar is buiten werking.
Partial opening
De deur gaat slechts gedeeltelijk open (standaard 50%).
Regeling van 10% tot 90% van de totale opening.
Totale opening
De deur gaat helemaal open.
Automatisch
De deur gaat (geheel of gedeeltelijk) open en sluit vervolgens
na een ingestelde pauzetijd (standaard 2 sec.).
Regeling van de pauzetijd van 0 tot 30 sec.
Deur open
De deur gaat en blijft open.
Nacht
De deur sluit en de motorblokkering (indien aanwezig) wordt
geactiveerd. De interne en externe radars zijn buiten werking.
Het sleutelcommando (Key) veroorzaakt opening en weer sluiting
na de pauzetijd ‘s nachts (standaard 8 sec.).
Regeling van de pauzetijd ‘s nachts van 0 tot 240 sec.
Voor een gedeeltelijke opening in deze modus, moet de functie
“Partial opening” worden geselecteerd alvorens de functie
“Nacht” te activeren.
SPECIALE FUNCTIES
Set-up
Set-up is de initialisatiefunctie van de deur gedurende welke het
zelf-leren van de parameters plaatsvindt.
De activering geschiedt door de toetsen en tegelijkertijd
gedurende 5 sec. in te drukken.
Reset
Reset is de functie voor het herstel van de normale bedrijfsconditie,
na signalering van enkele types alarmen.
De activering geschiedt door tegelijkertijd op de toetsen en
te drukken.
Lock
Wanneer de functie Lock geactiveerd wordt, wordt de werking
van de SD-Keeper onderdrukt.
De activering en deactivering geschiedt door tegelijkertijd de
toetsen en gedurende 5 seconden ingedrukt te houden.
PLAATSEN/VERVANGEN BATTERIJ
Om de interne klok van de SD-Keeper ook actief te houden als
er geen netvoeding is, wordt er een lithiumbatterij van 3 V, model
CR1216, gebruikt.
Plaats een batterij in de houder op de printplaat (fig. 65), of
vervang hem, met inachtneming van de aangegeven polariteit.
fig. 64
fig. 65
52
OK
OK
OK
OK
OK
OK
1
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
2
2
1
3
4
5
6
7
8
9
NEDERLANDS
Om de programmering te beginnen terwijl op het display de
standaard weergave verschijnt, moet op één van de toetsen
of worden gedrukt.
De programmering is onderverdeeld in hoofdmenu’s (zie het
kader) die zijn onderverdeeld naar onderwerp.
Wanneer het menu is geselecteerd met de toetsen of , moet
op OK worden gedrukt om het op te roepen.
Elk menu is op zijn beurt onderverdeeld in sub-menu’s op
verschillende niveaus voor instelling van de parameters.
Gebruik de toetsen of om (het sub-menu of de parameter)
te selecteren en de toets OK om te bevestigen.
Een sterretje op het display geeft de instelling aan die op dat
moment actief is.
Om de programmering te verlaten moet de functie “exit” worden
geselecteerd op elk niveau; anders keert het display na ongeveer
2 minuten automatisch terug naar de standaard weergave.
ITALIANO
ENGLISH
DEUTSCH
FRANCAIS
ESPANOL
LANGUAGE
OPENING:
STANDARD
CLOSING:
NO STANDARD
CLOSING:
NO STANDARD
CLOSING:
STANDARD
OBSTACLE
DETECTION
NIGHT PAUSE
TIME
PARTIAL
OPENING
SETUP
50% STANDARD
NO STANDARD
PAUSE TIME
2 SEC.
OFF
ON
8 SEC.
OFF
ONANTI-INTRUDER
EXIT
*
*
*
*
*
*
*
*
DAY TIME
VER DATE
LANGUAGE
SETUP
TIMER
PROGRAMMING
TIMER
CLOCK
ADVANCED MENU
DIAGNOSTICS
LOCK
BATTERY
Let op :
Met de pauzetijd op “OFF” kan de
functie “Energy Saving” worden
geactiveerd. Raadpleeg het
hoofdstuk “Beschrijving en gebruik
Energy Saving” alvorens de functie
te gebruiken.
53
3
OK
OK
3.1
OK
OK
3.2
OK
OK
OK
3.3
OK
OK
3.4
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
4.1
OK
OK
OK
4.2
OK
OK
4.3
4
OK
OK
OK
OK
OK
OK
5
OK
OK
5.1
5.2
OK
OK
OK
NO STANDARD
STANDARD
*
}
*
NEDERLANDS
BATTERY
BATTERY KIT
ON
OFF
NO STANDARD
STANDARD
BAT. OPERATION
OPENING
CLOSING
NIGHT BATT
LAST OPERAT.
EXIT
OFF
ALWAYS
ONE WAY+NIGHT
NIGHT
ON
KIT
LOCK
LOCK
NIGHT LOCK
STANDARD
NO STANDARD
EXIT
ON
OFF
SURVEILLANCE
RESET
DIAGNOSTICS
NR. CYCLE
XXXX
ALARM N.
(alarm description)
*
*
*
*
*
*
SDM L SW v.
De functie van Night batt.
van het automatisch sy-
steem A140 AIR is niet be-
schikbaar
Let op :
Na de batterijenkit te hebben
gemonteerd moet hij, om
hem te kunnen gebruiken,
worden geactiveerd via de
programmeereenheid SD Keeper.
54
6
OK
OK
OK
OK
OK
OK
1
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
1.1
1.2
1.3
1.4
2
3
4
OK
OK
OK
OK
OK
OK
NEDERLANDS
PASSWORD
0000
ADVANCED MENU
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
OPERATION
PARAMETERS
CLOSING SPEED
OPENING SPEED
DECEL. WIDTH.
