590237
217
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/223
Next page
Gebruikershandleiding
NPD4934-02 NL
Auteursrechten en handelsmerken
Auteursrechten en handelsmerken
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of
openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson
Corporation. Seiko Epson Corporation wijst alle patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik van de
informatie in deze uitgave. Evenmin kan Seiko Epson Corporation aansprakelijk worden gesteld voor schade
voortvloeiende uit het gebruik van de informatie uit deze uitgave. De hierin beschreven informatie is alleen
bedoeld voor gebruik bij dit Epson-product. Epson is niet verantwoordelijk voor het gebruik van deze informatie
bij andere producten.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld door de koper van dit
product of derden voor schade, verlies, kosten of uitgaven die de koper of derden oplopen ten gevolge van al dan
niet foutief gebruik of misbruik van dit product of onbevoegde wijzigingen en herstellingen of (met uitzondering
van de V.S.) het zich niet strikt houden aan de gebruiks- en onderhoudsvoorschriften van Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen verantwoordelijk worden gesteld voor schade of problemen
voortvloeiend uit het gebruik van andere dan originele onderdelen of verbruiksgoederen kenbaar als Original
Epson Products of Epson Approved Products by Seiko Epson Corporation.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade voortvloeiende uit
elektromagnetische storingen die plaatsvinden door het gebruik van andere interfacekabels dan kenbaar als Epson
Approved Products by Seiko Epson Corporation.
EPSON
®
is een gedeponeerd handelsmerk en EPSON EXCEED YOUR VISION of EXCEED YOUR VISION is
een handelsmerk van Seiko Epson Corporation.
Intel
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation.
De software Epson Scan is deels gebaseerd op het werk van de Independent JPEG Group.
libtiff
Copyright © 1988-1997 Sam Leffler
Copyright © 1991-1997 Silicon Graphics, Inc.
Permission to use, copy, modify, distribute, and sell this software and its documentation for any
purpose is hereby granted without fee, provided that (i) the above copyright notices and this
permission notice appear in all copies of the software and related documentation, and (ii) the names of
Sam Leffler and Silicon Graphics may not be used in any advertising or publicity relating to the
software without the specific, prior written permission of Sam Leffler and Silicon Graphics.
THE SOFTWARE IS PROVIDED “AS-IS” AND WITHOUT WARRANTY OF ANY KIND,
EXPRESS, IMPLIED OR OTHERWISE, INCLUDING WITHOUT LIMITATION, ANY
WARRANTY OF MERCHANTABILITY OR FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
2
IN NO EVENT SHALL SAM LEFFLER OR SILICON GRAPHICS BE LIABLE FOR ANY SPECIAL,
INCIDENTAL, INDIRECT OR CONSEQUENTIAL DAMAGES OF ANY KIND, OR ANY
DAMAGES WHATSOEVER RESULTING FROM LOSS OF USE, DATA OR PROFITS, WHETHER
OR NOT ADVISED OF THE POSSIBILITY OF DAMAGE, AND ON ANY THEORY OF LIABILITY,
ARISING OUT OF OR IN CONNECTION WITH THE USE OR PERFORMANCE OF THIS
SOFTWARE.
Microsoft
®
, Windows
®
, and Windows Vista
®
are registered trademarks of Microsoft Corporation.
Apple, Macintosh, Mac OS, OS X, Bonjour and TrueType are trademarks of Apple Inc., registered in the U.S. and
other countries.
Apple Chancery, Chicago, Geneva, Hoefler Text, Monaco and New York are trademarks or registered trademarks
of Apple, Inc.
AirPrint is a trademark of Apple Inc.
Google Cloud Print
is a registered trademark of Google Inc.
Monotype is a trademark of Monotype Imaging, Inc. registered in the United States Patent and Trademark Office
and may be registered in certain jurisdictions.
Albertus, Arial, Gillsans, Times New Roman and Joanna are trademarks of The Monotype Corporation registered
in the United States Patent and Trademark Office and may be registered in certain jurisdictions.
ITC Avant Garde, ITC Bookman, ITC Lubalin, ITC Mona Lisa Recut, ITC Symbol, ITC Zapf-Chancery, and ITC
ZapfDingbats are trademarks of International Typeface Corporation registered in the United States Patent and
Trademark Office and may be registered in certain jurisdictions.
Clarendon, Helvetica, New Century Schoolbook, Optima, Palatino, Stempel Garamond, Times and Univers are
registered trademarks of Heidelberger Druckmaschinen AG, which may be registered in certain jurisdictions,
exclusively licensed through Linotype Library GmbH, a wholly owned subsidiary of Heidelberger
Druckmaschinen AG.
Wingdings is a registered trademark of Microsoft Corporation in the United States and other countries.
Antique Olive is a registered trademark of Marcel Olive and may be registered in certain jurisdictions.
Adobe SansMM, Adobe SerifMM, Carta, and Tekton are registered trademarks of Adobe Systems Incorporated.
Marigold and Oxford are trademarks of AlphaOmega Typography.
Coronet is a registered trademark of Ludlow Type Foundry.
Eurostile is a trademark of Nebiolo.
Bitstream is a registered trademark of Bitstream Inc. registered in the United States Patent and Trademark Office
and may be registered in certain jurisdictions.
Swiss is a trademark of Bitstream Inc. registered in the United States Patent and Trademark Office and may be
registered in certain jurisdictions.
PCL is the registered trademark of Hewlett-Packard Company.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
3
Adobe, Adobe Reader, PostScript3, Acrobat, and Photoshop are trademarks of Adobe systems Incorporated,
which may be registered in certain jurisdictions.
Getopt
Copyright © 1987, 1993, 1994 The Regents of the University of California. All rights reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that the
following conditions are met:
1. Redistributions of source code must retain the above copyright notice, this list of conditions and the following
disclaimer.
2. Redistributions in binary form must reproduce the above copyright notice, this list of conditions and the
following disclaimer in the documentation and/or other materials provided with the distribution.
4. Neither the name of the University nor the names of its contributors may be used to endorse or promote
products derived from this software without specific prior written permission.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE REGENTS AND CONTRIBUTORS ''AS IS'' AND ANY EXPRESS OR
IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF
MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO EVENT
SHALL THE REGENTS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL,
SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO,
PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF USE, DATA, OR PROFITS; OR
BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY OF LIABILITY, WHETHER IN
CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR OTHERWISE) ARISING IN
ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE POSSIBILITY OF SUCH
DAMAGE.
This code illustrates a sample implementation of the Arcfour algorithm
Copyright © April 29, 1997 Kalle Kaukonen. All Rights Reserved.
Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, are permitted provided that this
copyright notice and disclaimer are retained.
THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY KALLE KAUKONEN AND CONTRIBUTORS ''AS IS'' AND ANY
EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED
WARRANTIES OF MERCHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE
DISCLAIMED. IN NO EVENT SHALL KALLE KAUKONEN OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY
DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR CONSEQUENTIAL DAMAGES
(INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, PROCUREMENT OF SUBSTITUTE GOODS OR SERVICES; LOSS OF
USE, DATA, OR PROFITS; OR BUSINESS INTERRUPTION) HOWEVER CAUSED AND ON ANY THEORY
OF LIABILITY, WHETHER IN CONTRACT, STRICT LIABILITY, OR TORT (INCLUDING NEGLIGENCE OR
OTHERWISE) ARISING IN ANY WAY OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF
THE POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE.
microSDHC Logo is a trademark of SD-3C, LLC. (Alleen WF-5690-serie.)
Opmerking: microSDHC is in het apparaat ingebouwd en kan niet worden verwijderd.
Algemene kennisgeving: andere productnamen vermeld in deze uitgave dienen uitsluitend als identificatie en kunnen
handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaars. Epson maakt geen enkele aanspraak op enige rechten op deze
handelsmerken.
© 2013 Seiko Epson Corporation. All rights reserved.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
4
De inhoud van deze handleiding en de specificaties van dit apparaat zijn onderhevig aan verandering zonder
kennisgeving.
Gebruikershandleiding
Auteursrechten en handelsmerken
5
Inhoudsopgave
Auteursrechten en handelsmerken
Auteursrechten en handelsmerken.............. 2
Inleiding
Informatie vinden......................... 11
Beschikbare functies....................... 11
Voorzorgsmaatregelen, belangrijke informatie
en opmerkingen.......................... 12
Besturingssystemen en versies................ 12
De service Epson Connect gebruiken........... 13
Belangrijke instructies
Veiligheidsvoorschriften.................... 14
Productadviezen en waarschuwingen........... 15
Het apparaat installeren/gebruiken.......... 15
Het gebruik van het apparaat met een
draadloze verbinding..................... 16
Het display............................ 16
Cartridges hanteren..................... 16
Beperkingen op het kopiëren................. 17
Uw persoonlijke gegevens beschermen.......... 17
Aan de slag met uw apparaat
Productonderdelen........................ 18
Uitleg over het configuratiescherm............. 21
Statuspictogrammen..................... 22
Statusmenu............................ 24
Pictogrammen op het softwaretoetsenbord
voor het LCD-scherm.................... 25
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
Algemene informatie over het gebruiken, laden
en opslaan van afdrukmateriaal............... 27
Papier opslaan......................... 27
Papier selecteren.......................... 27
Instellingen voor papiersoorten op het display
.................................... 30
Printerdriverinstellingen voor papiersoorten
.................................... 30
Papier in de papiercassette laden.............. 31
Papier en enveloppen in de papiertoevoer
achterzijde laden.......................... 34
Originelen plaatsen........................ 37
Automatische documentinvoer (ADF)........ 37
Glasplaat............................. 39
Toegangsbeheer
Aanmelden vanaf het bedieningspaneel......... 41
Afdrukken vanaf de computer wanneer
Toegangsbeheer geldig is (alleen Windows)...... 41
Kopiëren
Documenten kopiëren...................... 42
Normaal kopiëren....................... 42
Menulijst kopieermodus.................... 42
Afdrukken
Afdrukken via het configuratiescherm.......... 43
Een JPEG-bestand afdrukken............... 43
Een PDF- of TIFF-bestand afdrukken. . . . . . . . 44
Afdrukken vanaf uw computer............... 44
Printerdriver en Statusmonitor. . ........... 44
Basisbewerkingen......................... 48
Normaal afdrukken...................... 48
Afdrukken annuleren.................... 52
Overige opties............................ 54
Voorkeursinstellingen van de printer (alleen
voor Windows)......................... 54
Dubbelzijdig afdrukken................... 54
Volledige pagina afdrukken................ 56
Pages per sheet (Pagina's per vel) afdrukken. . . . 57
Anti-Copy Pattern (Antikopieerpatroon)
(alleen voor Windows)................... 58
Watermark (Watermerk) (alleen voor
Windows)............................. 59
Header/Footer (Koptekst/voettekst) (alleen
voor Windows) ........................ 60
Vertrouwelijke taken afdrukken............. 60
Beheerdersinstellingen voor
printerstuurprogramma (alleen voor Windows)
...................................... 61
De PostScript-printerdriver.................. 62
De Epson Universal P6-printerdriver........... 62
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
6
Scannen
Scannen via het configuratiescherm............ 63
Scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . 63
Scannen naar een map.................... 64
Scannen naar een e-mail.................. 64
Scannen naar de cloud.................... 65
Scannen naar Document Capture Pro (alleen
Windows)............................. 65
Scannen naar een computer (WSD).......... 66
Scannen modus Menulijst................. 67
Scannen vanaf uw computer................. 67
Instellingen voor Access Control
(Toegangsbeheer) (alleen Windows)......... 67
Scannen in de Office Mode (Kantoormodus)
.................................... 67
Scannen in de Professional Mode
(Professionele modus).................... 69
Mogelijkheden voor het aanpassen van
afbeeldingen........................... 71
Het scangebied weergeven en aanpassen....... 74
Software-informatie....................... 76
Epson Scan Driver starten................. 76
Andere software voor scannen starten........ 76
Faxen
Verbinden met een telefoonlijn............... 78
Compatibele telefoonlijnen en -kabels........ 78
Het apparaat aansluiten op de telefoonlijn. . . . . 78
Een telefoon aansluiten................... 79
Faxinstellingen........................... 81
Basisinstellingen........................ 81
Geavanceerde instellingen................. 84
Faxen verzenden.......................... 86
Basisbewerkingen....................... 86
Overige opties.......................... 88
Faxen ontvangen.......................... 92
De ontvangstmodus instellen............... 92
Ontvangen faxen uitvoeren................ 93
Ontvangen faxen weergeven op het lcd-
scherm............................... 95
Een fax ontvangen via polling.............. 96
Een fax handmatig ontvangen.............. 96
Ontvangen faxen op een computer opslaan.... 97
Status en geschiedenis van faxtaken controleren
...................................... 97
Het statusmenu gebruiken................. 97
Een faxrapport afdrukken................. 98
Menulijst faxmodus....................... 99
Instellingen voor de contactlijst
configureren
Een contact maken....................... 100
Een groep maken........................ 101
Menulijst van het configuratiescherm
De modus Kopiëren...................... 102
De modus Geheugenapp.................... 103
De modus Fax........................... 104
De modus Scan.......................... 104
De modus Instellingen..................... 106
Instellingen voor Systeembeheer........... 108
Contacten.............................. 118
Presets................................ 118
Statusmenu............................. 119
Informatie over cartridges en
verbruiksartikelen
Cartridges.............................. 120
Onderhoudscassette ...................... 120
Cartridges vervangen
Veiligheidsvoorschriften, voorzorgsmaatregelen
en specificaties voor cartridges............... 122
Veiligheidsvoorschriften................. 122
Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen
van cartridges......................... 122
Specificaties van de cartridge.............. 123
De cartridgestatus controleren............... 124
Voor Windows........................ 124
Voor Mac OS X........................ 125
Het configuratiescherm gebruiken.......... 126
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt wanneer de
kleurencartridges opgebruikt zijn............. 127
Voor Windows........................ 127
Voor Mac OS X........................ 129
Zwarte inkt besparen als de cartridge bijna leeg is
(alleen Windows)........................ 130
Een cartridge vervangen................... 131
Uw printer en software onderhouden
Installatie-optie.......................... 134
Papiercassette......................... 134
De spuitkanaaltjes in de printkop controleren. . . . 136
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
7
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Windows............................ 136
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Mac OS X............................ 136
Het configuratiescherm gebruiken.......... 137
De printkop reinigen...................... 138
Het hulpprogramma Head Cleaning
(Printkop reinigen) gebruiken in Windows.... 138
Het hulpprogramma Head Cleaning
(Printkop reinigen) gebruiken in Mac OS X. . . 139
Het configuratiescherm gebruiken.......... 139
De printkop uitlijnen...................... 139
Het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen) gebruiken in Windows. . . 140
Het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen) gebruiken in Mac OS X. . . 140
Het configuratiescherm gebruiken.......... 140
Netwerkservice-instellingen configureren....... 141
De printer voor afdrukken delen............. 143
De printer reinigen....................... 143
De buitenzijde van de printer reinigen. . . . . . . 143
De binnenzijde van de printer reinigen. . . . . . . 144
De onderhoudscassette vervangen............ 145
De onderhoudscassette controleren......... 145
Omgaan met de onderhoudscassette......... 145
De onderhoudscassette vervangen.......... 145
De printer vervoeren...................... 147
Software controleren en installeren........... 148
De op uw computer geïnstalleerde software
controleren........................... 148
De software installeren.................. 149
De PostScript-printerdriver installeren ........ 149
Systeemvereisten....................... 149
De PostScript-printerdriver installeren onder
Windows............................ 149
De PostScript-printerdriver installeren voor
Mac OS X............................ 152
De Epson Universal P6-printerdriver installeren
(alleen voor Windows).................... 153
Systeemvereisten computer............... 153
De printerdriver installeren............... 153
De software verwijderen................... 154
Voor Windows........................ 154
Voor Mac OS X........................ 155
Gegevens overbrengen met behulp
van een extern opslagapparaat
Voorzorgsmaatregelen voor opslagapparaten. . . . 157
Bestanden kopiëren van opslagapparaat naar
computer en omgekeerd................... 157
Bestanden kopiëren naar uw computer....... 157
Bestanden opslaan op een opslagapparaat. . . . . 158
Foutindicatoren
Foutmeldingen op het configuratiescherm...... 160
Foutcode in het Statusmenu................. 160
Probleemoplossing voor afdrukken/
kopiëren
De oorzaak van het probleem opsporen........ 164
De printerstatus controleren.............. 165
Vastgelopen papier....................... 168
Vastgelopen papier verwijderen uit de
papiertoevoer achter.................... 168
Vastgelopen papier verwijderen uit het
voorpaneel en de uitvoerlade.............. 169
Vastgelopen papier verwijderen uit de
papiercassette......................... 170
Vastgelopen papier verwijderen uit de
automatische documentinvoer (ADF)....... 171
Vastlopen van papier voorkomen........... 173
Opnieuw afdrukken na een papierstoring
(alleen voor Windows).................. 173
Hulp voor de afdrukkwaliteit................ 174
Horizontale strepen..................... 175
Verticale strepen of verstoring............. 175
Onjuiste of ontbrekende kleuren........... 176
Vage afdrukken en vegen................. 176
Diverse afdrukproblemen.................. 178
Onjuiste of verminkte tekens.............. 178
Onjuiste marges....................... 178
Afdruk is enigszins scheef................ 178
Het beeldformaat of de positie van de
gekopieerde afbeelding is onjuist........... 179
Omgekeerd beeld...................... 179
Lege pagina's.......................... 179
De afdrukzijde bevat vlekken of vegen....... 179
Afdrukken verloopt te traag............... 180
Papier wordt niet goed doorgevoerd........... 180
Het papier wordt niet ingevoerd............ 180
Er worden meerdere pagina's tegelijk
ingevoerd............................ 181
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
8
Papiercassette 2 wordt niet in de printerdriver
weergegeven.......................... 181
Papier niet goed geladen................. 181
Papier wordt niet volledig uitgeworpen of is
gekreukeld........................... 181
De printer drukt niet af.................... 182
Er branden geen lampjes................. 182
Het configuratiescherm of de lampjes lichten
op.................................. 182
Access Control (Toegangscontrole) is
ingeschakeld.......................... 182
De PostScript-printerdriver................. 183
De printer drukt niet af.................. 183
De printer drukt niet correct af............ 183
Diverse afdrukproblemen................ 183
Het afdrukken duurt lang................ 184
Overige problemen....................... 184
Gewoon papier stil afdrukken............. 184
Het externe geheugenapparaat wordt niet
herkend............................. 184
Probleemoplossing voor scannen
Problemen aangeduid door meldingen op het
display of via statuslampjes................. 185
Problemen bij het starten van het scannen...... 185
Document Capture Pro deblokkeren........ 186
Gebruik van de automatische documentinvoer
(ADF)............................... 187
Gebruik van andere scansoftware dan de
Epson Scan driver...................... 187
Problemen met papierinvoer................ 187
Het papier wordt vuil................... 187
Meerdere vellen papier worden ingevoerd. . . . 187
Papier vastgelopen in de automatische
documentinvoer (ADF) ................. 187
Problemen met de scantijd.................. 187
Problemen met de gescande beelden. . . . . . . . . . 188
De scankwaliteit is onvoldoende........... 188
Het scanvlak of de richting is onjuist........ 189
Overige problemen....................... 190
Stil scannen........................... 190
Nog steeds problemen na het uitvoeren van alle
oplossingen............................. 190
Probleemoplossing voor faxen
Kan geen faxberichten verzenden of ontvangen
..................................... 191
Geen kiestoon opgetreden.............. 192
Fout met vol geheugen treedt op........... 192
Problemen met kwaliteit................... 192
In verzonden faxen..................... 192
In ontvangen faxen..................... 192
Overige problemen....................... 193
Antwoordapparaat kan geen
telefoongesprekken beantwoorden. . . . . . . . . . 193
De tijd en datum van verzonden of ontvangen
faxtaken is onjuist...................... 193
Kan ontvangen faxen niet opslaan in een
extern opslagapparaat................... 193
Faxen worden met de verkeerde grootte
verstuurd............................ 193
Productinformatie
Systeemvereisten......................... 194
Voor Windows........................ 194
Voor Mac OS X........................ 194
Technische specificaties.................... 194
Printerspecificaties..................... 194
Scannerspecificaties..................... 196
Specificaties automatische documentinvoer
(ADF)............................... 197
Fax: specificaties....................... 197
Specificaties netwerkinterface............. 198
Mechanische specificaties................ 199
Elektrische specificaties.................. 200
Omgevingsspecificaties.................. 202
Normen en goedkeuringen............... 202
Interface............................. 203
Extern USB-apparaat.................... 204
Optie............................... 204
Informatie over lettertypen................. 204
Beschikbare lettertypen.................. 204
PCL5-modus.......................... 206
PCL6-modus.......................... 208
Inleiding tot symbolensets................ 209
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)........... 215
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson................................. 215
Voordat u contact opneemt met Epson. . . . . . . 215
Hulp voor gebruikers in Europa............ 216
Hulp voor gebruikers in Taiwan............ 216
Hulp voor gebruikers in Australië.......... 217
Hulp voor gebruikers in Hong Kong........ 217
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
9
Index
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
10
Inleiding
Informatie vinden
De nieuwste versies van de volgende handleidingen staan op de ondersteuningswebsite van Epson.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
Hier beginnen (document):
Een introductie tot het apparaat en de services.
Belangrijke veiligheidsvoorschriften (document):
Instructies voor veilig gebruik van dit apparaat. Of deze handleiding wordt meegeleverd, is afhankelijk van
model of regio.
Gebruikershandleiding (PDF):
Biedt u uitvoerige instructies voor gebruik, veiligheid en probleemoplossing. Raadpleeg deze gids wanneer u
dit apparaat met een computer gebruikt, of wanneer u geavanceerde functies zoals dubbelzijdig afdrukken
gebruikt.
Netwerkhandleiding (PDF):
Instructies voor netwerkinstellingen voor uw computer, smartphone of product, en probleemoplossing.
Beheerdershandleiding (PDF):
Informatie voor de beheerder over beveiligingsbeheer en apparaatinstellingen.
Beschikbare functies
Nagaan wat beschikbaar is voor uw apparaat.
WF-4630 WF-4640
WF-5620
WF-5621
WF-5690
Afdrukken ✓✓✓✓
Afdrukken (PS3/PCL) - - -
Kopiëren ✓✓✓✓
Fax ✓✓✓✓
Scannen naar een computer
Scannen naar een geheugenappa-
raat
✓✓✓✓
Gebruikershandleiding
Inleiding
11
WF-4630 WF-4640
WF-5620
WF-5621
WF-5690
Scannen naar een netwerkmap
Scannen naar een e-mail
Fax doorsturen naar een netwerk-
map
Fax doorsturen naar een e-mail
Alleen Austra-
lië en
Nieuw-Zee-
land
Alleen Austra-
lië en
Nieuw-Zee-
land
✓✓
LDAP
*
--✓✓
IPsec/IP-filtering - - ✓✓
Toegangsbeheer - - ✓✓
Vertrouwelijke taken afdrukken - -
✓✓
* Zie de online Beheerdershandleiding voor meer informatie.
Voorzorgsmaatregelen, belangrijke informatie en
opmerkingen
Voorzorgsmaatregelen, belangrijke informatie en opmerkingen worden in deze gebruikershandleiding als volgt
aangegeven en hebben de hier beschreven betekenis.
!
Voorzorgsmaatregelen
moet u zorgvuldig in acht nemen om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijke informatie
wordt aangegeven met “Let op”; u moet dit naleven om schade aan het apparaat te voorkomen.
Opmerkingen
bevatten handige tips en beperkingen voor het gebruik van het apparaat.
Besturingssystemen en versies
In deze handleiding worden de volgende afkortingen gebruikt.
Windows 8 verwijst naar Windows 8, Windows 8 Pro, Windows 8 Enterprise.
Windows 7 wordt gebruikt voor Windows 7 Home Basic, Windows 7 Home Premium, Windows 7
Professional en Windows 7 Ultimate.
Windows Vista wordt gebruikt voor Windows Vista Home Basic Edition, Windows Vista Home Premium
Edition, Windows Vista Business Edition, Windows Vista Enterprise Edition en Windows Vista Ultimate
Edition.
Gebruikershandleiding
Inleiding
12
Windows XP wordt gebruikt voor Windows XP Home Edition, Windows XP Professional x64 Edition en
Windows XP Professional.
Windows Server 2012 verwijst naar Windows Server 2012 Essentials Edition, Server 2012 standard Edition.
Windows Server 2008 verwijst naar Windows Server 2008 Standard Edition, Windows Server 2008 Enterprise
Edition, Windows Server 2008 x64 Standard Edition en Windows Server 2008 x64 Enterprise Edition.
Windows Server 2008 R2 verwijst naar Windows Server 2008 R2 Standard Edition en Windows Server 2008
R2 Enterprise Edition.
Windows Server 2003 verwijst naar Windows Server 2003 Standard Edition, Windows Server 2003 Enterprise
Edition, Windows Server 2003 x64 Standard Edition, Windows Server 2003 x64 Enterprise Edition, Windows
Server 2003 R2 Standard Edition, Windows Server 2003 R2 Standard x64 Edition, Windows Server 2003 R2
Enterprise Edition en Windows Server 2003 R2 Enterprise x64 Edition.
Mac OS X verwijst naar Mac OS X 10.5.8, 10.6.x, 10.7.x, 10.8.x.
De service Epson Connect gebruiken
Met behulp van Epson Connect en de services van andere bedrijven kunt u altijd, en vrijwel overal ter wereld,
gemakkelijk direct vanaf uw smartphone, tablet of laptop afdrukken. Ga voor meer informatie over de
afdrukservice en andere services naar de volgende URL:
https://www.epsonconnect.com/ (Epson Connect-portaalsite)
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Opmerking:
U kunt netwerkservice-instellingen configureren via een webbrowser op uw computer, smartphone, tablet-pc of laptop
die met hetzelfde netwerk als het apparaat is verbonden.
& “Netwerkservice-instellingen configureren” op pagina 141
Gebruikershandleiding
Inleiding
13
Productadviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan het apparaat of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Het apparaat installeren/gebruiken
De openingen in de behuizing van het apparaat mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt.
Gebruik alleen het type stroombron dat staat vermeld op het etiket op het apparaat.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als fotokopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten
die regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storingen kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat het snoer mooi recht blijft aan de transformator.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor het apparaat, mag de totale stroombelasting in ampère van alle
aangesloten apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien
voor dat het totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het wandstopcontact,
niet hoger is dan de maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u het apparaat in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het
gebouw moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om het apparaat te beschermen tegen
kortsluiting en stroompieken.
Let bij het aansluiten van dit apparaat op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers
van de kabel. Elke stekker kan maar op één manier in het apparaat worden gestoken. Wanneer u een stekker
op een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar
verbonden zijn, beschadigd raken.
Plaats het apparaat op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan het apparaat zelf. Het apparaat werkt
niet goed als het scheef staat.
Zorg er bij opslag of transport van het apparaat voor dat het niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden. Anders kan er inkt lekken.
Laat achter het apparaat voldoende ruimte vrij voor kabels. Boven het apparaat moet er voldoende ruimte zijn
om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van het product voldoende ruimte is voor het papier dat uit het apparaat komt.
Vermijd plaatsen met sterke temperatuurschommelingen of vochtige plaatsen. Houd het apparaat ook uit de
buurt van direct zonlicht, sterk licht of warmtebronnen.
Steek geen voorwerpen door de openingen in het apparaat.
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
15
Steek uw hand niet in het apparaat tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in het apparaat niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoffen in of in de buurt van dit apparaat. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan het apparaat worden beschadigd.
Zet het apparaat altijd uit met de knop P. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het display niet helemaal uit is.
Controleer voordat u het apparaat vervoert of de printkop zich in de uitgangspositie bevindt (uiterst rechts)
en of de cartridges in de sleuven zijn geplaatst.
Als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, trek dan de stekker uit het stopcontact.
Let erop dat u nooit te hard op de glasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Het gebruik van het apparaat met een draadloze verbinding
Gebruik dit product niet in medische instellingen of in de buurt van medische apparatuur. De radiogolven die
door dit product worden uitgezonden kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van elektrische
medische apparatuur.
Gebruik dit product niet in de buurt van automatisch bestuurde inrichtingen zoals automatische deuren of
brandalarmen. De radiogolven die door dit product worden uitgezonden kunnen een negatieve invloed
hebben op de werking van deze apparatuur, en een storing zou tot ongevallen kunnen leiden.
Het display
Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display of touchscreen alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of
chemische reinigingsmiddelen.
De afdekplaat van het display kan breken bij hevige schokken. Neem contact op met uw leverancier als het
display barst of breekt. Raak het gebroken glas niet aan en probeer dit niet te verwijderen.
Druk zachtjes met uw vinger op het touchscreen. Druk niet te hard en gebruik niet uw nagels.
Gebruik geen puntig voorwerp, zoals een balpen, scherp potlood, styluspen enzovoort.
De werking van het touchpad kan verminderen als gevolg van condensatie in het touchpad veroorzaakt door
plotselinge schommelingen in temperatuur of luchtvochtigheid.
Cartridges hanteren
In het gekoppelde gedeelte treft u veiligheidsvoorschriften voor inkt en productadvies/waarschuwingen aan (voor
het gedeelte “Cartridges vervangen”).
