❏ TCP/IP
❏ Auto
Selecteer deze optie wanneer u thuis een toegangspunt gebruikt of wanneer u het IP-adres automatisch laat
toewijzen via DHCP.
❏ Handmatig
Selecteer deze optie wanneer u niet wilt dat het IP-adres van de printer wordt gewijzigd. Voer de adressen in
voor IP-adres, Subnetmasker en Standaardgateway, en congureer de instellingen voor de DNS-server,
aankelijk van uw netwerkomgeving.
❏ Proxy-server
❏ Niet gebr.
Selecteer deze optie wanneer u de printer gebruikt in een thuisnetwerk.
❏ Gebr.
Selecteer deze optie wanneer u in uw netwerkomgeving een proxyserver gebruikt en u dit wilt instellen in de
printer. Voer het adres en poortnummer van de proxyserver in.
❏ E-mailserver
❏ Serverinstellingen
U kunt de server selecteren via Uit, POP voor SMTP of SMTP-AUTH.
❏ Verbinding controleren
U kunt de verbinding voor de e-mailserver controleren. Wanneer een fout optreedt tijdens het uitvoeren van
Verbinding controleren raadpleegt u de uitleg van de Verbinding controleren-melding.
❏ IPv6-adres
❏ Inschakelen
Selecteer deze optie wanneer u een IPv6-adres gebruikt.
❏ Uitschakelen
Selecteer deze optie wanneer u een IPv4-adres gebruikt.
❏ MS netwerk delen
❏ Inschakelen
Gebruik MS Network-service.
❏ Uitschakelen
Hiermee schakelt u de MS Network-service uit.
❏ Bestanden deln
Hiermee schakelt u de functie voor bestandsdeling in of uit.
❏ link Speed & Duplex
Selecteer de juiste Ethernet-snelheid en duplex-instelling. Als u een andere instelling dan Auto selecteert,
controleert u of de instelling overeenkomt met de instellingen op de hub die u gebruikt.
❏ Auto
❏ 10BASE-T Half Duplex
❏ 10BASE-T Full Duplex
❏ 100BASE-TX Half Duplex
❏ 100BASE-TX Full Duplex
Gebruikershandleiding
Netwerkinstellingen
32