DECEL. SPEED
SPEED:
LOW
SPEED:
MEDIUM
SPEED:
HIGH
OPENING:
0 CM
CLOSING:
0 CM
10
3
EXIT
IN/OUT SETUP
VARIOUS
EXIT
CHANGE
PASSWORD
correct code
*
*
*
*
*
incorrect code
55
6
OK
OK
OK
OK
OK
1
2
4
5
OK OK
OK
OK OK
OK
OK OK
OK
OK
2.1
OK
OK OK
OK
OK OK
2.3
OK OK
OK
2.4
OK
2.6
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
2.2
OK OK
OK
2.5
OK
2.7
OK
OK
OK
OK
OK
2.8
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK OK
OK
OK OK
OK
OK
OK
NEDERLANDS
PASSWORD
0000
ADVANCED MENU
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
incorrect code
correct code
OPERATION
PARAMETERS
IN/OUT SETUP
VARIOUS
EXIT
CHANGE
PASSWORD
EMERG 1
OPEN
STOP
CLOSE
SPEED:
NO STANDARD
SPEED:
STANDARD
WITH
MEMORY
NO
MEMORY
NO
NC
EMERG 2
OPEN
STOP
CLOSE
SPEED:
NO STANDARD
SPEED:
STANDARD
WITH
MEMORY
NO
MEMORY
NO
NC
PHOTOCELLS
QUANTITY:
0
QUANTITY:
1
QUANTITY:
2
NO
NC
FAIL-SAFE
OFF
FAIL-SAFE
ON
NO
NC
NO
NC
SENSORS
KEY
OUT 3
OUT 2
OUT 1
GONG
LIGHT
NO
NC
NO
NC
NO
NC
NO CLOSE
EXIT
OPEN
MOVING
NO CLOSE
LIGHT
GONG
ALARM
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
}
*
De uitgangen OUT2 en OUT3 in
het automatisch systeem A140
AIR worden alleen gebruikt met
de expansiemodule IN – OUT
(optionele module)
*
56
6
OK
OK
OK
OK
OK
1
2
3.2
3
4
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
3.1
OK OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK
3.3
NEDERLANDS
PASSWORD
0000
ADVANCED MENU
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
incorrect code
correct code
OPERATION
PARAMETERS
IN/OUT SETUP
VARIOUS
EXIT
CHANGE
PASSWORD
STAND SETUP
STANDARD
NO STANDARD
INTERLOCK
MASTER
SLAVE
NO MEMORY
WITH MEMORY
EXIT
NEW PASSWORD
0000
NEW PASSWORD
0000
NEW PASSWORD
0000
NEW PASSWORD
0000
*
*
restores
standard
parameters
STANDARD
NO STANDARD
ON
OFF
*
ON
OFF
*
KIT ELASTIC
*
57
OK
OK
OK
8
OK
OK
OK OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
9
9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
9.6
9.7
9.8
OK
OK
OK OK OK OK
OK
OK
OK
OK OK
OK
7
NEDERLANDS
TIMER
ON
OFF
*
TIMER
PROGRAMMING
ALL DAYS
SUN
MON
WED
TUE
SAT
FRI
THU
EXIT
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
SUN 00:00
00/00/00
CLOCK
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
58
NEDERLANDS
Om de werking te hervatten moet een reset worden uitgevoerd
vanaf de kaart of de SD-Keeper.
Opening: Standard
Bij detectie van een obstakel tijdens opening stopt de deur een
seconde en gaat vervolgens dicht.
Tijdens de volgende opening operatie is opening verder aan de
langzamer snelheid tot vervolledigde vertraagd en is gegaan.
Opening: No Standard
Wanneer 3 maal achtereen bij opening van de deur een obstakel
gedetecteerd wordt, stopt de deur met een sluitende beweging
en wordt een alarm gesignaleerd op de kaart en op de SD-Keeper
(alarm nr. 8: obstakel bij opening).
Om de werking te hervatten moet een reset worden uitgevoerd
vanaf de kaart of de SD-Keeper.
3 BATTERY
3.1 Battery kit
Off
Het bouwpakket met de batterijen is niet geïnstalleerd.
On
Bouwpakket met de batterijen geïnstalleerd.
3.2 Bat. operation
Standard
Als er geen netvoeding is en een andere functie actief is dan
“Nacht”, blijft de deur normaal functioneren zolang de batterijen
nog voldoende geladen zijn om minstens één beweging in een
noodgeval te maken.
De laatste beweging die wordt uitgevoerd is die geselecteerd is bij
de functie 3.3.
No Standard
Als er geen netvoeding is voert de deur alleen de beweging uit die
geselecteerd is bij de functie 3.3 .
3.3 Last operat.
Opening
Tijdens de werking op batterij is de laatste beweging een opening
(zie ook functie 3.2).
Closing
Tijdens de werking op batterij is de laatste beweging een sluiting (zie
ook functie 3.2).
3.4 Night batt
Niet beschikbaar bij het automatisch systeem A140
AIR 140.
4 LOCK
4.1 Lock kit
On
Motorblokkering geïnstalleerd.
Night
De Motorblokkering blokkeert de vleugels alleen in de
bedrijfsfunctie “Night”.
One way+Night
De Motorblokkering blokkeert de vleugels in de bedrijfsfuncties “Night
en “One way”.
Always
De Motorblokkering blokkeert de vleugels telkens wanneer de deuren
sluiten, ongeacht de ingestelde bedrijfsfunctie.
1 LANGUAGE
Selecteert de taal waarin de meldingen op het display
verschijnen.
2 SETUP
2.1 Partial opening
Percentage van de gedeeltelijke opening
Selecteert het openingspercentage (ten opzichte van total opening)
die plaatsvindt in de bedrijfsfunctie “Partial Opening”.
Standaard waarde: 50%
Regeling: van 10% tot en met 90%
Standard
Wanneer de bedrijfsfunctie “Partial Opening” wordt geselecteerd,
wordt door activering van de sensors altijd een commando tot
beperkte opening gegeven.
No Standard
Wanneer de bedrijfsfunctie “Partial Opening” wordt geselecteerd,
wordt door gelijktijdige activering van de interne en externe sensors
een commando tot volledige opening gegeven.
2.2 Pause time
On
Pauzetijd die vrijgegeven is in de bedrijfsfunctie “Automatisch”.
Waarde Pause time
Als de pauzetijd is vrijgegeven, is instelling ervan mogelijk.
Standaard waarde: 2 sec.
Regeling: van 0 tot en 30 sec. met stappen van 1 sec.
Off
De pauzetijd wordt gedeactiveerd en de vleugels beginnen
de sluitingsfase zodra de bedieningselementen (bijv. sensoren)
worden uitgeschakeld.
