Met de knoppen D en E stelt u de gewenste temperatuur in. Het display toont
even de wenstemperatuur en schakelt dan weer terug naar de huidige
temperatuur. De ingebouwde thermostaat zal de verwarming uitschakelen
wanneer de wenstemperatuur is bereikt. Daalt de temperatuur, dan wordt de
verwarming automatisch weer ingeschakeld.
Let op! De ventilator blijft nog 30 minuten draaien, nadat de thermostaat de
verwarmingselementen heeft uitgeschakeld. De kachel houdt zo de lucht in de
ruimte in beweging en is derhalve optimaal in staat te voelen of de ruimte
afkoelt.
Om de kachel uit te schakelen drukt u weer op de AAN/UIT-knop. Wanneer u
hebt verwarmd zal de kachel eerst 30 minuten nakoelen voor hij geheel
uitschakelt. Tijdens het nakoelen knippert het signaallampje A. Wanneer het
nakoelen stopt en het signaallampje (a) is gedoofd, drukt u de hoofdschakelaar
(1) uit en neemt u de stekker uit het stopcontact.
Aansluiting en werkwijze externe temperatuursensor:
Omdat de temperatuursensor zich op de kachel bevindt is de meting niet
bijzonder nauwkeurig. Wilt u
nauwkeuriger meten, sluit dan de
meegeleverde losse thermostaat
aan door het stekkertje in het
apparaat te pluggen en de
sensor 2 meter van de kachel te
verwijderen. Wanneer u de losse
thermostaat hebt ingeplugd neemt
deze automatisch de
thermostaatwerking over.
De ventilator blijft nu ipv 30 minuten 5 minuten draaien, nadat de thermostaat
de verwarmingselementen heeft uitgeschakeld. De kachel houdt zo de lucht in
de ruimte in beweging en is derhalve optimaal in staat te voelen of de ruimte
afkoelt.
Om de kachel uit te schakelen drukt u weer op de AAN/UIT-knop. Wanneer u
hebt verwarmd zal de kachel eerst nu 5 minuten nakoelen voor hij geheel
uitschakelt. Tijdens het nakoelen knippert het signaallampje (a). Wanneer het
nakoelen stopt en het signaallampje (a) is gedoofd, drukt u de
hoofdschakelaar (1) uit en neemt u de stekker uit het stopcontact.
Noodbediening aan het apparaat:
Bij ontbreken van de afstandsbediening kunnen de belangrijkste functies aan het
apparaat in werking worden gesteld.
Door meerdere keren op de functiekeuzeknop MODE (2) te drukken stelt u
achtereenvolgens in: ventileren - verwarmen half vermogen - verwarmen vol
vermogen - verwarmen vol vermogen met zwenken - uit. De bijbehorende
lampjes branden.