& “Cartridges vervangen” op pagina 122
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
16
Beperkingen op het kopiëren
Voor een verantwoord en legaal gebruik van dit apparaat moet eenieder die ermee werkt rekening houden met de
volgende beperkingen.
Het kopiëren van de volgende zaken is wettelijk verboden:
Bankbiljetten, muntstukken en door (lokale) overheden uitgegeven effecten.
Ongebruikte postzegels, reeds van een postzegel voorziene briefkaarten en andere officiële, voorgefrankeerde
poststukken.
Belastingzegels en effecten volgens de geldende voorschriften.
Pas op bij het kopiëren van de volgende zaken:
Privé-effecten (zoals aandelen, waardepapieren en cheques), concessiebewijzen enzovoort.
Paspoorten, rijbewijzen, pasjes, tickets enzovoort.
Opmerking:
Het kopiëren van deze zaken kan wettelijk verboden zijn.
Verantwoord gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal:
Misbruik van het apparaat is mogelijk door auteursrechtelijk beschermd materiaal zomaar te kopiëren. Zorg
ervoor dat u toestemming hebt van de rechthebbende voordat u dergelijk materiaal kopieert.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
U kunt namen en telefoonnummers in het geheugen van dit product bewaren, zelfs als het uitgeschakeld is.
Gebruik het volgende menu om het geheugen te wissen als u het apparaat aan iemand anders geeft of als u het
wegruimt.
Instellen > Systeembeheer > Standaardinstel. herstellen > Alle gegevens en instellingen wissen
Gebruikershandleiding
Belangrijke instructies
17
Aan de slag met uw apparaat
Opmerking:
De illustraties in deze handleiding zijn van een soortgelijk productmodel. Hoewel ze kunnen verschillen van uw
effectieve apparaat, werken ze op dezelfde manier.
Productonderdelen
a. Deksel van de ADF
b. Automatische documentinvoer (ADF)
c. Zijgeleider
d. Papierlade van de ADF (plaats hierop uw originelen voor het kopiëren)
e. Uitvoerlade van de ADF (uw originelen worden na het kopiëren op deze lade geplaatst)
f. Papiercassette 1
g.
Optionele papiercassette
*
h.
Deksel van papiercassette
*
i.
Papiercassette 2
*
* Optioneel voor de WF-4630-, WF-5620- en WF-5690-serie.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
18
a. Zijgeleiders
b. Stop
c. Verlengstuk uitvoerlade
d. Uitvoerlade
e. Zijgeleiders
f. Papiertoevoer achterzijde
g. Toevoergeleider
a. Documentdeksel
b. Glasplaat
c. Configuratiescherm
d. USB-poort externe interface
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
19
a. Cartridgesleuven
b. Voorpaneel
c. Printkop
a. LINE-poort
b. EXT.-poort
c. USB-poort
d. LAN-poort
e.
Service USB-poort
*
f. Onderhoudscassette
g. Achterpaneel
h. Netaansluiting
* USB-poort voor toekomstig gebruik. Verwijder de sticker niet.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
20
Uitleg over het configuratiescherm
Opmerking:
Het ontwerp van het configuratiescherm verschilt afhankelijk van locatie.
Hoewel het ontwerp van het configuratiescherm en wat wordt weergegeven op het display, zoals menunamen en
opties, kan verschillen van uw daadwerkelijke apparaat, is de bediening hetzelfde.
WF-4640-serie/WF-5690-serie
WF-4630-serie/WF-5620-serie
Knoppen/lampjes Functie
a.
Schakelt het apparaat in of uit. Het stroomlampje brandt wanneer het apparaat is
ingeschakeld.
Knippert wanneer het apparaat afdrukt/kopieert/scant/faxt, wanneer een cartridge wordt
vervangen, inkt wordt geladen of wanneer de printkop wordt gereinigd.
b.
Hiermee gaat u terug naar het bovenste menu.
c.
Onderbreekt de huidige afdruk- of kopieertaak zodat u een andere afdruk- of kopieertaak
kunt uitvoeren.
Druk nogmaals op deze knop om de gepauzeerde taak te hervatten.
d.
Hiermee worden uw instellingen teruggezet op standaardgebruikersinstellingen. Als er
geen standaardgebruikersinstellingen zijn geconfigureerd, worden de fabrieksinstellingen
hersteld.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
21
Knoppen/lampjes Functie
e.
y
Stopt de huidige bewerking.
f. -
Op het display worden menu's weergegeven. Als uw apparaat een touchscreen heeft, kunt
u scrollen door over het display te vegen. Veeg wat harder als het touchscreen traag reageert.
Keert terug naar het thuisscherm als er enkele minuten geen bewerkingen worden
uitgevoerd.
g.
Annuleren/terugkeren naar het vorige menu.
h.
Geeft het Statusmenu weer.
& “Statusmenu” op pagina 24
Het oranje lampje aan de linkerkant licht op of knippert wanneer er een fout optreedt. U
kunt de fout controleren in het Statusmenu.
Het blauwe lampje aan de rechterkant knippert wanneer het apparaat gegevens verwerkt.
Het lampje blijft branden wanneer er afdruk-/scan-/faxtaken in de wachtrij staan.
i.
0 - 9
,
Hiermee voert u de datum/tijd of het aantal exemplaren en de faxnummers in. Hiermee
voert u alfanumerieke tekens in. Telkens wanneer u op deze knop drukt, wisselt u tussen
hoofdletters, kleine letters en nummers telkens. Het kan gemakkelijker zijn om het
softwaretoetsenbord te gebruiken voor tekstinvoer, in plaats van deze knoppen.
j. c. Wist het aantal kopieën en faxnummer.
k.
Hiermee wordt afdrukken/kopiëren/scannen/faxen in zwart-wit gestart.
l.
Hiermee wordt afdrukken/kopiëren/scannen/faxen in kleur gestart.
Statuspictogrammen
De volgende pictogrammen worden weergegeven op het configuratiescherm, afhankelijk van de apparaatstatus.
Druk op het wifi-pictogram of het netwerkstatuspictogram om de huidige netwerkinstellingen te controleren en
wifi-instellingen te configureren.
Statuspictogrammen
Pictogrammen Beschrijving
Geeft Help weer met instructies voor bijvoorbeeld papier laden en een document plaatsen.
Een document wordt geplaatst op de automatische documentinvoer.
Een of meer cartridges zijn bijna leeg of de onderhoudscassette is bijna vol. Druk op om
het Statusmenu te openen, selecteer Printerinformatie en controleer de status van de
verbruiksgoederen.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
22
Pictogrammen Beschrijving
Geeft aan dat een of meer cartridges leeg zijn of dat de onderhoudscassette vol is. Druk op
om het Statusmenu te openen, selecteer Printerinformatie en controleer de status van de
verbruiksgoederen.
Geeft aan dat niet-gelezen of niet-afgedrukte faxgegevens zijn opgeslagen in het
apparaat. Wanneer u instellingen hebt geconfigureerd om ontvangen faxen op te slaan op
een computer of extern geheugenapparaat, geeft dit pictogram ook aan dat ontvangen
faxen niet op de computer of het opslagapparaat zijn opgeslagen.
Geeft het verbruik van het faxgeheugen aan.
Geeft aan dat het faxgeheugen vol is. Verwijder ontvangen faxen die u al hebt gelezen of
afgedrukt.
& “Ontvangen faxen controleren in het postvak IN” op pagina 98
Als u instellingen hebt geconfigureerd om ontvangen faxen op te slaan op een computer
of extern geheugenapparaat, zet u de computer aan of sluit u het apparaat aan op het
product.
Geeft aan dat een wifi- of ethernetverbinding wordt verwerkt.
Geeft aan dat er geen ethernetverbinding is.
Geeft aan dat een ethernetverbinding tot stand is gebracht.
Geeft aan dat er geen wifi-verbinding is.
Geeft aan dat er een wifi-netwerkfout is opgetreden of dat het apparaat naar een
verbinding zoekt.
Geeft aan dat een wifi-verbinding tot stand is gebracht. Het aantal streepjes geeft de
signaalsterkte van de verbinding aan.
Geeft aan dat een Ad-hoc-verbinding tot stand is gebracht.
Geeft aan dat een Wi-Fi Direct-modusverbinding tot stand is gebracht.
Geeft aan dat een Simple AP-modusverbinding tot stand is gebracht.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
23
Pictogrammen Beschrijving
*
Geeft aan dat de toegangscontrole is ingeschakeld. Druk op het pictogram om u aan te
melden bij de printer. U moet een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren. Neem
contact op met uw beheerder als u de gegevens voor aanmelding niet hebt.
& “Toegangsbeheer” op pagina 41
*
Geeft aan dat de toegangscontrole is ingeschakeld en dat een gebruiker met
toegangsmachtiging is aangemeld. Druk op het pictogram om af te melden.
* Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-5620- en WF-5690-serie.
Pictogrammen voor elke modus
Pictogrammen Beschrijving
De modus Kopiëren wordt geactiveerd.
& “Kopiëren” op pagina 42
De modus Scannen wordt geactiveerd.
& “Scannen via het configuratiescherm” op pagina 63
De modus Fax wordt geactiveerd.
& “Faxen” op pagina 78
Opent het venster Voorinstelling.
De modus Geheugenapp. wordt geactiveerd.
Geeft de geregistreerde contactlijst voor scannen en faxen weer.
& “Instellingen voor de contactlijst configureren” op pagina 100
Geeft de status van de Epson Connect-service weer.
& “De service Epson Connect gebruiken” op pagina 13
Opent het instellingenvenster Eco-modus.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
De modus Instellen wordt geactiveerd.
& “De modus Instellingen” op pagina 106
Statusmenu
In het Statusmenu wordt de huidige status van het apparaat en de taken weergegeven. Druk op in het
configuratiescherm.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
24
Functie Beschrijving
Printerinformatie
Geeft de status van de verbruiksartikelen weer en eventuele fouten die in het apparaat zijn
opgetreden. Als u een fout wilt oplossen, selecteert u de fout in de lijst om het foutbericht
weer te geven.
Taakmonitor Geeft een lijst met actieve taken weer, evenals taken die in de wachtrij voor verwerking staan.
Taakgeschiedenis
Geeft de taakgeschiedenis weer. Als een taak mislukt, wordt er een foutcode in de
geschiedenis weergegeven. U kunt de foutcode en de oplossing in de volgende sectie
controleren.
& “Foutcode in het Statusmenu” op pagina 160
Taakopslag
Selecteer Postvak IN om de ontvangen faxen die in het productgeheugen zijn
opgeslagen, weer te geven.
Vertrouwelijke afdrukt.
*
Geeft een lijst met taken weer waarvoor wachtwoorden zijn ingesteld. U drukt de taak af
door de taak te selecteren en het wachtwoord in te voeren.
& “Vertrouwelijke taken afdrukken” op pagina 60
* Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-5620- en WF-5690-serie.
Pictogrammen op het softwaretoetsenbord voor het LCD-scherm
U kunt tekens en symbolen invoeren met het softwaretoetsenbord om een contactpersoon te registreren,
netwerkinstellingen te definiëren, enzovoort. De volgende pictogrammen worden op het scherm van het
softwaretoetsenbord weergegeven.
Opmerking:
Beschikbare pictogrammen zijn afhankelijk van het ingestelde item.
Pictogrammen Beschrijving
Schakelt tussen hoofdletters en kleine letters.
Schakelt tussen typen tekens.
123#: hiermee kunt u cijfers en symbolen invoeren.
ABC: hiermee kunt u letters invoeren.
ÁÄÂ: hiermee kunt u speciale tekens invoeren zoals umlauts en accenttekens.
Wijzigt de toetsenbordindeling.
Voert een spatie in.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
25
Pictogrammen Beschrijving
Verwijdert het teken links.
Bevestigt de ingevoerde tekens.
Gebruikershandleiding
Aan de slag met uw apparaat
26
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
Algemene informatie over het gebruiken, laden en
opslaan van afdrukmateriaal
De meeste soorten gewoon papier zijn geschikt voor deze printer. Gecoat papier geeft echter het beste resultaat,
omdat dit type papier minder inkt absorbeert.
Epson levert afdrukmateriaal dat speciaal bedoeld is voor de inkt die in Epson-inkjetprinters wordt gebruikt.
Dergelijk papier wordt aanbevolen voor een hoogwaardig resultaat.
Lees voordat u het speciale afdrukmateriaal van Epson in de printer laadt, de instructies op de verpakking. Houd
bovendien rekening met de volgende punten.
Opmerking:
Plaats het papier met de afdrukzijde naar beneden in de papiercasette. De afdrukzijde is meestal witter of
glanzender dan de achterkant van het papier. Zie de instructies bij het papier voor meer informatie. Bij sommige
afdrukmaterialen is er een hoekje afgesneden om de juiste laadrichting aan te geven.
Als het papier gekruld is, strijk het dan in tegenovergestelde richting glad voordat u het in de printer laadt. Als u
afdrukt op gekruld papier kunnen er vegen ontstaan op de afdruk.
Papier opslaan
Plaats ongebruikt papier meteen na het afdrukken terug in de verpakking. Wanneer u speciaal afdrukmateriaal
gebruikt, raadt Epson aan de afdrukken in een hersluitbare plastic zak te bewaren. Stel ongebruikt papier en
afdrukken niet bloot aan hoge temperaturen, een vochtige omgeving of direct zonlicht.
Papier selecteren
In de volgende tabel ziet u de ondersteunde papiersoorten. De laadcapaciteit en papierbron variëren per
papiersoort, zoals hieronder aangegeven.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
27
Afdrukmateriaal Formaat
Laadcapaciteit (vellen of hoogte)
Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
Papiercasset-
te 1 of papier-
cassette
Papiercasset-
te 2
*1
Papiertoe-
voer achter-
zijde
Gewoon papier
*2
Legal 27,5 mm 27,5 mm 1 -
Letter 27,5 mm 27,5 mm
80
*3
A4 27,5 mm 27,5 mm
80
*3
B5 27,5 mm 27,5 mm
80
*3
A5 27,5 mm -
80
*3
-
Executive - -
80
*3
-
A6 - -
80
*3
-
Gebruikergedefini-
eerd
(182 x 257 mm tot
215,9 x 297 mm)
--
80
*3
Gebruikergedefini-
eerd
(anders dan hierbo-
ven)
--1-
Dik papier
*4
Legal --1-
Letter - -
10
*5
-
A4 - -
10
*5
-
B5 - -
10
*5
-
A5 - -
10
*5
-
Executive - -
10
*5
-
A6 - -
10
*5
-
Gebruikergedefini-
eerd
(182 x 257 mm tot
215,9 x 297 mm)
--
10
*5
-
Gebruikergedefini-
eerd
(anders dan hierbo-
ven)
--1-
Enveloppe#10 --10-
DL --10-
C4 --1-
C6 --10-
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
28
Afdrukmateriaal Formaat
Laadcapaciteit (vellen of hoogte)
Automatisch
dubbelzijdig
afdrukken
Papiercasset-
te 1 of papier-
cassette
Papiercasset-
te 2
*1
Papiertoe-
voer achter-
zijde
Epson Bright White
Ink Jet Paper (Inkjetpa-
pier helderwit)
A4 200 200
50
*6
Epson Photo Quality
Ink Jet Paper (Inkjetpa-
pier fotokwaliteit)
A4 --80-
Epson Matte Paper -
Heavyweight (Mat pa-
pier zwaar)
A4 --20-
Epson Premium Glos-
sy Photo Paper (Foto-
papier glanzend Pre-
mium)
A4 --20-
13 × 18 cm (5 × 7 in.)
--20-
10 × 15 cm (4 × 6 in.)
--20-
16:9-formaat
(102 × 181 mm)
--20-
Epson Premium Semi-
gloss Photo Paper (Fo-
topapier halfglanzend
Premium)
A4 --20-
10 × 15 cm (4 × 6 in.)
--20-
Epson Ultra Glossy
Photo Paper (Fotopa-
pier ultraglanzend)
A4 --20-
13 × 18 cm (5 × 7 in.)
--20-
10 × 15 cm (4 × 6 in.)
--20-
Epson Photo Paper,
Glossy (Fotopapier
glanzend)
A4 --20-
13 × 18 cm (5 × 7 in.)
--20-
10 × 15 cm (4 × 6 in.)
--20-
*1 Afhankelijk van het apparaat is papiercassette 2 optioneel.
*2 Normaal papier wordt gedefinieerd als papier met een gewicht van 64 g/m
2
(17 lb) tot 90 g/m
2
(24 lb).
Hiertoe behoren ook vooraf bedrukt papier, briefpapier, gekleurd papier en gerecycled papier.
*3 De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 30 vellen.
*4 Dik papier wordt gedefinieerd als papier met een gewicht van 91 g/m
2
(25 lb) tot 256 g/m
2
(68 lb).
*5 De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 5 vellen.
*6 De laadcapaciteit voor handmatig dubbelzijdig afdrukken is 20 vellen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier kan van land tot land verschillen.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
29
Instellingen voor papiersoorten op het display
De printer stelt zichzelf automatisch in op het afdrukmateriaal dat u in de afdrukinstellingen opgeeft. Daarom is
het zo belangrijk wat u instelt als papiersoort. Aan de hand van deze instelling weet de printer welk papier u
gebruikt. De hoeveelheid inkt wordt daar automatisch aan aangepast. In de volgende tabel staan de instellingen die
u kunt opgeven voor uw papier.
Voor dit papier Papiersoort op display
Gewoon papier
*1
gewoon papier
Vooraf bedrukt papier
*1
Voorbedrukt
Briefhoofd
*1
Briefhoofd
Gekleurd papier
*1
Kleur
Gerecycleerd papier
*1
Gerecycleerd
Epson Bright White Ink Jet Paper (Inkjetpapier helderwit)
*1
gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper (Fotopapier ultraglanzend) Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend
Premium)
Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo Paper (Fotopapier halfglan-
zend Premium)
Premium Semigloss
Epson Photo Paper, Glossy (Fotopapier glanzend) Glossy
Epson Matte Paper - Heavyweight (Mat papier zwaar) Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper (Inkjetpapier fotokwaliteit) Matte
Dik papier Dik papier
Enveloppen Enveloppe
*1U kunt dubbelzijdig afdrukken met dit papier.
Printerdriverinstellingen voor papiersoorten
De printer stelt zichzelf automatisch in op het afdrukmateriaal dat u in de afdrukinstellingen opgeeft. Daarom is
het zo belangrijk wat u instelt als papiersoort. Aan de hand van deze instelling weet de printer welk papier u
gebruikt. De hoeveelheid inkt wordt daar automatisch aan aangepast. In de volgende tabel staan de instellingen die
u kunt opgeven voor uw papier.
Voor dit papier Papiersoort in printerdriver
Gewoon papier plain papers (gewoon papier)
Epson Bright White Ink Jet Paper (Inkjetpapier helderwit) plain papers (gewoon papier)
Voorbedrukt papier Preprinted (Voorbedrukt)
Briefhoofd Letterhead (Briefhoofd)
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
30
Voor dit papier Papiersoort in printerdriver
Gekleurd papier Color (Kleur)
Gerecycleerd papier Recycled (Gerecycleerd)
Epson Ultra Glossy Photo Paper (Fotopapier ultraglanzend) Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper (Fotopapier glanzend
Premium)
Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo Paper (Fotopapier halfglan-
zend Premium)
Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper, Glossy (Fotopapier glanzend) Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper - Heavyweight (Mat papier zwaar) Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper (Inkjetpapier fotokwaliteit) Epson Matte
Dik papier Thick-Paper (Dik papier)
Enveloppen Envelope (Enveloppe)
Opmerking:
De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen. Raadpleeg de klantenservice van
Epson voor informatie over de afdrukmaterialen die in uw regio verkrijgbaar zijn.
& “Technische ondersteuning (website)” op pagina 215
Papier in de papiercassette laden
Volg de onderstaande instructies om papier in het apparaat te laden:
A
Trek de papiercassette er helemaal uit.
Opmerking:
Wanneer u papier laadt in papiercassette 2, verwijdert u het deksel van de papiercassette.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
31
B
Knijp en schuif de zijgeleiders naar de zijkant van de papiercassette.
Opmerking:
Wanneer u het papierformaat Legal gebruikt, trekt u de papiercassette uit, zoals getoond in de illustratie.
C
Verschuif de zijgeleider om deze af te stemmen op het papierformaat dat u wilt gebruiken.
D
Leg het papier in de richting van de zijgeleider in met de afdrukzijde naar beneden en zorg ervoor dat het
papier niet aan het einde van de cassette uitsteekt.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
32
Opmerking:
Waaier het papier los en maak een rechte stapel voordat u het papier in de lade plaatst.
Als u op voorgeperforeerd papier wilt afdrukken, raadpleegt u “Papier en enveloppen in de papiertoevoer
achterzijde laden” op pagina 34.
E
Schuif de zijgeleiders naar de randen van het papier.
Opmerking:
Let er bij gewoon papier op dat het papier niet boven het pijltje H aan de binnenzijde van de zijgeleider
uitkomt.
Zorg er bij speciaal afdrukmateriaal van Epson voor dat het aantal vellen niet meer bedraagt dan het
maximum dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Wanneer u papier laadt in papiercassette 2, plaatst u het deksel van de papiercassette terug.
F
Houd de cassette recht en schuif deze langzaam en voorzichtig weer helemaal in het apparaat terug.
Opmerking:
Wanneer u de papiercassette plaatst, wordt het venster met instellingen voor papierformaat en -type
automatisch weergegeven. Zorg dat de papierinstellingen overeenkomen met het geladen papier.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
33
G
Schuif de uitvoerlade uit en zet de stop omhoog.
Opmerking:
Zorg ervoor dat aan de voorkant van het product voldoende ruimte is voor het papier dat uit het apparaat komt.
De papiercassette niet verwijderen of terugschuiven terwijl het apparaat in werking is.
Papier en enveloppen in de papiertoevoer achterzijde
laden
Volg de onderstaande instructies om papier en enveloppen in de papiertoevoer achterzijde te laden:
A
Schuif de uitvoerlade uit en zet de stop omhoog.
B
Trek de papiersteun uit.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
34
C
Open de toevoergeleider en knijp en schuif de zijgeleiders naar de zijkant.
D
Laad het papier met de afdrukzijde naar boven, in het midden van de papiertoevoer achterzijde.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
35
Opmerking:
De afdrukzijde is meestal witter of glanzender dan de andere zijde.
Plaats enveloppen altijd met de korte zijde eerst en de klep naar beneden.
Gebruik geen enveloppen die gekruld of gevouwen zijn.
Druk de envelop en de kleppen eerst goed plat.
Druk de zijde die als eerste in het apparaat gaat goed plat.
Gebruik geen enveloppen die te dun zijn. Dunne enveloppen kunnen gaan krullen tijdens het afdrukken.
Opmerking bij papier met gaatjes:
U kunt voorgeperforeerd papier gebruiken met gaatjes aan een van de lange randen. Laad het papier niet met de
gaatjes aan de boven- of onderkant.
Beschikbare formaten zijn A4, A5, B5, Letter en Legal.
Laad slechts één vel tegelijk.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk.
Zorg dat u de afdrukpositie van uw bestand aanpast om te voorkomen dat u over de gaatjes afdrukt.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
36
E
Schuif de zijgeleider tegen de rand van het papier, maar niet te strak.
F
Ga naar de modus Instellen via het startscherm. Selecteer Papier instellen en selecteer het formaat en type
papier dat u in de papiertoevoer achterzijde hebt geladen.
Originelen plaatsen
Automatische documentinvoer (ADF)
U kunt uw originele documenten in de automatische documentinvoer (ADF) plaatsen om meerdere pagina's snel
te kopiëren, scannen of faxen. De ADF kan beide zijden van uw documenten scannen. U kunt de volgende
originelen in de ADF plaatsen.
Formaat
B5, A5
*
, A4, Letter, Legal
*
Type Gewoon papier
Gewicht
64 g/m
2
tot 95 g/m
2
Capaciteit 35 vellen of maximaal 3,5 mm (A4, Letter)/10 vellen (Legal)
* U kunt niet automatisch beide zijden van papier van dit formaat scannen.
c
Belangrijk:
Vermijd de volgende documenten te gebruiken om te vermijden dat het papier vastloopt. Gebruik hiervoor de
glasplaat.
Documenten die worden samengehouden met papierklemmen, nietjes enz.
Documenten waar plakband of papier aan kleeft.
Foto's, OHP's of papier voor thermische overdracht.
Papier dat gescheurd of gekreukt is of waar gaten in zitten.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
37
A
Tik de originelen op een vlakke ondergrond om de randen mooi gelijk te maken.
B
Verschuif de zijgeleider in de automatische documentinvoer.
C
Plaats de originelen in de automatische documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven en de korte zijde
eerst.
Opmerking:
Laad geen documenten boven het pijltje H aan de binnenzijde van de randgeleider.
D
Verschuif de zijgeleider tot deze op gelijke hoogte met de originelen komt.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
38
Opmerking:
Plaats het origineel zoals weergegeven voor de lay-out 2-omhoog of 4-omhoogkopie. Zorg ervoor dat de afdrukstand van
het origineel overeenkomt met de instellingen voor Documentstand.
Glasplaat
A
Open het deksel en plaats uw origineel op de glasplaat met de afdrukzijde naar beneden.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
39
B
Schuif het origineel in de hoek.
Opmerking:
Zie de volgende gedeelten als er problemen optreden met het scangebied of de scanrichting wanneer u EPSON
Scan gebruikt.
& “De randen van het origineel worden niet gescand” op pagina 189
& “Meerdere documenten worden als een enkel bestand gescand” op pagina 189
C
Sluit de klep zachtjes.
Opmerking:
Wanneer er een document in de automatische documentinvoer (ADF) en op de glasplaat ligt, wordt voorrang gegeven
aan het document in de automatische documentinvoer.
Gebruikershandleiding
Papier en afdrukmateriaal gebruiken
40
Toegangsbeheer
Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-5620- en WF-5690-serie.
De beheerder kan gebruikers/groepen of afdrukken/kopiëren/scannen/faxen beperken door Toegangsbeheer in te
stellen. Wanneer deze instelling geldig is, is verificatie door de gebruiker vereist in de vorm van een wachtwoord.
De beheerder kan 10 gebruikers/groepen in totaal registreren. Zie de Beheerdershandleiding voor meer informatie.
Aanmelden vanaf het bedieningspaneel
A
Druk op het aanmeldingspictogram in het startscherm.
B
Voer het wachtwoord in wanneer het daarvoor bestemde venster verschijnt.
Opmerking:
Als u de gebruikersnaam en het wachtwoord niet weet, neemt u contact op met de printerbeheerder.
C
Toegestane modi zijn bewerkbaar.
Opmerking:
Menu's zonder toegang worden grijs weergegeven.
Afdrukken vanaf de computer wanneer
Toegangsbeheer geldig is (alleen Windows)
U moet uw gebruikersnaam en wachtwoord in de printerdriver invoeren voordat u een taak verstuurt.
& “Instellingen van Access Control (Toegangsbeheer) voor Windows” op pagina 47
Gebruikershandleiding
Toegangsbeheer
41
Kopiëren
Documenten kopiëren
Normaal kopiëren
Volg onderstaande instructies voor het kopiëren van documenten.
A
Laad het papier.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier en enveloppen in de papiertoevoer achterzijde laden” op pagina 34
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
C
Ga naar de modus Kopiëren via het startscherm.
D
Voer het aantal kopieën in via het numerieke toetsenblok op het configuratiescherm.
E
Selecteer Indeling en vervolgens de toepasselijke indeling, zoals 2-op kopie.
F
Configureer de toepasselijke kopieerinstellingen. Selecteer Instellingen voor uitgebreidere instellingen.
Opmerking:
Druk op Voorbeeld om een voorbeeld van de kopieerresultaten te bekijken voordat u de kopieertaak start.
U kunt uw kopieerinstellingen opslaan als voorinstelling.
& “Presets” op pagina 118
G
Druk op een van de x knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het kopieerproces.
Menulijst kopieermodus
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menulijst in de kopieermodus.
& “De modus Kopiëren” op pagina 102
Gebruikershandleiding
Kopiëren
42
Afdrukken
Afdrukken via het configuratiescherm
Volg de stappen hieronder om af te drukken vanuit het configuratiescherm zonder een computer te gebruiken. U
kunt gegevens afdrukken die op een extern USB-apparaat staan.
Een JPEG-bestand afdrukken
A
Laad het papier.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier en enveloppen in de papiertoevoer achterzijde laden” op pagina 34
B
Plaats een geheugenapparaat.
C
Selecteer Geheugenapp. in het startscherm.
D
Selecteer JPEG.
Opmerking:
Wanneer er meer dan 999 afbeeldingen op het geheugenapparaat staan, worden deze automatisch in
groepen onderverdeeld. Het scherm voor groepsselectie wordt weergegeven. Selecteer de groep die de
afbeelding bevat die u wilt afdrukken. Afbeeldingen worden gesorteerd op de datum waarop zij zijn gemaakt.
Als u een andere groep wilt selecteren, kiest u het menu zoals hieronder is te zien.
Geheugenapp. > JPEG > Opties > Selecteer groep.
E
Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken.
F
Voer het aantal afdrukken in via het numerieke toetsenblok op het configuratiescherm.
G
Druk op Instel. om afdrukinstellingen te configureren, of druk op Aanpassingen om de instellingen voor
kleuraanpassing te configureren.
Opmerking:
Voor meer informatie over uitgebreide instellingen raadpleegt u de menulijst voor de modus Geheugenapp.