2.3 Night pause time
Waarde Night pause time
Stel de pauzetijd in op de werkingsfunctie “nacht” d.m.v. een
commando op de ingang KEY.
Standaard waarde: 8 sec.
Regeling: van 2 tot 240 sec. in stappen van 2
2.4 Anti-intruder
On
In de bedrijfsfunctie”Automatisch” biedt de deur weerstand
tegen eventuele pogingen tot handmatige opening met een
tegengestelde kracht.
Tijdens de poging tot opening wordt een alarm gesignaleerd op de
en op de SD-Keeper (Alarm 3: deur geforceerd).
Met gesloten deur blijft de kaart de motor voeden voor sluiting, tenzij
het automatisch systeem op batterijen werkt met de motorblokkering
actief.
Off
In de bedrijfsfunctie “Automatisch“ gaat de deur bij een poging tot
handmatige opening automatisch open, en sluit hij weer na een
eventuele pauzetijd.
In de bedrijfsfunctie “Nacht” is de functie tegen
binnendringing altijd actief.
2.5 Obstacle detection
Closing: Standard
Bij detectie van een obstakel tijdens sluiting, gaat de deur weer
open.
Tijdens de volgende sluiting operatie is sluiting verder aan de langzamer
snelheid tot vervolledigde vertraagd en is gegaan.
Closing: No Standard
Wanneer 3 maal achtereen bij sluiting van de deur een obstakel
gedetecteerd wordt, stopt de deur met een openende beweging
en wordt een alarm gesignaleerd op de kaart op de SD-Keeper
(alarm nr. 9: obstakel bij sluiting).
59
NEDERLANDS
Off
Motorblokkering niet geïnstalleerd.
4.2 Night Lock
Standard
Als de batterijen leeg zijn in de bedrijfsfunctie “Nacht”, houdt de
motorblokkering de vleugels geblokkeerd.
No Standard
Niet beschikbaar bij het automatisch systeem A140AIR.
4.3 Surveillance
Off
Surveillance-apparaat op de motorblokkering niet geïnstalleerd.
On
Surveillance-apparaat op de motorblokkering geïnstalleerd.
5 DIAGNOSTICS
5.1 SDM L
Het softwareniveau van de kaart E140 waar de SD-Keeper op is
aangesloten, wordt getoond.
5.2 Nr. cycle
De telling (die niet teruggesteld kan worden op nul) van het aantal
door de deur uitgevoerde cycli wordt getoond.
5.3 Alarm n°.
Het nummer en de beschrijving van het geactiveerde alarm
wordt getoond.
BESCHRIJVING BETEKENIS
ENERGIEBESP.
Werking met laag verbruik met batterij
2
BAT. WERKING
De deur werkt op de batterij
3
GEFORC. OPENING
Er wordt een poging gedaan de opening van de deur te forceren
4
BATT. LEEG Batterij leeg: beweging in noodgevallen niet gegarandeerd
(alleen op display kaart E140)
6 EMERG 2 ACTIEF
Noodingang 2 actief
7 EMERG 1 ACTIEF
Noodingang 1 actief
8
OBSTAKEL OPEN
Obstakel bij opening 3 maal achtereen gedetecteerd;
Reset nodig voor herstel van de werking
9
OBSTAKEL SLUITEN
Obstakel bij sluiting 3 maal achtereen gedetecteerd;
Reset nodig voor herstel van de werking
10
Motorblokkering geblokkeerd gesloten
11
Motorblokkering geblokkeerd open (alleen met surveillance-bouwpakket)
12
Voeding motor niet correct
13
Fotocel 2 defect (ingang PSW2)
14
Fotocel 1 defect (ingang PSW1)
15
Set-up verhinderd
22
Initialisatieproces op de motor niet mogelijk: te grote wrijving
24
Motor defect
25
E140-kaart defect
6 ADVANCED MENU
PASSWORD
Om het Advanced menu op te roepen moet het password worden
ingevoerd dat uit 4 cijfers bestaat (default 0000).
1 OPERATION PARAMETERS
1.1 Closing speed
Stelt het snelheidsniveau van de deur bij sluiting in.
Standaard waarde: niveau 3
Regeling: van 1 tot en met 10
1.2 Opening speed
Stelt het snelheidsniveau van de deur bij opening in.
Standaard waarde: niveau 10 (maximum snelheid)
Regeling: van 1 tot en met 10
1.3 Vertragingsafstand
Stelt het vertragingsafstand van de deur bij het openen en
sluiten in.
Standaardwaarden openen en sluiten: 0 cm
Regeling: van 0 tot 120 cm
1.4 Decel. speed
Speed
Stelt het snelheidsniveau in tijdens de verlangzaming.
Standaard waarde: low
Regeling: high / medium / low
2 IN/OUT SETUP
2.1 Emerg 1
2.2 Emerg 2
Stelt het effect in van de bedieningsn in noodgevallen (ingangen
Emerg1 en Emerg2 op de E140-kaart).
Standaardinstelling EMERG 1: Stop/No memory/NO
Standaardinstelling EMERG 2: Open/Speed:standard/No memory/
NO
Open
Door activering van het commando gaat de deur open.
Close
Door activering van het commando gaat de deur dicht.
Stop
Door activering van het commando wordt de deur gestopt.
het commando EMERG1 heeft prioriteit boven
EMERG2
Speed: Standard
De deur gaat open of dicht (al naar gelang de instelling) op normale
snelheid.
Speed: No Standard
De deur gaat open of dicht (al naar gelang de instelling) op lagere
snelheid.
No Memory
Om het noodbedrijf te handhaven moet het commando
geactiveerd blijven (bij deactivering keert de deur terug naar de
normale werking).
With Memory
Het noodbedrijf wordt actief gehouden door een impuls;
Om de werking te hervatten moet een reset worden uitgevoerd
vanaf de kaart of de SD-Keeper.
Reset
Voert de resetprocedure uit.
60
NEDERLANDS
2.3 Photocells
Quantity
Definieert het aantal fotocellen dat op het klemmenblok J7 is
aangesloten.
Standaard aantal: 2
Instelbaar aantal: 0, 1, 2
Wanneer er geen fotocellen worden geconfigureerd en de
geselecteerde status is NC (zie verderop), is het niet nodig de
ongebruikte ingangen te overbruggen.
