4
VEILIGHEID
Vóór het eerste gebruik
■ Dit toestel mag alleen door een erkend gas-
technisch installateur aangesloten worden.
■ Gebruik het toestel alleen indien het op de
juiste wijze is ingebouwd. Bij een verkeerd
geïnstalleerd toestel vervalt bij schade de
aanspraak op garantie.
■ Bij reparatie of schoonmaakbeurten moet
het toestel afgesloten worden van stroom
en gas.
Neem de stekker uit de contactdoos of
draai de schakelaar in de meterkast op nul.
Draai de gaskraan in de toevoerleiding
dicht.
■ Dit kooktoestel is ontworpen voor huishou-
delijk gebruik. Gebruik het alleen voor het
bereiden van gerechten.
■ Bij koken en braden wordt de kookplaat
heet. Let op als er kinderen in de buurt zijn.
■ Vet en olie zijn bij oververhitting
ontvlambaar. Blijf in de buurt tijdens het
bereiden van gerechten.
■ Gebruik het toestel niet voor het
verwarmen van de keuken.
Er ontstaat dan een vochtige atmosfeer.
■ Bij het gebruik van gas-kookapparatuur
ontstaat warmte en vocht in de ruimte waar
het toestel is geplaatst. Let op dat de ruimte
voldoende is geventileerd: houd natuurlijke
ventilatie-openingen open.
Bij langdurig gebruik van de kookplaat kan
extra ventilatie noodzakelijk zijn,
bijvoorbeeld een open raam.
■ De branders mogen niet zonder pannen
worden gebruikt. Nooit aluminium of
kunststof bakjes direct op een brander
leggen.
■ Wees voorzichtig met snoeren van
elektrische apparaten, zoals van een mixer.
Deze mogen niet terecht komen op hete
branders.
■ De onderkant van de inbouwkookplaat
wordt heet. Let erop, dat u geen brandbare
of kunststof voorwerpen in de eventueel
onder het toestel aanwezige lade legt.
■ Controleer voor het installeren van het
toestel of de gassoort en gasdruk van de
gasbron overeenkomt met het typeplaatje.