14
Laat, wanneer de Flameheater binnenshuis werd gebruikt, de brandweer of uw
gasleverancier de ruimte controleren op ontsnapt gas voordat er iemand in
terugkeert.
Laat uw apparaat repareren en volledig op lekkage controleren door een daartoe
gekwalificeerd persoon.
Standplaats van de Flameheater
De Flameheater is in principe bedoeld voor gebruik
buitenshuis. Gebruikt u hem toch onder bijv. een overkapping
of een half-open tent, zorg dan altijd voor voldoende ventilatie
(minimaal 25% van het wandoppervlak open; de oppervlakte
van de wanden is de som van het totale oppervlak). Gebruik in
gesloten ruimtes kan gevaarlijk zijn en is verboden!
Houd brandbare materialen op ruime afstand van de
Flameheater, d.w.z. minstens een meter verwijderd van
top en zijkanten. Houd deze afstand ook aan tot muren,
tentzeilen, vlaggen, overkappingen, zonneschermen
enz.
Plaats de Flameheater op een stevige, vlakke en
volkomen horizontale ondergrond.
Gebruik de Flameheater nooit in een omgeving waar
explosieve gassen zijn opgeslagen of -dampen
voorkomen; denk aan brandstoffen, verf, spuitbussen
enz.
Bescherm de Flameheater tegen wind; gebruik hem niet
wanneer deze te sterk waait!
Bepalingen rond het gebruik van gas
Gebruik in de Flameheater uitsluitend butaan of propaan.
Gebruik een goedgekeurde gasregelaar die voldoet aan de Europese normen en in
overeenstemming is met de nationaal geldende regels. Controleer regelmatig of hij
in goede conditie verkeert en vervang hem indien nodig.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies en
volgens wettelijke voorschriften.
De heater is geschikt voor een standaard gasfles van 5 of 10,5 kg.
De toevoerdruk van het gas naar het apparaat toe is 30mbar (NL-uitvoering) c.q.
37mbar (BE-uitvoering).
Een gedeukte, roestige of beschadigde gasfles kan gevaar opleveren en dient te
worden gecontroleerd door uw gasleverancier. Gebruik nooit een gasfles met een
beschadigde gaskraan of aansluiting.
Sluit nooit een gasfles zonder regelaar aan op het apparaat.
Sluit nooit een ongereguleerde of niet-passende gasfles aan op het apparaat.
Koppel de gasfles los van het apparaat wanneer het niet in gebruik is.
Draai de kraan van de gasfles of de drukregelaar dicht na gebruik en ontkoppel de
gasfles.