& “De modus Geheugenapp.” op pagina 103
Als u meer afbeeldingen wilt selecteren, drukt u op
en herhaalt u stappen 5 en 6 of veegt u horizontaal
om de afbeelding te wijzigen.
H
Druk op een van de x-knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het afdrukproces.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
43
Een PDF- of TIFF-bestand afdrukken
Alleen de WF-5690-serie ondersteunt het afdrukken van PDF-bestanden.
A
Laad het papier.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier en enveloppen in de papiertoevoer achterzijde laden” op pagina 34
B
Plaats een geheugenapparaat.
C
Selecteer Geheugenapp. in het startscherm.
D
Selecteer PDF of TIFF.
E
Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken.
F
Controleer de bestandsgegevens en druk op Doorg.
G
Voer het aantal afdrukken in via het numerieke toetsenblok op het configuratiescherm.
H
Druk op Instel. om de afdrukinstellingen te configureren.
Opmerking:
Voor uitgebreide instellingen raadpleegt u de menulijst voor de modus Geheugenapp.
& “De modus Geheugenapp.” op pagina 103
I
Druk op Doorg. en bevestig de afdrukinstellingen.
J
Druk op een van de x-knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het afdrukproces.
Opmerking:
Als voor de PDF een wachtwoord is ingesteld, voert u dat wachtwoord in.
Afdrukken vanaf uw computer
Printerdriver en Statusmonitor
In de printerdriver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste afdrukresultaten te krijgen. Met de
statusmonitor en de printerhulpprogramma's kunt u de printer controleren en ervoor zorgen dat het apparaat
optimaal blijft werken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
44
Opmerking voor Windows-gebruikers:
De printerdriver gaat op de website van Epson op zoek naar de nieuwste versie van de printerdriver, waarna
eventuele updates automatisch worden geïnstalleerd. Klik in het Maintenance (Hulpprogramma's)-venster van
uw printerdriver op de knop Software Update (Software-update) en volg verder de instructies op het scherm. Als
de knop niet wordt weergegeven in het venster Maintenance (Hulpprogramma's), wijst u All Programs (Alle
programma's) of Programs (Programma's) aan in het menu Start van Windows en kijkt u in de map EPSON.
* Voor Windows 8:
Als de knop niet wordt weergegeven in het venster Maintenance (Hulpprogramma's), klikt u met de
rechtermuisknop op het venster Start of veegt u omhoog of omlaag op het venster Start, selecteert u All apps (Alle
apps) en vervolgens Software Update (Software-update) in de EPSON-categorie.
Als u de taal van de driver wilt wijzigen, gaat u naar het venster Maintenance (Hulpprogramma's) van de
printerdriver en selecteert u de gewenste taal in de keuzelijst Language (Taal). Of deze functie aanwezig is,
verschilt per land.
De printerdriver voor Windows openen
U kunt de printerdriver openen vanuit de meeste Windows-toepassingen, vanaf het bureaublad of vanaf de
taskbar (taakbalk).
Als u instellingen wilt opgeven die alleen van toepassing moeten zijn op de toepassing waarmee u aan het werk
bent, opent u de printerdriver vanuit de toepassing in kwestie.
Als u instellingen wilt opgeven die door alle Windows-toepassingen moeten worden gebruikt, opent u de
printerdriver vanaf het bureaublad of via de taskbar (taakbalk).
Raadpleeg de volgende gedeelten voor meer informatie over het openen van de printerdriver.
Opmerking:
Schermafbeeldingen van vensters van de printerdriver in deze Gebruikershandleiding zijn afkomstig uit Windows 7.
Vanuit Windows-toepassingen
A
Klik op Print (Afdrukken) of Print Setup (Afdrukinstelling) in het menu File (Bestand).
B
Klik in het venster dat verschijnt op Printer, Setup (Instellingen), Options (Opties), Preferences
(Voorkeuren) of Properties (Eigenschappen). (Het is mogelijk dat u op een combinatie van deze knoppen
moet klikken, afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.)
Vanaf het bureaublad
Windows 8 en Server 2012:
Selecteer Desktop (Bureaublad), de Settings (Instellingen)-charm, en Control Panel (Configuratiescherm).
Selecteer vervolgens Devices and Printers (Apparaten en printers) in de categorie Hardware and Sound
(Hardware en geluiden). Klik met de rechtermuisknop op het apparaat of houd de knop ingedrukt op het
apparaat en selecteer Printing preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
Windows 7 en Server 2008 R2:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers). Klik vervolgens met de
rechtermuisknop op de printer en selecteer Printing preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
45
Windows Vista en Server 2008:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printer in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden). Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de printer en
selecteer Printing preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
Windows XP en Server 2003:
Klik op Start, Control Panel (Configuratiescherm), (Printers and Other Hardware (Printers en andere
hardware)) en vervolgens op Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Selecteer de printer en klik in
het menu File (Bestand) op Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de taskbar (taakbalk) en selecteer vervolgens Printer
Settings (Printerinstellingen).
Als u een snelkoppelingspictogram aan de taskbar (taakbalk) van Windows wilt toevoegen, opent u eerst de
printerdriver via het bureaublad zoals hierboven beschreven. Klik vervolgens op het tabblad Maintenance
(Hulpprogramma's) en de knop Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended Settings (Extra
instellingen) selecteert u Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor 3 inschakelen) en klikt u op
OK.
Klik vervolgens op de knop Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen) op het tabblad
Maintenance (Hulpprogramma's) en selecteer Register the shortcut icon to the task bar
(Snelkoppelingspictogram registreren op taakbalk).
Informatie opzoeken via de online-Help
Ga op een van de volgende manieren te werk in het venster van de printerdriver.
Klik met de rechtermuisknop op het item en klik vervolgens op Help.
Klik op de knop
rechtsboven in het venster en klik daarna op het item (alleen Windows XP).
Printereigenschappen voor Windows openen
Windows 8 en Server 2012:
Selecteer Desktop (Bureaublad), de Settings (Instellingen)-charm en Control Panel (Configuratiescherm).
Selecteer vervolgens Devices and Printers (Apparaten en printers) in de categorie Hardware and Sound
(Hardware en geluiden). Klik met de rechtermuisknop op het apparaat of houd de knop ingedrukt op het
apparaat en selecteer Printer properties (Eigenschappen van printer).
Windows 7 en Server 2008 R2:
Klik op de startknop, selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers), klik met de rechtermuisknop
en selecteer Printer properties (Eigenschappen van printer).
Windows Vista en Server 2008:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printer in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden). Klik vervolgens met de rechtermuisknop op de printer en
selecteer Properties (Eigenschappen).
Windows XP en Server 2003:
Klik op Start, Control Panel (Configuratiescherm), (Printers and Other Hardware (Printers en andere
hardware)) en vervolgens op Printers and Faxes (Printers en faxapparaten). Selecteer de printer en klik in
het menu File (Bestand) op Properties (Eigenschappen).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
46
Instellingen van Access Control (Toegangsbeheer) voor Windows
Deze functie is alleen beschikbaar voor de WF-5620- en WF-5690-serie.
Wanneer Toegangsbeheer van de printer is ingesteld op Aan, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord invoeren
in de printerdriver voordat u een taak verstuurt.
A
Open de printerdriver.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Klik op Printer and Option Information (Printer- en optie-informatie) op het tabblad Maintenance
(Hulpprogramma's).
C
Schakel het selectievakje Save Access Control settings (Instellingen toegangscontrole opslaan) in en klik
op Settings (Instellingen) in het venster Printer and Option Information (Printer- en optie-informatie).
D
Voer User Name (Gebruikersnaam) en Password (Wachtwoord) in en klik op OK.
Opmerking:
Als u de gebruikersnaam en het wachtwoord niet weet, neemt u contact op met de printerbeheerder.
E
Klik op OK en sluit het venster Printer and Option Information (Printer- en optie-informatie).
De printerdriver voor Mac OS X openen
In de volgende tabel wordt aangegeven hoe u het dialoogvenster van de printerdriver opent.
Dialoogvenster Openen
Page Setup (Pagi-
na-instelling)
Klik in het menu File (Archief) van uw toepassing op Page Setup (Pagina-instelling).
Opmerking:
Afhankelijk van uw toepassing, wordt Page Setup (Pagina-instelling) niet weergegeven
in het menu File (Archief).
Print (Afdrukken)
Klik in het menu File (Archief) van uw toepassing op Print (Afdrukken).
Epson Printer Utili-
ty 4
Voor Mac OS X 10.8 of 10.7 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het
menu Apple en klikt u op Print & Scan (Afdrukken en scannen). Selecteer uw printer in
het lijstvak Printers, klik op Options & Supplies (Opties en toebehoren), Utility
(Hulpprogramma) en vervolgens op Open Printer Utility (Open
Printerhulpprogramma).
Voor Mac OS X 10.6 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het menu
Apple en vervolgens op Print & Fax (Afdrukken & faxen). Selecteer uw printer in het
lijstvak Printers, klik op Options & Supplies (Opties en toebehoren), Utility
(Hulpprogramma) en vervolgens op Open Printer Utility (Open
Printerhulpprogramma).
Voor Mac OS X 10.5 klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het menu
Apple en vervolgens op Print & Fax (Afdrukken & faxen). Selecteer uw printer in het
lijstvak Printers, klik op Open Print Queue (Open afdrukwachtrij) en vervolgens op
Utility (Hulpprogramma).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
47
Basisbewerkingen
Normaal afdrukken
Volg de onderstaande stappen om vanaf uw computer af te drukken.
Als u bepaalde printerdriverinstellingen niet kunt wijzigen, zijn ze mogelijk vergrendeld door de beheerder. Neem
contact op met uw beheerder of een hoofdgebruiker voor hulp.
Opmerking:
De schermafbeeldingen in deze gebruikershandleiding kunnen per model verschillen.
Laad papier op de juiste manier, voordat u gaat afdrukken.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier en enveloppen in de papiertoevoer achterzijde laden” op pagina 34
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het afdrukgebied.
& “Afdrukgebied” op pagina 195
Maak na het opgeven van de instellingen eerst één proefafdruk en controleer het resultaat, voordat u grote
hoeveelheden afdrukt.
Basisinstellingen van de printer voor Windows
Opmerking voor de WF-5620- en WF-5690-serie:
Wanneer Toegangsbeheer van de printer is ingesteld op Aan, moet u uw gebruikersnaam en wachtwoord invoeren in de
printerdriver voordat u een taak verstuurt.
& “Instellingen van Access Control (Toegangsbeheer) voor Windows” op pagina 47
A
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
48
B
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
C
Klik op het tabblad Main (Hoofdgroep).
D
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Source (Papierbron).
E
Selecteer de gewenste instelling voor Document Size (Documentformaat). U kunt ook een aangepast
papierformaat definiëren. Zie de online-Help voor meer informatie.
F
Selecteer Portrait (Staand) (verticaal) of Landscape (Liggend) (horizontaal) om de afdrukstand van het
document op het papier op te geven.
Opmerking:
Selecteer Landscape (Liggend) wanneer u op enveloppen afdrukt.
G
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Type (Papiertype).
& “Printerdriverinstellingen voor papiersoorten” op pagina 30
Opmerking:
De afdrukkwaliteit wordt automatisch aangepast voor het geselecteerde Paper Type (Papiertype).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
49
H
Selecteer de juiste instelling bij Quality (Kwaliteit).
Opmerking:
Als u gegevens met hoge dichtheid afdrukt op normaal papier, briefpapier of voorbedrukt papier, selecteert u
Standard-Vivid (Standaard - Levendig) voor een levendige afdruk.
I
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten.
Opmerking:
Zie het betreffende gedeelte om de geavanceerde instellingen te wijzigen.
J
Druk het bestand af.
Basisinstellingen van de printer voor Mac OS X
Opmerking:
Schermafbeeldingen van vensters van de printerdriver in deze gebruikershandleiding zijn afkomstig van Mac OS X 10.7.
A
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
B
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
Opmerking:
Als het vereenvoudigde dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op de knop Show Details (Toon details) (voor
Mac OS X 10.8 of 10.7) of de knop d (voor Mac OS X 10.6 of 10.5.8) om dit dialoogvenster uit te breiden.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
50
C
Selecteer de printer die u gebruikt bij Printer.
Opmerking:
Afhankelijk van de toepassing kunt u bepaalde items in dit dialoogvenster mogelijk niet selecteren. Kies in dat
geval Page Setup (Pagina-instelling) in het menu File (Archief) van uw toepassing en geef de gewenste
instellingen op.
D
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Size (Papierformaat).
E
Selecteer de juiste instelling bij Orientation (Richting).
Opmerking:
Selecteer een liggend formaat wanneer u op enveloppen afdrukt.
F
Selecteer Print Settings (Printerinstellingen) in het venstermenu.
G
Selecteer de gewenste instelling voor Paper Source (Papierbron).
H
Selecteer de juiste instelling bij Media Type (Afdrukmateriaal).
& “Printerdriverinstellingen voor papiersoorten” op pagina 30
Gebruikershandleiding
Afdrukken
51
I
Selecteer de juiste instelling bij Print Quality (Afdrukkwaliteit).
Opmerking:
Als u gegevens met hoge dichtheid afdrukt op normaal papier, briefpapier of voorbedrukt papier, selecteert u
Standard-Vivid (Standaard - Levendig) voor een levendige afdruk.
J
Klik op Print (Afdrukken) om te beginnen met afdrukken.
Afdrukken annuleren
U kunt het afdrukken annuleren op de hierna beschreven manieren.
De printerknop gebruiken
Druk op y om de afdruktaak te annuleren.
Het statusmenu van het apparaat gebruiken
U kunt een actieve afdruktaak annuleren via het Statusmenu van het apparaat.
A
Druk op om het Statusmenu weer te geven.
B
Selecteer Taakmonitor en vervolgens Afdruktaak. Lopende taken en taken in de wachtrij worden in de lijst
weergegeven.
C
Selecteer de taak die u wilt annuleren.
D
Druk op Annuleren.
Voor Windows
Opmerking:
Een afdruktaak die volledig naar de printer is verzonden, kan niet meer worden geannuleerd. In dit geval moet u de
afdruktaak op de printer zelf annuleren.
A
Open de EPSON Status Monitor 3.
& “Voor Windows” op pagina 165
B
Klik op de knop Print Queue (Wachtrij). De Windows Spooler (Windows-spooler) wordt weergegeven.
C
Klik met de rechtermuisknop op de afdruktaak die u wilt annuleren en selecteer Cancel (Annuleren).
Gebruikershandleiding
Afdrukken
52
Voor Mac OS X
Volg de onderstaande instructies om een afdruktaak te annuleren.
Opmerking:
Als u een afdruktaak vanuit Mac OS X 10.6 of 10.5.8 hebt verzonden via het netwerk, kunt u de afdruktaak mogelijk
niet annuleren vanaf de computer. Druk op y op het configuratiescherm van het apparaat om een afdruktaak te
annuleren. Raadpleeg de online Netwerkhandleiding voor instructies om dit probleem op te lossen.
A
Klik in het Dock op het pictogram van uw printer.
B
Selecteer in de lijst met documenten het document dat wordt afgedrukt.
C
Klik op de knop Delete (Verwijderen) om de afdruktaak te annuleren.
Voor Mac OS X 10.8:
Klik op de knop
om de afdruktaak te annuleren.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
53
Overige opties
Voorkeursinstellingen van de printer (alleen voor Windows)
Met de voorkeursinstellingen voor de printerdriver kunt u razendsnel afdrukken. U kunt ook zelf
voorkeursinstellingen maken.
Printerinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Selecteer Printing Presets (Voorkeursinstellingen) op het tabblad Main (Hoofdgroep). De
printerinstellingen worden automatisch aangepast aan de in het venster weergegeven waarden.
Dubbelzijdig afdrukken
Gebruik de printerdriver om beide zijden van het papier te bedrukken.
Opmerking:
Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
De laadcapaciteit is verschillend bij dubbelzijdig afdrukken.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Gebruik alleen papier dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken. Anders kan het resultaat sterk tegenvallen.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Handmatig dubbelzijdig afdrukken is mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer via een netwerk of als gedeelde
printer wordt gebruikt.
Als de inkt tijdens automatisch dubbelzijdig afdrukken opraakt, wordt het afdrukken stopgezet en moet de inkt
worden vervangen. Wanneer de inkt is vervangen, wordt het afdrukken hervat. Er kunnen echter onderdelen op de
afdruk ontbreken. Wanneer dit gebeurt, drukt u de pagina waarop onderdelen ontbreken opnieuw af.
Afhankelijk van het papier en de hoeveelheid inkt die wordt gebruikt om tekst en afbeeldingen af te drukken, kan
de inkt vlekken veroorzaken op de andere zijde van het papier.
Bij dubbelzijdig afdrukken kunnen vlekken op het papier ontstaan.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
54
Opmerking voor Windows:
Er zijn vier soorten dubbelzijdig afdrukken mogelijk: automatisch standaard, automatisch gevouwen boekje,
handmatig standaard en handmatig gevouwen boekje.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken is alleen beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 is geactiveerd. Om de
statusmonitor te activeren, gaat u naar de printerdriver en klikt u op het tabblad Maintenance
(Hulpprogramma's) en vervolgens op de knop Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended
Settings (Extra instellingen) schakelt u het selectievakje Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor
3 inschakelen) in.
Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken kan het afdrukken langzaam verlopen, afhankelijk van de combinatie van
opties geselecteerd bij Select Document Type (Documenttype selecteren) in het venster Print Density Adjustment
(Afdrukdichtheid aanpassen) en bij Quality (Kwaliteit) in het venster Main (Hoofdgroep).
Opmerking bij Mac OS X
Mac OS X ondersteunt alleen automatisch standaard dubbelzijdig afdrukken.
Bij automatisch dubbelzijdig afdrukken kan het afdrukken langzaam verlopen, afhankelijk van de instelling van
Document Type (Documenttype) in Two-sided Printing Settings (Instellingen dubbelzijdig afdrukken).
Printerinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Selecteer de juiste instelling bij 2-Sided Printing (Dubbelz. afdrukken).
Opmerking:
Afhankelijk van de versie van de driver, kan de instelling 2-Sided Printing (Dubbelz. afdrukken) beschikbaar
worden wanneer u het selectievakje inschakelt. Zorg dat het selectievakje Auto is ingeschakeld wanneer u
automatisch afdrukken gebruikt.
C
Klik op Settings (Instellingen) en kies de juiste instellingen.
Opmerking:
Selecteer Booklet (Boekje) als u een gevouwen boekje wilt afdrukken.
D
Controleer de overige instellingen en druk af.
Opmerking:
Wanneer u automatisch afdrukken gebruikt en gegevens met een hoge dichtheid afdrukt, zoals foto's en
grafieken, raden wij aan de instellingen op te geven in het venster Print Density Adjustment
(Afdrukdichtheid aanpassen).
De werkelijke rugmarge kan afwijken van de opgegeven instellingen. Dit hangt af van de toepassing
waarmee u werkt. Probeer daarom eerst een paar vellen uit om te zien wat het resultaat zal zijn, voordat u
de volledige afdruktaak afdrukt.
Handmatig dubbelzijdig afdrukken biedt u de mogelijkheid de even pagina's eerst af te drukken. Wanneer u
oneven pagina's afdrukt, wordt een wit vel papier uitgevoerd wanneer de afdruktaak is voltooid.
Wanneer u handmatig afdrukt, controleert u of de inkt volledig droog is voordat u het papier terugplaatst.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
55
Printerinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
B
Geef de gewenste instellingen op in Two-sided Printing Settings (Instellingen dubbelzijdig afdrukken).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Opmerking:
Wanneer u gegevens met een hoge dichtheid afdrukt, zoals foto's en grafieken, raden wij aan de instellingen
Print Density (Afdrukdichtheid) en Increased Ink Drying Time (Langere droogtijd) handmatig op te geven.
Volledige pagina afdrukken
Hiermee kunt u een document automatisch vergroten of verkleinen en zo aanpassen aan het papierformaat dat in
de printerdriver is geselecteerd.
Opmerking:
Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
Printerinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Selecteer Reduce/Enlarge Document (Verklein/vergroot document) en Fit to Page (Volledige pagina) op
het tabblad More Options (Meer opties) en selecteer vervolgens bij Output Paper (Uitvoerpapier) het
papierformaat dat u gebruikt.
Opmerking:
Als u een gereduceerde afbeelding wilt afdrukken met centrering, selecteert u Center (Centreren).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
56
Printerinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
B
Kies Scale to fit paper size (Pas aan papierformaat aan) als instelling voor Destination Paper Size
(Doelpapierformaat) in het venster Paper Handling (Papierafhandeling) en selecteer het gewenste
papierformaat in het venstermenu.
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Pages per sheet (Pagina's per vel) afdrukken
Hiermee kunt u de printerdriver gebruiken om twee of vier pagina's op één vel af te drukken.
Opmerking:
Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
Printerinstellingen voor Windows
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Selecteer 2-Up (2 per vel) of 4-Up (4 per vel) als instelling voor Multi-Page (Meerdere pagina's) op het
tabblad Main (Hoofdgroep).
C
Klik op Page Order (Pag.volgorde) en kies de juiste instellingen.
D
Controleer de overige instellingen en druk af.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
57
Printerinstellingen voor Mac OS X
A
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
B
Selecteer het gewenste aantal Pages per Sheet (Pagina's per vel) en de Layout Direction (Lay-outrichting)
(paginavolgorde) in het venster Layout (Lay-out).
C
Controleer de overige instellingen en druk af.
Anti-Copy Pattern (Antikopieerpatroon) (alleen voor Windows)
Met deze functie kunt u een document afdrukken als een document dat beveiligd is tegen kopiëren. Wanneer u
probeert een dergelijk document te kopiëren, wordt de tekenreeks die u als het antikopieerpatroon hebt
toegevoegd, meermaals op het document afgedrukt.
Opmerking:
Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Klik op Watermark Features (Watermerkfuncties) op het tabblad More Options (Meer opties), en
selecteer het antikopieerpatroon in de lijst Anti-Copy Pattern (Antikopieerpatroon).
Opmerking:
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de volgende instellingen zijn geselecteerd:
Paper Type (Papiertype): plain papers (gewoon papier)
Quality (Kwaliteit): Standard (Standaard)
Auto 2-Sided Printing (Automatisch dubbelzijdig afdrukken): Off (Uit)
Color Correction (Kleurcorrectie): Automatic (Automatisch)
Als u uw eigen watermerk wilt maken, klikt u op Add/Delete (Toev./Verw.). Zie de online-Help voor meer
informatie over elke instelling.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
58
C
Klik op Settings (Instellingen) en kies de juiste instellingen.
Opmerking:
Antikopieerpatronen worden alleen in monochroom afgedrukt.
D
Klik op OK om naar het venster More Options (Meer opties) weer te geven.
E
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten en uw afdruktaak uit te voeren.
Watermark (Watermerk) (alleen voor Windows)
Met deze functie kunt u een watermerk dat op tekst of afbeelding is gebaseerd, op uw document afdrukken.
Opmerking:
Deze functie is bij sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar.
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Klik op Watermark Features (Watermerkfuncties) op het tabblad More Options (Meer opties) en
selecteer een watermerk in de lijst Watermark (Watermerk).
Opmerking:
Als u uw eigen watermerk wilt maken, klikt u op Add/Delete (Toev./Verw.). Zie de online-Help voor meer
informatie over elke instelling.
Opgeslagen watermerken kunnen alleen worden gebruikt met het printerstuurprogramma waarin u de
instellingen hebt opgeslagen. Zelfs als meerdere printernamen zijn ingesteld voor een
printerstuurprogramma, zijn de instellingen alleen beschikbaar voor de printernaam waarin u de
instellingen hebt opgeslagen.
Wanneer u de printer op een netwerk deelt, kunt u geen gebruikergedefinieerd watermerk als client maken.
C
Klik op Settings (Instellingen) en configureer de toepasselijke instellingen.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
59
D
Klik op OK om naar het venster More Options (Meer opties) weer te geven.
E
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten en uw afdruktaak uit te voeren.
Header/Footer (Koptekst/voettekst) (alleen voor Windows)
Met deze functie kunt u de gebruikersnaam, computernaam, datum, tijd of sorteernummer boven of onder aan
elke pagina in een document afdrukken.
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Klik op Watermark Features (Watermerkfuncties) op het tabblad More Options (Meer opties), selecteer
Header/Footer (Koptekst/voettekst) en klik op Settings (Instellingen).
C
Selecteer de vereiste opties in de vervolgkeuzelijst in het venster Header/Footer Settings (Instellingen koptekst/
voettekst).
Opmerking:
Als u Collate Number (Nummer sorteren) kiest, wordt het aantal kopieën afgedrukt.
D
Klik op OK om naar het venster More Options (Meer opties) weer te geven.
E
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten en uw afdruktaak uit te voeren.
Vertrouwelijke taken afdrukken
Deze functie is alleen beschikbaar voor de WF-5620- en WF-5690-serie.
Met deze functie kunt u een wachtwoord instellen bij het versturen van een taak. Wanneer een wachtwoord wordt
ingesteld, kan de taak alleen worden afgedrukt nadat het wachtwoord is ingevoerd op het bedieningspaneel van de
printer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
60
A
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
B
Selecteer Confidential Job (Vertrouwelijke afdruktaak) op het tabblad More Options (Meer opties).
C
Definieer instellingen zoals wachtwoord, gebruikersnaam en taaknaam in het venster Confidential Job
Settings (Instellingen vertrouwelijke taken) en klik op OK.
D
Configureer de benodigde instellingen.
E
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten en de afdruktaak te versturen.
F
Ga naar de printer, druk op op het bedieningspaneel en selecteer Vertrouwelijke afdrukt.
G
Voer uw gebruikersnaam in en selecteer de afdruktaak die u hebt verzonden.
H
Voer het ingestelde wachtwoord in en druk op een van de x-knoppen om het afdrukken te starten.
Beheerdersinstellingen voor printerstuurprogramma
(alleen voor Windows)
Beheerders kunnen de volgende instellingen van het printerstuurprogramma vergrendelen voor iedere gebruiker
om te voorkomen dat de instellingen onbedoeld worden gewijzigd.
Antikopieerpatroon
Watermerk
Koptekst/voettekst
Kleur
Dubbelzijdig afdrukken
Meerdere pagina's
Opmerking:
U moet zich als beheerder aanmelden bij Windows.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
61
A
Windows 8 en Server 2012:
Selecteer Desktop (Bureaublad), Settings (Instellingen), charm, Control Panel (Configuratiescherm) en
selecteer vervolgens Devices and Printers (Apparaten en printers) de categorie Hardware and Sound
(Hardware en geluiden).
Windows 7 en Server 2008 R2:
Klik op de knop Start en selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers).
Windows Vista en Server 2008:
Klik op de knop Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printer in de categorie
Hardware and Sound (Hardware en geluiden).
Windows XP en Server 2003:
Klik op Start, selecteer Control Panel (Configuratiescherm) en selecteer Printers and Faxes (Printers en
faxapparaten) in de categorie Printers and Other Hardware (Printers en andere hardware).
B
Windows 8, 7, Server 2008 en Server 2012:
Klik met de rechtermuisknop op het apparaat of houd de knop ingedrukt op het apparaat, selecteer Printer
properties (Eigenschappen van printer), Optional Settings (Optionele instellingen) en selecteer de knop
Driver Settings (Stuurprogramma-instellingen).
Windows Vista en Server 2008:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor uw apparaat, klik op Optional Settings (Optionele
instellingen) en klik vervolgens op de knop Driver Settings (Stuurprogramma-instellingen).
Windows XP en Server 2003:
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor uw apparaat, klik op Optional Settings (Optionele
instellingen) en klik vervolgens op de knop Driver Settings (Stuurprogramma-instellingen).
C
Configureer de toepasselijke instellingen. Zie de online-Help voor meer informatie over elke instelling.
D
Klik op OK.
De PostScript-printerdriver
Hieronder vindt u informatie over het installeren van de PostScript-printerdriver.
& “De PostScript-printerdriver installeren ” op pagina 149
De Epson Universal P6-printerdriver
Hieronder vindt u informatie over het installeren van de Epson Universal P6-printerdriver.
& “De Epson Universal P6-printerdriver installeren (alleen voor Windows)” op pagina 153
Opmerking:
Selecteer lettertypen in uw toepassing als dat maar enigszins mogelijk is. Raadpleeg de documentatie bij uw software
voor instructies. Als u niet-opgemaakte tekst rechtstreeks vanuit DOS naar de printer verstuurt of als u een eenvoudig
programma gebruikt waarin u geen lettertypen kunt selecteren, kunt u lettertypen selecteren met de menu's van het
bedieningspaneel van de printer.
Gebruikershandleiding
Afdrukken
62
Scannen
Scannen via het configuratiescherm
U kunt documenten scannen en de gescande afbeelding van het apparaat als bijlage van een e-mail naar een
aangesloten computer, een geheugenapparaat of een netwerkmap versturen.
Opmerking:
Afhankelijk van het apparaat worden de functies Scan naar netwerkmap/FTP en Scan naar e-mail mogelijk niet
ondersteund.
& “Beschikbare functies” op pagina 11
U kunt uw scaninstellingen opslaan als voorinstelling.
& “Presets” op pagina 118
Scannen naar een geheugenapparaat
A
Plaats een extern USB-apparaat
B
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
C
Ga naar de modus Scannen via het startscherm.
D
Selecteer Geheugenapp.