Wanneer 1 fotocel wordt geconfigureerd, dient deze te worden
aangesloten op de ingang PSW1 van de E140-kaart.
FAIL-SAFE Off
De FAIL-SAFE-test wordt niet uitgevoerd op de fotocellen.
FAIL-SAFE On
De FAIL-SAFE-test wordt op de fotocellen uitgevoerd voor elke
beweging.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
2.4 Sensors
Stelt de status van de commando’s “externe radar” en “interne radar
in (ingangen E-Det en I-Det op de E140-kaart).
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
2.5 Key
Stelt de status van het commando “key” in (ingang Key op de
E140-kaart).
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
2.6 Out 1
Stel de functie of de status in die met de afzonderlijke uitgangen van
de kaart E110 is geassocieerd.
Standaardinstelling OUT 1:
Gong/NA
Standaardinstelling OUT 2 en OUT 3:
De uitgangen OUT2 en OUT3 kunnen in het automatisch
systeem A140 AIR alleen worden gebruikt met de
expansiemodule IN – OUT (optioneel) geïnstalleerd
op J20 A B van de kaart E140
.
Standaardinstelling OUT 2:
Verlichting / NO
Standaardinstelling OUT 3:
NIET GESLOTEN / NO
Functie/Status
Op grond van de selectie wordt de uitgang geactiveerd:
(*) De functie “Interlock” kan niet worden geselecteerd maar
wordt automatisch ingesteld op de uitgang OUT1 wanneer de
tussenvergrendeling wordt geblokkeerd (zie Various/Interlock).
3 VARIOUS
3.1 Stand. Setup
Maakt het mogelijk om na te gaan of er iets anders dan de
standaardinstellingen geprogrammeerd is.
Standard
Als er geen enkele functie gewijzigd is ten opzichte van de standaard
programmering, verschijnt er een sterretje.
Als het sterretje niet aanwezig is, worden alle instellingen van de
standaard programmering hersteld door op de toets “OK” te
drukken.
No Standard
Als er tenminste één functie gewijzigd is ten opzichte van de
standaard programmering, verschijnt hier een sterretje.
3.2 Interlock
De functie Interlock maakt het mogelijk twee schuifdeuren te
besturen (master en slave), zodanig dat de opening van de ene deur
ondergeschikt is aan sluiting van de andere, en omgekeerd.
Off
De Interlock-functie niet actief.
On
De interlock-functie is actief.
Master
Definieert de deur die als master fungeert (gewoonlijk de
binnendeur).
Slave
Definieert de deur die als slave fungeert.
No Memory
Bij de werking met tussenvergrendeling moet worden gewacht op
sluiting van de ene deur om het commando tot opening van de
andere te geven: impulsen voor opening die worden gegeven tijdens
de bedrijfscyclus van de eerste deur, hebben geen effect.
With Memory
Bij de werking met tussenvergrendeling is het niet nodig te wachten
op sluiting van de ene deur om het commando tot opening van
de andere te geven: impulsen voor opening die worden gegeven
tijdens de bedrijfscyclus van de eerste deur worden opgeslagen in
het geheugen en de tweede deur gaat automatisch open zodra
de eerste deur gesloten is.
3.3 Elastische kit
De elastische kit is een mechanische accessoire die, eenmaal
geïnstalleerd, ervoor zorgt dat in panieksituaties de vleugels
open gaan in geval van een black-out.
Off
Elastische kit niet geïnstalleerd.
On
Elastische kit geïnstalleerd.
Standard - No Standard
Wanneer de voedingsspanning na een black-out weer wordt
ingeschakeld, voert de deur automatisch de nodige manoeuvres
uit om de inrichting te resetten.
De enige uitzondering geldt voor het geval dat de deur op
handmatige bediening is ingesteld.
Let op!: tijdens het automatisch resetten van
het systeem is het systeem tegen inklemming
gedeactiveerd.
SELECTIE ACTIVERING UITGANG
OPEN Zolang de deur open is
MOVING
Zolang de deur in beweging is
NOT CLOSE
Zolang de deur niet gesloten is
ALARM
Zolang de deur in alarm is
GONG
De ingreep van de fotocellen activeert
de uitgang gedurende 1 sec. met
tussenpozen van 0,5 sec., totdat de
fotocel niet meer verduisterd wordt
LIGHT
In de bedrijfsfunctie “Nacht” wordt deze
uitgang gedurende 60 sec. geactiveerd
wanneer het commando voor opening
van de deur wordt gegeven.
INTERLOCK(*)
De uitgang wordt geactiveerd voor de
tussenvergrendeling tussen twee deuren
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
61
NEDERLANDS
4 CHANGE PASSWORD
Stelt het nieuwe password voor toegang tot het Advanced menu
in (4 cijfers).
7 CLOCK
Voor instelling van de dag, de tijd en de datum.
8 TIMER
Off
Timer niet actief.
On
Timer actief: de tijdvakken voor de werking die zijn ingesteld in “9
- Timer Programming” worden vrijgegeven.
Wanneer de timer actief is, verschijnt er een “T” naast de tijd die
op het display wordt weergegeven, en staat de SD-Keeper geen
bedrijfsselecties toe.
De interne batterij van de SD-Keeper houdt de klok ook in werking
als de spanning uitvalt; als de tijd verloren gaat (b.v. stroomuitval en
batterij leeg) verschijnt er een knipperend sterretje in plaats van de
“T” en wordt de timer buiten werking gesteld.
9 TIMER PROGRAMMING
Hiermee kunnen maximaal 5 verschillende tijdvakken worden
gecreëerd voor elke dag van de week (door de begintijd van het
tijdvak in te stellen) en kan aan elk tijdvak een bedrijfsfunctie worden
toegewezen.
Op het moment dat de interne klok van de SD-Keeper de begintijd
van een tijdvak bereikt, wordt automatisch de hiermee geassocieerde
bedrijfsfunctie ingesteld en blijft de deur in die conditie totdat het
volgende tijdvak ingaat.
Om de tijdvakken correct te beheren is permanente verbinding van
de SD-Keeper+Display nodig.
Selectie van de dag
Selecteert de dag van de week voor het creëren van de
tijdvakken.
Door “All Days” te selecteren, worden de vervolgens gedefinieerde
tijdvakken ingesteld voor alle dagen van de week.
