- 11 -
2. Houd rekening met de omstandigheden. Elektrisch gereed-
schap gebruikt u niet in de regen of in een vochtige omgeving, of
in de nabijheid van ontvlambare (vloei)stoffen of gassen. Zorg
ook voor voldoende licht.
3. Houd kinderen en bezoekers uit de buurt van de werkplek.
Zij mogen het apparaat of het verlengsnoer niet aanraken!
4. Pas uw kleding en haardracht aan bij uw werkzaamheden en
draag geen loshangende kleding of haren, lange kettingen of
shawls als u een apparaat met bewegende delen bedient.
Beschermende (hand)schoenen en evt. een beschermende bril,
gehoorbeschermers en een stofmasker worden aanbevolen.
5. Gebruik het juiste gereedschap en vraag geen taken van een
apparaat waarvoor het niet bedoeld is. Breng geen wijzigingen
op het apparaat aan. Oneigenlijk gebruik en veranderingen aan
het apparaat doen de garantie vervallen en ontslaan de
leverancier van zijn aansprakelijkheid!
6. Steek altijd éérst de stekker in het stopcontact en zet dan
het apparaat aan, om ongecontroleerde werking te voorkomen.
7. Zorg ervoor dat uzelf altijd stevig staat en overstrek u niet om
met het apparaat een afgelegen plekje te bereiken.
8. Forceer het apparaat niet; het werkt op z’n best en veiligst als
er niet meer van wordt gevraagd dan waarvoor het ontworpen is.
9. Blijf alert en gebruik tijdens het werk uw gezonde verstand.
Gebruik het apparaat niet wanneer u moe bent.
10. Wees voorzichtig met de elektrokabel. Trek er niet aan, over-
rijd hem niet en trap er niet op. Houd de kabel uit de buurt van
hitte, olie en scherpe hoeken.
11. Bescherm u tegen een elektrische schok en voorkom lijfelijk
contact met geaarde oppervlakken als leidingen, radiators enz.
12. Ruim gereedschap na gebruik onmiddellijk op, op een droge,
hoge of afgesloten plaats buiten het bereik van kinderen.
13. Behandel gereedschap met zorg. Houd het schoon en in
goede conditie en vervang aan slijtage onderhevige onderdelen
tijdig. Controleer apparaat en elektrokabel regelmatig en laat
onderhoud door daartoe bevoegde mensen uitvoeren. Gebruik
een apparaat nooit wanneer een onderdeel ervan beschadigd is.
14. Altijd de stekker uit het stopcontact als het apparaat niet in
gebruik is.