E
Druk op Indeling en selecteer de bestandsindeling die u wilt gebruiken om gescande gegevens naar het
geheugenapparaat in op te slaan.
F
Druk op Instel. en configureer de toepasselijke scaninstellingen.
Opmerking:
Wanneer u PDF selecteert als bestandsindeling, komen beveiligingsinstellingen beschikbaar zodat u een pdf kunt
maken dat met een wachtwoord wordt beveiligd. Selecteer PDF-instellingen.
G
Druk op een van de x-knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het scanproces.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Gebruikershandleiding
Scannen
63
Scannen naar een map
Met de functie Scan naar netwerkmap/FTP kunt u gescande afbeeldingen naar een map op een server opslaan. U
kunt een opgeslagen map opgeven door een mappad rechtstreeks in te voeren, maar het is mogelijk gemakkelijker
om eerst een opgeslagen map te registreren en de mapinstellingen in Contacten te configureren voordat u deze
functie gebruikt.
& “Instellingen voor de contactlijst configureren” op pagina 100
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Ga naar de modus Scannen via het startscherm.
C
Selecteer Netwerkmap/FTP.
D
Druk op Contacten om een lijst met geregistreerde mappen weer te geven.
Opmerking:
U kunt de map ook opgeven door het pad van de map rechtstreeks in te voeren. Na stap 3 drukt u op het veld
Locatie invoeren. Selecteer Communicatiemodus, voer het pad van de map in via het numerieke toetsenblok en
andere knoppen in het configuratiescherm, en configureer de mapinstellingen. Nadat u de instellingen hebt
gedefinieerd, gaat u naar stap 6.
E
Druk op het selectievakje in de lijst om de gewenste map te selecteren en druk op Doorg.
F
Druk op Menu. Configureer de toepasselijke scaninstellingen.
G
Druk op een van de x-knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het scanproces.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen naar een e-mail
Met de functie Scan naar e-mail kunt u de gescande afbeeldingsbestanden rechtstreeks vanaf het apparaat via
e-mail naar een vooraf geconfigureerde e-mailserver sturen.
Opmerking:
Voordat u deze functie gebruikt, moet u de instellingen van E-mailserver configureren en de Datum/tijd en het
Tijdsverschil in Datum/tijd instellen goed instellen. De tijdstempels op uw e-mails worden anders misschien niet goed
weergegeven op de computer van de ontvanger.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Ga naar de modus Scannen via het startscherm.
Gebruikershandleiding
Scannen
64
C
Selecteer E-mail.
D
Als u de e-mailadressen rechtstreeks wilt opgeven, drukt u op het veld E-mailadres invoeren en voert u een
e-mailadres in.
E
Als u e-mailadressen van Contacten wilt opgeven, drukt u op Contacten om de lijst weer te geven en
selecteert u een contactpersoon door op het selectievakje op de lijst te drukken. Druk vervolgens op Doorg.
Opmerking:
U kunt een e-mail naar 10 afzonderlijke e-mailadressen en -groepen versturen.
F
Druk op Indeling en selecteer de bestandsindeling.
G
Druk op Menu.
H
Selecteer E-mailinstellingen. U kunt een naam voor het gescande afbeeldingsbestand opgeven in
Voorvoegsel bestandsnaam. In Onderwerp geeft u het onderwerp op van de e-mail waaraan u het gescande
bestand wilt bijvoegen.
Opmerking:
In het hoofdgedeelte van de e-mail wordt het vooraf ingestelde bericht Attached Scan Data” ingevoegd.
I
Selecteer Basisinstellingen. Configureer de toepasselijke scaninstellingen.
Opmerking:
In Max. grootte bijlage kunt u de maximumgrootte opgeven voor bestanden die bij een e-mail gevoegd
kunnen worden. Selecteer een hogere instelling als u vaak grote bestanden stuurt.
Wanneer u PDF selecteert als bestandsindeling, komen beveiligingsinstellingen beschikbaar zodat u een pdf
kunt maken dat met een wachtwoord wordt beveiligd. Selecteer PDF-instellingen.
J
Druk op een van de x-knoppen om de kleurmodus in te stellen. Start vervolgens het scanproces.
Uw gescande afbeelding wordt per e-mail verstuurd.
Scannen naar de cloud
Voor instructies voor het gebruik van Scan naar cloud gaat u naar de Epson Connect-portalsite.
& “De service Epson Connect gebruiken” op pagina 13
Scannen naar Document Capture Pro (alleen Windows)
Met deze functie kunt u scannen met behulp van de instellingen in Document Capture Pro. Voordat u deze
functie gaat gebruiken, moet Document Capture Pro zijn geïnstalleerd en moet u een afdruktaak in deze software
hebben ingesteld. Lees de volgende sectie voor meer informatie.
& “Document Capture Pro” op pagina 76
Gebruikershandleiding
Scannen
65
Opmerking:
U moet de printer aansluiten op de computers in het netwerk om deze functie te kunnen gebruiken.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Ga naar de modus Scannen via het startscherm.
C
Selecteer Document Capture Pro.
D
Druk op Pc selecteren en selecteer de computer waarvoor een taak is geregistreerd in Document Capture Pro.
Opmerking:
Als u in Document Capture Pro een wachtwoord hebt ingesteld vanuit de scaninstellingen voor het netwerk in de
software, selecteert u een computer en voert u het wachtwoord in.
E
Selecteer een afdruktaak.
Opmerking:
Wanneer u slechts één afdruktaak vooraf heeft geregistreerd, gaat u naar stap 6.
U kunt de gegevens van de afdruktaak controleren door in het scherm te drukken op het veld met de inhoud
van de afdruktaak.
Als u een andere geregistreerde afdruktaak wilt selecteren, drukt u nogmaals op het veld voor het selecteren
van afdruktaken.
F
Druk op een van de knoppen x.
De gescande afbeelding wordt opgeslagen in de opgegeven bestemming.
Scannen naar een computer (WSD)
Opmerking:
Deze functie is alleen beschikbaar voor computers met Windows 8, Windows 7 of Vista.
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet u eerst WSD voor uw computer instellen. Zie de online-
Netwerkhandleiding voor meer informatie.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Ga naar de modus Scannen via het startscherm.
C
Selecteer Computer (WSD).
Gebruikershandleiding
Scannen
66
D
Selecteer een computer.
E
Druk op een van de knoppen x en begin met scannen. Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Opmerking:
Afhankelijk van de versie van het besturingssysteem, wordt de gescande afbeelding in verschillende
bestemmingen opgeslagen. Raadpleeg de documentatie bij uw computer voor meer informatie.
Scannen modus Menulijst
Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de menulijst in de Scannen modus.
& “De modus Scan” op pagina 104
Scannen vanaf uw computer
Instellingen voor Access Control (Toegangsbeheer) (alleen Windows)
Deze functie is alleen beschikbaar voor de WF-5620- en WF-5690-serie.
Wanneer Toegangsbeheer van de printer is ingesteld op Aan, moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord
invoeren in EPSON Scan Settings (Scaninstellingen voor EPSON) om EPSON Scan te kunnen gebruiken.
A
Selecteer de startknop of klik op Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) >
EPSON > EPSON Scan > EPSON Scan Settings.
Voor Windows 8 en Server 2012: Voer “EPSON Scan Settings” in bij de zoekcharm en selecteer de software.
B
Selecteer Access Control (Toegangsbeheer).
C
Voer User Name (Gebruikersnaam) en Password (Wachtwoord) in en klik op OK.
Opmerking:
Als u de gebruikersnaam en het wachtwoord niet weet, neemt u contact op met de printerbeheerder.
Scannen in de Office Mode (Kantoormodus)
Met Office Mode (Kantoormodus) kunt u snel tekstdocumenten scannen zonder eerst een voorbeeld te tonen.
Opmerking:
Als u Epson Scan installeert op Windows Server 2012, Server 2008 of Server 2003, moet u Desktop Experience
(Desktopcomputerervaring) hebben geïnstalleerd.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Gebruikershandleiding
Scannen
67
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 76
C
Selecteer Office Mode (Kantoormodus) onder Mode (Modus).
D
Selecteer de Document Source (Documentbron).
E
Selecteer het formaat van het origineel bij Size (Grootte).
F
Selecteer het Image Type (Beeldtype).
G
Selecteer een geschikte resolutie voor uw originelen bij Resolution (Resolutie).
H
Klik op Scan (Scannen).
Gebruikershandleiding
Scannen
68
I
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand) selecteert u de instelling voor Type en
klikt u op OK.
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen)
niet is aangevinkt, start Epson Scan het scannen onmiddellijk zonder het venster File Save Settings
(Instellingen voor Bewaar bestand) weer te geven.
U kunt een PDF-bestand maken dat door een wachtwoord wordt beveiligd. Selecteer het tabblad Security
(Beveiliging) in PDF Plug-in Settings (PDF Plug-in Instellingen). Zie de Help voor details aangaande Epson
Scan.
Wanneer u Skip Blank Page (Lege pagina overslaan) selecteert, worden lege pagina's in het document niet
gescand.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Scannen in de Professional Mode (Professionele modus)
Met de Professional Mode (Professionele Modus) kunt u alle mogelijke scaninstellingen aanpassen en het resultaat
van deze veranderingen bekijken in een voorbeeldscan. Deze modus wordt aanbevolen voor geavanceerde gebruikers.
Opmerking:
Als u Epson Scan installeert op Windows Server 2012, Server 2008 of Server 2003, moet u Desktop Experience
(Desktopcomputerervaring) hebben geïnstalleerd.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
A
Plaats een of meerdere originelen.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Start Epson Scan.
& “Epson Scan Driver starten” op pagina 76
Gebruikershandleiding
Scannen
69
C
Selecteer Professional Mode (Professionele modus) onder Mode (Modus).
D
Selecteer de Document Source (Documentbron).
E
Selecteer Photo (Foto) of Document als de instelling voor Auto Exposure Type (Automatische belichting).
F
Selecteer het Image Type (Beeldtype).
Gebruikershandleiding
Scannen
70
G
Selecteer een geschikte resolutie voor uw originelen bij Resolution (Resolutie).
H
Klik op Preview (Voorbeeldscan) om de scan(s) vooraf te bekijken. Het venster Preview (Voorbeeldscan)
wordt geopend waarin u het voorbeeld kunt zien.
& “Het scangebied weergeven en aanpassen” op pagina 74
Opmerking bij de automatische documentinvoer (ADF):
De ADF laadt uw eerste documentpagina en vervolgens scant Epson Scan het en wordt het in het venster
Preview (Voorbeeldscan) getoond. De ADF werpt vervolgens de eerste pagina uit.
Plaats de eerste documentpagina boven op de rest van de pagina's en laad vervolgens het gehele document in
de ADF.
De door de ADF uitgeworpen documentpagina is nog niet gescand. Plaats het gehele document opnieuw in
de ADF.
I
Selecteer indien nodig de grootte van de gescande afbeelding(en) bij Target Size (Doelgrootte). U kunt uw
afbeeldingen scannen op de grootte van het origineel, of u kunt ze verkleinen of vergroten door de Target
Size (Doelgrootte) te selecteren.
J
Pas indien nodig de kwaliteit aan.
& “Mogelijkheden voor het aanpassen van afbeeldingen” op pagina 71
K
Klik op Scan (Scannen).
L
In het venster File Save Settings (Instellingen voor Bewaar bestand) selecteert u de instelling voor Type en
klikt u op OK.
Opmerking:
Als het selectievakje Show this dialog box before next scan (Dit dialoogveld voor de volgende scan tonen)
niet is aangevinkt, start Epson Scan het scannen onmiddellijk zonder het venster File Save Settings
(Instellingen voor Bewaar bestand) weer te geven.
U kunt een PDF-bestand maken dat door een wachtwoord wordt beveiligd. Selecteer het tabblad Security
(Beveiliging) in PDF Plug-in Settings (PDF Plug-in Instellingen). Zie de Help voor details aangaande Epson
Scan.
Uw gescande beeld wordt opgeslagen.
Mogelijkheden voor het aanpassen van afbeeldingen
Epson Scan biedt tal van mogelijkheden om de kleuren, de scherpte en het contrast te verbeteren, en diverse
andere aspecten die van invloed zijn op de beeldkwaliteit te veranderen.
Gebruikershandleiding
Scannen
71
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Histogram Adjustment (Histo-
gramaanpassing)
Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de lichte delen, schaduwen en
gammaniveaus.
Tone Correction (Tooncorrectie) Een grafisch overzicht voor het aanpassen van de verschillende tonen.
Image Adjustment (Beeldaanpas-
sing)
Hiermee past u helderheid en contrast aan en bepaalt u het balans tussen de kleuren
rood, groen en blauw in de hele afbeelding.
Color Palette (Kleurenpalet) Biedt een grafische interface voor de aanpassing van middentinten, zoals huidtinten,
zonder iets te veranderen aan de lichte en donkere delen van de afbeelding.
Unsharp Mask (Verscherpen) Hiermee verscherpt u de overgangen tussen kleurgebieden waardoor de hele
afbeelding helderder lijkt.
Gebruikershandleiding
Scannen
72
Descreening (Ontrasteren) Hiermee verwijdert u de ribbelpatronen (ook wel “moiré” genoemd) die soms
voorkomen over kleurgebieden met subtiele schakeringen, bijvoorbeeld huidkleuren.
Color Restoration (Kleurherstel) Hiermee worden verkleurde foto's automatisch opgefrist.
Backlight Correction (Tegenlicht-
correctie)
Hiermee worden donkere delen uit foto's met veel tegenlicht automatisch lichter
gemaakt.
Dust Removal (Stof verwijderen) Hiermee wordt stof op uw originelen automatisch onzichtbaar gemaakt.
Text Enhancement (Tekst verbete-
ren)
Hiermee wordt de tekstherkenning tijdens het scannen verbeterd.
Gebruikershandleiding
Scannen
73
Auto Area Segmentation (Gebie-
den automatisch scheiden)
Met deze optie worden afbeeldingen in Black&White (Zwart-wit) scherper en wordt de
tekstherkenning nauwkeuriger omdat tekst en afbeeldingen worden gescheiden.
Color Enhance (Kleur verbeteren) Hiermee kunt u een kleur verbeteren. U kunt kiezen tussen rood, blauw en groen.
Het scangebied weergeven en aanpassen
Een voorbeeldmodus selecteren
Nadat u de basisinstellingen en de resolutie hebt geselecteerd, kunt u een voorbeeld van de gescande afbeelding
weergeven en het scangebied selecteren of aanpassen in het venster Preview (Voorbeeldscan). Er zijn twee
manieren om een voorbeeldscan te maken.
Normal (Normaal) voorbeeld: hiermee worden afbeeldingen volledig weergegeven. U kunt zelf het gewenste
scangebied selecteren en met de hand de beeldkwaliteit aanpassen.
Thumbnail voorbeeld: hiermee worden de afbeeldingen als miniaturen (thumbnails) weergegeven. Epson
Scan lokaliseert automatisch de randen van het scangebied, de belichtingsinstellingen worden automatisch
aangepast en indien nodig wordt de afbeelding (of worden de afbeeldingen) gedraaid.
Opmerking:
Enkele instellingen die u na het weergeven van de voorbeeldscan wijzigt, worden teruggezet als u een andere modus
voor de voorbeeldscanmodus selecteert.
Of u het type voorbeeldscan kunt wijzigen, hangt af van het documenttype en de Epson Scan modus die u gebruikt.
Indien u de voorbeeldscan bekijkt zonder dat het venster Preview (Voorbeeldscan) wordt getoond, wordt de
afbeelding met de basisinstellingen voor de voorbeeldscanmodus getoond. Als u een voorbeeld bekijkt terwijl het
venster Preview (Voorbeeldscan) wel is geopend, wordt het voorbeeld weergegeven in de modus die vóór het openen
van de voorbeeldscan actief was.
Om het formaat van het venster Preview (Voorbeeldscan) te wijzigen, klikt u op de hoek van het venster Preview
(Voorbeeldscan) en versleept u het.
Zie de Help voor details aangaande Epson Scan.
Een selectiekader maken
Het selectiekader is een bewegende stippellijn aan de rand van de voorbeeldscan. Dit kader geeft het scangebied aan.
Gebruikershandleiding
Scannen
74
U kunt een selectiekader tekenen op een van de volgende manieren.
Om handmatig een selectiekader te tekenen, plaatst u de aanwijzer daar waar de hoek van het selectiekader
moet komen en klikt u. Sleep de kruiscursor over het beeld naar de andere hoek van het gewenste scangebied.
Om automatisch een selectiekader te tekenen, klikt u op het pictogram automatisch lokaliseren. U kunt
dit pictogram alleen gebruiken bij het bekijken van een normale voorbeeldscan en wanneer er slechts een
enkel document op de glasplaat ligt.
Om een selectiekader met een bepaald formaat te tekenen, voert u de nieuwe breedte en hoogte in bij
Document Size (Documentformaat).
Voor een goed resultaat in het algemeen, en een goede belichting in het bijzonder, moet u ervoor zorgen dat
alle zijden van het selectiekader binnen de omtrek van de afbeelding blijven. Trek het selectiekader dus niet
door tot in het gebied dat buiten de voorbeeldscan van de afbeelding valt.
Een selectiekader aanpassen
U kunt het selectiekader verplaatsen en de grootte ervan veranderen. Als u met het normale voorbeeld werkt, kunt
u op elke afbeelding tot 50 selectiekaders maken om verschillende scangebieden als afzonderlijke bestanden te
scannen.
Als u het selectiekader wilt verplaatsen, plaatst u de aanwijzer ergens binnen het kader. De
aanwijzer verandert in een handje. Klik en sleep het selectiekader naar de gewenste plaats.
Als u het selectiekader groter of kleiner wilt maken, plaatst u de aanwijzer op de rand of op een
van de hoeken van het kader.
De aanwijzer verandert in een rechte of schuine dubbele pijl. Klik en sleep de rand van het
selectiekader naar de gewenste plaats (tot de gewenste grootte is bereikt).
Klik op dit pictogram om extra selectiekaders van hetzelfde formaat te maken.
Als u een selectiekader wilt verwijderen, klikt u ergens in het kader en vervolgens op dit pictogram.
Klik op dit pictogram om alle selectiekaders te activeren.
Gebruikershandleiding
Scannen
75
Opmerking:
Als u het selectiekader verplaatst met de Shift-toets ingedrukt, kan het selectiekader alleen in horizontale of
verticale richting worden versleept.
Als u de grootte van het selectiekader aanpast met de Shift-toets ingedrukt, blijft de bestaande
hoogte-breedteverhouding van het selectiekader behouden.
Als u meer dan één selectiekader hebt gemaakt, vergeet dan niet op All (Alle) te klikken, in het venster Preview
(Voorbeeldscan), voordat u de scan maakt. Anders wordt alleen het gebied binnen het laatst getekende
selectiekader gescand.
Software-informatie
Epson Scan Driver starten
Met deze software kunt u alle aspecten van het scannen regelen. U kunt dit programma als een afzonderlijk
scanprogramma of samen met andere TWAIN-scanprogramma's gebruiken.
Starten
Windows 8 en Server 2012:
Selecteer het pictogram EPSON Scan op het bureaublad.
Of selecteer EPSON Scan in het Start-venster.
Windows 7, Vista, XP, Server 2008 en Server 2003:
Dubbelklik op het pictogram EPSON Scan op het bureaublad.
Of klik op Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) > EPSON > EPSON
Scan > EPSON Scan.
Mac OS X:
Selecteer Applications (Programma's) > Epson Software > EPSON Scan.
De Help openen
Klik op de knop Help van de Epson Scan driver.
Andere software voor scannen starten
Opmerking:
Bepaalde scansoftware is voor sommige landen mogelijk niet bijgeleverd.
Document Capture Pro
Alleen beschikbaar voor Windows-gebruikers.
Met deze software kunt u pagina's anders rangschikken of afbeeldingen draaien en de gegevens vervolgens
opslaan, verzenden per e-mail, verzenden naar een server of naar een cloudservice. U kunt vaak gebruikte
scaninstellingen ook registreren om het scannen te vereenvoudigen.
Gebruikershandleiding
Scannen
76
U kunt deze software downloaden vanaf de volgende Epson-website.
http://support.epson.net/
http://assets.epson-europe.com/gb/en/document_capture_pro/ (Europa)
Starten
Windows 8:
Klik met de rechtermuisknop op het Start-venster of veeg omhoog of omlaag op het Start-venster en selecteer
All apps (Alle apps) > Epson Software > Document Capture Pro.
Windows 7, Vista en XP:
Klik op de startknop of Start > All Programs (Alle programma's) of Programs (Programma's) > Epson
Software > Document Capture Pro.
De Help openen
Selecteer Help in het menu van het softwarevenster om de Help weer te geven.
Gebruikershandleiding
Scannen
77
Faxen
Verbinden met een telefoonlijn
Compatibele telefoonlijnen en -kabels
Telefoonlijn
De faxfuncties van dit apparaat zijn ontworpen om te werken via standaard analoge telefoonlijnen (PSTN = Public
Switched Telephone Network) en PBX-telefoonsystemen (Private Branch Exchange). (Afhankelijk van de
omgeving worden sommige PBX-telefoonsystemen misschien niet ondersteund.) Epson kan geen compatibiliteit
met alle digitale telefoonomgevingen garanderen, vooral onder de volgende omstandigheden:
Bij gebruik van VoIP
Bij gebruik van digitale glasvezelservices
Wanneer adapters, zoals terminal adapters, VoIP-adapters, splitters of DSL-routers worden aangesloten
tussen het telefoonaansluitpunt en het apparaat.
Telefoonkabel
Gebruik een telefoonkabel met de volgende interfacespecificaties.
RJ-11-telefoonlijn
RJ-11-telefoonsetaansluiting
Of een telefoonkabel met de printer wordt meegeleverd, is afhankelijk van de regio. Gebruik de kabel als deze
wordt meegeleverd. U moet de telefoonkabel misschien op een adapter voor uw land of regio aansluiten.
Het apparaat aansluiten op de telefoonlijn
Standaardtelefoonlijn (PSTN) of PBX
Sluit een telefoonlijn vanaf het telefoonaansluitpunt of de PBX-poort aan op de LINE-poort aan de achterkant van
het apparaat.
Gebruikershandleiding
Faxen
78
c
Belangrijk:
Als u een PBX-console in de kamer hebt, verbindt u de kabel vanaf de console met de LINE-poort.
Verwijder het deksel van de EXT-poort van het apparaat niet wanneer u uw telefoon niet aansluit.
DSL of ISDN
Sluit een telefoonkabel van uw DSL-modem, terminal adapter of ISDN-router aan op de LINE-poort aan de
achterkant van het apparaat. Voor meer informatie raadpleegt u de documentatie bij uw modem, adapter of router.
c
Belangrijk:
Wanneer u aansluit op een DSL-lijn, moet u misschien een afzonderlijk DSL-filter gebruiken. Bij gebruik van een
DSL-filter sluit u een telefoonkabel van het DSL-filter aan op de LINE-poort van het apparaat.
Een telefoon aansluiten
Nadat u het apparaat op de telefoonlijn aansluit, volgt u de onderstaande procedure om uw telefoon of
antwoordapparaat aan te sluiten.
Gebruikershandleiding
Faxen
79
Eén telefoonlijn
A
Verwijder het deksel van de EXT-poort op het apparaat.
B
Sluit een tweede telefoonkabel aan op uw telefoon of antwoordapparaat en op de EXT-poort.
c
Belangrijk:
Wanneer één telefoonlijn wordt gedeeld door de telefoon en het apparaat, moet u de telefoon aansluiten op de
EXT-poort van het apparaat. De telefoon en het apparaat werken anders misschien niet goed.
Wanneer u een antwoordapparaat aansluit, moet u de instelling Overgaan voor antwoorden van het
apparaat misschien wijzigen.
& “Het aantal rings voor antwoorden instellen” op pagina 84
Twee telefoonlijnen (voorbeeld van ISDN)
Sluit een tweede telefoonkabel op uw telefoon of antwoordapparaat aan en op de poort van de terminal adapter of
ISDN-router.
Gebruikershandleiding
Faxen
80
Faxinstellingen
Basisinstellingen
In deze sectie worden de minimuminstellingen beschreven die vereist zijn om de faxfuncties te kunnen gebruiken.
Opmerking:
Met de functie Instelling vergrendelen in het menu Beheerdersinstellingen kan een beheerder voorkomen dat
instellingen worden gewijzigd door ze te beschermen met een wachtwoord.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
De wizard Faxinstelling gebruiken
Het menu Wizard Faxinstelling begeleidt u bij het instellen van de basisfaxfuncties. De wizard wordt automatisch
weergegeven wanneer u het apparaat voor het eerst instelt. Als u de instellingen al hebt geconfigureerd, kunt u
deze sectie overslaan, tenzij u de instellingen moet wijzigen.
c
Belangrijk:
Voordat u de wizard start, moet u het apparaat en uw telefoon goed op de telefoonlijn hebben aangesloten.
& “Verbinden met een telefoonlijn” op pagina 78
A
Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
B
Selecteer Systeembeheer.
C
Selecteer Faxinstellingen.
D
Selecteer Wizard Faxinstellingen.
Het venster Wizard Faxinstellingen wordt weergegeven. Druk op Start om verder te gaan.
E
In het venster Faxkoptekst voert u de naam van de afzender in (maximaal 40 tekens).
Gebruikershandleiding
Faxen
81
F
In het venster Uw telefoonnummer voert u uw telefoonnummer in (tot 20 cijfers).
Opmerking:
U moet uw naam en telefoonnummer in de faxkoptekst invoeren voordat u faxen verstuurt, zodat
ontvangers kunnen zien wie de fax heeft verstuurd.
U kunt de koptekstinformatie later wijzigen. Roep het menu op dat hieronder is weergegeven.
Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Koptekst
G
Als u zich hebt geabonneerd op een opvallende belservice van uw telefoonbedrijf, selecteert u Doorg. in het
venster DRD-instelling. Selecteer het belpatroon dat moet worden gebruikt voor binnenkomende faxen (of
selecteer Aan), en ga naar stap 10. Als u deze optie niet hoeft in te stellen, selecteert u Overslaan en gaat u
naar de volgende stap.
Opmerking:
Via afzonderlijke belservices, die door veel telefoonbedrijven worden geboden (de naam van de service
verschilt per bedrijf), kunt u meerdere telefoonnummers op één telefoonlijn hebben. Elk nummer krijgt een
ander belpatroon toegewezen. U kunt één nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een ander
nummer voor faxen. Selecteer in DRD-instelling het belpatroon dat aan faxen is toegewezen.
Afhankelijk van de regio worden Aan en Uit weergegeven als de opties voor de DRD-instelling. Selecteer
Aan om de functie voor het afzonderlijke belpatroon te gebruiken.
Als u Aan of een van de belpatronen behalve Alles selecteert, wordt Ontvangstmodus automatisch ingesteld
op Auto.
U kunt de DRD-instelling later wijzigen. Roep het menu op dat hieronder is weergegeven.
Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > DRD
H
In het venster Inst. ontvangstmodus selecteert u Ja als u een externe telefoon of extern antwoordapparaat
op het apparaat hebt aangesloten. Daarna gaat u naar de volgende stap. Als u Nee selecteert, wordt
Ontvangstmodus automatisch ingesteld op Auto. Ga naar stap 10.
c
Belangrijk:
Als er geen externe telefoon op het apparaat is aangesloten, moet de Ontvangstmodus zijn ingesteld op
Auto, omdat u anders geen faxen kunt ontvangen.
I
Op het volgende venster van Inst. ontvangstmodus selecteert u Ja om faxen automatisch te ontvangen.
Selecteer Nee om faxen handmatig te ontvangen.
Opmerking:
Wanneer u een extern antwoordapparaat hebt aangesloten en de optie selecteert om automatisch faxen te
ontvangen, moet u zorgen dat de instelling Overgaan voor antwoorden juist is.
& “Het aantal rings voor antwoorden instellen” op pagina 84
Als u kiest om faxen handmatig te ontvangen, moet u elk gesprek beantwoorden en faxen ontvangen via het
configuratiescherm van uw apparaat of via uw telefoon.
& “Een fax handmatig ontvangen” op pagina 96
U kunt de instelling van de Ontvangstmodus later wijzigen. Roep het menu op dat hieronder is weergegeven.
Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Ontvangstmodus
Gebruikershandleiding
Faxen
82
J
In het venster Instellingen bevestigen controleert u de gemaakte instellingen en selecteert u Doorg. Druk op
om de instellingen te corrigeren of wijzigen.
K
Volg de instructies op het scherm om Fax-aansl. controleren uit te voeren en een rapport van het
controleresultaat af te drukken. Als er fouten in het rapport staan, probeert u de oplossingen en voert u de
controle opnieuw uit.
Opmerking:
Als het venster Lijntype kiezen wordt weergegeven, leest u de volgende sectie.
& “Het lijntype instellen” op pagina 83
Als het venster Kiestoondetectie kiezen wordt weergegeven, selecteert u Uitschakelen.
Als u dit doet, is het echter mogelijk dat het eerste cijfer van een faxnummer wordt verwijderd en dat de fax
naar het verkeerde nummer wordt verzonden.
Als u de controle opnieuw wilt uitvoeren nadat u de wizard hebt gesloten, roept u het menu op zoals
hieronder aangegeven.
Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Fax-aansl. controleren
Het lijntype instellen
Als u het apparaat aansluit op een PBX-telefoonsysteem of terminal adapter, wijzigt u de instelling van het
Lijntype zoals hieronder beschreven.
