6.2 Temperatuur instellen
De temperatuurregelaar dient ertoe om de binnentemperatuur van het apparaat
constant te houden. Het wordt bediend met een draaiknop.
Bij de eerste ingebruikname zet u de temperatuurregelaar eerst op het hoogste
niveau. Na circa 6 uur heeft het apparaat zijn normale bedrijfstemperatuur bereikt en is
het apparaat te gebruiken. De temperatuurregelaar kan nu terug naar de middelste
stand.
Posities:
Positie MIN = laagste koelcapaciteit
Positie MAX = hoogste koelcapaciteit.
Zet de temperatuurregelaar op niveau NORMAAL. Deze instelling moet worden
geselecteerd bij een gemiddelde kamertemperatuur van +20 °C tot +25 °C voor
thuis en op kantoor.
Het kan zijn dat u, afhankelijk van de kamertemperatuur, de locatie van het
apparaat of het vaak openen van de deur, de stand van de draaiknop moet
aanpassen.
7. De opslag van levensmiddelen
GS235-4A++ Versie NL 01/2014 Pagina 10 van 21
7.1 Correcte opslag
Aanbevolen voorzorgsmaatregelen voor een optimaal gebruik van het apparaat:
Alleen onbeschadigde levensmiddelen gebruiken.
Open het apparaat alleen als het nodig is en dan nog zo kort mogelijk.
Het vriesgedeelte is geschikt voor langdurige opslag van diepvrieswaren en voor het
invriezen van verse (onbeschadigde) levensmiddelen
.
Invriezen van verse levensmiddelen
Tijdens het invriezen dient de temperatuur van verse levensmiddelen zo snel mogelijk
te worden verlaagd zodat de vorming van ijskristallen zo laag mogelijk is en de
structuur van het voedsel niet wordt beschadigd. Als de bevriezing langzaam gebeurt
worden er ijskristallen gevormd en dit kan van invloed zijn op de kwaliteit van het
voedsel.
Hou daarom rekening met een doorlooptijd van circa 2-3 uur, voordat u het verse
voedsel invriest. Draai hiervoor de temperatuurregelaar naar het hoogste niveau
(modelafhankelijk).