560711
7
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/52
Next page
A100
A100
1
NEDERLANDS
CE VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES
(RICHTLIJN 2006/42/EG)
Fabrikant: FAAC S.p.A.
Adres: Via Benini, 1 - 40069 Zola Predosa BOLOGNA - ITALIË
Verklaart dat: Het automatisch systeem mod. A100 COMPACT
is vervaardigd om te worden ingebouwd in een machine of om te worden geassembleerd met andere
machines, om een machine te vormen in de zin van Richtlijn 2006/42/EG;
voldoet aan de fundamentele veiligheidsvereisten van de volgende andere EEG-richtlijnen:
2006/95/EG Laagspanningsrichtijn.
2004/108/EG richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit
en verklaart daarnaast dat het niet is toegestaan het apparaat in bedrijf te stellen tot de machine waarin
het wordt ingebouwd of waar het een onderdeel van zal worden, is geïdentificeerd, en conform de vereisten
van Richtlijn 2006/42/EEG en daaropvolgende wijzigingen.
Bologna, 01-01-2009
De Algemeen Directeur
A. Marcellan
Lees de instructies aandachtig door alvorens te beginnen met de installatie van het product.
Alle waarden in deze handleiding zijn uitgedrukt in millimeter.
2
NEDERLANDS
AUTOMATISCHE DEUR A100 COMPACT
1 BESCHRIJVING
Met de systemen FAAC serie A100 COMPACT kunnen schuifdeuren
met één of twee vleugels automatisch worden ingeschakeld, en
kan de werking ervan worden beheerd en ingesteld.
De automatische systemen van FAAC serie A100 COMPACT
worden geleverd als geassembleerd geheel, compleet met
kabels en getest in de configuratie die de klant in het speciale
bestelformulier heeft verzocht, of als een kit die door de
installateur moet worden geassembleerd.
Een dwarsbalk met het automatisch systeem (fig. 1) bestaat uit
de volgende onderdelen:
Steunprofiel (fig.1 ref. )
Dit is het profiel dat wordt gebruikt wanneer de balk aan een
dragende structuur kan worden bevestigd.
Motorgroep (fig. 1 ref. )
De gelijkstroommotor is voorzien van een encoder en een
systeem voor de vergrendeling van de deuren (accessoire).
Besturingseenheid (fig. 1 ref. )
De besturingseenheid met een microprocessor voert, zodra
de eenheid wordt gevoed, een procedure uit waarmee de
werkingparameters van de deur worden ingesteld.
Voedingsgroep (fig. 1 ref. )
De voedingsgroep, die rechtstreeks op de besturingseenheid
is aangesloten, levert de spanning die noodzakelijk is voor een
correcte voeding van het automatisch systeem.
Loopwagens vleugel (fig.1 ref. )
De loopwagens zijn voorzien van twee wielen met kogellagers,
een geleidewiel bovenin, en een systeem met een stelschroef
om de hoogte van de vleugels af te stellen.
Aandrijfriem (fig. 1 ref. )
Transmissieschijfgroep (fig. 1 ref. )
1.1 BIJ DE DWARSBALK GELEVERDE ACCESSOIRES
Dit zijn artikelen die op de dwarsbalk worden gemonteerd.
Afsluitkap (fig. 1 ref. )
Dit is een aluminium profiel waarmee het automatisch systeem
wordt afgesloten. De zijplaatjes (fig. 1 ref. ) sluiten het systeem
helemaal af.
Motorblokkering (fig. 1 ref. )
De motorblokkering garandeert dat de gesloten deur mechanisch
vergrendeld wordt. De motorblokkering is hetzelfde voor
uitvoeringen met een of twee vleugels
De motorblokkering wordt geleverd met een intern
ontgrendelmechanisme (fig. 1 ref. ) waarmee de deur in geval
van nood kan worden geopend; daarnaast is er een vooruitrusting
voor de eventuele installatie van een externe ontgrendeling
(optioneel). De motorblokkering werkt rechtstreeks op de motor
door hem mechanisch te blokkeren.
Monitoring motorblokkering
Deze voorziening controleert of de motorblokkering goed werkt,en
gaat na of de deur daadwerkelijk gesloten is. In geval van nood
heeft het systeem de mogelijkheid op afstand een akoestisch
of lichtsignaal te activeren.
Noodbatterijen (fig. 1 ref. )
Als de netspanning wegvalt, maakt de batterijen-kit het mogelijk
dat het automatisch systeem blijft werken zo lang als de lading
dit toestaat. Een controle-eenheid test constant de toestand
van de batterijen.
fig. 1
3
115V/230V~
RX
TX
ቧቨ
NEDERLANDS
MODEL A100 COMPACT A100 COMPACT 2
N° vleugels 1 2
Max. gewicht van de vleugel 110 Kg 70 + 70 Kg
Doorgang (Vp) 700 ÷ 3000 mm 800 ÷ 3000 mm
Max. dikte vleugel met frame 60 mm
Gebruiksfrequentie 100 %
Beschermingsgraad IP 23 (intern gebruik)
Omgevingstemperatuur -20°C ÷ +55°C
Voeding 115V/230 V~ 50/60 Hz
Max. opgenomen vermogen 100 W
Lengte dwarsbalk Vp x 2 +100 mm
Aandrijfeenheid 24 Vdc met encoder
Instelling openingssnelheid (onbelast) 5 ÷ 70 cm/sec. 10 ÷ 140 cm/sec.
Instelling sluitingssnelheid (onbelast) 5 ÷ 70 cm/sec. 10 ÷ 140 cm/sec.
Instelling gedeeltelijke opening 10% ÷ 90% van de totale opening
Instelling pauzetijd 0 ÷ 30 sec.
Instelling pauzetijd ‘s nachts 0 ÷ 240 sec.
Instelling statische kracht automatisch
Beknellingsbeveiliging actief bij het openen/sluiten
Fail-safe op fotocellen Ja (kan worden ingeschakeld door programmering)
2 ELEKTRICITEITSAANSLUITINGEN
3 TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN
Plaats de elektriciteitskabels voor de aansluiting van accessoires
en de elektrische voeding zoals in fig. 2.
BESCHRIJVING KABELS
Externe radar 4x0.25mm²
Interne radar 4x0.25mm²
Zender fotocel 2x0.25mm²
Ontvanger fotocel 3x0.25mm²
SD-Keeper / SDK-Light 2x0.5mm² max 50 m
Sleutelschakelaar
blokkering SD-Keeper /
SDK-Light (toekomstige accessoire)
2x0.5mm²
Bedieningsknoppen
Emerg/Key/Reset
2x0.5mm²
Voeding
115/230V
~
2x1.5mm² + aarde
1.2 ACCESSOIRES VOOR AFSLUITING
Om het afsluitprofiel beter aan de loopwagens aan te kunnen passen, en om de installatie correct te kunnen afwerken, stelt
FAAC standaard de volgende artikelen ter beschikking:
Paar glijschoenen (fig. 12-13 ref. )
Deze worden per paar geleverd, ze kunnen aan de wand (of aan de vaste vleugel) of rechtstreeks op de vloer worden
bevestigd.
Onderste railprofiel (fig. 12-13 ref. )
Hiermee kan het onderste profiel van de vleugel aan de hierboven genoemde glijschoen worden aangepast.
Borstel voor onderste railprofiel (fig. 12-13 ref. )
Deze maakt de vloerrail compleet.
Bevestigingsprofiel vleugel (fig. 10 ref. )
Hiermee kan het bovenste profiel van de vleugel aan de bevestigingen van de loopwagens worden aangepast.
Paar glijschoenen onderkant glazen vleugel
Zorgen ervoor dat glazen vleugels kunnen schuiven.
4 CONFIGURATIE VAN DE DWARSBALK
Zie de waarden in de figuren 5, 6 en 7 om de verschillende
onderdelen van de dwarsbalk op de juiste plaats te zetten.
fig. 2
4
NEDERLANDS
LEGENDA PROFIELEN
STEUNPROFIEL
PROFIEL AFSLUITKAP
BEVESTIGINGSPROFIEL VLEUGEL
PROFIEL RAIL ONDERKANT
KLEM VOOR GLAZEN VLEUGEL
GLIJSCHOEN ONDERKANT VOOR GLAZEN VLEUGEL
BESCHERMINGSMANTEL KABELGOOT
5
A100 COMPACT
2
100
150
LH max. 2500
6 20
HA
24 ± 7,5
15
43.6
24
NEDERLANDS
HA = (LH + 3) ± 7,5mm
HA = Hoogte van de vleugel
LH = hoogte vanaf de vloer tot
aan onderste afdekkap
De berekening van de hoogte van
de vleugel betreft de glijschoen met
scharnier. Als er een vaste glijschoen
wordt gebruikt, zie dan de specifieke
instructies.
fig. 3
6
LH (max 2500)
17
150
24
43.6
24 ± 7.5
58
HA
21
25.8
22
4.5
12
4.5
10
100
10.5
NEDERLANDS
HA = (LH - 18,5) ± 7,5mm
HA = Hoogte van de vleugel
LH = hoogte vanaf de vloer tot
aan onderste afdekkap
A100 COMPACT glazen vleugel
fig. 4
7
CI
85
Lt
Vp
B
NEDERLANDS
Lt = Vp X 2 + 100
Motor Bedieningskaart
voedingsinrichting
transmissieschijf
A100 COMPACT Enkele Vleugel Rechts Openend
B =
Afstand bevestiging loopwagens op de schuivende vleugel
C = Waarde positie motor
D = Lengte transmissieriem
I = Asafstand motor / transmissiegroep
Lt = Lengte dwarsbalk
Vp = Vrije doorgang
100 = mm overlap tussen de vleugels (zie par. 1.1B)
Vp Lt B C D I
700 1500 459 472 1892 875
800 1700 559 572 2092 975
900 1900 659 672 2292 1075
1000 2100 759 772 2492 1175
1100 2300 859 872 2692 1275
1200 2500 959 972 2892 1375
1300 2700 1059 1072 3092 1475
1400 2900 1159 1172 3292 1575
1500 3100 1259 1272 3492 1675
1600 3300 1359 1372 3692 1775
1700 3500 1459 1472 3892 1875
1800 3700 1559 1572 4092 1975
1900 3900 1659 1672 4292 2075
2000 4100 1759 1772 4492 2175
2100 4300 1859 1872 4692 2275
2200 4500 1959 1972 4892 2375
2300 4700 2059 2072 5092 2475
2400 4900 2159 2172 5292 2575
2500 5100 2259 2272 5492 2675
2600 5300 2359 2372 5692 2775
2700 5500 2459 2472 5892 2875
2800 5700 2559 2572 6092 2975
2900 5900 2659 2672 6292 3075
3000 6100 2759 2772 6492 3175
fig. 5
8
CI
85
Lt
Vp
B
NEDERLANDS
A100 COMPACT Enkele Vleugel Links Openend
Lt = Vp X 2 + 100
B =
Afstand bevestiging loopwagens op de schuivende vleugel
C = Waarde positie motor
D = Lengte transmissieriem
I = Asafstand motor / transmissiegroep
Lt = Lengte dwarsbalk
Vp = Vrije doorgang
100 = mm overlap tussen de vleugels (zie par. 1.1B)
Vp Lt B C D I
700 1500 459 472 1892 875
800 1700 559 572 2092 975
900 1900 659 672 2292 1075
1000 2100 759 772 2492 1175
1100 2300 859 872 2692 1275
1200 2500 959 972 2892 1375
1300 2700 1059 1072 3092 1475
1400 2900 1159 1172 3292 1575
1500 3100 1259 1272 3492 1675
1600 3300 1359 1372 3692 1775
1700 3500 1459 1472 3892 1875
1800 3700 1559 1572 4092 1975
1900 3900 1659 1672 4292 2075
2000 4100 1759 1772 4492 2175
2100 4300 1859 1872 4692 2275
2200 4500 1959 1972 4892 2375
2300 4700 2059 2072 5092 2475
2400 4900 2159 2172 5292 2575
2500 5100 2259 2272 5492 2675
2600 5300 2359 2372 5692 2775
2700 5500 2459 2472 5892 2875
2800 5700 2559 2572 6092 2975
2900 5900 2659 2672 6292 3075
3000 6100 2759 2772 6492 3175
fig. 6
Motor Bedieningskaart
voedingsinrichting
transmissieschijf
9
C
I
85
Lt
Vp
B
85
3131
B
NEDERLANDS
A100 COMPACT Dubbele vleugel
Lt = Vp X 2 + 100
B =
Afstand bevestiging loopwagens op de schuivende vleugel
C = Waarde positie motor
D = Lengte transmissieriem
I = Asafstand motor / transmissiegroep
Lt = Lengte dwarsbalk
Vp = Vrije doorgang
100 = mm overlap tussen de vleugels (zie par. 1.1B)
Vp Lt B C D I
800 1700 210 165 2742 1300
900 1900 260 215 2942 1400
1000 2100 310 265 3142 1500
1100 2300 360 315 3342 1600
1200 2500 410 365 3542 1700
1300 2700 460 415 3742 1800
1400 2900 510 465 3942 1900
1500 3100 560 515 4142 2000
1600 3300 610 565 4342 2100
1700 3500 660 615 4542 2200
1800 3700 710 665 4742 2300
1900 3900 760 715 4942 2400
2000 4100 810 765 5142 2500
2100 4300 860 815 5342 2600
2200 4500 910 865 5542 2700
2300 4700 960 915 5742 2800
2400 4900 1010 965 5942 2900
2500 5100 1060 1015 6142 3000
2600 5300 1110 1065 6342 3100
2700 5500 1160 1115 6542 3200
2800 5700 1210 1165 6742 3300
2900 5900 1260 1215 6942 3400
3000 6100 1310 1265 7142 3500
fig. 7
Motor Bedieningskaart
voedingsinrichting
transmissieschijf
10
200200
37,5 37,5
37,5
38
NEDERLANDS
1A GEREEDMAKEN VAN HET STEUNPROFIEL
Het steunprofiel wordt gebruikt om het automatisch systeem te
bevestigen aan een dragende metalen of gemetselde structuur
zonder ernstige vervormingen.
Leg de dwarsbalk op de grond en trek de kabels van de
valbescherming uit de afdekkap (fig. 26 ref. ), en demonteer
de kap zelf. Haal eventueel ook die onderdelen uit het profiel (bijv.
motor, loopwagens, transmissieschijf) die tijdens de bevestiging
aan de wand tot last kunnen zijn, door de moeren van de plaatjes
te verwijderen.
