23
Elektrische aansluiting
Het typenummer, de energiesoort en de
aansluitwaarde staan op het gegevensplaatje
vermeld.
Het gegevensplaatje bevindt zich aan de
onderzijde van het toestel.
De aansluiting is van het type Y.
Dit betekent dat de aansluitkabel alleen mag
worden vervangen door de fabrikant, de
serviceorganisatie of door gelijkwaardig
gekwalificeerde personen om gevaarlijke
situaties te voorkomen.
Wilt u een vaste aansluiting maken, zorg er
dan voor dat er een omnipolaire schakelaar
met een contactafstand van minimaal 3 mm in
de toevoerleiding wordt aangebracht.
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
22
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Elektrische aansluiting
Het toestel wordt geleverd met een
aansluitsnoer. Het aansluitsnoer heeft
standaard een doorverbinding tussen de
bruine en blauwe, en de grijze en zwarte
draad. In de meeste gevallen dient u deze
doorverbindingen te verwijderen.
2 faseaansluiting
2 fase + 2 nul 2 2N a.c. 230 V
Verwijder de doorverbindingen.
Uw groep moet gezekerd zijn met 16 A.
nulaansluiting N1 (blauw)
nulaansluiting N2 (bruin)
faseaansluiting L1 (grijs)
faseaansluiting L2 (zwart)
2 fase + 1 nul 2 N a.c. 400 V
Verwijder de doorverbinding tussen de grijze
en zwarte draad.
Uw groep moet gezekerd zijn met 16 A.
nulaansluiting N (blauw met bruin)
faseaansluiting L1 (grijs)
faseaansluiting L2 (zwart)
3e fase niet gebruiken
De volgende afwijkende aansluitingen zijn ook
mogelijk:
1 faseaansluiting
1 fase + 1 nul 1 N a.c. 230 V
Uw groep moet gezekerd zijn met 32 A.
nulaansluiting N (blauw met bruin)
faseaansluiting L (grijs met zwart)