9
23. Zorg ervoor dat de gasslang en gasdrukregelaar niet beschadigd
kunnen worden door vertrappen, verhitting, scherpe voorwerpen
en/of hoeken of wat dan ook.
Onderhoud
1. De ventilatieopeningen in de gasflesbehuizing mogen nooit worden
geblokkeerd. Houd ze ook vrij van vuil.
2. Draai de gasfles onmiddellijk dicht wanneer u een storing, defect of
gaslekkage constateert. Voer zelf geen reparaties uit maar laat uw
terrasstraler alleen door een gekwalificeerd persoon repareren en
gebruik alleen originele onderdelen.
3. Gebruik het apparaat niet wanneer u er beschadigingen of storingen
aan hebt geconstateerd. Gebruik de gasfles niet wanneer hij
beschadigingen of roest vertoont.
4. Het hele gascircuit: de gasslang, gasregelaar, bedieningsknop en
brander dienen voor elk gebruik, na het wisselen van de gasfles en
minimaal elke maand te worden gecontroleerd op lekkage, slijtage,
vervuiling of beschadiging. Gebruik het apparaat niet voordat u alle
aansluitingen op lekkage hebt gecontroleerd! Bij een gaslekkage
het apparaat niet in gebruik nemen maar eerst de lekkage
verhelpen c.q. de lekkende onderdelen of gasslang vervangen door
originele, door fabrikant geleverde onderdelen of gasslang. Daarna
opnieuw op gaslekkage controleren. Lekkagetests dienen te
worden uitgevoerd met een zeepoplossing; gebruik nooit
open vuur.
5. Breng geen wijzigingen aan op het apparaat; dat kan
disfunctioneren en gevaarlijke situaties veroorzaken.
6. Houd het apparaat schoon, zie ‘Schoonmaak en onderhoud’.
Controlepaneel, brander, behuizing en luchtcirculatiegang dienen
altijd schoon te zijn. Zorg ervoor dat alle voor de reiniging
verwijderde onderdelen teruggeplaatst worden.
7. De flexibele gasslang moet voldoen aan de Nationale wet- en
regelgeving en dient regelmatig gecontroleerd en altijd 3 à 4 jaar
na productie vervangen te worden. Het jaar van productie staat op
de slang. De lengte van de slang is 60 cm.
8. Verander nooit iets aan het apparaat, dus ook niet verven. Niet
correcte aansluitingen, aanpassingen en/of veranderingen aan het
apparaat kunnen persoonlijk letsel of schade aan het apparaat of
andere voorwerpen veroorzaken.
9. Reparatie en controle (minimaal eenmaal per jaar) dient uitsluitend
door een daartoe gekwalificeerd persoon te worden uitgevoerd.