Om de verwijderde onderdelen vervolgens weer op hun plek te
zetten, zie fig. 5-6-7.
A. INSTALLATIE GEASSEMBEERD AUTOMATISCH SYSTEEM
1.1A STEUNPROFIEL - BEVESTIGING AAN DE WAND
Bepaal precies de hoogte van het steunprofiel op grond van de
afmetingen in fig. 3, en voor glazen deuren fig. 4.
De dwarsbalk moet evenwijdig aan de vloer
worden gemonteerd.
Bevestig het steunprofiel eerst met het ene uiteinde op een
verticaal gat, en het andere op een horizontaal gat (met
schroeven M8 en speciale, niet bijgeleverde pluggen), en
zorg dat hij evenwijdig aan de vloer loopt. Maak de balk in het
midden vast, door het steunprofiel met kracht op te tillen om
de drie bevestigingpunten op één lijn te brengen. Ga verder
met de resterende bevestigingen, en wissel daarbij verticale
bevestigingen af met horizontale (fig. 8).
2A GEREEDMAKEN VAN DE VLEUGELS
Maak de vleugels gereed zoals hieronder beschreven.
Bevestig het reeds op maat gezaagde bevestigingsprofiel
aan de vleugel, en zet hem met geschikte schroeven vast
op de bovenkant (fig. 9).
Zet met behulp van de bijgeleverde platen en schroeven
twee loopwagens op iedere vleugel, zoals in fig. 10.
Bevestig de loopwagens op de vleugels, volgens de
waarden in fig. 7 voor de dubbele vleugels, en fig. 5-6
voor de enkele vleugel. Draai de borgschroeven van de
loopwagens vast.
Zaag het profiel van de onderste rail op dezelfde lengte als
de vleugel, en zet hem met geschikte schroeven aan de
onderkant vast (fig. 11).
Zet, indien voorzien, de borstel in de speciale houder in het
schuifprofiel fig. 11 rif. .
1.
2.
3.
4.
5.
fig. 8
fig. 9
fig. 11
fig. 10
11
NEDERLANDS
Met de loopwagens kunnen de vleugels ± 7,5 mm in de
hoogte worden afgesteld. Handel als volgt om de hoogte af
te stellen:
Draai de twee cilinderkopschroeven fig. 15 ref. iets losser.
Draai de schroef (fig.16) met de wijzers van de klok mee om de
vleugels op te lichten, en tegen de wijzers van de klok in om ze
te laten zakken.
Zet de twee eerder losgedraaide cilinderkopschroeven weer
vast.
4.1A IN DE HOOGTE AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
4A AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
Monteer de vleugels, zodra ze gereed zijn, op het steunprofiel.
De loopwagens zijn voorzien van twee normale wieltjes (fig. 15
ref. ) en een geleidewiel (fig. 15 rif. ).
Daarnaast zitten er op het onderstel van de loopwagens twee
gaten, waarmee de diepte van de vleugel kan worden afgesteld
(fig. 15 ref. ).
4.2A IN DE DIEPTE AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
Draai, om de vleugels in de diepte af te stellen, de schroeven los
zoals aangegeven in fig. 17.
Zet de vleugel op het gat van de loopwagens op de gewenste
plaats, en draai de schroeven vast
.
Controleer of de vleugels evenwijdig lopen aan het
steunprofiel.
3A INSTALLATIE GLIJSCHOENEN ONDERKANT
De glijschoenen aan de onderkant kunnen aan de wand (of aan
de vaste vleugel), of aan de vloer worden bevestigd.
Zet de glijschoenen in elkaar volgens de waarden in figuur 12 en 13
Bevestiging aan de wand (of aan de vaste vleugel):
Bevestig de glijschoenen met geschikte schroeven zoals
aangegeven in fig. 14 ref .
Bevestiging op de vloer
Bevestig de glijschoenen met geschikte schroeven en pluggen
rechtstreeks op de vloer, zoals aangegeven in fig. 14 ref. .
fig. 14
fig. 13
fig. 12
fig. 15
fig. 17
fig. 16
12
NEDERLANDS
4.3A AFSTELLEN VAN HET GELEIDEWIEL
De loopwagens zijn voorzien van een geleidewiel dat verhindert
dat de loopwagen uit de rail loopt.
Het wiel moet op zo worden afgesteld dat het niet op
het steunprofiel drukt, om te voorkomen dat er meer
wrijving ontstaat.
Handel als volgt om het geleidewiel af te stellen.
Draai de twee cilindrische schroeven los (fig. 18 ref. ).
Stel de wielsteun zo in de hoogte af dat het wiel zo dicht
mogelijk bij het basisprofiel komt zonder het te raken (fig.
18 ref. ).
Draai zodra de hoogte is afgesteld de twee cilindrische
schroeven vast (fig. 18 ref. ).
Gebruik eventueel een afstandhouder van ongeveer 0,5 mm
om tussen het wiel en het hoofdprofiel te zetten, en verwijder
hem weer als het afstellen is beëindigd.
Beweeg de vleugels met de hand, en controleer of het
geleidewiel vrij kan draaien, en nergens tegenaan schuurt.
6 REGOLAZIONE ARRESTI MECCANICI 5A
AFSTELLEN MECHANISCHE AANSLAGEN VOOR HET OPENEN
De automatische deur wordt geleverd met de mechanische
aanslagen voor het openen al op het steunprofiel gemonteerd.
Controleer of wanneer de vleugels open gaan, de loopwagens
tegen de mechanische aanslagen komen. Als ze moeten
worden bijgesteld, handel dan als volgt:
Draai de borgschroeven van de mechanische aanslagen
(fig. 19 ref. ) los en schuif ze naar het uiteinde van het
steunprofiel.
Zet de vleugel of vleugels in de open positie (fig. 20), schuif de
mechanische aanslag naar de loopwagen tot hij er tegenaan
komt, en zet de borgmoer weer vast (fig. 20 ref. ).
fig. 18
fig. 20
fig. 19
13
=
=
NEDERLANDS
6A AFSTELLEN MECHANISCHE AANSLAGEN VOOR HET
SLUITEN (DUBBELE VLEUGELS)
De automatische deur wordt geleverd met de mechanische
aanslagen voor het sluiten gemonteerd op het middelpunt van
het steunprofiel. Als het middelpunt van de deur moet worden
bijgesteld, handel dan als volgt:
Controleer of de mechanische aanslagen midden op het
profiel zitten.
Zet de vleugel of vleugels in de gesloten stand.
Draai de bevestigingsschroeven van de loopwagens los,
(fig. 21 ref. ).
Schuif de loopwagen naar de aanslag tot hij er tegenaan
komt.
Draai de bevestigingsschroeven van de loopwagens weer
vast.
6.1A AFSTELLEN MECHANISCHE AANSLAGEN VOOR HET
SLUITEN (ENKELE VLEUGEL)
De automatische deur wordt geleverd met de mechanische
aanslagen voor het sluiten gemonteerd op het steunprofiel.
Controleer of wanneer de vleugels dichtgaan, de loopwagens
tegen de mechanische aanslagen komen. Als ze moeten
worden bijgesteld, handel dan zoals aangegeven voor de
mechanische aanslagen voor het openen (hst. 5A).
fig. 21
14
NEDERLANDS
7A AFSTELLEN BEVESTIGING RIEM AAN LOOPWAGENS
Het automatisch systeem wordt geleverd met de riem reeds
aan de loopwagens bevestigd door middel van bevestigingen
(fig. 22 ref. ). In het algemeen hoeft deze bevestiging niet
te worden gewijzigd, maar als hij wel moet worden bijgesteld,
handel dan als volgt:
Zet het automatisch systeem in de gesloten stand.
Draai aan de twee paar schroeven (fig. 22 ref. en ) van
iedere loopwagen om hem naar wens af te stellen.
Zet de schroeven vast (fig. 22 ref. en ).
Controleer of de aanslag voor het sluiten tussen de twee
vleugels op het middelpunt van het steunprofiel zit, en of de
vleugels helemaal open en dicht kunnen.
Doorgang
Doorgang Doorgang
Enkele vleugel links openend Enkele vleugel rechts openend
fig. 22
15
NEDERLANDS
8A AFSTELLEN RIEMSPANNING
Controleer of de riem niet te los of te strak gespannen is.
Handel als volgt om de riem goed te spannen:
Draai de moer los (fig. 23 ref. ).
Draai aan de moer en de bout (fig. 23 ref. ) om de riem
strakker of losser te zetten.
Draai na de riemspanning te hebben afgesteld de moer
vast (fig. 23 ref. ).
Controleer of de kabeltjes van de valbeveiliging aanwezig zijn,
en bevestig ze eventueel op de uiteinden van het steunprofiel,
door het uiteinde van het grootste uiteinde van het kabeltje in
de speciale sleuf te zetten (fig. 24 ref. ).
Controleer of er op de buitenrand van het steunprofiel 3
trillingdempende afstandhouders (fig. 24 ref. ) zitten, en zet ze
er eventueel op, op de uiteinden en in het midden (bij profielen
van meer dan 3 meter).
9A MONTAGE VALBEVEILIGING EN AFSTANDHOUDERS
10A MONTAGE ZIJPLAATJES
Breng de zijplaatjes aan zoals aangegeven in fig. 25 ref. . In de
afbeelding is de montage van het zijplaatje rechts aangegeven,
bij het plaatje links moet op dezelfde wijze worden gehandeld.
Als u de zijplaatjes niet wilt monteren, monteer dan de 3
bevestigingsbeugels voor de afdekkap, twee aan de zijkant en
een in het midden (bij profielen van meer dan 3 meter) zoals
aangegeven in fig. 25 ref. .
fig. 23
fig. 24
fig. 25
16
»
»
²
²
NEDERLANDS
11A MONTAGE AFDEKKAP
Zet de afdekkap op de eerder gemonteerde afstandhouders,
zoals aangegeven in fig. 26 ref. of .
Om de kap open te houden, licht u hem op (fig. 26 ref. ) en
duwt u hem (fig. 26 ref. ) tegen het profiel tot het metalen
uitsteeksel in het profiel vastklemmen..
Bevestig de kabeltjes van de valbeveiliging in de speciale
sleuven in de kap (fig. 26 ref. ).
De afsluitkap wordt vastgezet op de twee zijplaatjes of op de
bevestigingsbeugels (fig. 26 ref. ).
De afdekkap is breeklijnen om aan de verschillende diktes
van de vleugel te kunnen worden aangepast; verwijder het
uitstekende deel door de punten in fig. 26 ref. te breken.
Als er een interne ontgrendeling wordt gebruikt,
moet er in de kap, om hem goed te kunnen sluiten,
een gat worden gemaakt op de plaats van de
ontgrendelknop, zoals aangegeven in paragraaf
16B.
fig. 26
17
A
NEDERLANDS
12A MOTORBLOKKERING
De motorblokkering is een voorziening die garandeert dat
de vleugels geblokkeerd worden wanneer ze dicht zijn. De
motorblokkering wordt, als dit bij de bestelling wordt verzocht,
reeds op het steunprofiel van het automatisch systeem
geïnstalleerd geleverd, inclusief het interne ontgrendelsysteem
met een knop.
Stel de motorblokkering af zoals hieronder aangegeven:
Sluit de vleugels.
Duw het hendeltje met de hand (fig. 27 ref. ) naar de
aandrijfas, en controleer daarbij of hij goed aankoppelt,
zoals in fig. 27 ref. A).
Beweeg het hendeltje in verticale zin (fig. 27 ref. ) en
controleer of er speling zit tussen de aandrijfas en de
motorblokkering.
Als er geen enkele speling is, handel dan als volgt:
•Draai de twee schroeven los (fig. 28 ref. ) waarmee de
riembevestiging op de loopwagen vast zit (op beide loopwagens
in geval van dubbele vleugels).
•Beweeg de riembevestiging zachtjes in horizontale zin tot
het hendeltje vrij kan bewegen; zet de eerder losgedraaide
schroeven weer vast.
Als de motorblokkering op een later moment wordt geïnstalleerd,
zie dan hoofdstuk 13B. Voor de programmering moet het
deel in deze handleiding over de elektronische kaart worden
geraadpleegd.
Beveiligingsplaatje
oplichten
riem
fig. 28
fig. 27
18
·
·
³
³
230/115
NEDERLANDS
13A INWERKINGSTELLING VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM
Controleer met de hand of de vleugels en alle bewegende
delen goed glijden.
Maak / controleer de aansluitingen van de elektriciteitskabels
afkomstig van de voedingseenheid, de motor en van de
accessoires op de bedieningskaart, raadpleeg daarbij de
instructies van de elektronische kaart.
Gebruik de speciale sleuven (fig. 29 ref. en ) om de
draden aan de binnenkant door het steunprofiel te laten
lopen, en zo te vermijden dat ze in contact komen met
bewegende delen.
Stel de draairichting van de motor in op grond van het soort
deur (raadpleeg de instructies van de elektronische kaart).
Steek de voedingsstekker 115V/230V~ in de speciale
aansluiting in de voedingseenheid (fig. 29 ref. ).
Controleer of de schakelaar op de juiste plaat zit
(230V~/115V~) zoals in fig. 29 ref. .
Controleer of alle geïnstalleerde accessoires, en met name
de fotocellen en de sensoren, goed werken.
Zekering
5x20 T2,5A/250V
fig. 29
19
Lt
50 50
Vp
NEDERLANDS
B. ASSEMBLAGE AUTOMATISCH SYSTEEM ALS KIT
1B GEREEDMAKEN VAN HET STEUNPROFIEL
De steunprofielen zijn beschikbaar in twee maten:
4300 mm of 6100 mm.
Zaag het steunprofiel op maat volgens de volgende formule:
LT = Vp x 2 + 100
waarbij:
Lt de lengte van het steunprofiel is
Vp de afmeting van de doorgang is
100 het aantal mm is dat de vleugels elkaar overlappen
(50 + 50)
In dit deel is weergegeven hoe het automatisch systeem als kit moet worden geassembleerd. Het wordt aangeraden om, na de
noodzakelijke profielen gereed te hebben gelegd, de assemblage tegelijk met de installatie uit te voeren.
De accessoires worden aan het steunprofiel bevestigd met
behulp van de bijgeleverde plaatjes. Ze kunnen in de zowel aan
de zijkant als op elk willekeurig punt in de sleuven van het profiel
worden geplaatst (fig. 31).
