Fundering bouwen
1. Om stroomkabels te installeren moet een
installatiebuis worden gebruikt die boven de
bovenrand van de afgewerkte funderingen
uitsteekt.
Bij het installeren van de installatiebuis moet
rekening worden gehouden met de
krommingsstraal van de kabels. De breedte van de
buis wordt bepaald door het type en de diameter
van de stroomkabels.
Gaat het station deel uitmaken van een cluster van
stations, dan moet de installatiebuis breed genoeg
zijn om twee sets stroomkabels te kunnen
inbrengen. Anders moeten er twee
installatiebuizen worden gebruikt.
2. Bij het inbrengen van het funderingsanker moet
erop worden gelet dat het anker wordt uitgelijnd,
opdat het laadstation recht komt te staan.
Ook moet aandacht worden besteed aan de
hoogte van de fundering. Het anker moet zo
worden aangebracht dat het bovenvlak op één lijn
ligt met de uiteindelijke hoogte van de fundering
(bijv. het bovenste niveau van bestrating, tegels of
stoeprand).
3. De geplaatste installatiebuis moet met draad
worden geborgd om te voorkomen dat deze in het
beton wegzakt. Bovendien moet de buis aan beide
uiteinden tijdelijk worden afgedicht met papier of
iets vergelijkbaars om te voorkomen dat er beton
in de buis kan binnendringen.
4. Giet bij het storten van beton eerst rond de
installatiebuis om de positie daarvan te fixeren.
Nadat het beton is gestort, moet de installatiebuis
toegankelijk zijn.
5. De gehele funderingsruimte moet met beton
worden opgevuld. Bij lage temperaturen is het