Functie
Stel de bedrijfsfunctie in die moet worden geassocieerd met het
tijdsvak, onder verwijzing naar de volgende tabel:
Begintijd tijdvak
Stel het tijdstip in waarop het tijdvak geactiveerd wordt.
Het is niet nodig dat de tijdvakken een chronologische volgorde
aanhouden.
FUNC BETEKENIS
0 GEEN FUNKTIE
1 AUTOMATISCH TWEE RICHTINGEN TOTAAL
2 AUTOMATISCH EEN RICHTING TOTAAL
3 AUTOMATISCH TWEE RICHTINGEN GEDEELTELIJK
4 AUTOMATISCH EEN RICHTING GEDEELTELIJK
5 DEUR TOTAAL OPEN
6 DEUR GEDEELTELIJKE OPEN
7 HANDBEDIENING
8 NACHT
PROGRAMMEERVOORBEELD TIMER-
Er moet een deur worden geprogrammeerd die als volgt
functioneert
•van MON tot en met FRI:
- vanaf 8:00 in AUTOMATISCH TWEE RICHTINGEN TOTAAL
- vanaf18:00 in AUTOMATISCH EEN RICHTING TOTAAL
- vanaf19:00 in NACHT
SAT en SUN: NACHT de hele dag
Ga als volgt te werk:
selecteer ALL DAYS en stel in:
TIME BAND 1 : FUN. 1 8 a.m.
TIME BAND 2 : FUN. 2 6 p.m.
TIME BAND 3 : FUN. 8 7 p.m.
TIME BAND 4 : FUN. 0
TIME BAND 5 : FUN. 0
selecteer SAT en stel in:
TIME BAND 1 : FUN. 0
TIME BAND 2 : FUN. 0
TIME BAND 3 : FUN. 0
TIME BAND 4 : FUN. 0
TIME BAND 5 : FUN. 0
selecteerd SUN en stel in:
TIME BAND 1 : FUN. 0
TIME BAND 2 : FUN. 0
TIME BAND 3 : FUN. 0
TIME BAND 4 : FUN. 0
TIME BAND 5 : FUN. 0
62
A
B
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-DET
E-DET
KEY
EM1
EM2
FSW1
FSW2
-TX FSW
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-DET
E-DET
KEY
EM1
EM2
FSW1
FSW2
-TX FSW
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
R
P1
P2
C1
C2
R = 220 Ohm 1/4W
C1=C2= 220µF 35V
Imp. Min. 150ms
A
B
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-DET
E-DET
KEY
EM1
EM2
FSW1
FSW2
-TX FSW
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-DET
E-DET
KEY
EM1
EM2
FSW1
FSW2
-TX FSW
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
A B A B
NEDERLANDS
Tussenvergrendeling met interne sensors
Deze applicatie is geschikt wanneer de afstand tussen de twee
deuren voldoende is om interferenties in het detectieveld van
de twee interne sensors te voorkomen
• Maak de verbindingen tussen de twee klemmenborden J6 van
de twee kaarten E140, en van de sensors, zoals op fig. 66 .
• Programmeer de volgende functies:
“interlock” actief op beide deuren,
selecteer op de binnendeur de optie “master” en op de
buitendeur “slave”,
selecteer op beide deuren de optie “interlock no
memory” of “interlock with memory” (Zie de uitleg van
het flow-chart voor programmering).
Belangrijk:
• De sensors mogen uitsluitend worden aangesloten op de
ingang E-DET van de apparatuur;
• De tussenvergrendeling funcioneert alleen als beide deuren
zijn ingesteld op de bedrijfsfunctie EEN RICHTING.
Werking
De werking met tussenvergrendeling bestaat uit de volgende fasen
:
1. De persoon die zich buiten bevindt activeert de sensor S1
van deur A;
2. Deur A gaat open;
3. De persoon betreedt de ruimte tussen de twee deuren;
4. De deur A gaat dicht na de pauzetijd;
5. De persoon activeert de sensor S3 van de deur B (als de
optie “interlock with memory” geselecteerd is, is het niet
nodig te wachten totdat de eerste deur helemaal dicht is
om de sensor van de tweede te activeren);
6. Deur B gaat open;
7. De persoon gaat naar buiten;
8. De deur B gaat dicht na de pauzetijd.
De werking is soortgelijk als men van de andere kant komt
.
Tussenvergrendeling met drukknoppen
Deze applicatie is geschikt wanneer het vanwege de kleine
afstand tussen de twee deuren niet mogelijk is twee interne
sensors te gebruiken; voor bediening van de deuren van buitenaf
zijn twee drukknoppen voorzien.
• Maak de verbindingen tussen de klemmenborden J6 van
de twee kaarten E140, van de drukknoppen en van de
aanvullende elektronische componenten, zoals op fig. 67 .
• Programmeer de volgende functies:
“interlock” actief op beide deuren,
selecteer op de binnendeur de optie “master” en op de
buitendeur “slave”,
selecteer op beide deuren de optie “interlock with memory
(Zie de uitleg van de flow-chart voor programmering).
Belangrijk:
• De drukknoppen mogen uitsluitend worden aangesloten op
de ingang E-DET van de apparatuur;
• De tussenvergrendeling functioneert alleen als beide deuren
ingesteld zijn op de bedrijfsfunctie EEN RICHTING.
Werking
De werking met tussenvergrendeling bestaat uit de volgende
fasen:
1. De persoon die zich buiten bevindt drukt op de knop P1
van deur A;
2. Deur A gaat open;
3. De persoon betreedt de ruimte tussen de twee deuren;
4. Deur A gaat dicht na de pauzetijd;
5. Deur B gaat automatisch open;
6. De persoon gaat naar buiten;
7. Deur B gaat dicht na de pauzetijd.
De werking is soortgelijk als men van de andere kant komt.
INTERLOCK
fig. 66
fig. 67
63
fig. 51
C
B
C
B
C
B
NEDERLANDS
MONITORING MOTORBLOKKERING
Met deze accessoire (fig. 68 ref. C) kan de correcte werking van
de motorblokkering worden gecontroleerd en wordt, als hij in de
open stand geblokkeerd blijft, een foutmelding gegeven via de
besturingskaart of SD-Keeper+Display.