1.2B BEVESTIGING ONDERDELEN AAN PROFIEL
1.1B BEVESTIGING STEUNPROFIEL AAN DE WAND
Zie hoofdstuk 1.1A over de installatie van het geassembleerd
automatisch systeem.
fig. 30
fig. 31
20
x2
x2
NEDERLANDS
1.3B PLAATSEN VAN DE EINDAANSLAGEN
Zet vier plaatjes aan de uiteinden van het profiel van het
steunprofiel (fig. 32), twee voor de centrale aanslagen en twee
voor die aan de zijkanten.
Monteer de mechanische aanslagen met de bijgeleverde
schroeven, zoals aangegeven in fig. 33.
fig. 32
fig. 33
21
A
B
NEDERLANDS
Doorgang Doorgang
Enkele vleugel links openend
Automatische systemen met dubbele vleugels:
Monteer twee riembevestigingen op de binnenste loopwagens,
en de borstels, zoals aangegeven in fig. 34 ref. A.
Automatische systemen met enkele vleugel:
Monteer de riembevestiging en de borstels zoals aangegeven
in fig. 34 ref. B.
6B MONTAGE RIEMBEVESTIGINGEN EN BORSTELS
2B GEREEDMAKEN VAN DE VLEUGELS
Zie hoofdstuk 2A over de installatie van het geassembleerd
automatisch systeem
3B INSTALLATIE GLIJSCHOENEN ONDERKANT
Zie hoofdstuk 3A over de installatie van het geassembleerd
automatisch systeem.
4B AFSTELLEN VAN DE VLEUGELS
Zie hoofdstuk 4A over de installatie van het geassembleerd
automatisch systeem.
5B AFSTELLEN MECHANISCHE AANSLAGEN
Zie hoofdstukken 5A en 6A over de installatie van het
geassembleerd automatisch systeem.
borstel
borstel
borstels
borstels
Doorgang
fig. 34
Enkele vleugel rechts openend
22
NEDERLANDS
10B INSTALLATIE KABELKLEMMEN
Druk de kabelklemmen in de sleuf van het steunprofiel zoals
aangegeven in fig.35.
12B MONTAGE ZIJPLAATJES EN BEUGELS
Zet voor de montage van de zijplaatjes 8 plaatjes op het steunprofiel
voor de montage van de zijplaatjes en de centrale beugel (voor
profielen groter dan 3 meter) (fig. 36). Zet er 4 aan de kant van het
steunprofiel, en 4 aan de andere kant.
Plaatjes voor
zijplaatjes /
zijbeugels
Plaatjes voor
de centrale
beugel
Als u de zijplaatjes niet wilt monteren, moeten er 3 bevestigingsbeugels
worden gemonteerd, twee aan de zijkant en een in het midden (bij
profielen van meer dan 3 meter), terwijl er in plaats van 3 plaatjes
slecht één erin wordt gezet, zoals aangegeven in fig. 36 ref. .
Bevestig de zijplaatjes en de beugels zoals aangegeven in
hoofdstuk 10A over de installatie van het geassembleerd
automatisch systeem.
Handel zoals beschreven in hoofdstuk 9A over de installatie van
het geassembleerd automatisch systeem.
11B MONTAGE VALBEVEILIGING EN AFSTANDHOUDERS
8B AFSTELLEN RIEMBEVESTIGING
Zie hoofdstuk 7A over de installatie van het geassembleerd
automatisch systeem.
9B AFSTELLEN RIEMSPANNING
Zie hoofdstuk 8A over de installatie van het geassembleerd
automatisch systeem.
fig. 35
fig. 36
23
NEDERLANDS
13B INSTALLATIE MOTORBLOKKERING
Installeer de motorblokkering met de bijgeleverde schroeven,
zoals aangegeven in figuur 37 ref. .
Stel de motorblokkering af zoals beschreven in hoofdstuk 12A over
de installatie van het geassembleerd automatisch systeem.
13.1B AFSTELLEN MOTORBLOKKERING
13.2B INSTALLATIE INTERNE ONTGRENDELKNOP
UITVOERINGEN DUBBELE VLEUGEL:
Als Vp = (800 ÷ 1000) mm wordt aangeraden een
ontgrendelknop tegenover de motor te installeren.
Als Vp = (1000 ÷ 3000) mm wordt aangeraden
een ontgrendelknop aan de kant van de motor te
installeren.
Zet de ontgrendelknop op de zijbeugel zoals aangegeven in
fig. 38, na twee plaatjes in het profiel te hebben gezet (fig. 38
ref. ).
Draai de stelschroef met de bijbehorende borgmoer aan, zoals
aangegeven in fig. 39 ref. .
Trek ongeveer 20 cm van de staalkabel uit de mantel.
Steek de staalkabel in de stelschroef; haal hem door de
ontgrendelvoorziening (fig. 39 ref. ).
Zet de staalkabel vast met de speciale klem en draai de schroef
vast (fig. 39 ref. ).
Zorg dat de zwarte kabelmantel tegen de stelschroef komt (fig. 39
ref. ).
Draai de stelschroef helemaal op de beugel vast.
Blokkeer de knop door eraan te trekken en hem 90° te draaien,
en controleer of hij niet in de oorspronkelijke stand terugschiet
(fig. 39).
Haal de kabel met de mantel door de speciale kabelklemmen
tot hij bij de motorblokkering komt; zorg dat de huls niet wordt
geknikt.
Breng de kabel inclusief mantel naar onderdeel van fig. 40
en knip de rest van de kabel eraf.
Haal de kabel (fig. 40 ref. ) door onderdeel , en zorg dat de
mantel er tegenaan komt (fig. 40 ref. ) .
Steek de kabel in de klem (fig. 40 ref. ).
Trek het onderdeel er tegenaan (door de veren in te drukken)
en draai de schroef van de klem vast, zodat de staalkabel
wordt vastgezet.
Knip de rest van de staalkabel eraf.
Controleer of de aankoppeling van de motorblokkering los is van
de aankoppeling van de aandrijfas (fig. 27 ref. A).
Als de voorziening moet worden afgesteld, draai dan aan de
stelschroef op de beugel van de knop (fig. 39 ref. ).
Ontgrendel de knop door hem 90° te draaien, en controleer of
de ontgrendeling werkt. Controleer ook of, als eraan de knop
wordt getrokken, de microschakelaar voor het openen van de
deur wordt ingeschakeld (fig. 40 ref.
).
Raadpleeg voor de elektriciteitsaansluitingen van de
motorblokkering het deel over de elektronische kaart in deze
handleiding.
Als er een externe ontgrendeling moet worden geïnstalleerd,
gebruik dan speciale sleutelschakelaars. Steek de ontgrendelkabel
in de zitting in de motorblokkering (fig. 40 ref. ).
fig. 37
fig. 39
fig. 40
fig. 38
24
x2
NEDERLANDS
13.3B MONITOR-MICROSCHAKELAAR MOTORBLOKKERING
Met deze accessoire kan de correcte werking van de
motorblokkering worden gecontroleerd en wordt, als hij in de
open stand geblokkeerd blijft, een foutmelding gegeven via de
besturingskaart.
Installeer de monitor-microschakelaar zoals aangegeven in
figuur 40 ref. . Raadpleeg voor de elektriciteitsaansluitingen
en de programmering van de motorblokkering het deel over de
elektronische kaart - accessoires in deze handleiding.
14B MONITORSENSOR
De monitorsensor is een accessoire (magnetische sensor) waar
een relais op kan worden aangesloten door middel van een
speciale connector (fig. 41 ref. ) om de toestand van deur
gesloten/deur niet gesloten te krijgen (bijv. om een alarmsysteem
aan te sluiten).
Handel als volgt om de sensor te installeren:
Schroef de magneet op de loopwagen die het dichtst bij de
sluitingsaanslag zit, vast op het gat met schroefdraad op de
riembevestiging (fig. 41 ref. ).
Monteer de sensor op de beugel (fig. 41 ref. ) met behulp
van de speciale kunststof moeren. Zet een plaatje met
schroefdraad in de sleuven van het steunprofiel, en monteer de
beugel met de speciale schroeven (fig. 41 ref. ); controleer
of met de vleugel gesloten de sensor zich ter hoogte van de
magneet bevindt.
16B MONTAGE AFDEKKAP
Zaag de afdekkap op dezelfde lengte als het
steunprofiel, min 2mm om de bevestiging met de
zijplaatjes te vereenvoudigen.
Als er een motorblokkering is met een bijbehorende ontgrendelknop,
boor dan een gat van minstens 18 mm, en let er daarbij op dat
het gat gecentreerd is t.o.v. de ontgrendelknop.
Neem, om het gat beter te kunnen boren, de lijn in fig. 43 ref.
als referentiepunt .
als er een ontgrendelknop is, moet, om de afdekkap
te openen, deze knop worden gedemonteerd door
de schroef in fig. 38 ref. los te draaien
Handel om de motorblokkering te monteren zoals beschreven
in hoofdstuk 11A over de installatie van het geassembleerd
automatisch systeem
.
15B INSTALLATIE BATTERIJEN-KIT VOOR NOODGEVALLEN
Zet twee plaatjes in het steunprofiel zoals aangegeven in
fig. 42.
Bevestig de batterijhouder met de twee bijgeleverde
schroeven op het steunprofiel.
Raadpleeg voor de aansluiting van de batterijenkaart en
de programmering het deel over de elektronische kaart in
deze handleiding.
17B INWERKINGSTELLING VAN HET AUTOMATISCH SYSTEEM
Controleer met de hand of de vleugels en alle bewegende
delen goed lopen.
Maak / controleer de aansluitingen van de elektriciteitskabels
afkomstig van de voedingseenheid, de motor en van de
accessoires op de bedieningskaart, raadpleeg daarbij de
instructies van de elektronische kaart.
Gebruik de speciale sleuven (fig. 35) om de draden aan
de binnenkant door het steunprofiel te laten lopen, en zo
te vermijden dat ze in contact komen met bewegende
delen.
Stel de draairichting van de motor in op grond van het soort
deur (raadpleeg de instructies van de elektronische kaart).
Steek de voedingsstekker 115V/230V~ in de speciale
aansluiting in de voedingseenheid (fig. 29 ref. ).
Controleer of de schakelaar op de juiste plaats zit
(230V~/115V~) zoals in fig. 29 ref. .
Controleer of alle geïnstalleerde accessoires, en met name
de fotocellen en de sensoren, goed werken.
fig. 43
fig. 42
fig. 41
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
F
MOTORENCODER
J20A
ON
43
1 2
J1
J16
J13
J8
DL8
J6
J4
J5
DL9
DL10
RL1
J17
J20
IC1
SW2
SW4
SW3
SW1
DS1
J7
DL3
DL7
DL1
DL2
DL4
DL5
DL6
J10
J19
BATTERY
POWER
24V
POWER
SUPPLY
XCOM MODULE
USB
2EASY
KEEPER
PHOTOCELLS
LOCK
ACCESSORIES
OPTIONS
LCD MODULE
NEDERLANDS
ELEKTRONISCHE KAART E100
LED AAN UIT
DL1 (I-DET) ingang I-DET gesloten ingang I-DET open
DL2 (E-DET) ingang E-DET gesloten ingang E-DET open
DL3 (KEY) ingang KEY gesloten ingang Key open
DL4 (EM1) ingang EMERG.1 gesloten ingang EMERG.1 open
DL5 (EM2) ingang EMERG.2 gesloten ingang EMERG.2 open
DL6 (PSW1) ingang PSW 1 gesloten ingang PSW 1 open
DL7 (PSW2) ingang PSW 2 gesloten ingang PSW 2 open
DL8 (ERROR) zie tabel hieronder
POWER Netvoeding aanwezig Netvoeding afwezig
24V + 24V aanwezig + 24V afwezig
STATUS LED ERROR BETEKENIS
UIT normale werkconditie
AAN microprocessor kaart E100 defect
KNIPPERT bij het inschakelen
DRUK-KNOP
BETEKENIS
SW1 voert automatische SETUP / RESET uit
SW2 programmeerknop “F”
SW3 programmeerknop “+”
SW4 programmeerknop “-”
DS1 ON OFF
Dip n°1 Paar knopfotocellen n° 1 aanwezig Paar knopfotocellen n° 1 afwezig
Dip n°2 Paar knopfotocellen n° 2 aanwezig Paar knopfotocellen n° 2 afwezig
Dip n°3
EMERG2 activeert NACHT-functie EMERG2 standaard functie
Dip n°4 draairichting motor (zie tabel) pag. 28
ZEKERING
BETEKENIS
F1
(zie fig. 29 pag18)
5x20 T 2,5A/250V (beveiliging voeding)
CONNECTOR BETEKENIS
J1 Hoofdvoeding 36V - 4A
J4 Knopfotocellen XFA
J5
Motorblokkering
J6 SD-Keeper
J7 Ingangen en voeding accessoires
J8 USB-poort voor aansluiting pc
J10 BUS - 2 EASY (voor toekomstig gebruik)
J13 Motor
J16 Noodbatterij
J17 Encoder motor
J18-J19 Display-LCD
J20-J20A Module radiofrequentie X-COM (voor toe-
komstig gebruik)
26
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
+ -
C
+ -
C
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
J6
KEEPER
2
1
+
LOCK
J4
PHOTOCELLS
TX1
TX2
RX2
RX1
+ RX2
GND
+ RX1
+ TX2
GND
+ TX1
J4
PHOTOCELLS
TX1
RX1
+ RX2
GND
+ RX1
+ TX2
GND
+ TX1
NEDERLANDS
KLEMMENBLOK J6
KLEMMENBLOK J7
Als er geen enkel paar fotocellen wordt gebruikt, laat de ingangen van het klemmenblok J4 dan vrij.
De knopfotocellen worden constant gemonitord door de elektronische besturingskaart van de deur E100, die bij iedere beweging
de correcte werking ervan controleert.