Opmerking:
PBX (Private Branch Exchange) wordt gebruikt in kantooromgevingen waar een externe toegangscode, zoals 9, moet
worden gekozen om een buitenlijn te bellen. De standaardinstelling voor Lijntype is PSTN (Public Switched Telephone
Network). Dit is een standaardtelefoonlijn, zoals die in uw huis.
A
Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
B
Selecteer Systeembeheer.
C
Selecteer Faxinstellingen.
D
Selecteer Basisinstellingen.
E
Selecteer Lijntype.
F
Selecteer PBX.
G
Selecteer Gebruik of Niet gebruiken in het venster Toegangscode. Als u Gebruik selecteert, gaat u naar de
volgende stap.
H
Voer een externe toegangscode in het veld Toegangscode in.
Gebruikershandleiding
Faxen
83
Opmerking:
Wanneer u met een PBX-telefoonsysteem verbindt, is het raadzaam eerst de toegangscode in te stellen. Nadat u de
instelling hebt geconfigureerd, voert u
(hash) in plaats van de daadwerkelijke externe toegangscode in wanneer u een
extern faxnummer invoert of in de contactlijst opslaat. Het apparaat vervangt de
bij het kiezen automatisch door de
ingestelde code. Vergeleken met een daadwerkelijke code invoeren voorkomt u mogelijk verbindingsproblemen door
te
gebruiken.
Het aantal rings voor antwoorden instellen
Wanneer u een extern antwoordapparaat hebt aangesloten en de optie selecteert om automatisch faxen te
ontvangen, moet u zorgen dat de instelling Overgaan voor antwoorden juist is.
c
Belangrijk:
De instelling van Overgaan voor antwoorden geeft het aantal belsignalen weer dat moet optreden waarna het
product automatisch een fax ontvangt. Als het aangesloten antwoordapparaat is ingesteld om op te nemen na het
vierde belsignaal, moet u het apparaat instellen om op te nemen na het vijfde belsignaal of later. Anders kan het
antwoordapparaat geen telefoonoproepen ontvangen. Afhankelijk van het land is het mogelijk dat deze instelling
niet wordt weergegeven.
A
Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
B
Selecteer Systeembeheer.
C
Selecteer Faxinstellingen.
D
Selecteer Ontvangstinstellingen.
E
Selecteer Overgaan voor antwoorden.
F
Selecteer het aantal belsignalen. Dit moet ten minste een belsignaal meer zijn dan het aantal belsignalen van
het antwoordapparaat.
Opmerking:
Het antwoordapparaat beantwoordt gesprekken sneller dan het apparaat, maar het apparaat kan faxtonen detecteren
en faxen ontvangen. Als u de telefoon beantwoordt en u hoort een faxtoon, controleert u dat het apparaat de fax
ontvangt en hangt u weer op.
Geavanceerde instellingen
In deze sectie maakt u kennis met geavanceerde faxinstellingen. Roep de menu's op zoals aangegeven onder elk
onderwerp. In de menulijst vindt u een beschrijving van alle menu's en opties.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
Gebruikershandleiding
Faxen
84
Instellingen voor het verzenden van faxen
De faxcommunicatiesnelheid wijzigen.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Faxsnelheid
Opmerking:
De faxsnelheid die u hier selecteert, wordt ook toegepast wanneer u faxen ontvangt.
Een contactlijst maken voor faxen.
& “Een contact maken” op pagina 100
De standaardinstellingen voor het verzenden van faxen wijzigen, zoals de resolutie en de documentgrootte.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Standaardinst. gebr.
Instellingen voor het ontvangen van faxen
Uitvoerinstellingen van ontvangen faxen wijzigen.
Het apparaat drukt standaard alle ontvangen faxen af. U kunt de instellingen wijzigen om ontvangen faxen te
bewaren in het geheugen van het apparaat, op een computer of op een extern geheugenapparaat.
& “Ontvangen faxen uitvoeren” op pagina 93
Papiercassettes selecteren om faxen en faxrapporten af te drukken.
Als uw apparaat meer dan een cassette heeft, kunt u selecteren welke cassette gebruikt moet worden om faxen
en faxrapporten af te drukken.
& Instellingen > Systeembeheer > Printerinstellingen > Instellingen papierbron > Inst. autom. selecteren > Fax
Opmerking:
Wanneer meer dan een cassette in het bovenstaande menu wordt geselecteerd, wordt automatisch de meest
geschikte cassette geselecteerd op basis van de papiergrootte-instelling voor elke cassette en de grootte van
ontvangen faxen of faxrapporten.
Instellingen wijzigen voor het afdrukken van faxen en faxrapporten.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Uitvoerinstellingen
FAX Utility installeren om te faxen vanaf een computer
Met Epson FAX Utility kunt u een fax vanaf een computer verzenden en ontvangen faxen in een opgegeven map
opslaan. Volg de onderstaande procedure om FAX Utility te installeren. PC-FAX Driver wordt ook geïnstalleerd.
Dit is vereist voor het versturen van faxen.
c
Belangrijk:
Installeer het printerstuurprogramma voordat u FAX Utility installeert.
Windows
Plaats de software-cd die bij uw apparaat is geleverd, en klik op setup.exe in de volgende map.
\Apps\FaxUtility\setup.exe
c
Belangrijk:
Selecteer dezelfde poort die voor het printerstuurprogramma is gebruikt.
Gebruikershandleiding
Faxen
85
Mac OS X
Download FAX Utility vanaf de volgende Epson-website.
http://support.epson.net/setupnavi/
Na installatie van FAX Utility volgt u de onderstaande procedure om het faxstuurprogramma toe te voegen.
A
Selecteer AppleSystem Preference (Systeemvoorkeuren)Print & Scan (Afdrukken en scannen)
(Print & Fax (Afdrukken en faxen) voor OSX10.6 of 10.5) om de printerlijst weer te geven.
B
Klik op de toevoegknop (+).
C
Klik op Default (Standaard) wanneer het venster voor het toevoegen van een printer wordt weergegeven.
D
Wanneer het PC-FAX Driver wordt weergegeven in de lijst, selecteert u het en klikt u op Add (Voeg toe).
Opmerking:
Het kan even duren voordat het PC-FAX Driver wordt weergegeven.
De naam van het PC-FAX Driver begint met FAX, gevolgd door de naam van het apparaat en de
verbindingsmethode tussen haakjes, zoals (USB).
E
Selecteer Quit System Preferences (Stop systeemvoorkeuren) via het menu System Preferences
(Systeemvoorkeuren).
Faxen verzenden
Basisbewerkingen
Volg de onderstaande stappen om een monochrome (zwartwit) of kleurenfax te sturen. Wanneer u een
monochrome fax verstuurt, wordt het gescande document tijdelijk in het geheugen van het apparaat opgeslagen
en kunt u een voorbeeld op het lcd-scherm bekijken voordat u de fax verzendt.
Opmerking:
Het apparaat kan tot 50 monochrome faxtaken accepteren. U kunt de gereserveerde faxtaak controleren of annuleren
via het Statusmenu.
& “Actieve faxtaken of faxtaken in wachtrij controleren” op pagina 97
A
Plaats het origineel. U kunt tot 100 pagina's per overdracht verzenden.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Ga naar de modus Fax via het startscherm.
Opmerking:
Als u een dubbelzijdig document wilt faxen, plaatst u het document in de automatische documentinvoer. Druk
op Menu, selecteer Inst. faxverzending, ADF dubbelzijdig en tot slot Aan. U kunt dubbelzijdige documenten
niet in kleur faxen.
Gebruikershandleiding
Faxen
86
C
Geef de faxontvangers op via een van de volgende methoden of een combinatie hiervan. U kunt een
monochrome fax naar maximaal 200 ontvangers verzenden.
Een faxnummer handmatig invoeren Voer een faxnummer in met behulp van de numerieke toetsen op het
bedieningspaneel en druk op de Enter-toets op het softwaretoetsen-
bord. Als u nog een faxnummer wilt toevoegen, herhaalt u dezelfde pro-
cedure. U kunt ook het softwaretoetsenbord weergeven door op het
veld Voer een faxnummer in. te drukken.
Selecteren in de contactlijst
Druk op Contacten om het venster met de contactlijst weer te geven.
Selecteer een of meer ontvangers in del ijst door de selectievakjes in te
schakelen (druk nogmaals op de vakjes om ze uit te schakelen). Druk op
het vakje Zoeken om op naam, indexnaam of ingangsnummer naar ont-
vangers te zoeken. Nadat u ontvangers hebt geselecteerd, drukt u op
Doorg.
Selecteren in de geschiedenis met verzon-
den faxen
Druk op Geschiedenis om de geschiedenis met verzonden faxen weer
te geven. Selecteer een ontvanger in de lijst, druk op Menu in het detail-
venster en selecteer Naar dit nummer verzenden.
Opmerking:
Als u ingevoerde ontvangers wilt verwijderen, drukt u op het veld voor faxnummerinvoer en selecteert u de
ontvanger die u uit de bestemmingslijst wilt verwijderen. Druk vervolgens op Uit lijst verwijderen.
Wanneer de optie Beperkingen dir. kiezen in Veiligheidsinstel. is ingeschakeld, kunt u alleen faxontvangers
in de contactlijst of de geschiedenis met verzonden faxen selecteren. U kunt een faxnummer niet handmatig
invoeren.
U kunt een kleurenfax slechts aan één ontvanger tegelijk sturen.
Als uw telefoonsysteem PBX is en u moet een externe toegangscode invoeren voor een buitenlijn, zoals 9,
voert u de toegangscode aan het begin van het faxnummer in. Als de toegangscode is ingesteld in de
instelling voor Lijntype, voert u
(hash) in in plaats van de daadwerkelijke toegangscode.
& “Het lijntype instellen” op pagina 83
D
Druk op Menu en selecteer Inst.faxverzending om desgewenst de faxoverdrachtsinstellingen te wijzigen,
zoals de resolutie.
In de menulijst vindt u een beschrijving van alle instellingen.
& “De modus Fax” op pagina 104
Opmerking:
U kunt uw faxinstellingen opslaan als voorinstelling. Lees de volgende sectie voor meer informatie.
& “Presets” op pagina 118
E
Ga naar stap 6 als u geen voorbeeld wilt bekijken voordat u de fax verzendt. Als u een voorbeeld van de fax
wilt zien (alleen monochroom), drukt u op Voorbeeld op het bovenste faxvenster.
Het apparaat start met het scannen van de documenten en geeft de gescande afbeelding weer op het
lcd-scherm. Ga naar stap 6 om de fax te verzenden.
Gebruikershandleiding
Faxen
87
Opmerking:
U kunt geen voorbeeld van de afbeeldingen bekijken wanneer de optie Direct verzenden in het menu
Inst.faxverzending is ingeschakeld.
Wanneer het voorbeeldvenster 20 seconden niet wordt aangeraakt, wordt de fax automatisch verzonden.
Als u het document opnieuw wilt scannen, drukt u op Opnieuw in het voorbeeldvenster. Stel het document
opnieuw in of wijzig waar nodig de verzendinstellingen, en herhaal deze stap.
F
Druk op x (Color) of x (B&W) om de fax te verzenden.
Druk op y om het verzenden van de fax te annuleren. U kunt de taak ook annuleren of de taakstatus/het
taakresultaat controleren in het venster Taakmonitor of Taakgeschiedenis.
Lees de volgende sectie voor meer informatie over het controleren van de status of het resultaat van de taak.
& “Het statusmenu gebruiken” op pagina 97
Opmerking:
Het verzenden van kleurenfaxen duurt wat langer omdat het apparaat het document tegelijkertijd scant en
verstuurt zonder de gescande afbeelding in het geheugen op te slaan.
Als de optie Foutgeg.opslaan is ingeschakeld, worden faxen die niet kunnen worden verzonden, opgeslagen.
U kunt deze opgeslagen faxen opnieuw verzenden vanuit het venster Statusmenu.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Verzendinstellingen > Foutgeg.opslaan
Overige opties
Handige faxfuncties gebruiken
In deze sectie wordt besproken hoe u andere handige faxfuncties gebruikt om uw productiviteit te verbeteren.
Opmerking:
Met de functie Instelling vergrendelen in het menu Beheerdersinstellingen kan een beheerder voorkomen dat instellingen
worden gewijzigd door ze te beschermen met een wachtwoord.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
Een groot aantal monochrome documenten versturen (Direct verzenden)
Wanneer u een monochrome fax verzendt, wordt het gescande document tijdelijk in het geheugen van het
apparaat opgeslagen. Als u een groot aantal documenten scant, raakt het geheugen van het product mogelijk
vol en wordt het scannen halverwege gestopt. U kunt dit voorkomen door de optie Direct verzenden in het
menu Inst.faxverzending te gebruiken. Het apparaat begint met scannen nadat de verbinding is gemaakt, en
scant en verstuurt tegelijkertijd zonder de gescande afbeelding naar het geheugen op te slaan. Zelfs wanneer
het geheugen al vol is, kunt u een monochrome fax via deze optie versturen.
U kunt deze optie niet gebruiken wanneer u faxen naar meer dan een ontvanger stuurt.
Voorrang geven aan dringende faxen (Met prioriteit sturen)
Wanneer u een dringende fax wilt sturen en er staan al meerdere faxen in de wachtrij, kunt u de dringende fax
sturen zodra een actieve faxtaak is voltooid. Hiervoor schakelt u Met prioriteit sturen in het menu
Inst.faxverzending voordat u op x (Color) of x (B&W) drukt.
Gebruikershandleiding
Faxen
88
Een faxtaak die vanaf een computer wordt gestuurd, krijgt voorrang op faxtaken die via Met prioriteit sturen
worden verzonden.
Batchbewerkingen gebruiken om verbindingstijden te verkorten en kosten te besparen (Batchverzending)
Wanneer de optie Batchverzending is ingeschakeld (de optie is standaard uitgeschakeld), controleert het
apparaat alle faxen die in de wachtrij voor het geheugen staan en worden faxen voor dezelfde ontvanger
gegroepeerd om als batch te versturen. Via de batchbewerking kunnen tot 5 bestanden en/of tot 100 pagina's
worden verstuurd. Roep het menu op dat hieronder is weergegeven.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Verzendinstellingen > Batchverzending
Opmerking:
Deze functie werkt alleen als de ontvangersgegevens identiek zijn. Als dezelfde ontvnager in twee faxtaken
wordt gedetecteerd maar een van de taken bevat een andere ontvanger, groepeert het apparaat de
ontvangers niet.
Zelfs als de ontvangersgegevens overeenkomen, worden geplande faxen niet gegroepeerd tenzij de tijd om de
fax te sturen, overeenkomt.
Deze functie wordt niet toegepast op faxen die vanaf een computer worden verstuurd of faxen die met de
optie Met prioriteit sturen of Direct verzenden worden gestuurd.
Documenten met verschillende groottes versturen via de automatische documentinvoer (Continuscan
van ADF)
Als u documenten met verschillende groottes tegelijk in de automatische documentinvoer plaatst, worden ze
misschien niet met hun oorspronkelijke groottes verstuurd. Als u documenten met verschillende groottes via
de automatische documentinvoer wilt versturen, schakelt u eerst de optie Continuscan van ADF in het menu
Inst.faxverzending in. Het apparaat vraagt u vervolgens of u nog een pagina wilt scannen wanneer een
document in de automatische documentinvoer is gescand en voordat de overdracht wordt gestart. Via deze
functie kunt u documenten op grootte sorteren en scannen. Dit is ook handig wanneer u een groot aantal
documenten faxt, die niet tegelijk in de automatische documentinvoer kunnen worden geladen.
De functie Op haak
Met de functie Op haak kunt u tonen en stemmen van de interne speaker van het apparaat horen terwijl de
aangesloten telefoon op de haak blijft liggen. Druk op Op haak op het bovenste faxvenster en voer het
faxnummer in het configuratiescherm in. U kunt deze functie gebruiken wanneer u een specifiek document
bij een faxservice op aanvraag wilt opvragen door de audiobegeleiding van de service te volgen.
Een fax verzenden op een specifiek tijdstip
U kunt instellen dat een fax op een opgegeven tijd wordt verstuurd. Met deze functie kunt u geen kleurenfaxen
versturen.
Opmerking:
Zorg dat de datum- en tijdinstelling van het apparaat goed is.
& Instellingen > Systeembeheer > Algemene instellingen > Datum-/tijdinstellingen
A
Volg stap 1 tot 4 in “Basisbewerkingen” op pagina 86.
B
Druk op het bovenste faxvenster op Menu en selecteer Fax later verzenden.
Gebruikershandleiding
Faxen
89
C
Selecteer Aan en voer de tijd in waarop de fax moet worden verzonden. Druk op OK wanneer u klaar bent.
D
Druk op x (B&W) om de fax te scannen.
De gescande afbeelding wordt op een specifiek tijdstip verzonden. Als het apparaat op de opgegeven tijd is
uitgeschakeld, wordt de fax verzonden wanneer het apparaat wordt ingeschakeld.
Een fax op aanvraag versturen (fax-polling)
Met de functie Polling verzenden kunt u een gescand document (tot 100 pagina's in monochroom) opslaan zodat
het automatisch op aanvraag vanaf een ander faxapparaat kan worden verzonden. Uw klanten of bedrijfspartners
kunnen het document ontvangen door gewoon uw faxnummer te bellen via de functie Polling ontvangen op hun
faxapparaat.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Ga naar de modus Fax via het startscherm.
C
Druk op Menu, selecteer Polling verzenden en vervolgens Aan.
D
Druk op Menu en selecteer Inst.faxverzending om desgewenst de faxoverdrachtsinstellingen te wijzigen,
zoals de resolutie. In de menulijst vindt u een beschrijving van alle instellingen.
& “De modus Fax” op pagina 104
E
Druk op x (B&W) om het document te scannen.
Het gescande document wordt opgeslagen tot u het verwijdert. Als u het opgeslagen document wilt
verwijderen, roept u het op via het Statusmenu.
& “Actieve faxtaken of faxtaken in wachtrij controleren” op pagina 97
Opmerking:
Omdat slechts één document kan worden opgeslagen, wordt u gevraagd of u wilt overschrijven wanneer er al een
document is opgeslagen.
Een opgeslagen fax verzenden
U kunt één gescand document (tot 100 pagina's in monochroom) opslaan in het geheugen van het apparaat, zodat
u het op elk moment naar een willekeurige ontvanger kunt sturen. Dit is een handige functie voor documenten die
u vaak naar klanten of bedrijfspartners moet sturen.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Ga naar de modus Fax via het startscherm.
C
Druk op Menu en selecteer Faxgeg. opslaan en vervolgens Aan.
Gebruikershandleiding
Faxen
90
D
Druk op Menu en selecteer Inst.faxverzending om desgewenst de faxoverdrachtsinstellingen te wijzigen,
zoals de resolutie. In de menulijst vindt u een beschrijving van alle instellingen.
& “De modus Fax” op pagina 104
E
Druk op x (B&W) om het document te scannen.
Het gescande document wordt opgeslagen tot u het verwijdert. Als u het opgeslagen document wilt
verzenden, roept u het op via het Statusmenu.
& “Actieve faxtaken of faxtaken in wachtrij controleren” op pagina 97
Opmerking:
Omdat slechts één document kan worden opgeslagen, wordt u gevraagd of u wilt overschrijven wanneer er al een
document is opgeslagen.
Een fax verzenden vanaf een verbonden telefoon
Als het telefoonnummer en faxnummer van de ontvanger hetzelfde zijn, kunt u een fax sturen nadat u telefonisch
met de ontvanger hebt gesproken.
A
Plaats het origineel.
& “Originelen plaatsen” op pagina 37
B
Kies het nummer vanaf de telefoon dat is aangesloten op het apparaat. U kunt desgewenst telefonisch met
de ontvanger praten.
C
Druk op Start fax op het lcd-scherm van het apparaat.
D
Selecteer Verzenden.
E
Wanneer u een faxtoon hoort, drukt u op x (Color) of x (B&W) om de fax te verzenden.
F
Leg de telefoon neer.
Een fax vanaf een computer verzenden
Via Epson FAX Utility kunt u documenten die zijn gemaakt met een toepassing zoals een tekstverwerkings- of
werkbladprogramma, rechtstreeks vanaf uw computer faxen. Lees de volgende sectie voor informatie om FAX
Utility te installeren.
& “FAX Utility installeren om te faxen vanaf een computer” op pagina 85
Gebruikershandleiding
Faxen
91
Opmerking:
In de volgende uitleg wordt Microsoft Word gebruikt als voorbeeld voor Windows OS (Windows-besturingssysteem), en
Text Edit voor Mac OS X. De daadwerkelijke bewerkingen kunnen afwijken, afhankelijk van de toepassing die u
gebruikt. Raadpleeg de Help van de toepassing voor meer informatie.
A
Open het bestand dat u wilt faxen.
B
Selecteer het afdrukmenu via het bestandsmenu van uw toepassing. Het venster met afdrukinstellingen van
de toepassing wordt weergegeven.
C
Windows: Selecteer uw printer (FAX) via het printerselectievakje en wijzig de afdrukinstellingen waar
nodig.
Max OS X: Selecteer uw printer (FAX) via het printerselectievakje, klik op d en wijzig de afdrukinstellingen
waar nodig.
D
Windows: klik op Properties (Eigenschappen), wijzig de faxoverdrachtsinstellingen waar nodig,
en klik op OK.
Mac OS X: Selecteer Fax Settings (Faxinstellingen) en wijzig de faxoverdrachtsinstellingen waar nodig.
E
Windows: klik op OK. Het venster Recipient Settings (Instellingen geadresseerden) wordt weergegeven.
Selecteer een of meer ontvangers en klik op Next (Volgende).
Mac OS X: Selecteer Recipient Settings (Instellingen geadresseerden) en selecteer een of meer ontvangers.
F
Geef de inhoud van het voorblad op waar nodig. (Voor Mac OS X slaat u deze stap over.)
G
Klik op Send (Verzenden) of Fax om de fax te versturen. De faxtaak wordt naar het apparaat gestuurd.
Opmerking voor de WF-5620- en WF-5690-serie:
Voor Windows: als Toegangsbeheer van de printer is ingesteld op Aan, voert FAX Utility gebruikersverificatie
uit op basis van de gebruikersnaam en het wachtwoord die zijn ingesteld in de printerdriver.
Opmerking:
In Windows FAX Utility kunt u tot 1000 contactpersonen opslaan (PC-FAX Phone Book
(PC-FAX-telefoonboek)). Bovendien kunt u in Windows en Mac FAX Utility kunt u de contactlijst van het
apparaat bewerken. Raadpleeg de Help van FAX Utility voor meer informatie.
Faxen ontvangen
De ontvangstmodus instellen
Het apparaat is aanvankelijk ingesteld om faxen automatisch te ontvangen (OntvangstmodusAuto). U kunt
deze modus wijzigen naar Handmatig als u een externe telefoon op het apparaat aansluit.
In automatische ontvangstmodus ontvangt het apparaat elke fax automatisch en worden faxen uitgevoerd via de
instelling van Faxuitvoer.
& “Ontvangen faxen uitvoeren” op pagina 93
Gebruikershandleiding
Faxen
92
In handmatige ontvangstmodus moet u elk gesprek beantwoorden en faxen ontvangen via het configuratiescherm
van uw apparaat of via uw telefoon. De ontvangen fax wordt uitgevoerd volgens de instellingen van Faxuitvoer.
& “Een fax handmatig ontvangen” op pagina 96
Wanneer u de faxfuncties de eerste keer instelt, of wanneer u de instellingen moet wijzigen bij een wijziging in uw
telefoonsysteem of om een andere reden, gebruikt u de Wizard Faxinstellingen om het apparaat goed in te stellen.
& “De wizard Faxinstelling gebruiken” op pagina 81
Ontvangen faxen uitvoeren
Het apparaat is aanvankelijk ingesteld om elke ontvangen fax af te drukken. U kunt de instellingen wijzigen om
ontvangen faxen op te slaan in het apparaatgeheugen, op een computer of op een extern geheugenapparaat, zodat
u ze eerst kunt bekijken en alleen afdrukt wanneer dat nodig is. U kunt ook instellingen maken om ontvangen
faxen automatisch door te sturen. Volg de instructies hieronder om de instellingen te wijzigen.
Opmerking:
Met de functie Instelling vergrendelen in het menu Beheerdersinstellingen kan een beheerder voorkomen dat instellingen
worden gewijzigd door ze te beschermen met een wachtwoord.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
A
Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
B
Selecteer Systeembeheer.
C
Selecteer Faxinstellingen.
D
Selecteer Uitvoerinstellingen.
E
Selecteer Faxuitvoer.
F
Controleer de huidige instellingen die op het lcd-scherm worden weergegeven, en druk op Instellingen om
de instellingen te wijzigen.
G
Selecteer een of alle opties of een combinatie ervan, en raadpleeg de volgende uitleg.
Opslaan in postvak IN
Selecteer deze optie om ontvangen faxen in het apparaatgeheugen op te slaan. Als u alleen deze optie
selecteert, worden ontvangen faxen niet automatisch afgedrukt. U kunt de faxen op het lcd-scherm weergeven
en waar nodig afdrukken.
& “Ontvangen faxen weergeven op het lcd-scherm” op pagina 95
c
Belangrijk:
Verwijder faxen nadat u ze hebt afgedrukt of weergegeven, om te voorkomen dat het geheugen volraakt.
Wanneer het geheugen vol is, kan het apparaat geen faxen ontvangen of versturen.
Gebruikershandleiding
Faxen
93
Opslaan op computer
Als u deze optie wilt inschakelen, gebruikt u Epson FAX Utility op de computer die op het apparaat is aangesloten.
& “Ontvangen faxen op een computer opslaan” op pagina 97
Ontvangen faxen worden in een opgegeven map op de computer in PDF-indeling opgeslagen. Nadat u FAX
Utility hebt geconfigureerd om faxen op een computer op te slaan, kunt u wijzigen naar Ja en afdrukken op
het apparaat om ontvangen faxen automatisch af te drukken terwijl ze op de computer worden opgeslagen.
c
Belangrijk:
Ontvangen faxen worden alleen op de computer opgeslagen wanneer de computer is aangemeld. Aangezien
het apparaat de ontvangen faxen tijdelijk in het geheugen opslaat tot ze op de computer worden
opgeslagen, raakt het geheugen mogelijk vol als u de computer langere tijd uitgeschakeld laat.
Opsl.op geheugenapp.
Schakel deze optie in om ontvangen faxen op te slaan op een extern USB-opslagapparaat dat op de printer is
aangesloten. Selecteer Ja en afdrukken om ontvangen faxen automatisch af te drukken terwijl ze naar het
externe opslagapparaat worden opgeslagen.
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u een opslagmap op het apparaat maken. Selecteer Map voor
opslag maken in het menu Overige instellingen en volg de instructie op het scherm.
Lees de volgende sectie voor informatie over ondersteunde externe opslagapparaten.
& “Extern USB-apparaat” op pagina 204
c
Belangrijk:
Aangezien het apparaat ontvangen faxen tijdelijk in het geheugen opslaat tot ze naar het opslagapparaat
worden opgeslagen, kan het geheugen vol raken als u het apparaat langere tijd niet aansluit.
Opmerking voor de WF-4630-, WF-4640- en WF-5620-serie:
Ontvangen faxen kunnen niet rechtstreeks vanaf het configuratiescherm van het apparaat worden afgedrukt,
omdat ze in PDF-indeling op het externe opslagapparaat worden opgeslagen.
Doorsturen
Schakel deze optie in om ontvangen faxen door te sturen naar vijf bestemmingen die u hebt geselecteerd.
Selecteer Ja en afdrukken om ontvangen faxen automatisch af te drukken terwijl ze naar de bestemmingen
worden doorgestuurd. Kleurenfaxen kunnen niet worden doorgestuurd.
Selecteer Overige instellingen > Waarheen doorsturen en selecteer een of meer doorstuurbestemmingen in
de contactlijst.
Bestemmingstype Uitleg
Ander faxapparaat Selecteer faxnummers in de contactlijst.
E-mailadres
*
Selecteer e-mailadressen in de contactlijst. U kunt het onderwerp van
de e-mail opgeven. Selecteer Overige instellingen > E-mailonder-
werp v. doorsturen en voer het onderwerp in.
Zorg dat u de Datum/tijd en het Tijdsverschil in de Datum/tijd instellen
goed configureert.
De tijdstempels op uw e-mails worden anders misschien niet goed weer-
gegeven op de computer van de ontvanger.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
Gebruikershandleiding
Faxen
94
Bestemmingstype Uitleg
Map op een server
*
Selecteer mappen in de contactlijst.
* Afhankelijk van het apparaat wordt het doorsturen van faxen naar e-mails en mappen mogelijk niet ondersteund. Lees
de volgende sectie voor meer informatie.
& “Beschikbare functies” op pagina 11
In het menu Opties bij misl.doorst. kunt u selecteren of de fax moet worden afgedrukt of opgeslagen in het
apparaatgeheugen (Postvak IN) als het doorsturen mislukt.
Opmerking:
Het apparaat drukt automatisch een rapport af wanneer er een doorstuurfout optreedt. U kunt de instellingen in
het volgende menu wijzigen.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Uitvoerinstellingen > Rapport doorsturen
Ontvangen faxen weergeven op het lcd-scherm
Als u ontvangen faxen in het apparaatgeheugen wilt opslaan en op het lcd-scherm wilt weergeven, moet u de optie
Opslaan in postvak IN inschakelen.