Om de surveillance op de motorblokkering te activeren moet
de functie worden ingesteld met de besturingskaart of SD-
Keeper+Display.
BATTERY KIT
Handel als volgt om de motorblokkering te installeren en aan
te sluiten:
• schakel de netvoeding uit;
• steek de connector van het batterijenpakket in de connector
J16 van de kaart E140;
• schakel de netspanning weer in;
• activeer d.m.v. de SD-Keeper+Display de “Batterijen-kit” en
stel de gewenste werkingsparameters in (zie het daaraan
gewijde deel in deze handleiding;
HET IS BELANGRIJK, OM DE BATTERIJENKAART NIET
TE BESCHADIGEN, DAT DE NETSPANNING ALTIJD IS
LOSGEKOPPELD ALS DE KAART ER IN EN UIT WORDT
GEZET
MOTORBLOKKERING
Handel als volgt om de motorblokkering te installeren:
• schakel de netvoeding uit;
• sluit de connector van de motorblokkering aan op J5 van
de kaart E140;
• schakel de spanning weer in.
OM DE MOTORBLOKKERING NIET TE BESCHADIGEN,
MOET HIJ ALTIJD WORDEN IN- OF UITGESCHAKELD MET
DE SPANNING LOSGEKOPPELD.
In de standaardconfiguratie:
- de motorblokkering blokkeert de vleugels alleen in de
werkingsfunctie Nacht;
- als het systeem in de Nacht-modus op batterijen werkt en deze
leeg raken, blijft de motorblokkering de vleugels blokkeren.
Met behulp van de SD-Keeper+Display of E140 kan de werking
van de motorblokkering worden gewijzigd.
ACCESSOIRES
BRUIN
BRUIN
WIT
GEEL
WIT
GROEN
ROSE
Aansluiten op J5
kaart E140
Deblokkeringsmicroschakelaar van de motorblokkering
Monitormicroschakelaar van de motorblokkering
ANTIPANIEK MET VOLLEDIGE OPENING
Met deze accessoire kunnen de vleugels worden geopend
door ertegen te duwen; zie de specifieke instructies voor de
installatie.
Als de antipaniekinstallatie met volledige opening wordt
geplaatst, is er een sensor nodig of fotocel die moet worden
aangesloten op de ingang EMERG1 die (via SD-Keeper+Display)
geconfigureerd is om een onmiddellijke stopzetting van de
beweging te bedienen) (STOP).
Aansluiting
microschakelaars
fig. 68
64
NEDERLANDS
RICHTLIJNEN VOOR DE DIAGNOSTIEK
Hier volgt een lijst met mogelijke alarmen, samen met de
bijbehorende uitleg/oplossing.
De SD-Keeper+Display geeft in het menu Diagnostics het
alarmnummer en de beschrijving weer.
Alleen de SD-Keeper toont het type alarm aan door middel
van de combinatie van knipperende leds (zie de afbeelding
hiernaast).
ENERGIEBESP.
De E140-kaart werkt
op batterijen met laag
energieverbruik
Hierbij is de achterverlichting van de
SD-Keeper uit en kan men niet meer door de
menu’s op het display schuiven
(zie instructies batterijenpakket)
De knoppen voor wijziging van de bedrijfswijze
zijn hoe dan ook actief
2
2 BAT. WERKING
De E140-kaart werkt op
batterijen
Als er geen netspanning is, is dit de normale
signalering van werking op de batterij.
Als er wel netspanning is, moet worden
gecontroleerd:
•of de zekering
5x20 T2,5A
van de transformator van
de voedingsunit niet onderbroken is
•of de zekering F2
5x20 T2,5A
op de E140-kaart niet
onderbroken is
•of de aansluiting op het 230V~ net goed is
of de connector J1 goed op de E140-kaart gestoken is
Als het alarm aanhoudt, de E140-kaart vervangen.
Als het alarm aanhoudt moet de transformator
worden vervangen.
3
3 GEFORC. OPENING
Er wordt een poging gedaan
de deur geforceerd te openen
Deze signalering verschijnt alleen als
ANTI-INTRUDER is ingesteld op STANDARD
3
7
4 BATT. LEEG De batterij is leeg:
bij overgang van
netspanning naar batterij
wordt de verplaatsing
in noodgevallen niet
gewaarborgd
Als het alarm langer dan een uur aanhoudt, moet
worden gecontroleerd:
•de verbindingen met de batterij
•de werking van de batterijen
Als het alarm aanhoudt, de batterijkaart
vervangen.
Als het alarm aanhoudt, de batterijen vervangen
4
BESCHRIJVING
OORZAAK OPMERKINGEN ACTIES
LED
6 EMERG2 ACTIEF Deze signalering verschijnt telkens wanneer
het noodcontact EMERG2 actief is; als voor
deze ingang de functie WITH MEMORY is
geselecteerd, blijft de signalering ook nadat
het contact niet meer actief is
Als de functie WITH MEMORY geselecteerd
is voor de ingang EMERG2, is een RESET
nodig nadat het contact hersteld is, om de
signalering te laten verdwijnen
3
4
7 EMERG1 ACTIEF Noodingang 1 actief Deze signalering verschijnt telkens als het
noodcontact EMERG1 actief is; als voor
deze ingang de functie WITH MEMORY is
geselecteerd, houdt de signalering ook aan
wanneer het contact niet meer actief is.
