15
Pannen, waarvan de bodem niet magnetisch is
of niet geschikt zijn voor elektrisch koken, zijn
ongeschikt voor gebruik op de inductie-
kookplaat.
Geschikt:
■ speciale roestvrijstalen pannen voor
inductiekoken;
■ solide geëmailleerde pannen;
■ geëmailleerde gietijzeren pannen.
Ongeschikt:
■ Aardewerk;
■ Aluminium;
■ Kunststof;
■ Koper;
■ Porselein;
■ Roestvrijstaal.
Wees voorzichtig met plaatstaal
geëmailleerde pannen. Deze kunnen
beschadigd raken als ze gebruikt worden voor
inductiekoken. Met name wanneer deze
pannen een te dunne bodem hebben.
Bij plaatstaal geëmailleerde pannen kan:
■ email afspringen (het email laat los van het
staal) wanneer u de kookplaat op een hoge
stand inschakelt terwijl de pan (te) droog is;
■ de panbodem kromtrekken door bijvoor-
beeld oververhitting of door gebruik van
een te hoog vermogen.
Gebruik nooit pannen met een vervormde
bodem. Een holle of bolle bodem kan de
werking van de oververhittingbeveiliging
belemmeren. Het toestel wordt te warm.
Hierdoor kan de glasplaat barsten en de
panbodem smelten. Schade, ontstaan door het
gebruik van ongeschikte pannen of
droogkoken, valt buiten de garantie.
Geluid in de bodem van de pan
Tijdens het koken kunt u een ratelend geluid
horen in de bodem van de pan. Dit is onschul-
dig. Het geluid wordt veroorzaakt doordat het
hoge vermogen van de kookzone inwerkt op
de panbodem. Verminder het ratelende geluid
door een lagere stand te kiezen.
Snelkookpannen
Inductiekoken is zeer geschikt voor het koken
in snelkookpannen. De kookzone reageert
zeer snel, waardoor de snelkookpan ook snel
op druk is. Zodra u een kookzone uitschakelt
stopt het kookproces direct.
Gebruikte pannen
■ Pannen waarmee al eerder op een
gaskookplaat is gekookt, zijn niet meer
bruikbaar voor inductie.
PANNEN
14
De kookplaat optimaal gebruiken
Het warmteverlies is minimaal omdat de
warmte in de pan zelf opgewekt wordt.
Bij kleinere pannen wordt alleen dat deel van
de zone geactiveerd dat contact maakt met de
panbodem. Een bijkomend voordeel is dat de
handgrepen van de pan niet warm worden
door stralingswarmte langs de pan.
1. Warmteverlies en hete handgrepen bij een
conventionele kookplaat.
2. Geen warmteverlies en koude handgrepen
bij inductiekoken.
Zandkorreltjes kunnen krasjes veroorzaken
die niet meer te verwijderen zijn.
■ Zet alleen pannen met een schone bodem
op het kookvlak.
■ Til pannen altijd op als u ze verplaatst.
■ Gebruik de kookplaat niet als werkvlak.
Schuif de panbodem over een
(vochtige) doek, voordat u de pan op
het kookvlak zet. Dit voorkomt dat er zand-
korreltjes en dergelijke op het kookvlak
terechtkomen.
Til pannen altijd op; schuif er nooit mee.
Kook altijd met het deksel op de pan om
energieverlies te voorkomen.
Bij inductiekoken wordt gebruik gemaakt van
een magnetisch veld om warmte op te
wekken. Daarom moet de panbodem ijzer
bevatten en dus magnetisch zijn.
De kookzones van de kookplaat hebben een
diameter van 16,18 of 21 cm. De kookplaat past
zich echter automatisch aan bij gebruik van
kleinere of grotere pannen.
Bij kleinere pannen is er dus geen
energieverlies, maar het vermogen is lager
dan bij grotere pannen. De panbodem moet
altijd groter zijn dan 12 cm (of 10 cm bij de
16 cm zone).
U kunt zelf met een magneet controleren of
uw pannen geschikt zijn.
Een pan is geschikt wanneer:
■ de panbodem wordt aangetrokken door een
magneet;
■ de pan geschikt is voor elektrisch koken.
Gebruik alleen pannen met een dikke
(minimaal 2,25 mm), vlakke bodem die geschikt
zijn voor inductiekoken. Het beste zijn pannen
met het "Class Induction" keurmerk.
PANNEN