& “Ontvangen faxen uitvoeren” op pagina 93
Opmerking:
Een beheerder kan het Postvak IN beveiligen met een wachtwoord om te voorkomen dat gebruikers de ontvangen faxen
kunnen weergeven.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Veiligheidsinstel. > Inst. wachtwoord postvak
Volg de onderstaande stappen om de ontvangen faxen weer te geven.
A
Controleer het pictogram op het venster Home. Het blijft branden als er ongelezen of niet-afgedrukte
faxen in het apparaatgeheugen staan.
B
Ga naar de modus Fax via het startscherm.
C
Selecteer Postvak IN openen.
D
Voer het beheerderswachtwoord in als het Postvak IN met een wachtwoord is beveiligd.
Opmerking:
Druk op Menu in het venster Postvak IN als u alle gegevens in een batch wilt verwijderen of afdrukken.
E
Selecteer de fax die u wilt weergeven via de lijst Postvak IN.
De inhoud van de fax wordt weergegeven.
F
Druk op Menu in het voorbeeldvenster en selecteer Afdrukken, Afdrukken en verwijderen of Wissen, en
volg de instructies op het scherm. Selecteer Details om de gedetailleerde informatie weer te geven.
Gebruikershandleiding
Faxen
95
c
Belangrijk:
Verwijder faxen nadat u ze hebt afgedrukt of weergegeven, om te voorkomen dat het geheugen volraakt. Wanneer
het geheugen vol is, kan het apparaat geen faxen ontvangen of versturen.
Opmerking bij afdrukken:
Als de binnenkomende fax groter is dan het papier in de cassette die voor faxen wordt gebruikt, wordt de fax passend
gemaakt of op meerdere pagina's afgedrukt, afhankelijk van de geselecteerde instelling voor Automatisch beperken.
Een fax ontvangen via polling
Hiermee kunt u een fax ontvangen van de faxgegevensservice die u hebt opgeroepen.
A
Laad het papier. Sla deze stap over als u voor de instelling van Faxuitvoer hebt gekozen om het apparaat
geen ontvangen faxen te laten afdrukken.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
B
Ga naar de modus Fax via het startscherm.
C
Druk op Menu en selecteer Polling verzenden.
D
Selecteer Aan.
E
Voer het faxnummer in.
F
Druk op x (Color) of x (B&W) om de fax te ontvangen.
Een fax handmatig ontvangen
Als uw telefoon is aangesloten op het apparaat en de Ontvangstmodus is ingesteld op Handmatig, kunt u
faxgegevens ontvangen nadat u verbinding hebt gemaakt.
A
Laad het papier. Sla deze stap over als u voor de instelling van Faxuitvoer hebt gekozen om het apparaat
geen ontvangen faxen te laten afdrukken.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
B
Als de telefoon gaat, neemt u de telefoon verbonden met het apparaat op.
Gebruikershandleiding
Faxen
96
C
Wanneer u een faxtoon hoort, drukt u op Start fax op het lcd-scherm van het apparaat.
D
Selecteer Ontvangen.
E
Druk op x (Color) of x (B&W) om te beginnen met het ontvangen van de fax, en leg vervolgens de
telefoon op de haak.
Opmerking:
Met de functie Extern ontvangen kunt u faxen ontvnagen via uw telefoon in plaats van uw apparaat. Schakel deze
functie in en stel een Startcode in. Als u zich in een andere kamer bevindt met een draadloze handset, kunt u de fax
ontvangen door gewoon de code in te voeren met de handset.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Ontvangstinstellingen > Extern ontvangen
Ontvangen faxen op een computer opslaan
Via Epson FAX Utility kunt u ontvangen faxen in PDF-indeling op een computer opslaan. Lees de volgende sectie
voor informatie om FAX Utility te installeren.
& “FAX Utility installeren om te faxen vanaf een computer” op pagina 85
Start FAX Utility zoals hieronder wordt beschreven, en selecteer Received Fax Output Settings (Instellingen
uitvoer ontvangen faxen) (voor Mac OS X selecteert u Fax Receive Monitor (Faxontvangstmonitor)) om de
instelling te wijzigen. Raadpleeg de Help van FAX Utility voor meer informatie.
Windows:
Klik op de startknop (Windows 7 en Vista) of klik op Start (Windows XP), wijs All Programs (Alle programma's)
aan, selecteer Epson Software en klik op FAX Utility.
Klik voor Windows 8 met de rechtermuisknop op het venster Start, veeg omhoog of omlaag op het Start scherm
en selecteer All apps (Alle apps) > Epson Software > FAX Utility. (Serverbesturingssysteem wordt niet ondersteund.)
Mac OS X:
Klik op System Preference (Systeemvoorkeuren), klik op Print & Fax (Afdrukken en faxen) of Print & Scan
(Afdrukken en scannen) en selecteer vervolgens FAX (uw printer) onder Printer. Klik vervolgens op;
Mac OS X 10.6.x, 10.7.x, 10.8.x: Option & Supplies (Opties en toebehoren) — Utility (Hulpprogramma) — Open
Printer Utility (Open printerhulpprogramma)
Mac OS X 10.5.8: Open Print Queue (Open afdrukwachtrij) — Utility (Hulpprogramma)
Status en geschiedenis van faxtaken controleren
Het statusmenu gebruiken
Actieve faxtaken of faxtaken in wachtrij controleren
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren via het menu Taakmonitor.
Controleer en annuleer faxtaken die actief zijn of in de wachtrij staan.
Stuur of verwijder een gescand docuemtn via de functie Faxgeg. opslaan.
Gebruikershandleiding
Faxen
97
Verwijder een gescand document voor polling-services.
Verstuur faxen die niet gestuurd konden worden, opnieuw of verwijder ze als u de optie Foutgeg. opslaan hebt
geactiveerd.
Volg de onderstaande instructies om het menu op te roepen.
A
Druk op in het configuratiescherm.
B
Selecteer Taakmonitor en selecteer Communicatietaak of Afdruktaak.
C
Selecteer een doeltaak in de lijst.
Er wordt een uitgebreid informatievenster weergegeven met alle beschikbare opties.
Verstuurde/ontvangen faxtaken controleren
U kunt de geschiedenis van verzonden of ontvangen faxtaken controleren. U kunt ontvangen faxen ook opnieuw
afdrukken. Wanneer de limiet wordt bereikt, wordt de oudste geschiedenisingang het eerst verwijderd. Volg de
onderstaande instructies om het menu op te roepen.
A
Druk op in het configuratiescherm.
B
Selecteer Taakgeschiedenis en vervolgens Taak ontvangen of Taak verzenden.
C
Selecteer een doeltaak in de lijst.
Er wordt een uitgebreid informatievenster weergegeven met alle beschikbare opties.
Ontvangen faxen controleren in het postvak IN
U kunt ontvangen faxen weergeven in het apparaatgeheugen (Postvak IN). Druk op in het configuratiescherm,
selecteer Taakopslag en vervolgens Postvak IN.
U kunt het Postvak IN ook oproepen via de modus Fax.
& “Ontvangen faxen weergeven op het lcd-scherm” op pagina 95
Een faxrapport afdrukken
Een faxlogboek automatisch afdrukken
U kunt instellen dat een faxlogboekrapport automatisch wordt afgedrukt.
A
Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
B
Selecteer Systeembeheer.
C
Selecteer Faxinstellingen.
Gebruikershandleiding
Faxen
98
D
Selecteer Uitvoerinstellingen.
E
Selecteer Faxlogboek auto afdr.
F
Selecteer een van de twee opties voor automatisch afdrukken.
Uit
Het rapport wordt niet automatisch afgedrukt.
Aan (elke 30)
Het rapport wordt automatisch afgedrukt bij elke 30 verzonden/ontvangen faxtaken.
Aan (tijd)
U kunt opgeven wanneer het rapport automatisch moet worden afgedrukt. Als er echter meer dan 30 faxtaken
zijn, wordt het logbestand vóór de opgegeven tijd afgedrukt.
Een faxrapport handmatig afdrukken
U kunt op elk moment verschillende faxrapporten afdrukken.
A
Ga naar de modus Fax via het startscherm.
B
Druk op Menu, selecteer Faxverslag en selecteer een van de volgende items die u wilt afdrukken.
Lijst faxinstellingen
Hiermee worden de huidige faxinstellingen afgedrukt.
Faxlogboek
Hiermee wordt een geschiedenis van verzonden en ontvangen faxtaken weergegeven of afgedrukt.
Laatste overdracht
Hiermee wordt een rapport afgedrukt voor de vorige fax die via polling is verzonden of ontvangen.
Opgesl. faxdocumenten
Hiermee wordt een lijst afgedrukt van de faxtaken die momenteel in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Protocol traceren
Hiermee wordt een gedetailleerd rapport afgedrukt voor de vorige fax die is verzonden of ontvangen.
Menulijst faxmodus
Lees de volgende sectie voor meer informatie over de menulijst van de faxmodus.
& “De modus Fax” op pagina 104
Gebruikershandleiding
Faxen
99
Instellingen voor de contactlijst configureren
Een contact maken
U kunt veelgebruikte faxnummers, e-mailadressen en netwerkmappen in de contactlijst registreren. Dankzij deze
functie kunt u snel een bestemming selecteren wanneer u faxt en scant.
Opmerking voor de WF-5620- en WF-5690-serie:
U kunt bestemmingen via een LDAP-server registreren. Zie de online-Beheerdershandleiding voor meer informatie.
A
Open de contactlijst via het startscherm, de modus Scan of de modus Fax.
B
Druk op Menu.
C
Selecteer Gegeven toevoegen.
D
Selecteer de functie die u wilt gebruiken om een contact te registreren.
Opmerking:
Dit venster wordt weergegeven wanneer u de contactlijst opent via het startscherm.
E
Selecteer het ingangsnummer dat u wilt registreren.
Opmerking:
U kunt 200 ingangen registreren, afzonderlijke ingangen en groepsingangen inbegrepen.
F
Voer in Naam een naam in om de ingang te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren.
G
Voer in Indexwoord een woord in om de ingang te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren. Dit
indexwoord kan nuttig zijn wanneer u naar een ingang in de contactlijst zoekt.
H
Voer de andere instellingen in overeenstemming met de geselecteerde functie in.
Opmerking voor faxnummers:
U moet een faxnummer invoeren. U kunt tot 64 tekens invoeren.
Als uw telefoonsysteem PBX is en u moet een externe toegangscode invoeren voor een buitenlijn, zoals 9,
voert u de toegangscode aan het begin van het faxnummer in. Als de toegangscode is ingesteld in de
instelling voor Lijntype, voert u
(hash) in in plaats van de daadwerkelijke toegangscode.
Voer een streepje in om het apparaat enkele seconden te laten pauzeren tijdens het kiezen.
Gebruikershandleiding
Instellingen voor de contactlijst configureren
100
I
Druk op Opslaan om de registratie te voltooien.
Opmerking:
Als u een bestaande ingang wilt verwijderen of bewerken, drukt u op de naamsectie van de doelingang in het
venster met de contactlijst en selecteert u Wissen of Bewerken.
Een groep maken
Wanneer u contacten aan een groepslijst toevoegt, kunt u een fax of gescande afbeelding via e-mail aan meerdere
bestemmingen tegelijk sturen.
A
Open de contactlijst via het startscherm, de modus Scan of de modus Fax.
B
Druk op Menu.
C
Selecteer Groep toevoegen.
D
Selecteer de functie die u wilt gebruiken om de groepsingang te registreren.
Opmerking:
Dit venster wordt weergegeven wanneer u de contactlijst opent via het startscherm.
E
Selecteer het ingangsnummer dat u wilt registreren.
Opmerking:
U kunt 200 ingangen registreren, afzonderlijke ingangen en groepsingangen inbegrepen.
F
Voer in Naam een naam in om de groepsingang te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren.
G
Voer in Indexwoord een woord in om de ingang te identificeren. U kunt tot 30 tekens invoeren. Dit
indexwoord kan nuttig zijn wanneer u naar een ingang in de contactlijst zoekt.
H
Druk op Doorg.
I
Druk op het selectievakje in de lijst om de ingang te selecteren die u in de groepslijst wilt registreren. U
kunt tot 199 ingangen registreren.
J
Druk op Opslaan om de registratie te voltooien.
Opmerking:
Als u een bestaande ingang wilt verwijderen of bewerken, drukt u op de naamsectie van de doelingang in het
venster met de contactlijst en selecteert u Wissen of Bewerken.
Gebruikershandleiding
Instellingen voor de contactlijst configureren
101
Menulijst van het configuratiescherm
U kunt dit apparaat gebruiken als printer, kopieerapparaat, scanner en fax. Wanneer u een van deze functies
gebruikt, uitgezonderd de printerfunctie, selecteert u de gewenste functie door op de overeenkomstige modusknop
op het configuratiescherm te drukken. Wanneer u de modus selecteert, verschijnt het hoofdscherm van deze modus.
De modus Kopiëren
Opmerking:
Het instellen van items is afhankelijk van het menu.
De menuhiërarchie varieert per apparaat en indeling.
Menu Instellingen en beschrijving
Indeling Met rand Hiermee worden kopieën geproduceerd met witruimte aan de rand-
en.
2-omhoog Hiermee worden pagina's met meerdere documenten op één vel
gekopieerd. Na selectie van een van de opties drukt u op Instellin-
gen en selecteert u een toepasselijke instelling in Documentstand
en Layout-volg.
4-omhoog
ID-kaart Hiermee worden beide zijden van een id-kaart op één vel gekopieerd.
Documentgr. Selecteer de grootte van het document dat moet worden gekopieerd.
Zoom Selecteer de hoeveelheid waarmee het document moet worden vergroot of verkleind.
Papierbron
Selecteer de papierbron die u wilt gebruiken. Wanneer u Auto selecteert, wordt papier automa-
tisch doorgevoerd volgens de papierinstellingen die u voor de papierbron hebt ingesteld.
Dubbelzijdig Selecteer een dubbelzijdige indeling. Wanneer u 1>2-zijdig of 2>1-zijdig selecteert, drukt u op
Geavanceerd en selecteert u de juiste instellingen voor dubbelzijdig afdrukken.
Documentstand Selecteer de documentstand.
Kwaliteit Selecteer het documenttype.
Densiteit Stel de dichtheid in.
Layout-volgorde Selecteer de layout-volgorde.
Schaduw verw.
Selecteer Aan om de schaduwen te verwijderen die in het midden van een document worden
weergegeven wanneer u een boek kopieert of die rond een document worden weergegeven
wanneer u dik papier kopieert.
Ponsgaten verw.
Selecteer Aan om de ponsgaten van een document te verwijderen.
Sort. kopieën
Selecteer Aan om meerdere kopieën van een document met meerdere pagina's in volgorde af
te drukken en in sets te sorteren.
Droogtijd Selecteer de droogtijd bij het afdrukken van meerdere documenten.
Geavanceerde instellin-
gen
Definieer geavanceerde instellingen zoals Verzadiging en Scherpte.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
102
De modus Geheugenapp.
Opmerking:
Het instellen van dit item is afhankelijk van de afdrukindeling.
Indeling
Menu Instellingen en beschrijving
JPEG Selecteer de bestandsindeling.
TIFF
PDF
*
* Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-5690-serie.
Geavanceerde instellingen
Menu Instellingen en beschrijving
Instellingen Papierbron Selecteer de papierbron die u wilt gebruiken.
Kwaliteit Selecteer de afdrukkwaliteit.
Datum Selecteer de indeling van de datum op de afdrukken.
Passend binnen rand
Selecteer Aan om de afbeelding bij de papiergrootte te laten passen.
Bidirectioneel
Selecteer Aan om bidirectioneel af te drukken.
Dubbelzijdig
Selecteer Aan om dubbelzijdig af te drukken. Dit kan alleen wor-
den ingesteld wanneer Indeling is ingesteld op PDF.
Afdrukvolgorde
Selecteer Laatste pagina boven om vanaf de laatste pagina van
een document af te drukken.
Selecteer Eerste pagina boven om vanaf de eerste pagina van een
document af te drukken.
Beeldaanpassingen Herstel foto Selecteer de herstelmethode voor de afbeelding.
Rode ogen verwijderen
*
Selecteer Aan om een foto met rode ogen automatisch te herstellen.
Opties Selecteer afbeeldingen Selecteer deze optie om alle foto's op het externe geheugenappa-
raat te selecteren.
Selecteer groep Selecteer deze optie om een andere groep op het externe geheu-
genapparaat te selecteren.
* Met deze instelling wordt uw oorspronkelijke afbeelding niet gewijzigd, alleen uw afdruk. Afhankelijk van het type foto
worden behalve de ogen mogelijk andere delen van de afbeelding gecorrigeerd.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
103
De modus Fax
Menu Instellingen en opties
Menu Inst.faxverzending Resolutie
Selecteer de resolutie voor de uitgaande fax. Selecteer Fo-
to voor documenten met een groot aantal afbeeldingen.
Densiteit
Selecteer de dichtheid voor de uitgaande fax. Selecteer Au-
to wanneer u monochrome documenten met tekst ver-
stuurt.
Documentgr. (glas) Selecteer de grootte en stand van het document dat u op
het scannerglas hebt geplaatst.
ADF dubbelzijdig
Selecteer Aan om beide zijden te scannen van de documen-
ten die in de automatisch documenttoevoer zijn geplaatst.
De optie Direct verzenden en kleurenfaxen zijn uitgescha-
keld wanneer deze optie is ingesteld op Aan.
Direct verzenden
Selecteer Aan tom het apparaat een monochrome fax te
laten verzenden zodra de verbinding tot stand is gebracht,
zonder de gescande afbeelding op te slaan in het apparaat-
geheugen.
& “Handige faxfuncties gebruiken” op pagina 88
Met prioriteit sturen
Selecteer Aan om uw fax te versturen voordat de andere
faxen die in de wachtrij staan, worden verstuurd.
& “Handige faxfuncties gebruiken” op pagina 88
Continuscan van ADF
Selecteer Aan zodat het apparaat u vraagt of u nog een
pagina wilt scannen wanneer het scannen van de documen-
ten in de automatische documentinvoer is voltooid.
& “Handige faxfuncties gebruiken” op pagina 88
Rapport transmissie Selecteer of een rapport moet worden afgedrukt wanneer
een fax is verzonden. Het apparaat drukt standaard alleen
een rapport af wanneer er een fout optreedt.
Fax later verzenden
& “Een fax verzenden op een specifiek tijdstip” op pagina 89
Polling ontvangen
& “Een fax ontvangen via polling” op pagina 96
Polling verzenden
& “Een fax op aanvraag versturen (fax-polling)” op pagina 90
Faxgeg. opslaan
& “Een opgeslagen fax verzenden” op pagina 90
Faxverslag
& “Een faxrapport handmatig afdrukken” op pagina 99
De modus Scan
Opmerking:
Het instellen van dit item is afhankelijk van het menu.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
104
Scan naar geheugenapparaat
Menu Instellingen en beschrijving
Indeling Selecteer de bestandsindeling voor de gescande afbeelding. Wanneer u TIFF (Multi-p.)
selecteert, wordt de afbeelding in monochroom gescand.
Instellingen Zie de menulijst van Scan naar e-mail.
Scan naar netwerkmap/FTP
Menu Instellingen en beschrijving
Locatie Communicatiemodus Selecteer de communicatiemodus.
Locatie Geef het pad van de map op waar de gescande gegevens moeten
worden opgeslagen.
Gebruikersnaam Voer een gebruikersnaam in voor de opgegeven map.
Wachtwoord Voer een wachtwoord in voor de opgegeven map.
Verbindingsmodus Selecteer de verbindingsmodus.
Poortnummer Voer een poortnummer in.
Indeling Selecteer de bestandsindeling voor de gescande afbeelding. Wanneer u TIFF (Multi-p.) selec-
teert, wordt de afbeelding in monochroom gescand.
Menu Bestandsinstellingen Voer het voorvoegsel voor de bestandsnaam in Voorvoegsel be-
standsnaam in.
Basisinstellingen Zie de menulijst van Scan naar e-mail.
Scanrapport Hiermee worden tot 30 rapporten van maplogboeken afgedrukt
die de scandatum, de locatie en het scanresultaat bevatten.
Scan naar e-mail
Menu Instellingen en beschrijving
Indeling Selecteer de bestandsindeling voor de gescande afbeelding. Wanneer u TIFF (1 p.) of TIFF (Mul-
ti-p.) selecteert, wordt de afbeelding in monochroom gescand.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
105
Menu Instellingen en beschrijving
Menu E-mailinstellingen Onderwerp Voer het onderwerp in voor de e-mail waar-
aan u het gescande bestand wilt bijvoegen.
Voorvoegsel bestands-
naam
Voer het voorvoegsel voor de bestands-
naam in.
Basisinstellingen Resolutie Selecteer de scanresolutie.
Scangebied Selecteer het scangebied.
Dubbelzijdig
Selecteer Aan wanneer u een dubbelzijdig
document wilt scannen.
Documenttype Selecteer het documenttype.
Densiteit Selecteer de dichtheid.
Documentstand Selecteer de documentstand.
Compressieverh. Selecteer de compressieverhouding van ge-
scande gegevens.
PDF-instellingen Configureer instellingen voor PDF-bestan-
den die met een wachtwoord worden bevei-
ligd.
Met Wachtw. doc.openen wordt een PDF-be-
stand gemaakt dat met een wachtwoord
moet worden geopend.
Met Wachtw. machtigingen wordt een
PDF-bestand gemaakt waarvoor een wacht-
woord moet worden ingevoerd om het af te
drukken of te bewerken.
Max. grootte bijlage Selecteer de maximumgrootte van het bijge-
voegde bestand. Selecteer een hogere instel-
ling als u vaak grote bestanden stuurt.
Scanrapport Hiermee worden tot 250 rapporten van e-maillogboeken afgedrukt die
de scandatum, het adres en het scanresultaat bevatten.
Scan naar Cloud
Voor instructies voor het gebruik van Scan naar cloud gaat u naar de Epson Connect-portalsite.
& “De service Epson Connect gebruiken” op pagina 13
Scannen naar Document Capture Pro
& “Scannen naar Document Capture Pro (alleen Windows)” op pagina 65
Scan naar computer (WSD)
& “Scannen naar een computer (WSD)” op pagina 66
De modus Instellingen
Menu Instellingen en beschrijving
Inktpeilen Controleert de status van cartridges en de onderhoudscassette.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
106
Menu Instellingen en beschrijving
Onderhoud PrintkopControle
spuitm.
Hiermee wordt een patroon afgedrukt om te controleren of de spuit-
kanaaltjes van de printkop verstopt zijn.
Printkop reinigen Hiermee wordt de printkop gereinigd om verstoppingen op te los-
sen.
Printkop uitlijnen Verticale uitlijning Hiermee worden verticale ruimtes in
een afdruk gecorrigeerd.
Horizontale uitlijning Hiermee worden horizontale ruimtes
in een afdruk gecorrigeerd.
Dik papier
Selecteer Aan wanneer u op dik papier afdrukt om vegen te voorko-
men.
Papiergeleider reinigen Voer deze functie uit om de binnenkant van het apparaat te reinigen.
Papier instellen Selecteer de grootte en het type van het papier dat u in elke papierbron hebt geladen. Dit menu
wordt elke keer weergegeven wanneer u papier in de papiercassette laadt.
Statusblad afdrukken Statusblad configuratie Hiermee wordt een blad afgedrukt met de huidige printerinstellin-
gen.
Statusblad voorraad Hiermee wordt een blad afgedrukt met informatie over verbruiksar-
tikelen.
Blad gebruiksgeschiede-
nis
Hiermee wordt een blad afgedrukt met de geschiedenis van het
printergebruik.
Statusvel PS3
*
Hiermee wordt een vel afgedrukt met de huidige PS3-status.
PS3-lettertypelijst
*
Hiermee wordt een vel afgedrukt met de PS3-lettertypen die voor
het apparaat beschikbaar zijn.
PCL-lettertypelijst
*
Hiermee wordt een vel afgedrukt met de PCL-lettertypen die voor
het apparaat beschikbaar zijn.
Netwwerkstatus Wi-Fi/netwerkstatus U kunt de huidige netwerkinstellingen bekijken en een vel met de
netwerkstatus afdrukken.
Wi-Fi Direct-status
Status e-mailserver U kunt de huidige instellingen van de e-mailserver bekijken.
Epson Connect-status U kunt controleren of uw printer is geregistreerd of aangesloten bij
Epson Connect of de Google Cloud Print-service.
& “De service Epson Connect gebruiken” op pagina 13
Printstatus Google Cloud
Beheerdersinstellingen Beheerderswachtwoord Registreer, wijzig of reset het wachtwoord waarmee het bedienings-
paneel wordt vergrendeld om onopzettelijke of onbedoelde wijzi-
gingen te voorkomen.
Instelling vergrendelen
Selecteer Aan om het configuratiescherm te vergrendelen met het
wachtwoord dat is geregistreerd in Beheerderswachtwoord.
Systeembeheer
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
* Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-5690-serie.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
107
Instellingen voor Systeembeheer
De beheerder kan het configuratiescherm vergrendelen om te voorkomen dat onopzettelijk wijzigingen worden
aangebracht. Als u het configuratiescherm wilt vergrendelen, selecteert u de menu's zoals hieronder wordt
aangegeven en voert u het wachtwoord in.
Instellingen > Beheerdersinstellingen > Instelling vergrendelen
Het wachtwoord is vereist wanneer u de volgende functies gebruikt.
De instellingen voor Systeembeheer invoeren in de modus Instellingen
De instellingen van de Eco-modus wijzigen
De instellingen van Voorinstelling en de contactlijst toevoegen, verwijderen en bewerken
Het wachtwoord dat is ingesteld in Instelling vergrendelen, is ook vereist wanneer u instellingen configureert in
Epson WebConfig of EpsonNet Config.
Opmerking:
Neem contact op met uw leverancier als u uw wachtwoord bent vergeten.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
108
Menu Instellingen en beschrijving
Printerinstellingen Instellingen papier-
bron
Pr. Papiertoevoer achter
Selecteer Normaal om voorrang te ge-
ven aan de papiertoevoer achterzijde.
Autom. wisselen A4/Letter Configureer de papierinstellingen
voor A4 en Letter. Wanneer de papier-
grootte A4 of Letter is geselecteerd
voor afdrukken en er is geen papier-
bron ingesteld voor de geselecteerde
papiergrootte, wordt de afdruk uitge-
voerd met een andere papiergrootte
(Letter voor A4 of A4 voor Letter).
Inst. autom. selecteren
Selecteer Aan om papier te gebruiken
van de papierbron met papier dat over-
eenkomt met uw papierinstellingen.
Foutmelding Melding pa-
pierformaat
Selecteer Aan om een foutbericht te
laten weergeven wanneer de instellin-
gen die voor de grootte en het type
van het papier voor elke papierbron
zijn gemaakt, niet overeenkomen met
de kopieer-/afdrukinstellingen die in
elke modus zijn gemaakt.
Melding pa-
piertype
USB I/F time-out in-
stelling
*1
Geef de duur op (in seconden) die moet verstrijken voordat de USB-com-
municatie met een computer wordt beëindigd nadat de printer een af-
druktaak van de computer heeft ontvangen. Bij PS3/PCL-afdrukken is
het einde van een afdruktaak soms niet duidelijk gedefinieerd, met een
eindeloze USB-communicatie als gevolg. Wanneer dat gebeurt, beëin-
digt de printer de communicatie zodra de opgegeven tijd is verstreken.
Voer 0 (nul) in om de time-outfunctie uit te schakelen.
Afdruktaal
*1
Stel de afdruktaal in voor de USB- en de netwerkinterface.
Auto probleemopl Selecteer een actie wanneer er een fout met dubbelzijdig afdrukken op-
treedt als gevolg van een tekort aan papier voor dubbelzijdig afdrukken
of wanneer er een fout met vol geheugen optreedt terwijl de printer
een afdruktaak aan het verwerken is. Selecteer Aan om een waarschu-
wing weer te geven en slechts op één zijde van het papier af te drukken
(voor een fout met dubbelzijdig afdrukken) of om alleen het gedeelte
van de gegevens af te drukken dat de printer wel kon verwerken.
Instellingen Interface
geheugenapp.
Geheugen-
app.
Selecteer Uitschakelen om een geheugenapparaat
uit te schakelen. Als Uitschakelen is geselecteerd, her-
kent het apparaat het aangesloten geheugenapparaat
niet.
Bestanden
delen
Selecteer aan welk type computer u schrijftoegang
voor het geheugenapparaat wilt geven. U kunt een
USB- of netwerkcomputer selecteren.
PC-verbinding via USB Selecteer of u de USB-interface wilt in- of uitschakelen. Als Uitschakelen
is geselecteerd, herkent de computer het apparaat niet, ook als het is
aangesloten via een USB-kabel.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
109
Menu Instellingen en beschrijving
Algemene instellingen Lcd-helderheid Hiermee wordt de helderheid van het lcd-scherm aangepast.
Geluid Hiermee worden de geluidsinstellingen aangepast.
Slaaptimer Geef de duur op waarna het lcd-scherm zwart wordt.
Uitschakelingstimer Geef de duur op waarna de stroom automatisch wordt uitgeschakeld.