Als de functie WITH MEMORY geselecteerd
is voor de ingang EMERG1, is een RESET
nodig nadat het contact hersteld is, om de
signalering te laten verdwijnen
3
4
7
8 OBSTAKEL OPEN Er is driemaal achtereen
een obstakel gedetecteerd
tijdens opening
Deze signalering verschijnt alleen als de
functie OBSTACLE DETECTION - OPENING ->NO
STANDARD is geselecteerd
Verwijder het obstakel en verricht een RESET
voor herstel van de werking
8
9 OBSTAKEL SLUITEN Er is driemaal achtereen
een obstakel gedetecteerd
tijdens sluiting
Deze signalering verschijnt alleen als de
functie OBSTACLE DETECTION - CLOSING->NO
STANDARD geselecteerd is
Verwijder het obstakel en verricht een RESET
voor herstel van de werking
7
8
10
De motorblokkering is
geblokkeerd in gesloten positie
Deze signalering verschijnt alleen als de
motorblokkering
geïnstalleerd is:
•zonder surveillance: de deur doet 3
pogingen tot ont
motorblokkering
en stopt
vervolgens in een conditie die alleen verlaten
kan worden via een RESET of met de knop
voor noodont
motorblokkering
•met surveillance: de deur stopt onmiddellijk
in een conditie die alleen verlaten kan
worden via een RESET of met de knop voor
noodont
motorblokkering
Controleer:
•de verbindingen van de
motorblokkering
•of de grendel goed werkt
•of het eventuele surveillancebouwpakket
van de grendel goed gemonteerd en
aangesloten is
Als het alarm ook na de RESET aanhoudt,
moet de grendelkaart en/of de
motorblokkering
worden vervangen
3
8
11 De
motorblokkering
sluit niet Deze signalering verschijnt alleen als
het SURVEILLANCE BOUWPAKKET op
MOTORBLOKKERING geïnstalleerd en
geprogrammeerd is
Controleer:
•of de
motorblokkering
kaart goed geplaatst is
•de verbindingen van de
motorblokkering
•of de
motorblokkering
goed functioneert
•of het surveillancebouwpakket van de
motorblokkering
goed gemonteerd en aangesloten is
3
7
8
12 De voedingsspanning van
de motor is niet correct
Controleer:
•of de connector J1 goed op de kaart E140
4
8
Noodingang 2 actief
65
NEDERLANDS
14 Fotocel 1 defect Deze signalering verschijnt alleen als de
functie FAIL-SAFE actief is en er minstens 1
fotocel geconfigureerd is
Controleer:
•of fotocel 1 goed wordt gevoed
•de verbindingen van fotocel 1
•of fotocel 1 niet beschadigd is en goed
functioneert
3
4
8
15 De uitvoering van de SETUP
wordt belet
Nadat het obstakel is verwijderd start de SETUP
automatisch
Controleer of:
•de ingestelde bedrijfsfunctie niet
HANDBEDIENING, NACHT is
•er geen werking op batterij is
•de fotocellen niet verduisterd zijn
•er geen enkele noodingang actief is
•de voedingsspanning van de motor niet is
uitgeschakeld
3
4
7
8
22 De SETUP-procedure kan
niet worden voltooid omdat
er een te grote wrijving of
te hoog gewicht van de
vleugels is waargenomen
Met deze signalering op het display van de
kaart E140 verschijnt er een foutmelding en
wordt de deur geblokkeerd
•koppel de voeding af of stel bedrijfsfunctie
HANDBEDIENING in, waarna met de hand de
juiste werking van de vleugels moet worden
gecontroleerd
•controleer het gewicht van de vleugels
24 Er is een storing
geconstateerd op de motor
tijdens de werking
Met deze signalering op het display van de
kaart E140 verschijnt er een foutmelding en
wordt de deur geblokkeerd
Controleer:
•of de connector J13 goed is ingestoken
•de motor goed functioneert
Als het alarm aanhoudt, de E140-kaart
vervangen.
Als het alarm aanhoudt, de motor vervangen.
2
8
25
E140-kaart defect
Vervang de E140-kaart
2
7
8
Alle leds van de
bedrijfsfuncties
knipperen
Geen communicatie tussen
SD-Keeper en E140-kaart
Controleer of:
•de verbinding niet langer is dan 50m
•elke kabel die voor de verbinding gebruikt
wordt een doorsnede van minstens 0,5mm
2
Als het alarm aanhoudt, de SD-Keeper
vervangen.
Als het alarm aanhoudt, de E140-kaart
vervangen.
2
3
4
13 Fotocel 2 defect Deze signalering verschijnt alleen als
de functie FAIL-SAFE actief is en er 2
fotocellen geconfigureerd zijn
Controleer:
•of fotocel 2 goed wordt gevoed
•de verbindingen van fotocel 2
•of fotocel 2 niet beschadigd is en goed
functioneert
4
7
8
23
Voeding accessoires
+24 Vdc defect
Met deze signalering op het display van de
kaart E140 verschijnt er een foutmelding en
wordt de deur geblokkeerd.
Controleer :
de aansluitingen en eventuele
kortsluitingen
66
NEDERLANDS
A
B
C
D
E
F
G
H
SD-KEEPER uit •er is geen netspanning, de E140-kaart werkt op batterijen met de bedrijfsfunctie NACHT en is in de
status energiebesparing
•de verbinding met de E140-kaart is verbroekn: controleer de verbindingskabels en de bedrading van
de SD-Keeper met de E140-kaart
•de E140-kaart werkt niet correct: vervang de E140-kaart
OPSPOREN VAN STORINGEN
Hier volgt een hulp bij het opsporen en oplossen van bijzonder
condities.
Alle leds
uit
•controleer of zekering 5x20 T2,5A in de voedingsunit niet onderbroken is
•controleer of de connector J1 goed in de E140-kaart gestoken is
•controleer de verbinding met de voedingsunit
•de E140-kaart werkt niet goed: vervang de E140-kaart
led POWER uit
led 24V= aan
•er is geen netspanning, de E140-kaart werkt op batterijen
•als er netspanning is, zie punt B
de deur GAAT NIET DICHT •de fotocel(len) blijkt (blijken) bezet
•controleer of de geselecteerde werkingsfunctie niet DEUR OPEN is
•controleer of de geselecteerde werkingsfunctie niet HANDBEDIENING is
•controleer de aansluiting van de motor
•controleer of er voedingspanning naar de motor is
de deur GAAT NIET OPEN •controleer of de geselecteerde werkingsfunctie niet HANDBEDIENING is
•controleer of de geselecteerde werkingsfunctie niet NACHT is
•controleer de aansluiting van de motor
•controleer of de motorblokkering niet geblokkeerd is
•controleer of er voedingspanning naar de motor is
de deur SLUIT i.p.v. OPENT en
OMGEKEERD
•keer de positie van dip-switch 4 op de E140-kaart om en voer een SETUP uits
deur beweegt alleen met kleine
beetjes
•controleer of de connector J17 van de encoder goed is ingestoken
•controleer of de encoder niet beschadigd is
•controleer of de flat-cable van de encoder niet beschadigd is
de deur voert de bewegingen heel
langzaam uit
•controleer met SD-Keeper+Display of de gewenste snelheidsniveaus geselecteerd zijn
•controleer met SD-Keeper+Display of de gewenste vertragingsruimten geselecteerd zijn
CONDITIE SUGGESTIE
67
LOCK
J6 E140
2x0.5 mm
2
max 50m
-
SD-KEEPER
+
SD-KEEPER
A140 AIR
/
1
2
3
4
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
18
20
22
24
25
n. err.
