9. Om overbelasting en doorgebrande zekeringen te voorkomen geen andere
apparatuur op hetzelfde stopcontact of dezelfde elektrische groep aansluiten als
waar de kachel op aangesloten is.
10. Gebruik de kachel niet buitenshuis en niet in ruimtes, kleiner dan 6 m².
11. Een kachel bevat inwendig hete en/of gloeiende en vonkende delen. Gebruik
hem dus niet in een omgeving waar brandstoffen, verf, ontbrandbare
vloeistoffen en/of gassen enz. worden bewaard.
12. Plaats de kachel niet vlakbij- onder- of gericht op een stopcontact en niet in de
buurt van open vuur of warmtebronnen.
13. Gebruik de kachel niet vlakbij of gericht op meubels, dieren, gordijnen, papier,
kleding, beddengoed of andere brandbare zaken. Houd dit minstens 1 meter
van de kachel verwijderd!
14. Bedek een kachel nooit! Ventilatieopeningen mogen op geen enkele wijze
worden geblokkeerd, om brand te voorkomen. Gebruik de kachel dus ook nooit
om kleding op te drogen of iets op te zetten.
15. De lucht rond een kachel moet vrij kunnen circuleren. Plaats hem dus niet te
dicht op muren of grote voorwerpen en niet onder een plank, kast o.i.d. Zie voor
de minimale vrije ruimtes rond de kachel ‘Beschrijving en Installatie’.
16. Voorkom dat vreemde voorwerpen door de ventilatieopeningen de kachel
binnendringen. Dit kan een elektrische schok, brand of beschadiging
veroorzaken.
17. Laat een werkende kachel nooit zonder toezicht achter maar schakel hem éérst
uit en neem vervolgens de stekker uit het stopcontact. Altijd stekker uit het
stopcontact als de kachel niet in gebruik is! Pak de stekker daartoe in de hand;
trek nooit aan het snoer!
18. Deze kachel wordt heet tijdens het gebruik. Om brandwonden te voorkomen
niet met de blote huid de hete oppervlakken aanraken!
19. Schakel altijd de kachel uit, neem de stekker uit het stopcontact en laat de
kachel eerst afkoelen wanneer u:
- de kachel wilt schoonmaken
- onderhoud aan de kachel wilt uitvoeren
- de kachel aanraakt of verplaatst.
20. Stel de kachel niet automatisch in werking d.m.v. een tijdklok o.i.d. Voor gebruik
dient er altijd op veilige omstandigheden te worden gecontroleerd!
21. Zorg voor zorgvuldig toezicht wanneer dit apparaat wordt gebruikt in de
aanwezigheid van kinderen, handelingsonbekwame personen of huisdieren. Dit
apparaat is niet geschikt om te worden gebruikt door personen (incl. kinderen)
met een fysieke- zintuiglijke- of mentale beperking, of gebrek aan ervaring en
kennis, ongeacht of er toezicht is of instructie is gegeven aangaande het
gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Er dient op te worden toegezien dat kinderen niet met het apparaat
spelen.
22. Houd de kachel schoon. Stof, vuil en/of aanslag in de kachel is een
veelvoorkomende reden voor oververhitting. Zorg ervoor dat dergelijke neerslag
regelmatig wordt verwijderd.
23. Stel het apparaat niet in werking wanneer u beschadigingen constateert aan
apparaat, elektrokabel of stekker, of wanneer het slecht functioneert, is gevallen
of op andere wijze een storing vertoont. Breng het complete apparaat terug naar
uw leverancier of een erkend elektricien voor controle en/of reparatie. Vraag
altijd om originele onderdelen.
24. Gebruik geen toevoegingen/accessoires op de kachel, die niet zijn aanbevolen
of geleverd door de fabrikant.