❏ Afdrukstand: Selecteer de afdrukstand die u in de toepassing hebt ingesteld.
❏ Papiertype: Selecteer het type papier dat u hebt geladen.
❏ Kleur: Selecteer Grijswaarden wanneer u in zwart-wit of grijstinten wilt afdrukken.
Opmerking:
❏ Als u gegevens met hoge dichtheid afdrukt op gewoon papier, briefpapier of voorgedrukt papier, selecteer dan
Standaard - Levendig als Kwaliteit instelling om uw afdruk levendig te maken.
❏ Selecteer de instelling Liggend als Afdrukstand voor het afdrukken op enveloppen.
7. Klik op OK om het venster van de printerdriver te sluiten.
8. Klik op Afdrukken.
Gerelateerde informatie
&
“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 28
&
“Papier in de Papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 33
& “Papier in de Papiertoevoer vóór laden” op pagina 35
& “Lijst met papiertypes” op pagina 30
Basisprincipes van printer - Mac OS X
Opmerking:
De werking varieert naargelang de toepassing. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Laad papier in de printer.
2. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
38