AANSLUITING KNOPFOTOCELLEN
1 paar fotocellen 2 paar fotocellen
EXTERNE SENSOR
INTERNE SENSOR
De kabels van de knopfotocellen (koppen) hebben de volgende kleuren
:
ontvanger zwart/blauw
zender grijs/blauw
De kabelmantels van de knopfotocellen hebben de volgende kleuren:
ontvanger zwart
zender grijs
zwartblauw
grijsblauw
grijs
zwart
zwartblauw
grijsblauw
grijs
zwart
zwartblauw
grijsblauw
grijs
zwart
2x0.5mm2
max 50m
27
+
-
C
+
-
TX1
RX1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
+
-
C
+
-
+
-
C
+
-
TX1
RX1
TX2
RX2
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
+
-
C
+
-
TX1
RX1
J7
I-DET
E-DET
KEY
EM1
EM2
FSW1
FSW2
-TX FSW
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
+
-
C
+
-
+
-
C
+
-
TX1
RX1
TX2
RX2
J7
I-DET
E-DET
KEY
EMERG1
EMERG2
PSW1
PSW2
-FAILSAFE
OUT1
+24V
+24V
GND
GND
NEDERLANDS
De ingangen van de fotocellen in de aansluitschema’s worden als N.C.-contacten beschouwd (default-configuratie).
AANSLUITING FOTOCELLEN MET FAIL-SAFE UITGESCHAKELD (DEFAULT)
geen fotocel
1 paar fotocellen
2 paren fotocellen
AANSLUITING FOTOCELLEN MET FAIL-SAFE INGESCHAKELD
geen fotocel
1 paar fotocellen
2 paren fotocellen
BESCHRIJVING KLEMMEN
KLEMMENBORD J7
1 I-DET (default N.O.-contact)
Ingang interne sensor.
Met behulp van de SD-Keeper met een Display (accessoire) kunnen
de polen van het contact in N.C. worden omgezet.
2 E-DET (default N.O.-contact)
Ingang externe sensor.
Met behulp van de SD-Keeper met een Display (accessoire) kunnen
de polen van het contact in N.C. worden omgezet.
3 KEY (default N.O.-contact)
Sleutelbediening:
als deze wordt geactiveerd, wordt de deur geopend en na de
nacht-pauzetijd weer gesloten.
Met behulp van de SD-Keeper met een Display (accessoire) kunnen
de polen van het contact in N.C. worden omgezet.
4 EMERG1 (default N.O.-contact)
Noodbediening 1:
volgens de standaardinstelling wordt, als deze voorziening wordt
ingeschakeld, de deur stilgezet (zolang deze ingeschakeld wordt
gehouden blijft de deur in de stop-conditie).
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) kan de werking
van deze ingang anders worden geprogrammeerd (zie instructies
programmering).
Het commando EMERG1 heeft prioriteit boven EMERG2
5 EMERG2 (default N.O.-contact)
Noodbediening 2:
volgens de standaardinstelling wordt door de activering hiervan de
deur geopend (zo lang als deze ingeschakeld wordt gehouden blijft
de deur open).
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) kan de werking
van deze ingang anders worden geprogrammeerd (zie instructies
programmering).
6 PSW1 (default N.C.-contact)
Ingang 1° beveiligingsfotocel.
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) is het mogelijk:
- het N.O.-contact te programmeren
28
NEDERLANDS
PROGRAMMERING DIPSCHAKELAAR
Stel de dipschakelaar DS1 als volgt in:
N° DIPSCHAKELAAR
ON OFF
1 Knopfotocel
1 actief
Knopfotocel
1 niet actief
2 Knopfotocel
2 actief
Knopfotocel
2 niet actief
3 EMERG2 activeert
NACHT-functie
EMERG2 standaard
functie
4 Deur met enkele
vleugel, rechts
openend
Deur met dubbele
vleugel of
Deur met enkele
vleugel, links openend
De sluitrichting wordt bepaald als u vanaf de voorkant naar
de dwarsbalk met het geautomatiseerd systeem kijkt:
- in geval van een dubbele vleugel, is de linkervleugel aan
de onderkant van de riem aangesloten;
- in geval van een enkele vleugel, is deze eveneens aan de
onderkant van de riem aangesloten.
Door de dipschakelaar nr. 3 in te schakelen verandert de
polariteit van de ingang EMERG2 in NORMAAL OPEN en
activeert de sluiting van het contact de NACHT-functie,
ongeacht de instellingen van de SD-Keeper.
Klemmenblok J6
1-2 SD-KEEPER
Aansluitklemmen SD-Keeper (kabel 2x0,5mm2 max 50m).
Neem de aangegeven polariteit in acht:
Klem 1 = positief Klem 2 = negatief
Klemmenblok J4
1 TX1
Aansluiting zender 1° paar knopfotocellen
2 TX GND
Aansluiting negatief contact zenders knopfotocellen
3 TX2
Aansluiting zender 2° paar knopfotocellen
4 RX1
Aansluiting zender 1° paar knopfotocellen
5 RX GND
Aansluiting negatief contact aansluiting ontvangers knopfotocellen
6 RX2
Aansluiting zender 2° paar knopfotocellen
Als er helemaal geen enkel paar fotocellen wordt
gebruikt, laat de bijbehorende ingangen dan vrij.
Activeer de paren knopfotocellen door middel van
de dipschakelaar DS1.
- deze ingang uit te sluiten als er geen fotocellen zijn.
De deur gedraagt zich, als de fotocel die op deze ingang is
aangesloten heeft ingegrepen, als volgt:
OPENING: geen effect
PAUZE: de pauzetijd begint opnieuw te lopen
SLUITING: draait onmiddellijk om
7 PSW2 (default N.C.-contact)
Ingang 2° beveiligingsfotocel.
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) is het mogelijk:
- het N.O.-contact te programmeren,
- deze ingang uit te sluiten als er geen fotocellen zijn, of als
er maar één fotocel is (die dus op de ingang PSW1 moet zijn
aangesloten).
Voor de gevolgen als de fotocel die op deze ingang is
aangesloten ingrijpt, zie PSW1.
8 -FAIL SAFE
Negatief contact van de zenders van de fotocellen wanneer
de functie FAIL-SAFE wordt ingeschakeld (programmeerbaar
d.m.v. SD-Keeper+Display). Als deze functie wordt geactiveerd,
controleert de besturingseenheid òr iedere openings- en
sluitingscyclus de werking van de fotocellen, aangesloten op
PSW1 en PSW2, en in geval van een negatieve uitkomst, stopt hij
de beweging van de deur.
9 OUT 1 (default “gong”)
Uitgang (negatief) open-collector (max. 100mA).
In de standaardinstelling wordt, wanneer de fotocellen 1 seconde
wordt bedekt, deze uitgang geactiveerd met intervallen van 0,5
sec. tot ze vrijkomen.
Met een SD-Keeper met een Display (accessoire) kan de
werking van deze uitgang anders worden geprogrammeerd (zie
instructies programmering).
10-11 +24V
+24V voeding accessoires.
De maximale totale belasting van de op de ingangen
“+24V
aangesloten accessoires mag niet groter zijn dan 1 A.
12-13 GND
Negatief contact accessoires en gemeenschappelijke
aansluiting.
INBEDRIJFSTELLING
De eerste keer dat de deur wordt gevoed voert de E100-kaart
automatisch een SET-UP procedure uit en worden alle instellingen
van de standaard configuratie geladen.
STANDAARD CONFIGURATIE
De standaard configuratie is als volgt:
bedrijfsfunctie “AUTOMATISCH”-”TOTAAL”-”TWEE RICHTINGEN”;
maximum openingssnelheid (niveau 10);
sluitingssnelheid niveau 3;
noodingang EMERG1 geconfigureerd als NO contact en
no memory”, d.w.z. wanneer hij geactiveerd wordt, wordt
de beweging gestopt en blijft de deur gestopt zolang het
contact gehandhaafd blijft;
noodingang EMERG2 geconfigureerd als NO contact en no
memory”, d.w.z. wanneer hij geactiveerd wordt veroorzaakt hij
opening op normale snelheid en blijft de deur open zolang
het contact gehandhaafd blijft;
er zijn twee fotocellen voorzien met NC contact die moeten
worden aangesloten op de klemmen PSW1 en PSW2 (als één
of beide niet zijn geïnstalleerd, moeten de bruggen worden
aangebracht volgens het schema);
FAIL-SAFE uitgeschakeld;
functie anti-intruder actief;
pause time 2 sec. ;
night pause time 8 sec. ;
KIT motorblokkering vrijgegeven met standaard werking
(inschakeling alleen in modus NACHT);
Monitor-kit op motorblokkering niet vrijgegeven;
BATTERY KIT niet vrijgegeven;
uitgang OUT1 met functie GONG;
PARTIAL OPENING
ingesteld op 50%;
DECEL. SPEED ingesteld op low;
29
NEDERLANDS
OBSTACLE DETECTION standard: bij detectie van een
obstakel bij opening of sluiting keert de deur om en doet
hij voortdurend pogingen om zich te bewegen, totdat het
obstakel is verwijderd, zonder alarmsignalering;
twee sensors (een interne en een externe) met NO contact;
sleutelcontact (KEY) van het type NO;
INTERLOCK niet geactiveerd;
TIMER niet geactiveerd.
FOTOCELLEN
Op de deur A100 Compact kunnen twee soorten fotocellen
worden aangesloten: traditionele fotocellen die op de connector
J7 moeten worden aangesloten (ingangen PSW1 en PSW2 met
N.C.- of N.O.-contact), en knopfotocellen die met een BUS-type
aansluiting op de connector J4 worden aangesloten.
Als traditionele fotocellen worden gebruikt, zijn de volgende
configuraties mogelijk:
GEEN FOTOCEL
in de standaard configuratie moeten de ingangen PSW1
en
PSW2 van een brug worden voorzien met de klem FAIL-SAFE;
met SD-Keeper+Display is het als alternatief mogelijk de
ingangen PSW1 en PSW2 buiten werking te stellen zonder
bruggen te hoeven maken.
1 FOTOCEL
in de standaard configuratie moet de fotocel worden
aangesloten op de ingang PSW1 en moet PSW2 worden
overbrugd met de klem FAIL-SAFE;
met de SD-Keeper+Display is het als alternatief mogelijk
slechts 1 fotocel in te stellen (die eveneens moet worden
aangesloten op de ingang PSW1), zodat de ingang
PSW2 wordt uitgeschakeld en er geen brug hoeft te
worden gemaakt (zie de programmeerinstructies van de
SD-Keeper)
2 FOTOCELLEN
sluit de fotocellen aan op de ingangen PSW1 en PSW2.
Door programmering via SD-Keeper+Display is het volgende
mogelijk (zie de programmeerinstructies):
selectie van het aantal aangesloten fotocellen (2,1,0);
selectie van het type contact (NO/NC) van de ingangen
PSW1 en PSW2;
in-/uitschakeling van de FAIL-SAFE.
Als knopfotocellen worden gebruikt, zijn de volgende configuraties
mogelijk:
GEEN FOTOCEL
Zet de dipschakelaars 1 en 2 van DS1 op OFF.
Laat de bijbehorende ingangen op J4 vrij.
1 FOTOCEL
Zet de dipschakelaar 1 of 2, afhankelijk van de gebruikte
ingang, op ON, en de niet gebruikte op OFF.
Laat de niet gebruikte ingangen op J4 vrij (zie schema’s op
pag. 26)
2 FOTOCEL
Zet de dipschakelaars 1 en 2 van DS1 op ON.
Sluit de fotocellen aan zoals aangegeven in de schema’s
op pag. 26.
SETUP
Tijdens de Set-upcyclus worden de volgende parameters
geverifieerd en geregeld:
meting van de gewichten en wrijvingen met instelling van de
optimale snelheden, versnellingen en verlangzamingen;
verwerving van de posities van geopende en de gesloten deur;
zelfafstelling van het systeem tegen inklemming bij opening/
sluiting, afhankelijk van de geselecteerde snelheden.
Tijdens de uitvoering van de Set-up knippert op het display de
status 08 tot en dooft hij aan het einde van het proces, als dat
op de juiste manier is uitgevoerd.
Eventuele afwijkingen worden gesignaleerd door de display en
door de diagnostiek via SD-Keeper.
De constatering van ernstige afwijkingen (b.v. een onvoldoende
of te grote slag van de vleugels, te hoge wrijvingen, slechte
werking van de motor) wordt gesignaleerd op het display en
door de diagnostiek d.m.v. de SD-Keeper.
Om een nieuwe Set-upprocedure te activeren dient op, moet
de knop SW1 op de kaart minstens 5 seconden ingedrukt worden
gehouden, en vervolgens worden losgelaten; de Set-up kan ook
worden gestart door middel van een knoppencombinatie op
de SD-Keeper (zie de desbetreffende instructies).
Hier volgen de situaties waarin de Set-upcyclus desgevraagd niet
wordt uitgevoerd, de deur geblokkeerd blijft en een alarm wordt
gesignaleerd (ALARM 15 op het display en op de SD-Keeper):
deur gevoed door batterij;
geselecteerde bedrijfsfunctie NACHT;
geselecteerde bedrijfsfunctie HANDBEDIENING;
een noodstopingang is actief;
fotocellen verduisterd;
geen voedingsspanning naar de motor
Nadat de oorzaak is opgeheven, start de Set-up automatisch.
RESET
Telkens wanneer het automatische systeem wordt gevoed,
verricht de deur een resetcyclus waarbij:
de eindaanslagposities van de deur worden gezocht;
de signaleringen van eventuele alarmen worden gereset.
Om een nieuwe resetprocedure te activeren, dient op de knop
SW1 op de kaart 1 seconde in; de reset kan ook worden gestart
door middel van een knoppencombinatie op de SD-Keeper (zie
de desbetreffende instructies).
Als er een resetcommando wordt gegeven terwijl de deur in
“Handbedieningis, wordt het uitgevoerd op het moment dat
de deur deze bedrijfsfunctie verlaat.
Bij de bedrijfsfunctie “Nachtbestaat de reset uit een langzame
sluitende beweging, terwijl zij gewoonlijk een langzame
openende beweging is.
De resetprocedure is nodig nadat er zich enkele condities
hebben voorgedaan die blokkering van de deur veroorzaken:
na 3 achtereenvolgende detecties van een obstakel bij
opening/sluiting, wanneer de functie OBSTACLE DETECTION
STANDARD is geactiveerd (ALARM 8 of ALARM 9);
na activering van een noodstopcommando dat geconfigureerd
is “with memory” (zie de programmeerinstructies), (ALARM 6
of ALARM 7);
met Kit motorblokkering, wanneer slechte werking wordt
geconstateerd tijdens de opening.
30
NEDERLANDS
SNELHEIDSVERANDERINGEN
De openings- en sluitingssnelheid kan worden ingesteld op 10
niveaus.
Niveau 10 correspondeert met de maximumsnelheid die wordt
toegestaan door het gewicht van de deur, terwijl niveau 1
correspondeert met de minimumsnelheid.