U kunt de tijd aanpassen voordat de energiespaarstand wordt toege-
past. Als u deze tijd verhoogt, beïnvloedt dit de energiezuinigheid van
de printer. Denk aan het milieu voor u een wijziging aanbrengt.
Datum/tijd instellen Datum/tijd Voer de huidige datum en tijd in.
Zomertijd
Selecteer Aan om zomertijd in te stellen.
Tijdsverschil Voer het tijdsverschil in tussen UTC en de huidige tijd-
zone.
Land/regio Selecteer het huidige land/de huidige regio.
Taal Selecteer de weergavetaal.
Time-out bewerking
Selecteer Aan om na drie minuten inactiviteit naar het startscherm te-
rug te keren.
Wi-Fi-netwerkinstellin-
gen
Wi-Fi/netwerkstatus U kunt de huidige netwerkinstellingen bekijken en
een vel met de netwerkstatus afdrukken.
Wi-Fi instellen Wizard Wi-Fi
instellen
Zie de online-Netwerkhandleiding voor meer informa-
tie over de items voor instellingen.
Instellen met
drukknop
(WPS)
Instellen met
PIN-code
(WPS)
Wi-Fi auto-
matisch ver-
binden
Wi-Fi uitscha-
kelen
Netwerkproblemen kunnen worden opgelost door de
wifi-instellingen uit te schakelen of te starten en de in-
stellingen opnieuw te configureren. Zie de online-Net-
werkhandleiding voor meer informatie.
Wi-Fi Direct
instellen
Zie de online-Netwerkhandleiding voor meer informa-
tie over de items voor instellingen.
Verbinding controleren U kunt de status van de netwerkverbinding controle-
ren en het verslag afdrukken. Indien er een probleem
is met de verbinding, kunt u het verslag gebruiken om
de oplossing te vinden.
Geavanceerde instell. Zie de online-Netwerkhandleiding voor meer informa-
tie over de items voor instellingen.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
110
Menu Instellingen en beschrijving
Epson Connect-servi-
ces
Raadpleeg de handleiding Epson Connect voor instructies.
& “De service Epson Connect gebruiken” op pagina 13
Printservices Google
Cloud
Kopieerinstellingen Configureer de Standaardinst. gebr. De instellingen in dit menu worden weergegeven als de stan-
daardinstellingen in elke modus. Raadpleeg de menulijst voor elke modus voor informatie over
de instellingsitems.
& “De modus Kopiëren” op pagina 102
& “De modus Scan” op pagina 104
Scaninstellingen
Faxinstellingen Standaardinst. gebr. U kunt de standaardinstellingen wijzigen voor het verzenden van een
fax. Lees de volgende sectie voor meer informatie over de menu's.
& “De modus Fax” op pagina 104
Verzendinstellingen Batchverzen-
ding
Selecteer Aan om faxen die in de wachtrij in het geheu-
gen staan, op ontvanger te sorteren, en ze vervolgens
als batch te verzenden.
& “Handige faxfuncties gebruiken” op pagina 88
Foutgeg. op-
slaan
Selecteer Aan om faxen die niet konden worden ver-
stuurd, in het apparaatgeheugen op te slaan. U kunt
de faxen opnieuw versturen vanuit het Statusmenu.
& “Het statusmenu gebruiken” op pagina 97
Ontvangstinstellin-
gen
Ontvangst-
modus
& “De ontvangstmodus instellen” op pagina 92
DRD Zie stap 7 in de volgende sectie.
& “De wizard Faxinstelling gebruiken” op pagina 81
Overgaan
voor ant-
woorden
& “Het aantal rings voor antwoorden instellen” op pa-
gina 84
Extern ont-
vangen
Zie de opmerking in de volgende sectie.
& “Een fax handmatig ontvangen” op pagina 96
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
111
Menu Instellingen en beschrijving
Uitvoerinstellingen Faxuitvoer
& “Ontvangen faxen uitvoeren” op pagina 93
Automatisch
beperken
Selecteer of grote ontvangen faxen worden geredu-
ceerd om op het papier in de geselecteerde papier-
bron te passen, of op oorspronkelijk formaat op meer-
dere vellen papier worden afgedrukt.
Autom. draai-
en
Als u papier van A5-formaat in de papierbron hebt ge-
laden, selecteert u Aan om een binnenkomende lig-
gende fax van A5-formaat te draaien zodat de fax cor-
rect op het papier wordt afgedrukt.
Sorteerstapel
Selecteer Aan om ontvangen faxen af te drukken van-
af de laatste pagina (afdrukken in aflopende volgor-
de), zodat de afgedrukte documenten met de juiste pa-
ginavolgorde worden gestapeld. Deze optie is mis-
schien niet beschikbaar als het apparaatgeheugen bij-
na vol is.
Tijd uitstellen
afdr.
Selecteer een tijdperiode wanneer automatisch afdruk-
ken van faxen of rapporten moet worden gestopt. Ont-
vangen faxen worden in het apparaatgeheugen opge-
slagen. Zorg dat er voldoende geheugen beschikbaar
is voordat u deze functie gebruikt.
Rapport
doorsturen
Selecteer of er een rapport moet worden afgedrukt
wanneer een ontvangen fax wordt doorgestuurd. Het
apparaat drukt standaard alleen een rapport af wan-
neer er een fout optreedt.
Afb. aan rap-
port bev.
Selecteer Aan (grote afbeelding) of Aan (kleine af-
beelding) om het Transmissierapport af te drukken
met een afbeelding van de eerste pagina van het do-
cument. Afbeeldingen van kleurenfaxen of monochro-
me faxen die via de optie Direct verzenden zijn verzon-
den, worden niet afgedrukt.
Faxlogboek
auto afdr
& “Een faxlogboek automatisch afdrukken” op pagi-
na 98
Rapportinde-
ling
Selecteer een andere indeling voor faxrapporten dan
Protocol traceren. Selecteer Detail om met foutcodes
af te drukken.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
112
Menu Instellingen en beschrijving
Basisinstellingen Faxsnelheid Geeft de snelheid aan waarmee u faxen verzendt en
ontvangt.
ECM Geeft aan of de foutcorrectiemodus faxgegevens die
met fouten zijn verzonden/ontvangen vanwege de
lijn of andere problemen, automatisch corrigeert. Wan-
neer ECM uitgeschakeld is, kunnen er geen faxen in
kleur worden verzonden/ontvangen.
Kiestoonde-
tectie
Als dit is ingesteld als Aan, begint het apparaat te kie-
zen nadat het een belsignaal detecteert. Het is moge-
lijk dat er geen belsignaal wordt gedetecteerd wan-
neer een PBX (Private Branch Exchange) of TA (Termi-
nal Adapter) is verbonden. In dit geval wijzigt u eerst
de instelling van Lijntype naar PBX. Als dit niet werkt,
zet u de optie Uit. Als u dit doet, is het echter mogelijk
dat het eerste cijfer van een faxnummer wordt verwij-
derd en dat de fax naar het verkeerde nummer wordt
verzonden.
Kiesmodus Geeft het soort telefoonsysteem weer dat u hebt ver-
bonden met het apparaat. Afhankelijk van het land is
het mogelijk dat deze instelling niet wordt weergege-
ven. Wanneer deze optie is ingesteld op Puls, kunt u
de kiesmodus tijdelijk overschakelen van puls naar
toon door op
te drukken (“T” wordt ingevoerd) ter-
wijl u een nummer op het bovenste faxvenster invoert.
Lijntype
& “Het lijntype instellen” op pagina 83
Koptekst Zie stap 5 en 6 van de volgende sectie.
& “De wizard Faxinstelling gebruiken” op pagina 81
Veiligheidsinstel. Beperkingen
dir. kiezen
Selecteer Aan om de handmatige invoer van faxnum-
mers van de ontvanger uit te schakelen, zodat de ope-
rator alleen ontvangers uit de contactlijst of geschiede-
nis met verzonden faxen kan kiezen. Selecteer Twee-
maal invoeren om te vereisen dat de operator het fax-
nummer tweemaal invoert om een fout te voorkomen.
Adreslijst be-
vestigen
Selecteer Aan om een venster voor bevestiging van
de ontvanger weer te geven voordat de overdracht
wordt gestart.
Inst. wacht-
woord post-
vak
Selecteer deze optie om het Postvak IN te beveiligen
met een wachtwoord en te voorkomen dat gebruikers
ontvangen faxen kunnen weergeven. Selecteer Wijzi-
gen om het wachtwoord te wijzigen. Selecteer Reset-
ten om het wachtwoord te verwijderen en wacht-
woordbeveiliging te annuleren.
Autom.
back-upgeg.
wissen
Selecteer Aan om verzonden of ontvangen faxen die
in het niet-vluchtige geheugen van het apparaat zijn
opgeslagen, automatisch te wissen.
Back-upgeg.
wissen
Hiermee worden verzonden of ontvangen faxen die in
het niet-vluchtige geheugen van het apparaat zijn op-
geslagen, volledig gewist. Voer deze functie uit voor-
dat u het apparaat weggeeft of weggooit.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
113
Menu Instellingen en beschrijving
Fax-aansluiting controleren Controleert de status van de faxverbinding. Zie stap
11 in de volgende sectie.
& “De wizard Faxinstelling gebruiken” op pagina 81
Wizard Faxinstellingen
& “De wizard Faxinstelling gebruiken” op pagina 81
Algem. afdrukinst. Offset boven Hiermee wordt de bovenste of linkermarge aangepast.
Offset links
Offset boven achter Hiermee wordt de bovenste of linkermarge voor de achterkant van de
pagina aangepast bij dubbelzijdig afdrukken.
Offset links achter
Controleer papier-
breedte
Selecteer Aan om de papierbreedte te controleren voordat wordt afge-
drukt. Zo wordt voorkomen dat verder dan de randen van het papier
wordt afgedrukt wanneer de instellingen van de papiergrootte onjuist
zijn. De afdruksnelheid wordt mogelijk langzamer.
Droogtijd Selecteer de droogtijd wanneer dubbelzijdig wordt afgedrukt.
Lege pagina over-
slaan
Selecteer Aan om lege pagina's automatisch over te slaan.
PDL-afdrukconfigura-
tie
*1
Algemene in-
stellingen
Papierfor-
maat
Selecteer het papierformaat.
Papiertype Selecteer het papiertype.
Afdruk-
stand
Selecteer de afdrukstand voor de af-
druk.
Kwaliteit Selecteer de afdrukkwaliteit.
Inktbespa-
ringsmodus
Selecteer Aan om inkt te besparen.
Afdrukvolg-
orde
Selecteer Laatste pagina boven om
vanaf de laatste pagina van een docu-
ment af te drukken.
Selecteer Eerste pagina boven om
vanaf de eerste pagina van een docu-
ment af te drukken.
Aantal ko-
pieën
Hiermee stelt u het aantal kopieën in.
Binding-
marge
Hiermee selecteert u de bindingmarge.
Au-
tom.pap.uit-
werpen
Selecteer Aan om papier automatisch
uit te werpen wanneer de tijd voor ont-
vangst is verstreken.
Dubbelz. af-
drukken
Selecteer Aan om dubbelzijdig af te
drukken.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
114
Menu Instellingen en beschrijving
Menu PCL Lettertype-
bron
Hiermee selecteert u de standaard let-
tertypebron.
Font Nr Hiermee selecteert u het standaard let-
tertype voor de standaard lettertype-
bron. Het beschikbare nummer is af-
hankelijk van de door u gedefinieerde
instellingen.
Hoogte Hiermee stelt u de standaard letterty-
pehoogte in als het lettertype schaal-
baar is en een vaste hoogte heeft. Se-
lecteer van 0,44 tot 99,99 cpi (charac-
ters per inch), in stappen van 0,01 cpi.
Weergave van dit item is afhankelijk
van de instellingen voor Lettertype-
bron of Font Nr.
Puntgroot-
te
Hiermee stelt u de standaard punt-
grootte van het lettertype in als het let-
tertype schaalbaar en proportioneel is.
Selecteer van 4,00 tot 999,75 punten,
in stappen van 0,25 punten.
Weergave van dit item is afhankelijk
van de instellingen voor Lettertype-
bron of Font Nr.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
115
Menu Instellingen en beschrijving
Symbolen-
set
Hiermee stelt u de standaard symbo-
lenset in. Als het door u in Lettertype-
bron en Font Nr geselecteerde letterty-
pe niet beschikbaar is in de nieuwe in-
stelling voor Symbolenset, worden de
instellingen voor Lettertypebron en
Font Nr automatisch vervangen door
de standaardwaarde, IBM-US.
Lijnen Hiermee stelt u het aantal lijnen in
voor het geselecteerde papierformaat
en de geselecteerde afdrukstand. Dat
veroorzaakt tevens een wijziging in de
ruimte tussen de lijnen (VMI) en deze
nieuwe VMI-waarde wordt in de prin-
ter opgeslagen. Dit betekent dat late-
re wijzigingen in de instellingen voor
papierformaat of afdrukstand leiden
tot wijzigingen in de waarde voor Lij-
nen, op basis van de opgeslagen VMI.
CR-functie Wordt ingesteld voor bepaalde bestu-
ringssystemen, zoals UNIX.
LF-functie
Pap.bron-
toewijzing
Hiermee stelt u de toewijzing in voor
de opdracht om de papierbron te se-
lecteren. Wanneer 4 wordt geselec-
teerd, worden de opdrachten inge-
steld als zijnde compatibel met de HP
LaserJet 4. Wanneer 4K wordt geselec-
teerd, worden de opdrachten inge-
steld als zijnde compatibel met de HP
LaserJet 4000, 5000 en 8000. Wanneer
5S wordt geselecteerd, worden de op-
drachten ingesteld als zijnde compati-
bel met de HP LaserJet 5S.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
116
Menu Instellingen en beschrijving
Menu PS3 Foutrap-
port
Selecteer Aan om een foutrapport af
te drukken wanneer er een fout op-
treedt in de PS3-modus of wanneer
het PDF-bestand dat u probeert af te
drukken, niet wordt ondersteund.
Kleurinstel Hiermee selecteert u de kleurinstellin-
gen.
Behoud afb.
Selecteer Aan als u de afdrukkwaliteit
niet wilt verlagen. Wanneer deze optie
is ingeschakeld, wordt het afdrukken
stopgezet als er onvoldoende geheu-
gen is.
Binair
Selecteer Aan voor binaire gegevens
en Uit voor ASCII-gegevens. Binair is al-
leen beschikbaar via een netwerkver-
binding. Als u binaire gegevens wilt ge-
bruiken, controleert u of uw toepas-
sing binaire gegevens ondersteunt en
of SEND CTRL-D Before Each Job
(CTRL-D VERZENDEN voor elke
taak) en SEND CTRL-D After Each
Job (CTRL-D VERZENDEN na elke
taak) zijn ingesteld op No (Nee).
Tekstdetec-
tie
Selecteer Aan om tekstbestanden tij-
dens het afdrukken om te zetten in
PostScript-bestanden. Deze instelling
is alleen beschikbaar wanneer Afdruk-
taal is ingesteld op PS3.
PDF-papier-
form.
Hiermee stelt u het papierformaat in
wanneer u een PDF-bestand afdrukt
vanaf een computer of ander apparaat
zonder de printerdriver. Wanneer Au-
to is geselecteerd, wordt het papierfor-
maat bepaald op basis van het for-
maat van de eerste pagina die wordt
afgedrukt.
Veiligheidsinstel.
*2
Toegangsbeheer Geef aan of toegangsbeheer op de printer moet worden ingesteld. Wan-
neer deze optie is ingesteld op Aan, moet een wachtwoord worden in-
gevoerd om de printer te kunnen gebruiken.
Bovendien moet in dat geval ook worden ingesteld of afdruktaken ook
zonder Verificatie mogen worden uitgevoerd.
Alle vertrouwel.taken
verw.
Selecteer deze optie om alle vertrouwelijke afdruktaken te verwijderen
die zijn opgeslagen in Vertrouwelijke afdrukt. van het Statusmenu.
& “Statusmenu” op pagina 24
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
117
Menu Instellingen en beschrijving
Eco-modus Aan U kunt de tijd aanpassen voordat de energiespaarstand wordt toege-
past. Als u deze tijd verhoogt, beïnvloedt dit de energiezuinigheid van
de printer. Denk aan het milieu voor u een wijziging aanbrengt. Selec-
teer Aan om alle volgende functies van de Eco-modus in te schakelen.
Uit
Configureren Slaaptimer Geef de duur op waarna het lcd-scherm zwart wordt.
Lcd-helder-
heid
Hiermee wordt de helderheid van het lcd-scherm aan-
gepast.
Dubblz.(ko-
pie)
Selecteer Aan om dubbelzijdig kopiëren de standaard-
instelling te maken.
Dubblz.(geh.)
Selecteer Aan om van dubbelzijdig afdrukken de stan-
daardinstelling te maken in de modus Geheugenapp..
Gegevens intern
geh.wissen
*1
Hiermee wist u de geselecteerde geheugengegevens.
Standaardinstellingen
herstellen
Hiermee worden de geselecteerde instellingen teruggezet op hun standaardinstellingen.
*1 Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-5690-serie.
*2 Deze functie wordt alleen ondersteund door de WF-5620- en WF-5690-serie.
Contacten
& “Instellingen voor de contactlijst configureren” op pagina 100
Presets
U kunt veelgebruikte kopieer-, scan- en faxinstellingen als voorinstelling opslaan. Bestemmingsgegevens die in de
contactlijst zijn geselecteerd, zoals e-mailadressen, netwerkmappen en faxnummers, worden ook in de
voorinstelling opgenomen.
Volg de onderstaande stappen om een voorinstelling te maken.
Druk op Presets in het startscherm, selecteer Nieuwe toevoegen en selecteer vervolgens een functie. Het bovenste
venster van de geselecteerde functie wordt weergegeven. Definieer de gewenste instellingen en druk op Opslaan.
Voer een naam in om de voorinstelling te identificeren, en druk op Opslaan.
Opmerking:
U kunt ook voorinstellingen in elke functiemodus maken door op Presets op het bovenste venster van de geselecteerde
functie te drukken.
Als u de preset wilt oproepen, drukt u op Presets in het startscherm en selecteert u de gewenste preset in de lijst.
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
118
Statusmenu
& “Statusmenu” op pagina 24
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
119
Informatie over cartridges en
verbruiksartikelen
Cartridges
Apparaat Pictogram Black (Zwart) Cyan (Cyaan) Magenta Yellow (Geel)
WF-4630
*
WF-4640
*
Toren van Pisa
79/79XL 79/79XL 79/79XL 79/79XL
WF-5620
*
WF-5690
*
79/79XL/T7891 79/79XL/T7892 79/79XL/T7893 79/79XL/T7894
WF-5621 - T7921 T7922 T7923 T7924
* Ga naar de volgende website voor informatie over de capaciteit van Epson-cartridges.
http://www.epson.eu/pageyield
Voor Australië/Nieuw-Zeeland
Apparaat Black (Zwart) Cyan (Cyaan) Magenta Yellow (Geel)
WF-4630
WF-4640
WF-5690
786
786XL
788XXL
786
786XL
788XXL
786
786XL
788XXL
786
786XL
788XXL
Opmerking:
Niet alle cartridges zijn verkrijgbaar in alle landen.
Kleur
Black (Zwart), Cyan (Cyaan), Magenta, Yellow (Geel)
Levensduur
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het
openen van de verpakking.
Temperatuur
Opslag:
-20 tot 40 °C (-4 tot 104 °F)
1 maand bij 40 °C (104 °F)
Vriespunt:
*
-10 °C (14 °F)
* Na circa 3 uur op 25 °C (77 °F) is de inkt ontdooid en bruikbaar.
Onderhoudscassette
U kunt de volgende onderhoudscassette voor dit apparaat gebruiken.
Gebruikershandleiding
Informatie over cartridges en verbruiksartikelen
120
Artikelnummers
Onderhoudscassette T6710
Gebruikershandleiding
Informatie over cartridges en verbruiksartikelen
121
Cartridges vervangen
Veiligheidsvoorschriften, voorzorgsmaatregelen en
specificaties voor cartridges
Veiligheidsvoorschriften
Houd bij het hanteren van de cartridges rekening met het volgende:
Houd cartridges buiten het bereik van kinderen.
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg
onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds
ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, spuugt u deze onmiddellijk uit en raadpleegt u direct een arts.
Voordat u de nieuwe cartridge in de printer installeert, schudt u de cartridge horizontaal heer en weer en
maak daarbij binnen vijf seconden 15 keer een beweging van 10 centimeter.
Gebruik de cartridge vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na installatie.
Haal de inktcartridges niet uit elkaar en breng geen wijzigingen aan cartridges aan. Daardoor kan normaal
afdrukken onmogelijk worden.
Raak de groene chip aan de zijkant van de cartridge niet aan. Dit kan de normale werking schaden.
De chip op deze cartridge biedt de nodige informatie, zoals de cartridgestatus, zodat de cartridge op het juiste
moment kan worden verwijderd en opnieuw worden geplaatst.
Als u een cartridge verwijdert voor later gebruik, moet u er wel voor zorgen dat de inkttoevoer wordt
beschermd tegen stof en vuil. Bewaar de cartridge in dezelfde omgeving als de printer. De inkttoevoer is
voorzien van een ventieltje, zodat u niet zelf voor een afdichting of stop hoeft te zorgen, maar zorg er wel voor
dat de inkt niet terechtkomt op items die de cartridge aanraakt. Raak de inkttoevoer of het gebied eromheen
niet aan.
Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen van cartridges
Lees alle instructies in dit gedeelte goed door voordat u een cartridge vervangt.
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na installatie.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
122
Als u cartridges verplaatst van een koude naar een warme plek, laat ze dan ten minste drie uur op
kamertemperatuur komen voordat u ze gebruikt.
Laat de cartridge niet vallen en stoot er niet mee tegen harde voorwerpen om te voorkomen dat de inkt gaat
lekken.
Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan de printer worden beschadigd.
Deze printer werkt met cartridges die zijn voorzien van een groene chip die informatie registreert over de
hoeveelheid verbruikte inkt. De cartridges blijven bruikbaar ook nadat ze zijn verwijderd en opnieuw geplaatst.
Als u een cartridge tijdelijk wilt verwijderen, moet u er wel voor zorgen dat de inkttoevoer wordt beschermd
tegen stof en vuil. Bewaar de cartridge in dezelfde omgeving als de printer.
Schakel de printer nooit uit terwijl inkt wordt geladen. Daardoor is het mogelijk dat de cartridge niet goed
wordt gevuld en dat de printer niet kan afdrukken.
De inkttoevoer heeft een ventieltje dat lekkage voorkomt. U hoeft niet zelf voor afdichtingen of stoppen te
zorgen. Wel wordt aangeraden om voorzichtig om te gaan met de cartridge. Raak de inkttoevoer of het gebied
eromheen niet aan.
Het gebruik van niet-originele producten kan leiden tot schade die niet onder de garantie van Epson valt.
Bovendien kan het gebruik van niet-originele producten er in bepaalde omstandigheden toe leiden dat de
printer niet correct functioneert.
Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. De kwaliteit of betrouwbaarheid van
niet-originele inkt kan niet door Epson worden gegarandeerd. Het gebruik van niet-originele cartridges kan
leiden tot schade die niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het gebruik van dergelijke
producten er in bepaalde omstandigheden toe leiden dat de printer niet correct functioneert. Mogelijk wordt
bij niet-originele inkt geen informatie over het inktpeil weergegeven.
Laat de oude cartridge in de printer geïnstalleerd totdat u een vervangende cartridge hebt om te voorkomen
dat inkt in de spuitkanaaltjes van de printkop uitdroogt.
Wanneer de kleureninkt op is maar u nog wel zwarte inkt hebt, kunt u tijdelijk verder afdrukken met alleen
zwarte inkt.
& “Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt wanneer de kleurencartridges opgebruikt zijn” op pagina 127
Schakel de printer nooit uit tijdens het vervangen van een cartridge. Als u de printer zou uitschakelen, kan de
groene chip op de cartridge beschadigd raken waardoor de printer niet goed afdrukt.
Voor het vervangen kunt u niet de cartridges gebruiken die met de printer werden meegeleverd.
Specificaties van de cartridge
Het is raadzaam de cartridge te gebruiken vóór de datum die op de verpakking wordt vermeld.
De cartridges die bij de printer zijn geleverd, worden deels verbruikt bij de installatie van de printer. Voor
afdrukken van hoge kwaliteit moet de printkop in de printer volledig zijn geladen met inkt. Bij dit eenmalige
proces wordt een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt. Met de gebruikte cartridge kunnen daarom wellicht
minder pagina's worden afgedrukt dan met volgende cartridges.
De opgegeven capaciteit hangt af van de afbeeldingen die u afdrukt, het papier dat u gebruikt, hoe vaak u
afdrukt en de omgeving (bijvoorbeeld temperatuur) waarin u de printer gebruikt.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
123
Voor een optimale afdrukkwaliteit en bescherming van de printkop blijft een variabele inktreserve in de
cartridge achter op het moment waarop de printer aangeeft dat u de cartridge moet vervangen. Bij opgave van
de capaciteit is deze reserve niet meegerekend.
De cartridges kunnen gerecycled materiaal bevatten. Dit is echter niet van invloed op de functies of prestaties
van het product.
Wanneer u in monochroom of grijswaarden afdrukt, is het mogelijk kleureninkt te gebruiken in plaats van
zwarte inkt, afhankelijk van de instellingen van de papiersoort of afdrukkwaliteit. Dit is omdat kleureninkt
wordt gemengd om zwart te creëren.
De cartridgestatus controleren
Voor Windows
Opmerking:
Wanneer een cartridge bijna leeg is, verschijnt automatisch het venster Low Ink Reminder (Herinnering weinig inkt). In
dit venster kunt u de cartridgestatus controleren. Als u dit venster niet wilt weergegeven, opent u de printerdriver en
klikt u op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's) en op Monitoring Preferences
(Controlevoorkeursinstellingen). Schakel in het venster Monitoring Preferences (Controlevoorkeursinstellingen) het
selectievakje See Low Ink Reminder alerts (Herinneringen weinig inkt weergeven) uit.
U kunt de cartridgestatus op de volgende manieren controleren:
Open de printerdriver, klik op het tabblad Main (Hoofdgroep) en klik op de knop Ink Levels (Inktniveau).
Dubbelklik op het printerpictogram op de taskbar (taakbalk) van Windows. Raadpleeg het gedeelte hierna
voor informatie over het toevoegen van dit pictogram aan de taskbar (taakbalk):
& “Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)” op pagina 46
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
124
Open de printerdriver, klik op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's) en klik op de knop EPSON
Status Monitor 3. Er verschijnt een grafische weergave van de cartridgestatus.
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 niet verschijnt, gaat u naar de printerdriver en klikt u op het tabblad Maintenance
(Hulpprogramma's) en vervolgens op de knop Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended
Settings (Extra instellingen) schakelt u het selectievakje Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor
3 inschakelen) in.
Afhankelijk van de huidige instellingen is het mogelijk dat de vereenvoudigde statusmonitor wordt weergegeven.
Klik op de knop Details om het bovenstaande venster weer te geven.
Het inktniveau is een geschatte waarde.
Voor Mac OS X
U kunt de cartridgestatus controleren met de EPSON Status Monitor. Ga als volgt te werk.
A
Open de Epson Printer Utility 4.
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
125
B
Klik op het op het pictogram EPSON Status Monitor. De EPSON Status Monitor wordt weergegeven.
Opmerking:
U ziet de cartridgestatus van het moment waarop de EPSON Status Monitor werd geopend. Klik op Update
(Updaten) als u de cartridgestatus wilt actualiseren.
Het inktniveau is een geschatte waarde.
Het configuratiescherm gebruiken
A
Druk op in het configuratiescherm.
B
Selecteer Printerinformatie.
Opmerking:
Het inktniveau is een geschatte waarde.
Het statuspictogram aan de rechterkant van het lcd-scherm geeft de status van de onderhoudscassette aan.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
126
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt wanneer de
kleurencartridges opgebruikt zijn
Wanneer de kleureninkt op is maar u nog wel zwarte inkt hebt, kunt u nog korte tijd verder afdrukken met alleen
zwarte inkt. U moet de opgebruikte cartridge(s) echter zo snel mogelijk vervangen. Zie het gedeelte hierna als u
tijdelijk wilt afdrukken met zwarte inkt.
Opmerking:
Hoelang u nog kunt afdrukken, is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden, de afgedrukte afbeeldingen, de
afdrukinstellingen en de gebruiksfrequentie.
Voor Windows
Opmerking voor Windows:
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 is geactiveerd. Om de statusmonitor te activeren,
gaat u naar de printerdriver en klikt u op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's) en vervolgens op de knop
Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended Settings (Extra instellingen) schakelt u het selectievakje
Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor 3 inschakelen) in.
Volg de onderstaande instructies om tijdelijk af te drukken met zwarte inkt.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
127
A
Wanneer EPSON Status Monitor 3 u laat weten dat u de afdruktaak moet annuleren, klikt u op Cancel
(Annuleren) of Cancel Print (Afdrukken annuleren) om de afdruktaak te annuleren.
Opmerking:
Als de foutmelding over een opgebruikte kleurencartridge afkomstig is van een andere computer in het netwerk,
kan het zijn dat u de afdruktaak moet annuleren op de printer.
B
Laad gewoon papier of een envelop.
C
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
D
Klik op het tabblad Main (Hoofdgroep) en geef de gewenste instellingen op.
E
Selecteer plain papers (Gewoon papier) of Envelope (Enveloppe) als instelling voor Paper Type (Papiertype).