Led
= ON
= OFF
25
2422201815141312111098764321/
SDK-LIGHT
NEDERLANDS
De SDK-Light wordt gebruikt om de bedrijfsfuncties van automatische schuif- of vleugelpoorten van FAAC te kiezen, en de status ervan weer te
geven. De actieve led komt overeen met de geselecteerde bedrijfsfunctie.
Het is zeer belangrijk dat de polariteit in acht
wordt genomen zoals aangegeven in figuur
DIAGNOSTIEK
In geval van alarm wordt de normale weergaven van de functie 5 sec. onderbroken door een combinatie van knipperende leds om de storing
aan te geven, zie de tabellen hieronder.
zie voor de beschrijving van de fouten uitsluitend het nummer dat in de eerste regel is
aangegeven, en raadpleeg de instructies van de gebruikte automatische poort.
VOLLEDIG AUTOMATISCH
TWEE RICHTINGEN
POORT OPEN
VOLLEDIG AUTOMATISCH ÉÉN
RICHTING
GEDEELTELIJK AUTOMATISCH TWEE
RICHTINGEN
NACHT
HANDMATIG
68
SETUP
+ 5 sec,
LOCK / UNLOCK
+ 5 sec,
RESET
+
NEDERLANDS
SPECIALE FUNCTIES
Set-up
Set-up is de initialisatiefunctie van de deur gedurende welke het
zelf-leren van de parameters plaatsvindt.
De activering geschiedt door de toetsen en tegelijkertijd
gedurende 5 sec. in te drukken.
Reset
Reset is de functie voor het herstel van de normale bedrijfsconditie, na
signalering van enkele types alarmen.
De activering geschiedt door tegelijkertijd op de toetsen en
te drukken.
Lock
Wanneer de functie Lock geactiveerd wordt, wordt de werking van de SD-Keeper
onderdrukt.
De activering en deactivering geschiedt door tegelijkertijd de toetsen en
gedurende 5 seconden ingedrukt te houden.
SEDE - HEADQUARTERS
FAAC S.p.A.
Via Calari, 10
40069 Zola Predosa (BO) - ITALY
Tel. +39 051 61724 - Fax +39 051 758518
www.faac.it - www.faacgroup.com
ASSISTENZA IN ITALIA
SEDE
tel. +39 051 6172501
www.faac.it/ita/assistenza
MILANO
tel +39 02 66011163
filiale.milano@faacgroup.com
PADOVA
tel +39 049 8700541
filiale.padova@faacgroup.com
ROMA
tel +39 06 41206137
filiale.roma@faacgroup.com
TORINO
tel +39 011 6813997
filiale.torino@faacgroup.com
FIRENZE
tel. +39 055 301194
filiale.firenze@faacgroup.com
SUBSIDIARIES
AUSTRIA
FAAC GMBH
Salzburg, Austria
tel. +43 662 8533950
www.faac.at
FAAC TUBULAR MOTORS
tel. +49 30 56796645
faactm.info@faacgroup.com
www.faac.at
GERMANY
FAAC GMBH
Freilassing, Germany
tel. +49 8654 49810
www.faac.de
FAAC TUBULAR MOTORS
tel. +49 30 5679 6645
faactm.info@faacgroup.com
www.faac.de
BENELUX
FAAC BENELUX NV/SA
Brugge, Belgium
tel. +32 50 320202
www.faacbenelux.com
FAAC TUBULAR MOTORS
Schaapweg 30
NL-6063 BA Vlodrop, Netherlands
tel. +31 475 406014
faactm.info@faacgroup.com
www.faacbenelux.com
AUSTRALIA
FAAC AUSTRALIA PTY LTD
Homebush – Sydney, Australia
tel. +61 2 87565644
www.faac.com.au
INDIA
FAAC INDIA PVT. LTD
Noida – Delhi, India
tel. +91 120 3934100/4199
www.faacindia.com
SWITZERLAND
FAAC AG
Altdorf, Switzerland
tel. +41 41 8713440
www.faac.ch
CHINA
FAAC SHANGHAI
Shanghai, China
tel. +86 21 68182970
www.faacgroup.cn
NORDIC REGIONS
FAAC NORDIC AB
Perstorp, Sweden
tel. +46 435 779500
www.faac.se
POLAND
FAAC POLSKA SP.ZO.O
Warszawa, Poland
tel. +48 22 8141422
www.faac.pl
UNITED KINGDOM
FAAC UK LTD.
Basingstoke - Hampshire, UK
tel. +44 1256 318100
www.faac.co.uk
SPAIN
F.A.A.C. SA
San Sebastián de los Reyes.
Madrid, Spain
tel. +34 91 6613112
www.faac.es
RUSSIA
Faac RUSSIA
Moscow, Russia
www.faac.ru
FRANCE
FAAC FRANCE
Saint Priest - Lyon, France
tel. +33 4 72218700
www.faac.fr
FAAC FRANCE - AGENCE PARIS
Massy - Paris, France
tel. +33 1 69191620
www.faac.fr
FAAC FRANCE - DEPARTEMENT VOLETS
Saint Denis de Pile - Bordeaux, France
tel. +33 5 57551890
fax +33 5 57742970
www.faac.fr
U.S.A.
FAAC INTERNATIONAL INC
Jacksonville, FL - U.S.A.
tel. +1 904 4488952
www.faacusa.com
FAAC INTERNATIONAL INC
Fullerton, California - U.S.A.
tel. +1 714 446 9800
www.faacusa.com
MIDDLE EAST
FAAC MIDDLE EAST BRANCH
Dubai Airport Free Zone - Dubai, UAE
tel. +971 42146733
www.faac.ae
732710 - Rev.A
55


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for FAAC A140 AIR T at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of FAAC A140 AIR T in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 17,62 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info