De OPENINGS- en SLUITINGSsnelheid kunnen rechtstreeks op de
kaart E100 (in de programmeermodus).
geen effect
geen effect
de telling van de
pauzetijd begint opnieuw
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
de telling van de
pauzetijd begint opnieuw
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd
de telling van de
pauzetijd begint
opnieuw
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
de telling van de
pauzetijd begint
opnieuw
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
de telling van de
pauzetijd begint
opnieuw
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
de telling van de
pauzetijd begint
opnieuw
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
geen effect
de telling van de
pauzetijd ‘s nachts
begint
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
nacht
de telling van de
pauzetijd ‘s nachts
begint
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd ‘s nachts
de telling van de
pauzetijd ‘s nachts
begint
totale opening, en
sluiting na pauzetijd
nachts
de telling van de
pauzetijd ‘s nachts
begint
gedeeltelijke opening
en sluiting na
pauzetijd ‘s nachts
totale opening, en
sluiting na pauzetijd ‘s
nachts
gedeeltelijke opening en
sluiting na
pauzetijd ‘s nachts
geen effect
geen effect
de telling van de
pauzetijd
begint
totale opening
totale opening
totale opening
de telling van de
pauzetijd
begint
totale opening
totale opening
totale opening
totale opening
totale opening
geen effect
onmiddellijke sluiting
onmiddellijke sluiting
geen effect
onmiddellijke sluiting
geen effect
onmiddellijke sluiting
geen effect
onmiddellijke sluiting
geen effect
geen effect
geen effect
IN WILLEK. STAND
OPEN
OPEN
GESLOTEN
OPEN
GEDEELT.OPENING
HANDBEDIENING
TOTAAL OPEN
TOTAAL
AUTOMATISCH
TWEE RICHTINGEN
GEDEELTELIJK
AUTOMATISCH
TWEE RICHTINGEN
TOTAAL
AUTOMATISCH
EEN RICHTING
GEDEELTELIJK
AUTOMATISCH
EEN RICHTING
GEHEEL NACHT
GEDEELTELIJK NACHT
INTERNE SENSOR
(I-DET)
EXTERNE SENSOR
(E-DET)
SLEUTEL
(KEY)
OPENING IN NOODGEVAL
(EMERG 2) (1)
SLUITINF IN NOODGEVAL
(1)
STATUS DEURBEDRIJFSFUNCTIE
GEDRAG BIJ DE VERSCHILLENDE BEDRIJFSFUNCTIES
De default configuratie is:
Emerg1 ---> Stop/no memory
Een impuls (niet in de tabel vermelde functie) veroorzaakt een
onmiddellijke stop met vertraagde sluiting na de pauzetijd
(pauzetijd ‘s nachts als de bedrijfsfunctie Nacht is ingesteld).
Emerg2 ---> Opening in noodgeval/no memory:
Een impuls veroorzaakt opening, en sluiting na de pauzetijd.
De noodcommando’s hebben voorrang boven alle andere
commando’s..
geen effect
(1) De ingangen Emerg1 en Emerg2 zijn programmeerbaar via
SD-Keeper+Display voor:
Opening in noodgevallen;
sluiting in noodgevallen;
stop.
Bovendien kan de activering van het commando worden
geprogrammeerd:
No memory (bij deactivering van het commando keert
de deur terug naar normaal bedrijf);
With memory (bij deactivering van het commando is om
het normale bedrijf te herstellen een reset nodig).
GESLOTEN
GESLOTEN
GESLOTEN
GESLOTEN
GESLOTEN
GEDEELT.OPENING
31
F
SW2
SW4
SW3
J19
LCD MODULE
NEDERLANDS
Een aantal hoofdfuncties van de automatische deur kunnen rechtstreeks op de elektronische kaart worden geprogrammeerd.
De PROGRAMMERING van de kaart wordt opgeroepen met de drukknop F:
als hij wordt ingedrukt (en ingedrukt wordt gehouden), toont het display de naam van de eerste functie.
als de knop wordt losgelaten verschijnt de waarde van de functie op het display; deze kan worden gewijzigd met de toetsen + en -.
door F opnieuw in te drukken (en ingedrukt te houden) toont het display de naam van de volgende functie, enz..
aangekomen bij de laatste functie zult u, als u opnieuw F indrukt, de programmering verlaten, en geeft het display opnieuw
de status van de ingangen weer
In de volgende tabel wordt de volgorde weergegeven van de functies die kunnen worden opgeroepen in de PROGRAMMERING:
1.
2.
3.
4.
PROGRAMMERING KAART E100
Display Functie Default
P A
Pauzetijd
Stelt de pauzetijd van de “automatische”
werkingsfunctie in.
Regelbaar van 0 tot 30 sec. in stappen van een seconde.
2
Pn
Pauzetijd Nacht
Stelt de pauzetijd van de werkingsfunctie Nacht in
Regelbaar van 2 tot 58 sec. in stappen van twee seconden.
Vervolgens verandert de weergave in minuten en
tientallen seconden (gescheiden door een punt), en
wordt de tijd geregeld in stappen van 10 seconden,
tot een maximumwaarde van 4,0 minuten.
Bijv. als het display 2.5 aangeeft, correspondeert
de pauzetijd met 2 minuten en 50 seconden.
8
CS
Sluitingssnelheid
Stelt de snelheid van de deur bij het sluiten
in.
Instelling: van 1 tot 10
3
O S
Openingssnelheid
Stelt de snelheid van de deur bij het openen in.
Instelling: van 1 tot 10
10
r L
Vertragingssnelheid
Stel het snelheidsniveau tijdens de vertraging in:
0
LAGE snelheid
0
GEMIDDELDE snelheid
0
HOGE snelheid
0
b A
Accukit
Zie voor de beschrijving van de functies de betref-
fende paragraaf. Zie voor de beschrijving van de
functies de betreffende paragraaf:
0
accukit NIET GEÏNSTALLEERD
1
standaard werking - laatste handeling
opening
2
standaard werking - laatste handeling
sluiting
3
NO standaard werking - laatste handeling ope-
ning
4
NO standaard werking - laatste handeling sluiting
0
Display Functie Default
EL
Kit motorblokkering
Hiermee kunnen de functies van de motorblokkering
worden ingesteld.
1
0
Off Motorblokkering niet geïnstalleerd.
1
Nacht De motorblokkering blokkeert de vleugels
alleen in de werkingsfunctie “Nacht
2
Een richting
+ Nacht
De motorblokkering blokkeert de vleugels alleen
in de werkingsfuncties “Nacht”en “een richting”;
3
Altijd De motorblokkering blokkeert de vleugels
iedere keer dat de vleugels worden
gesloten, onafhankelijk van de ingestelde
werkingsfunctie.
S U
Monitoring
Hiermee kan de aanwezigheid van de
monitorvoorziening op de motorblokkering worden
geselecteerd.
n o
Monitorvoorziening op motorblokkering
niet geïnstalleerd.
Y
Monitorvoorziening op motorblokkering
geïnstalleerd.
n o
S t
Verlaten van de programmering, opslag van de
instellingen en terugkeer naar de statusweergave
van het automatisch systeem.
0 0
Gesloten
0 5
Gaat dicht
0 1
Openen
0 6
Noodgeval
0 2
Geopend
0 7
Handmatig
0 3
Pauze
0 8
Set-up (knipperend)
0 4
Pauze nacht
PROGRAMMERING KAART E100
Als er op het display een alarm wordt weergegeven,
wordt de afkorting
A L
afgewisseld met het nummer
van het alarm dat wordt gegeven.
Druk 1 seconde op de knop SW1 om de RESET uit te
voeren.
Het softwareniveau van de kaart E100 wordt
getoond.
Het decimaal teken duidt aan dat
één koppel knopfotocellen reeds
in gebruik is (indien geactiveerd
op DS1)
Door vanuit de statusweergave
van het automatische systeem
op de
+
-toets te drukken, wordt
het commando gegeven om de
poort te openen.
32
A
B
A
B
C
D
E
F G H
C
A
B
2x0.5 mm2
max 50m
2
1
LOCK
J6
E100
+
-
NEDERLANDS
PROGRAMMEERUNIT SD-KEEPER
De SD-Keeper wordt gebruikt om de bedrijfsfuncties te
selecteren en automatische schuifdeuren te regelen en te
programmeren.
Hij bestaat uit twee delen: een vast gedeelte waarmee
de bedrijfsfuncties kunnen worden geselecteerd met de
drukknoppen en signaleringsleds (fig. 44 ref. A), en een draagbaar
gedeelte met LCD-display om toegang te krijgen tot de volledige
programmering (fig. 44 ref. B).
Het display van de SD-Keeper kan worden gebruikt als tijdelijke
programmeerunit: nadat alle programmeringen en regelingen
zijn verricht, kan het geheel worden verwijderd, want de
instellingen blijven opgeslagen op de E100-kaart.
Wanneer het display weggehaald wordt, wordt een deksel
aangebracht (fig. 44 ref. C).
DIAGNOSTIEK
De SD-Keeper (ook zonder display) beschikt over een
diagnostiekfunctie die, bij een alarm, de normale weergave van
de functie om de 2 seconden onderbreekt om de afwijkende
conditie 1 sec. weer te geven door middel van een combinatie
van knipperende leds.
Zie fig. 46 en tab.1 om het type alarm vast te stellen aan de
hand van de knipperende leds.
In het geval van meerdere defecten tegelijk wordt het als eerste
geconstateerde defect getoond.
De SD-Keeper kan worden uitgeschakeld met een toetsencombinatie
(zie de speciale functie LOCK) of door een interne overbrugging
te maken via een schakelaar (fig. 45 ref. LOCK).
MONTAGE
Zie fig. 45 voor de explosietekening voor montage; doorboor de
voorbereide punten A of B, afhankelijk van de kabeldoorgang.
AANSLUITINGEN
De SD-Keeper moet worden aangesloten op de E100-kaart met
een kabel van 2x0,5mm
2
en max. 50m (fig. 45).
Door de brug tussen de twee klemmen te sluiten zoals op
fig. 4 (LOCK) worden alle toetsen van de programmeur
uitgeschakeld.
Tab.1 DIAGNOSTIEK
Led =aan =uit
BESCHRIJVING BETEKENIS
ENERGIEBESP. Werking met laag verbruik met batterij
2 BAT. WERKING De deur werkt op de batterij
3 GEFORC. OPENING Er wordt een poging tot geforceerde opening van de deur gedaan
4 BATT. LEEG Batterij leeg: beweging in noodgevallen niet gegarandeerd
6 EMERG 2 ACTIEF Noodstopingang 2 actief
7 EMERG 1 ACTIEF Noodstopingang 1 actief
8 OBSTAKEL OPEN Obstakel bij opening driemaal achtereen gedetecteerd; Reset nodig voor herstel van werking
9 OBSTAKEL SLUITEN Obstakel bij sluiting driemaal achtereen gedetecteerd; Reset nodig voor herstel van werking
10
Motorblokkering geblokkeerd gesloten
11
Motorblokkering geblokkeerd open (alleen met bewakingsbouwpakket)
12
Voeding motor niet correct
13
Fotocel 2 defect (ingang PSW2)
14
Fotocel 1 defect (ingang PSW1)
15
Set-up verhinderd
22
Initialisatieproces op motor niet mogelijk: te grote wrijving of vleugel te zwaar
23
Voeding accessoires +24 V dc kaart (waarschijnlijk kortsluiting)
24
Motor defect
25
E100-kaart defect
fig. 45
fig. 46
fig. 44
33
A
B
C
D
E
A
B C
D
E
OK
NEDERLANDS
HANDBEDIENING
TWEE RICHTINGEN
EEN RICHTING
PARTIAL OPENING
TOTALE OPENING
AUTOMATISCH
DEUR OPEN
NACHT
BEDRIJFSFUNCTIES
De selectie geschiedt via de toetsen op het vaste deel van
de programmeur; de functie wordt aangegeven doordat de
corresponderende led gaat branden.
als de modus “Nachtof Handbedieningis ingesteld,
moeten de desbetreffende selectietoetsen worden
ingedrukt om de modus te verlaten.
Handbediening
De verschuivende vleugels zijn vrij en kunnen met de hand
worden bediend.
Twee richtingen
De passage van voetgangers vindt in twee richtingen plaats: de
interne en externe radars zijn vrijgegeven.
Een richting
De passage van voetgangers vindt in slechts één richting plaats;
de externe radar is buiten werking.
Partial opening
De deur gaat slechts gedeeltelijk open (standaard 50%).
Regeling van 10% tot 90% van de totale opening.
Totale opening
De deur gaat helemaal open.
Automatisch
De deur gaat (geheel of gedeeltelijk) open en sluit vervolgens
na een ingestelde pauzetijd (standaard 2 sec.).
Regeling van de pauzetijd van 0 tot 30 sec.
Deur open
De deur gaat en blijft open.
Nacht
De deur sluit en de motorblokkering (indien aanwezig) wordt
geactiveerd. De interne en externe radars zijn buiten werking.
Het sleutelcommando (Key) veroorzaakt opening en weer sluiting
na de pauzetijd ‘s nachts (standaard 8 sec.).
Regeling van de pauzetijd ‘s nachts van 0 tot 240 sec.
Voor een gedeeltelijke opening in deze modus, moet de functie
Partial opening worden geselecteerd alvorens de functie
“Nacht” te activeren.
SPECIALE FUNCTIES
Set-up
Set-up is de initialisatiefunctie van de deur gedurende welke het
zelf-leren van de parameters plaatsvindt.
De activering geschiedt door de toetsen A en E tegelijkertijd
gedurende 5 sec. in te drukken.
Reset
Reset is de functie voor het herstel van de normale bedrijfsconditie,
na signalering van enkele types alarmen.
De activering geschiedt door tegelijkertijd op de toetsen B en
C te drukken.
Lock
Wanneer de functie Lock geactiveerd wordt, wordt de werking
van de SD-Keeper onderdrukt.
De activering en deactivering geschiedt door tegelijkertijd de
toetsen C en D gedurende 5 seconden ingedrukt te houden.
PLAATSEN/VERVANGEN BATTERIJ
Om de interne klok van de SD-Keeper ook actief te houden als
er geen netvoeding is, wordt er een lithiumbatterij van 3 V, model
CR1216, gebruikt.
