Wanneer u USB gebruikt, kan de printer ook zonder de netwerkfunctie worden gedeeld.
Verbindingsmethode:
Maak verbinding tussen het netwerk en de printer via een LAN-switch of toegangspunt.
U kunt de printer ook rechtstreeks verbinden met de server met een USB-kabel.
Printerdriver:
Installeer de printerdriver op de Windows-server, aankelijk van het besturingssysteem van de clientcomputers.
Als u de Windows-server opent en aan de printer koppelt, wordt het printerstuuurprogramma op de
clientcomputer geïnstalleerd en kan de printer worden gebruikt.
Functies:
❏ Beheer de printer en de printerdriver batch-gewijs.
❏
Aankelijk
van de
specicaties
van de server kan het starten van de afdruktaak enige tijd duren. Dit komt
doordat alle afdruktaken via de afdrukserver gaan.
❏ U kunt niet afdrukken wanneer de Windows-server is uitgeschakeld.
Gerelateerde informatie
& “Termen” op pagina 10
Peer to Peer-verbindingsinstellingen
Dit is de verbinding waarmee de printer rechtstreeks wordt verbonden met het netwerk en de computer. Er kan
alleen een modem worden gebruikt dat geschikt is voor gebruik in een netwerk.
Verbindingsmethode:
Maak rechtstreeks verbinding tussen het netwerk en de printer via een hub of toegangspunt.
Printerdriver:
Installeer de printerdriver op elke clientcomputer.
Wanneer u EpsonNet SetupManager gebruikt, kunt u de driver gebruiken die de printerinstellingen bevat.
Functies:
❏ De afdruktaak start direct omdat de afdruktaak rechtstreeks naar de printer is verzonden.
❏ U kunt printen zo lang de printer is ingeschakeld.
Gerelateerde informatie
& “Termen” op pagina 10
Beheerdershandleiding
Inleiding
15