Plaats een batterij in de houder op de printplaat (fig. 48),
of vervang hem, met inachtneming van de aangegeven
polariteit.
fig. 47
fig. 48
34
OK
OK
OK
OK
OK
OK
1
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
2
2
1
3
4
5
6
7
8
9
NEDERLANDS
Om de programmering te beginnen terwijl op het display de
standaard weergave verschijnt, moet op één van de toetsen
of worden gedrukt.
De programmering is onderverdeeld in hoofdmenu’s (zie het
kader) die zijn onderverdeeld naar onderwerp.
Wanneer het menu is geselecteerd met de toetsen of , moet
op OK worden gedrukt om het op te roepen.
Elk menu is op zijn beurt onderverdeeld in sub-menu’s op
verschillende niveaus voor instelling van de parameters.
Gebruik de toetsen of om (het sub-menu of de parameter)
te selecteren en de toets OK om te bevestigen.
Een sterretje op het display geeft de instelling aan die op dat
moment actief is.
Om de programmering te verlaten moet de functie exit worden
geselecteerd op elk niveau; anders keert het display na ongeveer
2 minuten automatisch terug naar de standaard weergave.
ITALIANO
ENGLISH
DEUTSCH
FRANCAIS
ESPANOL
LANGUAGE
OPENING:
STANDARD
CLOSING:
NO STANDARD
CLOSING:
NO STANDARD
CLOSING:
STANDARD
OBSTACLE
DETECTION
NIGHT PAUSE
TIME
PARTIAL
OPENING
SETUP
50% STANDARD
NO STANDARD
PAUSE TIME
2 SEC.
OFF
ON
8 SEC.
OFF
ONANTI-INTRUDER
EXIT
*
*
*
*
*
*
*
*
DAY TIME
VER DATE
LANGUAGE
SETUP
TIMER
PROGRAMMING
TIMER
CLOCK
ADVANCED MENU
DIAGNOSTICS
LOCK
BATTERY
35
3
OK
OK
3.1
OK
OK
3.2
OK
OK
OK
3.3
OK
OK
3.4
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
4.1
OK
OK
OK
4.2
OK
OK
4.3
4
OK
OK
OK
OK
OK
OK
5
OK
OK
5.1
5.2
OK
OK
OK
NO STANDARD
STANDARD
*
}
*
NEDERLANDS
BATTERY
BATTERY KIT
ON
OFF
NO STANDARD
STANDARD
BAT. OPERATION
OPENING
CLOSING
NIGHT BATT
LAST OPERAT.
EXIT
OFF
ALWAYS
ONE WAY+NIGHT
NIGHT
ON
KIT
LOCK
LOCK
NIGHT LOCK
STANDARD
NO STANDARD
EXIT
ON
OFF
SURVEILLANCE
RESET
DIAGNOSTICS
NR. CYCLE
XXXX
ALARM N.
(alarm description)
*
*
*
*
*
*
SDM L SW v.
De functie van Night batt.
van het automatisch sy-
steem A100 Compact is niet
beschikbaar
36
6
OK
OK
OK
OK
OK
OK
1
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
1.1
1.2
1.3
1.4
2
3
4
OK
OK
OK
OK
OK
OK
NEDERLANDS
PASSWORD
0000
ADVANCED MENU
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
OPERATION
PARAMETERS
CLOSING SPEED
OPENING SPEED
DECEL. WIDTH.
DECEL. SPEED
SPEED:
LOW
SPEED:
MEDIUM
SPEED:
HIGH
OPENING:
0 CM
CLOSING:
0 CM
10
3
EXIT
IN/OUT SETUP
VARIOUS
EXIT
CHANGE
PASSWORD
correct code
*
*
*
*
*
incorrect code
}
*
De vertragingsruimten van het
automatisch systeem A100
Compact kunnen niet worden
gewijzigd
*
37
6
OK
OK
OK
OK
OK
1
2
4
5
OK OK
OK
OK OK
OK
OK OK
OK
OK
2.1
OK
OK OK
OK
OK OK
2.3
OK OK
OK
2.4
OK
2.6
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
2.2
OK OK
OK
2.5
OK
2.7
OK
OK
OK
OK
OK
2.8
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK OK
OK
OK OK
OK
OK
OK
NEDERLANDS
PASSWORD
0000
ADVANCED MENU
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
incorrect code
correct code
OPERATION
PARAMETERS
IN/OUT SETUP
VARIOUS
EXIT
CHANGE
PASSWORD
EMERG 1
OPEN
STOP
CLOSE
SPEED:
NO STANDARD
SPEED:
STANDARD
WITH
MEMORY
NO
MEMORY
NO
NC
EMERG 2
OPEN
STOP
CLOSE
SPEED:
NO STANDARD
SPEED:
STANDARD
WITH
MEMORY
NO
MEMORY
NO
NC
PHOTOCELLS
QUANTITY:
0
QUANTITY:
1
QUANTITY:
2
NO
NC
FAIL-SAFE
OFF
FAIL-SAFE
ON
NO
NC
NO
NC
SENSORS
KEY
OUT 3
OUT 2
OUT 1
GONG
LIGHT
NO
NC
NO
NC
NO
NC
NO CLOSE
EXIT
OPEN
MOVING
NO CLOSE
LIGHT
GONG
ALARM
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
*
}
*
De uitgangen OUT2 en OUT3 van
het automatisch systeem A100
Compact zijn niet beschikbaar
*
38
6
OK
OK
OK
OK
OK
1
2
3.2
3
4
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
3.1
OK OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK
3.3
NEDERLANDS
PASSWORD
0000
ADVANCED MENU
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
PASSWORD
0000
incorrect code
correct code
OPERATION
PARAMETERS
IN/OUT SETUP
VARIOUS
EXIT
CHANGE
PASSWORD
STAND SETUP
STANDARD
NO STANDARD
INTERLOCK
MASTER
SLAVE
NO MEMORY
WITH MEMORY
EXIT
NEW PASSWORD
0000
NEW PASSWORD
0000
NEW PASSWORD
0000
NEW PASSWORD
0000
*
*
restores
standard
parameters
STANDARD
NO STANDARD
ON
OFF
*
ON
OFF
*
KIT ELASTIC
*
}
*
De functie van elastische kit van
het automatisch systeem A100
Compact is niet beschikbaar
*
39
OK
OK
OK
8
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
9
9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
9.6
9.7
9.8
OK
OK
OK OK OK OK
OK
OK
OK
OK OK OK
7
NEDERLANDS
TIMER
ON
OFF
*
TIMER
PROGRAMMING
ALL DAYS
SUN
MON
WED
TUE
SAT
FRI
THU
EXIT
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 1
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 2
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 5
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 4
FUN: 0 00:00
TIME BAND: 3
FUN: 0 00:00
SUN 00:00
00/00/00
CLOCK
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
SUN 00:00
00/00/00
40
NEDERLANDS
Om de werking te hervatten moet een reset worden uitgevoerd
vanaf de kaart of de SD-Keeper.
Opening: Standard
Bij detectie van een obstakel tijdens opening stopt de deur een
seconde en gaat vervolgens dicht.
Tijdens de volgende opening operatie is opening verder aan de
langzamer snelheid tot vervolledigde vertraagd en is gegaan.
Opening: No Standard
Wanneer 3 maal achtereen bij opening van de deur een obstakel
gedetecteerd wordt, stopt de deur met een sluitende beweging
en wordt een alarm gesignaleerd op de kaart en op de SD-Keeper
(alarm nr. 8: obstakel bij opening).
Om de werking te hervatten moet een reset worden uitgevoerd
vanaf de kaart of de SD-Keeper.
3 BATTERY
3.1 Battery kit
Off
Het bouwpakket met de batterijen is niet geïnstalleerd.
On
Bouwpakket met de batterijen geïnstalleerd.
3.2 Bat. operation
Standard
Als er geen netvoeding is en een andere functie actief is dan
“Nacht”, blijft de deur normaal functioneren zolang de batterijen
nog voldoende geladen zijn om minstens één beweging in een
noodgeval te maken.
De laatste beweging die wordt uitgevoerd is die geselecteerd is bij
de functie 3.3.
No Standard
Als er geen netvoeding is voert de deur alleen de beweging uit die
geselecteerd is bij de functie 3.3 .
3.3 Last operat.
Opening
Tijdens de werking op batterij is de laatste beweging een opening
(zie ook functie 3.2).
Closing
Tijdens de werking op batterij is de laatste beweging een sluiting (zie
ook functie 3.2).
3.4 Night batt
Niet beschikbaar bij het automatisch systeem A100
Compact.
4 LOCK
4.1 Lock kit
On
Motorblokkering geïnstalleerd.
Night
De Motorblokkering blokkeert de vleugels alleen in de
bedrijfsfunctie “Night”.
One way+Night
De Motorblokkering blokkeert de vleugels in de bedrijfsfuncties “Night”
en “One way”.
Always
De Motorblokkering blokkeert de vleugels telkens wanneer de deuren
sluiten, ongeacht de ingestelde bedrijfsfunctie.
1 LANGUAGE
Selecteert de taal waarin de meldingen op het display
verschijnen.
2 SETUP
2.1 Partial opening
Percentage van de gedeeltelijke opening
Selecteert het openingspercentage (ten opzichte van total opening)
die plaatsvindt in de bedrijfsfunctie “Partial Opening”.
Standaard waarde: 50%
Regeling: van 10% tot en met 90%
Standard
Wanneer de bedrijfsfunctie Partial Opening” wordt geselecteerd,
wordt door activering van de sensors altijd een commando tot
beperkte opening gegeven.
No Standard
Wanneer de bedrijfsfunctie Partial Opening” wordt geselecteerd,
wordt door gelijktijdige activering van de interne en externe sensors
een commando tot volledige opening gegeven.
2.2 Pause time
On
Pauzetijd die vrijgegeven is in de bedrijfsfunctie “Automatisch”.
Waarde Pause time
Als de pauzetijd is vrijgegeven, is instelling ervan mogelijk.
Standaard waarde: 2 sec.
Regeling: van 0 tot en 30 sec. met stappen van 1 sec.
Off
De pauzetijd wordt gedeactiveerd en de vleugels beginnen
de sluitingsfase zodra de bedieningselementen (bijv. sensoren)
worden uitgeschakeld.
2.3 Night pause time
Waarde Night pause time
Stel de pauzetijd in op de werkingsfunctie nacht d.m.v. een
commando op de ingang KEY.
Standaard waarde: 8 sec.
Regeling: van 2 tot 240 sec. in stappen van 2
2.4 Anti-intruder
On
In de bedrijfsfunctieAutomatisch biedt de deur weerstand
tegen eventuele pogingen tot handmatige opening met een
tegengestelde kracht.
Tijdens de poging tot opening wordt een alarm gesignaleerd op de
en op de SD-Keeper (Alarm 3: deur geforceerd).
Met gesloten deur blijft de kaart de motor voeden voor sluiting, tenzij
het automatisch systeem op batterijen werkt met de motorblokkering
actief.
Off
In de bedrijfsfunctie “Automatisch“ gaat de deur bij een poging tot
handmatige opening automatisch open, en sluit hij weer na een
eventuele pauzetijd.
In de bedrijfsfunctie Nacht is de functie tegen
binnendringing altijd actief.
2.5 Obstacle detection
Closing: Standard
Bij detectie van een obstakel tijdens sluiting, gaat de deur weer
open.
Tijdens de volgende sluiting operatie is sluiting verder aan de langzamer
snelheid tot vervolledigde vertraagd en is gegaan.
Closing: No Standard
Wanneer 3 maal achtereen bij sluiting van de deur een obstakel
gedetecteerd wordt, stopt de deur met een openende beweging
en wordt een alarm gesignaleerd op de kaart op de SD-Keeper
(alarm nr. 9: obstakel bij sluiting).
41
NEDERLANDS
Off
Motorblokkering niet geïnstalleerd.
4.2 Night Lock
Standard
Als de batterijen leeg zijn in de bedrijfsfunctie “Nacht”, houdt de
motorblokkering de vleugels geblokkeerd.
No Standard
Voordat de batterijen helemaal leeg raken in de bedrijfsfunctie
“Nacht”, wordt de motorblokkering gedeblokkeerd.
4.3 Surveillance
Off
Surveillance-apparaat op de motorblokkering niet geïnstalleerd.
On
Surveillance-apparaat op de motorblokkering geïnstalleerd.
5 DIAGNOSTICS
5.1 SDM L
Het softwareniveau van de kaart E100 waar de SD-Keeper op is
aangesloten, wordt getoond.
5.2 Nr. cycle
De telling (die niet teruggesteld kan worden op nul) van het aantal
door de deur uitgevoerde cycli wordt getoond.
5.3 Alarm n°.
Het nummer en de beschrijving van het geactiveerde alarm
wordt getoond.
BESCHRIJVING BETEKENIS
ENERGIEBESP.
Werking met laag verbruik met batterij
2
BAT. WERKING
De deur werkt op de batterij
3
GEFORC. OPENING
Er wordt een poging gedaan de opening van de deur te forceren
4
BATT. LEEG Batterij leeg: beweging in noodgevallen niet gegarandeerd
(alleen op display kaart E100)
6 EMERG 2 ACTIEF
Noodingang 2 actief
7 EMERG 1 ACTIEF
Noodingang 1 actief
8
OBSTAKEL OPEN
Obstakel bij opening 3 maal achtereen gedetecteerd;
Reset nodig voor herstel van de werking
9
OBSTAKEL SLUITEN
Obstakel bij sluiting 3 maal achtereen gedetecteerd;
Reset nodig voor herstel van de werking
10
Motorblokkering geblokkeerd gesloten
11
Motorblokkering geblokkeerd open (alleen met surveillance-bouwpakket)
12
Voeding motor niet correct
13
Fotocel 2 defect (ingang PSW2)
14
Fotocel 1 defect (ingang PSW1)
15
Set-up verhinderd
22
Initialisatieproces op de motor niet mogelijk: te grote wrijving
24
Motor defect
25
E100-kaart defect
6 ADVANCED MENU
PASSWORD
Om het Advanced menu op te roepen moet het password worden
ingevoerd dat uit 4 cijfers bestaat (default 0000).
1 OPERATION PARAMETERS
1.1 Closing speed
Stelt het snelheidsniveau van de deur bij sluiting in.
Standaard waarde: niveau 3
Regeling: van 1 tot en met 10
1.2 Opening speed
Stelt het snelheidsniveau van de deur bij opening in.
Standaard waarde: niveau 10 (maximum snelheid)
Regeling: van 1 tot en met 10
1.3 Decel. width
Niet beschikbaar bij het automatisch systeem A100
Compact. De vertragingsruimten worden automatisch
beheerd door de besturingseenheid op grond van de
vertragingssnelheid.
1.4 Decel. speed
Speed
Stelt het snelheidsniveau in tijdens de verlangzaming.
Standaard waarde: low
Regeling: high / medium / low
2 IN/OUT SETUP
2.1 Emerg 1
2.2 Emerg 2
Stelt het effect in van de bedieningsn in noodgevallen (ingangen
Emerg1 en Emerg2 op de E100-kaart).
Standaardinstelling EMERG 1: Stop/No memory/NO
Standaardinstelling EMERG 2: Open/Speed:standard/No memory/
NO
Open
Door activering van het commando gaat de deur open.
Close
Door activering van het commando gaat de deur dicht.
Stop
Door activering van het commando wordt de deur gestopt.
het commando EMERG1 heeft prioriteit boven
EMERG2
Speed: Standard
De deur gaat open of dicht (al naar gelang de instelling) op normale
snelheid.
Speed: No Standard
De deur gaat open of dicht (al naar gelang de instelling) op lagere
snelheid.
No Memory
Om het noodbedrijf te handhaven moet het commando
geactiveerd blijven (bij deactivering keert de deur terug naar de
normale werking).
With Memory
Het noodbedrijf wordt actief gehouden door een impuls;
Om de werking te hervatten moet een reset worden uitgevoerd
vanaf de kaart of de SD-Keeper.
Reset
Voert de resetprocedure uit.
De gemiddelde ingestelde vertragingssnelheid op de
voedingskaart E100 is HOOG.
Bij het opladen van de standaard configuratie van
de SD-KEEPER vernadert de vertragingssnelheid van
HOOg in LAAG.
42
NEDERLANDS
2.3 Photocells
Quantity
Definieert het aantal fotocellen dat op het klemmenblok J7 is
aangesloten.
Standaard aantal: 2
Instelbaar aantal: 0, 1, 2
Wanneer er geen fotocellen worden geconfigureerd en de
geselecteerde status is NC (zie verderop), is het niet nodig de
ongebruikte ingangen te overbruggen.
Wanneer 1 fotocel wordt geconfigureerd, dient deze te worden
aangesloten op de ingang PSW1 van de E100-kaart.
FAIL-SAFE Off
De FAIL-SAFE-test wordt niet uitgevoerd op de fotocellen.
FAIL-SAFE On
De FAIL-SAFE-test wordt op de fotocellen uitgevoerd voor elke
beweging.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
2.4 Sensors
Stelt de status van de commando’s externe radaren “interne radar
in (ingangen E-Det en I-Det op de E100-kaart).
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
2.5 Key
Stelt de status van het commando key in (ingang Key op de
E100-kaart).
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
2.6 Out 1
Stel de functie of de status in die met de afzonderlijke uitgangen van
de kaart E110 is geassocieerd.
Standaardinstelling OUT 1:
Gong/NA
Standaardinstelling OUT 2 en OUT 3:
De uitgangen OUT2 en OUT3 van het automatisch
systeem A100 Compact zijn niet beschikbaar
Functie/Status
Op grond van de selectie wordt de uitgang geactiveerd:
(*) De functie Interlock kan niet worden geselecteerd maar
wordt automatisch ingesteld op de uitgang OUT1 wanneer de
tussenvergrendeling wordt geblokkeerd (zie Various/Interlock).
3 VARIOUS
3.1 Stand. Setup
Maakt het mogelijk om na te gaan of er iets anders dan de
standaardinstellingen geprogrammeerd is.
Standard
Als er geen enkele functie gewijzigd is ten opzichte van de standaard
programmering, verschijnt er een sterretje.
Als het sterretje niet aanwezig is, worden alle instellingen van de
standaard programmering hersteld door op de toets OK te
drukken.
No Standard
Als er tenminste één functie gewijzigd is ten opzichte van de
standaard programmering, verschijnt hier een sterretje.
3.2 Interlock
De functie Interlock maakt het mogelijk twee schuifdeuren te
besturen (master en slave), zodanig dat de opening van de ene deur
ondergeschikt is aan sluiting van de andere, en omgekeerd.
Off
De Interlock-functie niet actief.
On
De interlock-functie is actief.
Master
Definieert de deur die als master fungeert (gewoonlijk de
binnendeur).
Slave
Definieert de deur die als slave fungeert.
No Memory
Bij de werking met tussenvergrendeling moet worden gewacht op
sluiting van de ene deur om het commando tot opening van de
andere te geven: impulsen voor opening die worden gegeven tijdens
de bedrijfscyclus van de eerste deur, hebben geen effect.
With Memory
Bij de werking met tussenvergrendeling is het niet nodig te wachten
op sluiting van de ene deur om het commando tot opening van
de andere te geven: impulsen voor opening die worden gegeven
tijdens de bedrijfscyclus van de eerste deur worden opgeslagen in
het geheugen en de tweede deur gaat automatisch open zodra
de eerste deur gesloten is.
3.3 Kit elastic.
Niet beschikbaar bij het automatisch systeem A100
Compact.
4 CHANGE PASSWORD
Stelt het nieuwe password voor toegang tot het Advanced menu
in (4 cijfers).
SELECTIE ACTIVERING UITGANG
OPEN Zolang de deur open is
MOVING
Zolang de deur in beweging is
NOT CLOSE
Zolang de deur niet gesloten is
ALARM
Zolang de deur in alarm is
GONG
De ingreep van de fotocellen activeert
de uitgang gedurende 1 sec. met
tussenpozen van 0,5 sec., totdat de
fotocel niet meer verduisterd wordt
LIGHT
In de bedrijfsfunctie “Nacht” wordt deze
uitgang gedurende 60 sec. geactiveerd
wanneer het commando voor opening
van de deur wordt gegeven.
INTERLOCK(*)
De uitgang wordt geactiveerd voor de
tussenvergrendeling tussen twee deuren
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is.
No
Definieert dat de ingang gewoonlijk geopend is.
Nc
Definieert dat de ingang gewoonlijk gesloten is..
43
NEDERLANDS
7 CLOCK
Voor instelling van de dag, de tijd en de datum.
8 TIMER
Off
Timer niet actief.
On
Timer actief: de tijdvakken voor de werking die zijn ingesteld in “9
- Timer Programming” worden vrijgegeven.
Wanneer de timer actief is, verschijnt er een “Tnaast de tijd die
op het display wordt weergegeven, en staat de SD-Keeper geen
bedrijfsselecties toe.
De interne batterij van de SD-Keeper houdt de klok ook in werking
als de spanning uitvalt; als de tijd verloren gaat (b.v. stroomuitval en
batterij leeg) verschijnt er een knipperend sterretje in plaats van de
“T” en wordt de timer buiten werking gesteld.
9 TIMER PROGRAMMING
Hiermee kunnen maximaal 5 verschillende tijdvakken worden
gecreëerd voor elke dag van de week (door de begintijd van het
tijdvak in te stellen) en kan aan elk tijdvak een bedrijfsfunctie worden
toegewezen.
Op het moment dat de interne klok van de SD-Keeper de begintijd
van een tijdvak bereikt, wordt automatisch de hiermee geassocieerde
bedrijfsfunctie ingesteld en blijft de deur in die conditie totdat het
volgende tijdvak ingaat.
Om de tijdvakken correct te beheren is permanente verbinding van
de SD-Keeper+Display nodig.
Selectie van de dag
Selecteert de dag van de week voor het creëren van de
tijdvakken.
Door “All Days” te selecteren, worden de vervolgens gedefinieerde
tijdvakken ingesteld voor alle dagen van de week.
Functie
Stel de bedrijfsfunctie in die moet worden geassocieerd met het
tijdsvak, onder verwijzing naar de volgende tabel:
Begintijd tijdvak
Stel het tijdstip in waarop het tijdvak geactiveerd wordt.
Het is niet nodig dat de tijdvakken een chronologische volgorde
aanhouden.
FUNC BETEKENIS
0 GEEN FUNKTIE
1 AUTOMATISCH TWEE RICHTINGEN TOTAAL
2 AUTOMATISCH EEN RICHTING TOTAAL
3 AUTOMATISCH TWEE RICHTINGEN GEDEELTELIJK
4 AUTOMATISCH EEN RICHTING GEDEELTELIJK
5 DEUR TOTAAL OPEN
6 DEUR GEDEELTELIJKE OPEN
7 HANDBEDIENING
8 NACHT
PROGRAMMEERVOORBEELD TIMER-
Er moet een deur worden geprogrammeerd die als volgt
functioneert
•van MON tot en met FRI:
- vanaf 8:00 in AUTOMATISCH TWEE RICHTINGEN TOTAAL
- vanaf18:00 in AUTOMATISCH EEN RICHTING TOTAAL
- vanaf19:00 in NACHT
SAT en SUN: NACHT de hele dag
Ga als volgt te werk:
selecteer ALL DAYS en stel in:
TIME BAND 1 : FUN. 1 8 a.m.
TIME BAND 2 : FUN. 2 6 p.m.
TIME BAND 3 : FUN. 8 7 p.m.
TIME BAND 4 : FUN. 0
TIME BAND 5 : FUN. 0
selecteer SAT en stel in:
TIME BAND 1 : FUN. 0
TIME BAND 2 : FUN. 0
TIME BAND 3 : FUN. 0
TIME BAND 4 : FUN. 0
TIME BAND 5 : FUN. 0
selecteerd SUN en stel in:
TIME BAND 1 : FUN. 0
TIME BAND 2 : FUN. 0
TIME BAND 3 : FUN. 0
TIME BAND 4 : FUN. 0
TIME BAND 5 : FUN. 0
44
A
B
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-D E T
E -D E T
K EY
E M 1
E M 2
FS W 1
FS W 2
-TX FS W
O U T1
+2 4V
+2 4V
G N D
G N D
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-D E T
E -D E T
K EY
E M 1
E M 2
FS W 1
FS W 2
-TX FS W
O U T1
+2 4V
+2 4V
G N D
G N D
R
P 1
P 2
C 1
C 2
R = 220 O hm 1/4W
C 1= C 2= 220µF 35V
Im p . M in. 15 0m s
A
B
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-D E T
E -D E T
K EY
E M 1
E M 2
FS W 1
FS W 2
-TX FS W
O U T1
+2 4V
+2 4V
G N D
G N D
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
J7
I-D E T
E -D E T
K EY
E M 1
E M 2
FS W 1
FS W 2
-TX FS W
O U T1
+2 4V
+2 4V
G N D
G N D
A B A B
NEDERLANDS
Tussenvergrendeling met interne sensors
Deze applicatie is geschikt wanneer de afstand tussen de twee
deuren voldoende is om interferenties in het detectieveld van
de twee interne sensors te voorkomen
Maak de verbindingen tussen de twee klemmenborden J6 van
de twee kaarten E100, en van de sensors, zoals op fig. 49.
Programmeer de volgende functies:
interlock” actief op beide deuren,
selecteer op de binnendeur de optie master” en op de
buitendeur “slave”,
selecteer op beide deuren de optie interlock no
memoryof interlock with memory(Zie de uitleg van
het flow-chart voor programmering).
Belangrijk:
De sensors mogen uitsluitend worden aangesloten op de
ingang E-DET van de apparatuur;
De tussenvergrendeling funcioneert alleen als beide deuren
zijn ingesteld op de bedrijfsfunctie EEN RICHTING.
Werking
De werking met tussenvergrendeling bestaat uit de volgende fasen
:
De persoon die zich buiten bevindt activeert de sensor S1
van deur A;
Deur A gaat open;
De persoon betreedt de ruimte tussen de twee deuren;
De deur A gaat dicht na de pauzetijd;
De persoon activeert de sensor S3 van de deur B (als de
optie “interlock with memory geselecteerd is, is het niet
nodig te wachten totdat de eerste deur helemaal dicht is
om de sensor van de tweede te activeren);
Deur B gaat open;
De persoon gaat naar buiten;
De deur B gaat dicht na de pauzetijd.
De werking is soortgelijk als men van de andere kant komt
.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Tussenvergrendeling met drukknoppen
Deze applicatie is geschikt wanneer het vanwege de kleine
afstand tussen de twee deuren niet mogelijk is twee interne
sensors te gebruiken; voor bediening van de deuren van buitenaf
zijn twee drukknoppen voorzien.
Maak de verbindingen tussen de klemmenborden J6 van
de twee kaarten E100, van de drukknoppen en van de
aanvullende elektronische componenten, zoals op fig. 50 .
Programmeer de volgende functies:
interlock” actief op beide deuren,
selecteer op de binnendeur de optie “masteren op de
buitendeur “slave”,
selecteer op beide deuren de optie “interlock with memory
(Zie de uitleg van de flow-chart voor programmering).
Belangrijk:
De drukknoppen mogen uitsluitend worden aangesloten op
de ingang E-DET van de apparatuur;
De tussenvergrendeling functioneert alleen als beide deuren
ingesteld zijn op de bedrijfsfunctie EEN RICHTING.
Werking
De werking met tussenvergrendeling bestaat uit de volgende
fasen:
De persoon die zich buiten bevindt drukt op de knop P1
van deur A;
Deur A gaat open;
De persoon betreedt de ruimte tussen de twee deuren;
Deur A gaat dicht na de pauzetijd;
Deur B gaat automatisch open;
De persoon gaat naar buiten;
Deur B gaat dicht na de pauzetijd.
De werking is soortgelijk als men van de andere kant komt.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
INTERLOCK
fig. 49
fig. 50
45
A
B
C
A
B
B
A
C
B
C
B
C
C
B
A
NEDERLANDS
MONITORING MOTORBLOKKERING
Met deze accessoire (fig. 51 ref. C) kan de correcte werking van
de motorblokkering worden gecontroleerd en wordt, als hij in de
open stand geblokkeerd blijft, een foutmelding gegeven via de
besturingskaart of SD-Keeper+Display.
Om de surveillance op de motorblokkering te activeren moet
de functie worden ingesteld met de besturingskaart of SD-
Keeper+Display.
BATTERY KIT
Handel als volgt om de motorblokkering te installeren en aan
te sluiten:
schakel de netvoeding uit;
steek de connector van het batterijenpakket in de connector
J16 van de kaart E100;
schakel de netspanning weer in;
activeer d.m.v. de SD-Keeper+Display de “Batterijen-kit” en
stel de gewenste werkingsparameters in (zie het daaraan
gewijde deel in deze handleiding;
HET IS BELANGRIJK, OM DE BATTERIJENKAART NIET
TE BESCHADIGEN, DAT DE NETSPANNING ALTIJD IS
LOSGEKOPPELD ALS DE KAART ER IN EN UIT WORDT
GEZET
MOTORBLOKKERING
Handel als volgt om de motorblokkering te installeren:
schakel de netvoeding uit;
sluit de connector van de motorblokkering aan op J5 van
de kaart E100;
schakel de spanning weer in.
OM DE MOTORBLOKKERING NIET TE BESCHADIGEN,
MOET HIJ ALTIJD WORDEN IN- OF UITGESCHAKELD MET
DE SPANNING LOSGEKOPPELD.
In de standaardconfiguratie:
- de motorblokkering blokkeert de vleugels alleen in de
werkingsfunctie Nacht;
- als het systeem in de Nacht-modus op batterijen werkt en deze
leeg raken, blijft de motorblokkering de vleugels blokkeren.
Met behulp van de SD-Keeper+Display of E100 kan de werking
van de motorblokkering worden gewijzigd.
ACCESSOIRES
BRUIN
BRUIN
WIT
GEEL
WIT
GROEN
ROSE
Aansluiten op J5
kaart E100
Deblokkeringsmicroschakelaar van de motorblokkering
Monitormicroschakelaar van de motorblokkering
ANTIPANIEK MET VOLLEDIGE OPENING
Met deze accessoire kunnen de vleugels worden geopend
door ertegen te duwen; zie de specifieke instructies voor de
installatie.
Als de antipaniekinstallatie met volledige opening wordt
geplaatst, is er een sensor nodig of fotocel die moet worden
aangesloten op de ingang EMERG1 die (via SD-Keeper+Display)
geconfigureerd is om een onmiddellijke stopzetting van de
beweging te bedienen) (STOP).
A a n s l u i t i n g
microschakelaars
fig. 51
46
A
B
C
D
E
F G H
NEDERLANDS
RICHTLIJNEN VOOR DE DIAGNOSTIEK
Hier volgt een lijst met mogelijke alarmen, samen met de
bijbehorende uitleg/oplossing.
De SD-Keeper+Display geeft in het menu Diagnostics het
alarmnummer en de beschrijving weer.
Alleen de SD-Keeper toont het type alarm aan door middel
van de combinatie van knipperende leds (zie de afbeelding
hiernaast).
ENERGIEBESP.
De E100-kaart werkt
op batterijen met laag
energieverbruik
Hierbij is de achterverlichting van de
SD-Keeper uit en kan men niet meer door de
menu’s op het display schuiven
(zie instructies batterijenpakket)
De knoppen voor wijziging van de bedrijfswijze
zijn hoe dan ook actief
2
2 BAT. WERKING
De E100-kaart werkt op
batterijen
Als er geen netspanning is, is dit de normale
signalering van werking op de batterij.
Als er wel netspanning is, moet worden
gecontroleerd:
•of de zekering
5x20 T2,5A
van de transformator van
de voedingsunit niet onderbroken is
•of de zekering F2
5x20 T2,5A
op de E100-kaart niet
onderbroken is
•of de aansluiting op het 230V~ net goed is
of de connector J1 goed op de E100-kaart gestoken is
Als het alarm aanhoudt, de E100-kaart vervangen.
Als het alarm aanhoudt moet de transformator
worden vervangen.
3
3 GEFORC. OPENING
Er wordt een poging gedaan
de deur geforceerd te openen
Deze signalering verschijnt alleen als
ANTI-INTRUDER is ingesteld op STANDARD
3
7
4 BATT. LEEG De batterij is leeg:
bij overgang van
netspanning naar batterij
wordt de verplaatsing
in noodgevallen niet
gewaarborgd
Als het alarm langer dan een uur aanhoudt, moet
worden gecontroleerd:
•de verbindingen met de batterij
•of de batterijkaart goed geplaatst is
•de werking van de batterijen
Als het alarm aanhoudt, de batterijkaart
vervangen.
Als het alarm aanhoudt, de batterijen vervangen
4
BESCHRIJVING
OORZAAK OPMERKINGEN ACTIES
LED
6 EMERG2 ACTIEF Deze signalering verschijnt telkens wanneer
het noodcontact EMERG2 actief is; als voor
deze ingang de functie WITH MEMORY is
geselecteerd, blijft de signalering ook nadat
het contact niet meer actief is
Als de functie WITH MEMORY geselecteerd
is voor de ingang EMERG2, is een RESET
nodig nadat het contact hersteld is, om de
signalering te laten verdwijnen
3
4
7 EMERG1 ACTIEF Noodingang 1 actief Deze signalering verschijnt telkens als het
noodcontact EMERG1 actief is; als voor
deze ingang de functie WITH MEMORY is
geselecteerd, houdt de signalering ook aan
wanneer het contact niet meer actief is.
Als de functie WITH MEMORY geselecteerd
is voor de ingang EMERG1, is een RESET
nodig nadat het contact hersteld is, om de
signalering te laten verdwijnen
3
4
7
8 OBSTAKEL OPEN Er is driemaal achtereen
een obstakel gedetecteerd
tijdens opening
Deze signalering verschijnt alleen als de
functie OBSTACLE DETECTION - OPENING ->NO
STANDARD is geselecteerd
Verwijder het obstakel en verricht een RESET
voor herstel van de werking
8
9 OBSTAKEL SLUITEN Er is driemaal achtereen
een obstakel gedetecteerd
tijdens sluiting
Deze signalering verschijnt alleen als de
functie OBSTACLE DETECTION - CLOSING->NO
STANDARD geselecteerd is
Verwijder het obstakel en verricht een RESET
voor herstel van de werking
7
8
10
De motorblokkering is
geblokkeerd in gesloten positie
Deze signalering verschijnt alleen als de
motorblokkering
geïnstalleerd is:
•zonder surveillance: de deur doet 3
pogingen tot ont
motorblokkering
en stopt
vervolgens in een conditie die alleen verlaten
kan worden via een RESET of met de knop
voor noodont
motorblokkering
•met surveillance: de deur stopt onmiddellijk
in een conditie die alleen verlaten kan
worden via een RESET of met de knop voor
noodont
motorblokkering
Controleer:
•of de kaart van de
motorblokkering
goed
geplaatst is
•de verbindingen van de
motorblokkering
•of de grendel goed werkt
•of het eventuele surveillancebouwpakket
van de grendel goed gemonteerd en
aangesloten is
Als het alarm ook na de RESET aanhoudt,
moet de grendelkaart en/of de
motorblokkering
worden vervangen
3
8
11 De
motorblokkering
sluit niet Deze signalering verschijnt alleen als
het SURVEILLANCE BOUWPAKKET op
MOTORBLOKKERING geïnstalleerd en
geprogrammeerd is
Controleer:
•of de
motorblokkering
kaart goed geplaatst is
•de verbindingen van de
motorblokkering
•of de
motorblokkering
goed functioneert
•of het surveillancebouwpakket van de
motorblokkering
goed gemonteerd en aangesloten is
3
7
8
12 De voedingsspanning van
de motor is niet correct
Controleer:
•of de connector J1 goed op de kaart E100
4
8
Noodingang 2 actief
47
NEDERLANDS
14 Fotocel 1 defect Deze signalering verschijnt alleen als de
functie FAIL-SAFE actief is en er minstens 1
fotocel geconfigureerd is
Controleer:
•of fotocel 1 goed wordt gevoed
•de verbindingen van fotocel 1
•of fotocel 1 niet beschadigd is en goed
functioneert
3
4
8
15 De uitvoering van de SETUP
wordt belet
Nadat het obstakel is verwijderd start de SETUP
automatisch
Controleer of:
•de ingestelde bedrijfsfunctie niet
HANDBEDIENING, NACHT is
•er geen werking op batterij is
•de fotocellen niet verduisterd zijn
•er geen enkele noodingang actief is
•de voedingsspanning van de motor niet is
uitgeschakeld
3
4
7
8
22 De SETUP-procedure kan
niet worden voltooid omdat
er een te grote wrijving of
te hoog gewicht van de
vleugels is waargenomen
Met deze signalering op het display van de
kaart E100 verschijnt er een foutmelding en
wordt de deur geblokkeerd
•koppel de voeding af of stel bedrijfsfunctie
HANDBEDIENING in, waarna met de hand de
juiste werking van de vleugels moet worden
gecontroleerd
•controleer het gewicht van de vleugels
24 Er is een storing
geconstateerd op de motor
tijdens de werking
Met deze signalering op het display van de
kaart E100 verschijnt er een foutmelding en
wordt de deur geblokkeerd
Controleer:
•of de connector J13 goed is ingestoken
•de motor goed functioneert
Als het alarm aanhoudt, de E100-kaart
vervangen.
Als het alarm aanhoudt, de motor vervangen.
2
8
25 E100-kaart defect Vervang de E100-kaart
2
7
8
Alle leds van de
bedrijfsfuncties
knipperen
Geen communicatie tussen
SD-Keeper en E100-kaart
Controleer of:
•de verbinding niet langer is dan 50m
•elke kabel die voor de verbinding gebruikt
wordt een doorsnede van minstens 0,5mm
2
Als het alarm aanhoudt, de SD-Keeper
vervangen.
Als het alarm aanhoudt, de E100-kaart
vervangen.
2
3
4
13 Fotocel 2 defect Deze signalering verschijnt alleen als
de functie FAIL-SAFE actief is en er 2
fotocellen geconfigureerd zijn
Controleer:
•of fotocel 2 goed wordt gevoed
•de verbindingen van fotocel 2
•of fotocel 2 niet beschadigd is en goed
functioneert
4
7
8
48
A
B
C
D
E
F
G
H
NEDERLANDS
SD-KEEPER uit •er is geen netspanning, de E100-kaart werkt op batterijen met de bedrijfsfunctie NACHT en is in de
status energiebesparing
•de verbinding met de E100-kaart is verbroekn: controleer de verbindingskabels en de bedrading van
de SD-Keeper met de E100-kaart
•de E100-kaart werkt niet correct: vervang de E100-kaart
OPSPOREN VAN STORINGEN
Hier volgt een hulp bij het opsporen en oplossen van bijzonder
condities.
Alle leds
uit
•controleer of zekering 5x20 T2,5A in de voedingsunit niet onderbroken is
•controleer of de connector J1 goed in de E100-kaart gestoken is
•controleer de verbinding met de voedingsunit
•de E100-kaart werkt niet goed: vervang de E100-kaart
led POWER uit
led 24V aan
•er is geen netspanning, de E100-kaart werkt op batterijen
•als er netspanning is, zie punt B
de deur GAAT NIET DICHT •de fotocel(len) blijkt (blijken) bezet
•controleer of de geselecteerde werkingsfunctie niet DEUR OPEN is
•controleer of de geselecteerde werkingsfunctie niet HANDBEDIENING is
•controleer de aansluiting van de motor
•controleer of er voedingspanning naar de motor is
de deur GAAT NIET OPEN •controleer of de geselecteerde werkingsfunctie niet HANDBEDIENING is
•controleer of de geselecteerde werkingsfunctie niet NACHT is
•controleer de aansluiting van de motor
•controleer of de motorblokkering niet geblokkeerd is
•controleer of er voedingspanning naar de motor is
de deur SLUIT i.p.v. OPENT en
OMGEKEERD
•keer de positie van dip-switch 4 op de E100-kaart om en voer een SETUP uits
deur beweegt alleen met kleine
beetjes
•controleer of de connector J17 van de encoder goed is ingestoken
•controleer of de encoder niet beschadigd is
•controleer of de flat-cable van de encoder niet beschadigd is
de deur voert de bewegingen heel
langzaam uit
•controleer met SD-Keeper+Display of de gewenste snelheidsniveaus geselecteerd zijn
•controleer met SD-Keeper+Display of de gewenste vertragingsruimten geselecteerd zijn
CONDITIE SUGGESTIE
Le descrizioni e le illustrazioni del presente manuale non sono impegnative. La FAAC si riserva il diritto, lasciando inal-
terate le caratteristiche essenziali dell’apparecchiatura, di apportare in qualunque momento e senza impegnarsi
ad aggiornare la presente pubblicazione, le modifiche che essa ritiene convenienti per miglioramenti tecnici o per
qualsiasi altra esigenza di carattere costruttivo o commerciale.
The descriptions and illustrations contained in the present manual are not binding. FAAC reserves the right, whilst
leaving the main features of the equipments unaltered, to undertake any modifications it holds necessary for either
technical or commercial reasons, at any time and without revising the present publication.
Les descriptions et les illustrations du présent manuel sont fournies à titre indicatif. FAAC se réserve le droit d’apporter à
tout moment les modifications qu’elle jugera utiles sur ce produit tout en conservant les caractéristiques essentielles,
sans devoir pour autant mettre à jour cette publication.
Die Beschreibungen und Abbildungen in vorliegendem Handbuch sind unverbindlich. FAAC behält sich das Recht
vor, ohne die wesentlichen Eigenschaften dieses Gerätes zu verändern und ohne Verbindlichkeiten in Bezug auf die
Neufassung der vorliegenden Anleitungen, technisch bzw. konstruktiv/kommerziell bedingte Verbesserungen vorzu-
nehmen.
Las descripciones y las ilustraciones de este manual no comportan compromiso alguno. FAAC se reserva el derecho,
dejando inmutadas las características esenciales de los aparatos, de aportar, en cualquier momento y sin compro-
meterse a poner al día la presente publicación, todas las modificaciones que considere oportunas para el perfec-
cionamiento técnico o para cualquier otro tipo de exigencia de carácter constructivo o comercial.
De beschrijvingen in deze handleiding zijn niet bindend. FAAC behoudt zich het recht voor op elk willekeurig moment de
veranderingen aan te brengen die het bedrijf nuttig acht met het oog op technische verbeteringen of alle mogelijke
andere productie- of commerciële eisen, waarbij de fundamentele eigenschappen van de apparaat gehandhaafd
blijven, zonder zich daardoor te verplichten deze publicatie bij te werken.
FAAC S.p.A.
Via Benini, 1
40069 Zola Predosa (BO) - ITALIA
Tel. 0039.051.61724 - Fax. 0039.051.758518
www.faac.it
www.faacgroup.com
732883 - Rev. C
7


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for FAAC A100 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of FAAC A100 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 4,21 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of FAAC A100

FAAC A100 Quick start guide - Dutch - 4 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info