F
Selecteer de Grayscale (Grijswaarden) als instelling voor Color (Kleur).
G
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
128
H
Druk het bestand af.
I
EPSON Status Monitor 3 wordt opnieuw weergegeven op uw computerscherm. Klik op Print in Black
(Afdrukken in zwart-wit) om af te drukken met zwart inkt.
Voor Mac OS X
Volg de onderstaande instructies om tijdelijk af te drukken met zwarte inkt.
A
Als het afdrukken niet kan worden hervat, klik dan op het printerpictogram in het Dock. Als u een
foutmelding krijgt met daarbij de aanwijzing om de afdruktaak te annuleren, klik dan op Delete
(Verwijderen) en volg de onderstaande instructies om het document opnieuw af te drukken met alleen
zwarte inkt.
Opmerking:
Als de foutmelding over een opgebruikte kleurencartridge afkomstig is van een andere computer in het netwerk,
kan het zijn dat u de afdruktaak moet annuleren op de printer.
Voor Mac OS X 10.8:
Klik op de knop
, en op OK als er een fout optreedt. Volg de onderstaande stappen om het document
opnieuw af te drukken met zwarte inkt.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
129
B
Open System Preferences (Systeemvoorkeuren), klik op Print & Scan (Afdrukken en scannen) (Mac OS
X 10.8 of 10.7) of Print & Fax (Afdrukken en faxen) (Mac OS X 10.6 of 10.5) en selecteer de printer in de
lijst Printers. Klik vervolgens op Options & Supplies (Opties en toebehoren) en dan op Driver
(Besturingsbestand).
C
Selecteer On (Aan) bij Permit temporary black printing (Tijdelijk afdrukken in zwart-wit).
D
Laad gewoon papier of een envelop.
E
Open het dialoogvenster Print (Afdrukken).
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
F
Klik op de knop Show Details (Toon details) (voor Mac OS X 10.7) of op de knop d (voor Mac OS X 10.6
of 10.5) om dit dialoogvenster uit te breiden.
G
Selecteer bij Printer de printer die u gebruikt en geef de gewenste instellingen op.
H
Selecteer Print Settings (Printerinstellingen) in het venstermenu.
I
Selecteer plain papers (Gewoon papier) of Envelope (Enveloppe) bij Media Type (Afdrukmateriaal).
J
Selecteer de optie Grayscale (Grijswaarden).
K
Klik op Print (Afdrukken) om het dialoogvenster Print (Afdrukken) te sluiten.
Zwarte inkt besparen als de cartridge bijna leeg is
(alleen Windows)
Opmerking voor Windows:
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 is geactiveerd. Om de statusmonitor te activeren,
gaat u naar de printerdriver en klikt u op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's) en vervolgens op de knop
Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended Settings (Extra instellingen) schakelt u het selectievakje
Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor 3 inschakelen) in.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
130
Het onderstaande venster wordt weergegeven wanneer de zwarte inkt op raakt en er meer kleureninkt dan zwarte
inkt aanwezig is. Het venster wordt alleen weergegeven als plain papers (Gewoon papier) is geselecteerd als
papiersoort en Standard (Standaard) is geselecteerd als de Quality (Kwaliteit).
In het venster kunt u aangeven of u wilt doorgaan met het normaal verbruiken van zwarte inkt of dat u zwarte inkt
wilt besparen door kleureninkt te mengen tot zwarte inkt.
Klik op de knop Yes (Ja) om een mengsel van kleureninkt te gebruiken om zwarte inkt te maken. Hetzelfde
venster wordt weergegeven wanneer u de volgende keer een soortgelijke afdruktaak uitvoert.
Klik op de knop No (Neen) om de resterende zwarte inkt te gebruiken voor het uitvoeren van de huidige
afdruktaak. Hetzelfde venster wordt weergegeven wanneer u de volgende keer een soortgelijke afdruktaak
uitvoert. U hebt dan weer de mogelijkheid om op dezelfde manier zwarte inkt te besparen.
Klik op Disable this feature (Deze functie uitschakelen) om verder af te drukken met de resterende zwarte
inkt.
Een cartridge vervangen
Wanneer cartridges bijna of geheel leeg zijn, wordt op uw computer of op het bedieningspaneel van de printer een
bericht weergegeven.
U kunt cartridges op elk gewenst moment vervangen zo lang het apparaat niet in gebruik is.
A
Open het voorpaneel.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
131
B
Druk op de cartridge die u wilt vervangen en trek de cartridge met behulp van de handgreep uit de printer.
Voer de cartridge volgens de voorschriften af. Houd de gebruikte cartridge niet apart en probeer deze ook
niet opnieuw te vullen.
Opmerking:
De illustratie laat zien hoe u de cartridge voor zwarte inkt vervangt. Vervang de cartridge die op uw situatie
van toepassing is.
Bij verwijderde cartridges kan er inkt zitten om de inkttoevoer. Wees dus voorzichtig dat er geen inkt in de
omgeving van de cartridge wordt gemorst wanneer de cartridges worden verwijderd.
C
Haal de vervangende cartridge uit de verpakking. Raak de groene chip aan de zijkant van de cartridge niet
aan. Dit kan de normale werking schaden.
Opmerking:
Schud niet met gebruikte cartridges om te voorkomen dat ze gaan lekken.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
132
D
Schud de cartridge 5 seconden 15 keer horizontaal heen en weer in bewegingen van zo'n 10 cm zoals
hieronder weergegeven.
E
Plaats de cartridge in de cartridgehouder. Druk op de cartridge totdat deze vastklikt.
Opmerking:
Als Controleren wordt weergegeven in het bedieningspaneel van het apparaat, drukt u daarop om te controleren
of de cartridges goed zijn geïnstalleerd.
F
Sluit het voorpaneel.
Opmerking:
Schakel het apparaat niet uit terwijl het aan-uitlampje knippert.
Het vervangen van de cartridge is voltooid. De printer keert terug naar de vorige status.
Gebruikershandleiding
Cartridges vervangen
133
Uw printer en software onderhouden
Installatie-optie
Papiercassette
De papiercassette installeren
Volg de onderstaande instructies om de papiercassette te installeren.
Opmerking voor de WF-4630-, WF-5620- en WF-5690-serie:
Deze cassette is optioneel.
& “Optie” op pagina 204
A
Schakel het apparaat uit en maak het netsnoer en alle interfacekabels los.
!
Let op:
haal het netsnoer uit het stopcontact om elektrische schokken te voorkomen.
B
Haal de papiercassette voorzichtig uit de kartonnen verpakking en zet de cassette op de plek waar u deze
gaat installeren.
Opmerking:
Verwijder het beschermingsmateriaal van de cassette.
Bewaar alle beschermingsmateriaal voor geval u de optionele papiercassette naderhand wilt vervoeren.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
134
C
Lijn de hoeken van de cassette en de printer met elkaar uit en laat de printer voorzichtig op de cassette
zakken zodat de aansluiting en de twee pinnetjes boven op de cassette in de terminal, respectievelijk de
openingen onder in de printer passen.
D
Sluit alle interfacekabels en het netsnoer weer aan.
E
Sluit het netsnoer van de printer aan op een stopcontact.
F
Schakel de printer in.
De optionele cassette inschakelen in de printerdriver
U schakelt de optionele cassette in door de printereigenschappen te openen en de volgende instellingen te definiëren.
Windows
A
Open de printereigenschappen.
& “Printereigenschappen voor Windows openen” op pagina 46
B
Selecteer het tabblad Optional Settings (Optionele instellingen) en selecteer Acquire from Printer
(Opvragen bij printer) onder Printer Information (Printerinformatie). Klik vervolgens op de knop Get
(Opvragen).
C
Klik op de knop OK om het venster te sluiten.
Mac OS X
A
Open System Preferences (Systeemvoorkeuren) en dubbelklik op het pictogram Print & Scan (Afdrukken
en scannen) (“Print & Fax (Afdrukken en faxen)” voor OS X 10.6 of 10.5).
B
Selecteer de printer uit de lijst, selecteer Options & Supplies (Opties en toebehoren) (“Open Print Queue
(Open afdrukwachtrij)” en klik op “Info” voor OS X 10.5).
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
135
C
Klik op het tabblad Driver (Besturingsbestand) en selecteer Cassette 2 als Lower Cassette (Onderste
cassette).
D
Klik op de knop OK.
De cassette verwijderen
Voer de installatieprocedure in omgekeerde volgorde uit.
De spuitkanaaltjes in de printkop controleren
Als uw afdrukken opeens vager worden of als er puntjes ontbreken, controleer dan eerst de spuitkanaaltjes van de
printkop.
U kunt de spuitkanaaltjes van de printkop vanaf uw computer controleren met het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) of rechtstreeks vanaf de printer met de knoppen op het configuratiescherm.
Het hulpprogramma Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren)
gebruiken in Windows
Volg de onderstaande instructies om het hulpprogramma Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren) te gebruiken.
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
B
Zorg ervoor dat de papiercassette papier van A4-formaat bevat.
C
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de taskbar (taakbalk) en selecteer vervolgens
Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren).
Als het printerpictogram niet wordt weergegeven, leest u in het gedeelte hierna hoe u het pictogram kunt
toevoegen.
& “Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)” op pagina 46
D
Volg de instructies op het scherm.
Het hulpprogramma Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren)
gebruiken in Mac OS X
Volg de onderstaande instructies om het hulpprogramma Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren) te gebruiken.
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
B
Zorg ervoor dat de papiercassette papier van A4-formaat bevat.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
136
C
Open de Epson Printer Utility 4.
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
D
Klik op het op het pictogram Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren).
E
Volg de instructies op het scherm.
Het configuratiescherm gebruiken
Volg de onderstaande stappen om de spuitkanaaltjes van de printkop te controleren via het configuratiescherm.
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
B
Zorg ervoor dat de papiercassette papier van A4-formaat bevat.
C
Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
D
Selecteer Onderhoud.
E
Selecteer PrintkopControle spuitm. en volg de instructies op het display om een spuitkanaaltjespatroon af
te drukken.
F
Hieronder ziet u twee voorbeelden van spuitkanaaltjespatronen.
Vergelijk de kwaliteit van de afgedrukte controlepagina met het onderstaande voorbeeld. Als er geen
problemen met de afdrukkwaliteit zijn, zoals openingen of ontbrekende segmenten in de testlijnen, is de
printkop in orde.
Als een deel van de afgedrukte lijnen ontbreekt, zoals hieronder te zien, kan dit betekenen dat een
spuitkanaaltje verstopt zit of dat een printkop verkeerd is uitgelijnd.
& “De printkop reinigen” op pagina 138
& “De printkop uitlijnen” op pagina 139
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
137
De printkop reinigen
Als uw afdrukken opeens vager worden of als er puntjes ontbreken, kunt u proberen het probleem op te lossen
door de printkop te reinigen, zodat de inkt weer op de juiste wijze door de spuitkanaaltjes wordt toegevoerd.
U kunt de printkop reinigen vanaf uw computer met het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop reinigen) of
rechtstreeks vanaf de printer met de knoppen op het configuratiescherm.
c
Belangrijk:
Schakel het apparaat niet uit wanneer de kop wordt gereinigd. Als de kop niet volledig wordt gereinigd, is het
mogelijk dat u niet kunt afdrukken.
Opmerking:
Open het voorpaneel niet wanneer de kop wordt gereinigd.
Gebruik eerst het hulpprogramma Nozzle Check (Spuitkanaaltjes controleren) om te controleren of de printkop
inderdaad moet worden gereinigd. Hierdoor bespaart u inkt.
& “De spuitkanaaltjes in de printkop controleren” op pagina 136
Bij het reinigen van de printkop wordt een beetje inkt verbruikt uit alle cartridges. Reinig de printkop daarom
alleen als de afdrukkwaliteit afneemt, bijvoorbeeld als de afdrukken wazig worden of als er kleuren niet kloppen of
ontbreken.
Wanneer de inkt bijna op is kan de printkop mogelijk niet worden gereinigd. Wanneer de inkt op is, kunt u de
printkop niet reinigen. U moet dan eerst de betreffende cartridge vervangen.
Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u deze procedure ongeveer viermaal hebt herhaald, laat u de printer
aanstaan en wacht u ten minste zes uur. Daarna controleert u opnieuw de spuitkanaaltjes en herhaalt u indien
nodig het reinigen van de printkop. Neem contact op met de klantenservice van Epson als de afdrukkwaliteit nog
steeds niet is verbeterd.
Om een goede afdrukkwaliteit te behouden raden we u aan om regelmatig een paar pagina's af te drukken.
Het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop reinigen) gebruiken
in Windows
Volg onderstaande instructies om de printkop te reinigen met het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop
reinigen).
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
B
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de taskbar (taakbalk) en selecteer vervolgens
Head Cleaning (Printkop reinigen).
Als het printerpictogram niet wordt weergegeven, leest u in het gedeelte hierna hoe u het pictogram kunt
toevoegen.
& “Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)” op pagina 46
C
Volg de instructies op het scherm.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
138
Het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop reinigen) gebruiken
in Mac OS X
Volg onderstaande instructies om de printkop te reinigen met het hulpprogramma Head Cleaning (Printkop
reinigen).
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
B
Open de Epson Printer Utility 4.
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
C
Klik op het op het pictogram Head Cleaning (Printkop reinigen).
D
Volg de instructies op het scherm.
Het configuratiescherm gebruiken
Volg de onderstaande stappen om de printkop te reinigen via het configuratiescherm.
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
B
Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
C
Selecteer Onderhoud.
D
Selecteer Printkop reinigen.
E
Volg de instructies op het display om door te gaan.
De printkop uitlijnen
Als verticale lijnen niet goed worden uitgelijnd of als u horizontale strepen ziet, kunt u dit probleem oplossen met
het hulpprogramma Print Head Alignment (Printkop uitlijnen) in uw printerdriver of via de knoppen op het apparaat.
Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.
Opmerking:
Annuleer het afdrukken niet terwijl u een testpatroon afdrukt met het hulpprogramma Print Head Alignment (Printkop
uitlijnen).
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
139
Het hulpprogramma Print Head Alignment (Printkop uitlijnen)
gebruiken in Windows
Volg onderstaande instructies om de printkop uit te lijnen met het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen).
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
B
Zorg ervoor dat de papiercassette 1 papier van A4-formaat bevat.
C
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram op de taskbar (taakbalk) en selecteer vervolgens
Print Head Alignment (Printkop uitlijnen).
Als het printerpictogram niet wordt weergegeven, leest u in het gedeelte hierna hoe u het pictogram kunt
toevoegen.
& “Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)” op pagina 46
D
Volg de instructies op het scherm om de printkop uit te lijnen.
Het hulpprogramma Print Head Alignment (Printkop uitlijnen)
gebruiken in Mac OS X
Volg onderstaande instructies om de printkop uit te lijnen met het hulpprogramma Print Head Alignment
(Printkop uitlijnen).
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
B
Zorg ervoor dat de papiercassette 1 papier van A4-formaat bevat.
C
Open de Epson Printer Utility 4.
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
D
Klik op het op het pictogram Print Head Alignment (Printkop uitlijnen).
E
Volg de instructies op het scherm om de printkop uit te lijnen.
Het configuratiescherm gebruiken
Volg de onderstaande stappen om de printkop uit te lijnen via het configuratiescherm.
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
140
B
Zorg ervoor dat de papiercassette 1 papier van A4-formaat bevat.
C
Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
D
Selecteer Onderhoud.
E
Selecteer Printkop uitlijnen.
F
Selecteer Verticale uitlijning of Horizontale uitlijning en volg de instructies op het scherm om een
uitlijningspatroon af te drukken.
Opmerking:
Als uw afdruk wazig is of als verticale lijnen niet goed worden uitgelijend, selecteert u Verticale uitlijning. Als u
horizontale strepen ziet, selecteert u Horizontale uitlijning.
G
Als u Verticale uitlijning hebt geselecteerd, zoetk u het meest effen patroon in elk van de groepen 1 tot 6 en
voert u het patroonnummer in.
Als u Horizontale uitlijning hebt geselecteerd, zoekt u het minst gescheiden en overlappende patroon.
H
Ga verder met het uitlijnen van de printkop.
Netwerkservice-instellingen configureren
U kunt netwerkservice-instellingen zoals Epson Connect, AirPrint of Google Cloud Print configureren via een
webbrowser op uw computer, smartphone, tablet-pc of laptop die is verbonden met hetzelfde netwerk als het apparaat.
Voer het IP-adres van het apparaat in de adresbalk van de webbrowser in en zoek naar het apparaat.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
141
<Voorbeeld >
[IPv4] http://192.168.11.46
[IPv6] http://[fe80::226:abff:feff:37cd]/
Opmerking:
U kunt het IP-adres van uw apparaat controleren op het configuratiescherm van het apparaat of door een
netwerkstatusblad af te drukken.
Instellen > Netwerkstatus > Wi-Fi-status
Wanneer het apparaat is gevonden, wordt de webpagina van het apparaat weergegeven. Selecteer het gewenste menu.
Op de webpagina kunt u ook de apparaatstatus controleren en de firmware van het apparaat bijwerken.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
142
De printer voor afdrukken delen
U kunt de printer zo instellen dat andere computers op het netwerk de printer kunnen delen.
De computer die rechtstreeks met de printer is verbonden, fungeert als server. Andere computers op het netwerk
gaan naar de server en delen de printer.
Raadpleeg de Help van de computer voor meer informatie.
Als u de printer via een netwerk wilt gebruiken, raadpleegt u de Netwerkhandleiding.
De printer reinigen
De buitenzijde van de printer reinigen
Om ervoor te zorgen dat uw printer goed blijft functioneren, moet u deze een aantal maal per jaar goed reinigen
aan de hand van de volgende instructies.
c
Belangrijk:
Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemicaliën kunnen de printer beschadigen.
Opmerking:
Sluit na het gebruik van het apparaat de papiertoevoer achter om het apparaat tegen stof te beschermen.
Maak de touchscreen schoon met een droge, zachte, schone doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
Maak het oppervlak van de glasplaat schoon met een droge, zachte, schone doek.
Reinig voorzichtig de kleine glasplaat aan de linkerzijde als er rechte lijnen op de afdruk of de gescande
gegevens staan.
Als de glasplaat besmeurd is met vetplekken of een andere hardnekkige substantie, veegt u de plaat schoon
met een doek met daarop een klein beetje glasreiniger. Verwijder al het overtollige vocht.
Let erop dat u nooit te hard op de glasplaat drukt.
Voorkom krassen en beschadigingen op het oppervlak van de glasplaat en gebruik bij het schoonmaken geen
harde, schurende borstels. Een beschadigde glasplaat resulteert in een mindere scankwaliteit.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
143
Open het deksel van de ADF en maak de rol en de binnenzijde van de ADF schoon met een droge, zachte,
schone doek.
De binnenzijde van de printer reinigen
Als uw afdrukken inktvlekken vertonen, volgt u de onderstaande stappen om de rol in het apparaat te reinigen.
!
Let op:
Raak de onderdelen binnen in de printer niet aan.
c
Belangrijk:
Pas op dat er geen water of andere vloeistoffen op de elektronische onderdelen terechtkomt.
Spuit geen smeermiddelen in de printer.
Wanneer u de verkeerde olie gebruikt, kunt u het mechanisme beschadigen. Neem contact op met uw
leverancier of een erkende servicemedewerker als de printer moet worden gesmeerd.
A
Controleer of er geen waarschuwingen of foutberichten op het configuratiescherm worden weergegeven.
B
Laad meerdere vellen gewoon papier van A4-formaat in papiercassette 1.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
Opmerking:
Als er problemen zijn met het invoeren van het papier en u een reinigingsvel hebt dat bij het originele Epson-papier
werd geleverd, laadt u in plaats van het gewone papier het reinigingsvel in de papiertoevoer achterzijde.
C
Ga naar de modus Instellen via het startscherm.
D
Selecteer Onderhoud, Papiergeleider reinigen en volg de instructies in het configuratiescherm.
Opmerking:
Als uw afdrukken nog steeds inktvlekken vertonen, laadt u gewoon papier van A4-formaat in een andere papierbron,
waarna u stap 3 en 4 opnieuw uitvoert.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
144
De onderhoudscassette vervangen
De onderhoudscassette controleren
De status van de onderhoudscassette wordt op hetzelfde scherm weergegeven als de status van de cartridge. U
kunt de status via de printersoftware of het configuratiescherm controleren.
& “De cartridgestatus controleren” op pagina 124
Omgaan met de onderhoudscassette
Lees alle instructies in dit gedeelte goed door voordat u de onderhoudscassette vervangt.
Epson raadt het gebruik van een originele Epson-onderhoudscassette aan. Het gebruik van een niet-originele
onderhoudscassette kan leiden tot schade die niet onder de garantie van Epson valt. Bovendien kan het
gebruik van niet-originele producten er in bepaalde omstandigheden toe leiden dat de printer niet correct
functioneert. De kwaliteit of betrouwbaarheid van een niet-originele onderhoudscassette kan niet door Epson
worden gegarandeerd.
Haal de onderhoudscassette niet uit elkaar.
Raak de groene chip aan de zijkant van de onderhoudscassette niet aan.
Houd buiten het bereik van kinderen.
Houd de gebruikte onderhoudscassette niet scheef. Dit mag alleen als deze in de meegeleverde plastic zak zit.
Hergebruik van een onderhoudscassette die lange tijd uit het apparaat verwijderd is geweest, is niet toegestaan.
Houd de onderhoudscassette uit de buurt van direct zonlicht.
In sommige afdrukcycli kan een heel kleine hoeveelheid overtollige inkt in de onderhoudscassette worden
verzameld. Om te voorkomen dat inkt uit de onderhoudscassette lekt, is het apparaat ontworpen om het
afdrukken te stoppen wanneer de limiet van de absorptiecapaciteit van de onderhoudscassette wordt bereikt.
Of en hoe vaak dit nodig is, hangt af van het aantal pagina's dat u afdrukt, het soort materiaal dat u afdrukt en
het aantal reinigingsprocedures die door het apparaat worden uitgevoerd.
Vervang de onderhoudscassette wanneer u hierom wordt gevraagd. Als dit onderdeel moet worden
vervangen, wordt u hierover geïnformeerd via de Epson Status Monitor, het display of de lampjes op het
configuratiescherm. Dat de onderhoudscassette moet worden vervangen, wil niet zeggen dat uw apparaat niet
meer volgens de specificaties functioneert. De kosten voor deze vervanging vallen niet onder de garantie van
Epson. Dit onderdeel kan door de gebruiker worden vervangen.
De onderhoudscassette vervangen
Voor het vervangen van de onderhoudscassette volgt u onderstaande instructies.
A
Controleer of er geen inkt uit het apparaat loopt.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
145
B
Haal de vervangende onderhoudscassette uit de verpakking.
Opmerking:
Raak de groene chip aan de zijkant van de cassette niet aan Dit kan de normale werking schaden.
C
Druk de knoppen aan weerszijden van de papiertoevoer achterzijde gelijktijdig in en trek de papiertoevoer
uit het apparaat.
D
Leg uw hand op het midden van de onderhoudscassette en trek de cassette eruit.
Opmerking:
Als u inkt op uw handen krijgt, wast u ze grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw
ogen onmiddellijk uitspoelen met water.
E
Doe de gebruikte onderhoudscassette in de plastic zak van de vervangende onderhoudscassette en voer de
cassette volgens de voorschriften af.
Opmerking:
De gebruikte onderhoudscassette mag alleen scheef worden gehouden wanneer deze in de plastic zak is verzegeld.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
146
F
Duw de nieuwe onderhoudscassette zo ver mogelijk naar binnen totdat deze op zijn plaats zit.
G
Druk de knoppen aan weerszijden van de papiertoevoer achterzijde gelijktijdig in en plaats de
papiertoevoer terug.
H
Selecteer Gereed op het bedieningspaneel.
Het vervangen van de onderhoudscassette is voltooid.
De printer vervoeren
Als u het apparaat over enige afstand wilt vervoeren, moet u het apparaat zorgvuldig verpakken in de
oorspronkelijke doos (of een vergelijkbare doos waar het apparaat precies in past).
c
Belangrijk:
Zorg er bij opslag of transport van het apparaat voor dat het niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden. Anders kan er inkt lekken.
Laat de cartridges zitten. Als u de cartridges verwijdert, kan de printkop indrogen, waardoor afdrukken niet
meer mogelijk is.
A
Zorg dat het apparaat is uitgeschakeld.
B
Ontkoppel het netsnoer en maak alle andere kabels los van het apparaat.
C
Verwijder al het papier in de papiertoevoer achterzijde.
D
Sluit de papiertoevoer achterzijde en de uitvoerlade.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
147
E
Verwijder al het papier uit de papiercassette en plaats de cassette terug in het apparaat.
F
Plaats het apparaat in de oorspronkelijke doos. Gebruik het beschermmateriaal waarin u het apparaat hebt
ontvangen.
Opmerking:
Houd het apparaat recht tijdens het vervoer.
Software controleren en installeren
De op uw computer geïnstalleerde software controleren
Voor het gebruik van de in deze Gebruikershandleiding beschreven functies moet u de volgende software installeren.
Epson Driver and Utilities (Epson-driver en -hulpprogramma's)
Document Capture Pro
Volg de onderstaande instructies om te controleren of de software op uw computer is geïnstalleerd.
Voor Windows
A
Windows 8 en Server 2012: selecteer Desktop (Bureaublad), de Settings (Instellingen) charm en Control
Panel (Configuratiescherm).
Windows 7, Vista en Server 2008: klik op de startknop en selecteer Control Panel (Configuratiescherm).
Windows XP en Server 2003: klik op Start en selecteer Control Panel (Configuratiescherm).
B
Windows 8, Windows 7, Vista, Server 2012 en Server 2008: selecteer Uninstall a program (Een
programma verwijderen) in de categorie Programs (Programma's).
Windows XP: dubbelklik op het pictogram Add or Remove Programs (Programma's installeren of
verwijderen).
Windows Server 2003: klikop het pictogram Add or Remove Programs (Programma's installeren of
verwijderen).
C
Controleer de lijst met momenteel geïnstalleerde programma's.
Voor Mac OS X
A
Dubbelklik op Macintosh HD.
B
Dubbelklik op de map Epson Software in de map Applications (Programma's) en controleer de inhoud ervan.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
148
Opmerking:
De map Applications (Programma's) bevat software geleverd door derden.
Om te controleren dat de printerdriver is geïnstalleerd, klikt u op System Preferences (Systeemvoorkeuren) in het
menu Apple en klikt uf vervolgens op Print & Scan (Afdrukken en scannen) (voor Mac OS X 10.8 of 10.7) of op
Print & Fax (Afdrukken en faxen) (voor Mac OS X 10.6 of 10.5.8). Zoek dan uw apparaat in de lijst Printers.
De software installeren
Plaats de cd met printersoftware die bij uw apparaat werd geleverd in de computer en selecteer de software die u
wilt installeren op het scherm Software Select (Software selecteren).
Als u werkt met Mac OS X, of als uw computer geen CD/DVD-station heeft, gaat u naar de volgende
Epson-website om de software te downloaden en installeren.
http://support.epson.net/setupnavi/
De PostScript-printerdriver installeren
Deze driver is alleen beschikbaar voor de WF-5690-serie.
Systeemvereisten
Vereisten printerhardware
Aanbevolen
Geheugen Standaard + 128 MB (voort dubbelzijdig afdrukken of afdrukken van afbeeldingen met Fine
(Fijn))
Systeemvereisten computer
& “Systeemvereisten” op pagina 194
Opmerking:
Als u voor de netwerkverbinding binaire gegevens gebruikt, moet u Binair instellen op Aan in het Menu PS3 op
het bedieningspaneel. Als u de printer met een lokale verbinding gebruikt, kunt u geen gebruikmaken van
binaire gegevens.
De PostScript-printerdriver installeren onder Windows
Als u wilt afdrukken in de PostScript-modus, moet u de printerdriver installeren.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
149
Voor de USB-interface
Opmerking:
Voor het installeren van de printersoftware voor Windows zijn mogelijk beheerdersrechten vereist. Als u problemen
ondervindt, neemt u contact op met uw beheerder.
Schakel alle antivirussoftware uit voordat u de printersoftware gaat installeren.
A
Controleer of de printer is uitgeschakeld. Plaats de Software Disc van de printer in het CD/DVD-station.
Opmerking:
Als uw computer geen CD/DVD-station heeft, downloadt u de driver van de Epson-website.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
B
Als de printer is aangesloten op een USB-interface, verbindt u de computer met de printer via een
USB-kabel, waarna u de printer inschakelt.
Opmerking voor Windows Vista-gebruikers:
Zonder de Windows-driver of de Adobe PS-driver vermeldt het display “Found New Hardware (Nieuwe
hardware gevonden)”. Klik in dat geval op Ask me again later (Later opnieuw vragen).
C
Windows 8 en Server 2012: selecteer Desktop (Bureaublad), de Settings (Instellingen) charm en Control
Panel (Configuratiescherm). Klik op View devices and printers (Apparaten en printers weergeven) en
klik op Add a printer (Een printer toevoegen).
Windows 7: klik op de startknop, selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers) en klik op Add a
printer (een printer toevoegen).
Windows Vista, Windows XP, Server 2008: klik op Start, wijs Printer and Faxes (Printers en
faxapparaten) aan en klik op Add a printer (Een printer toevoegen) in het menu Printer Tasks
(Printertaken).
Windows Server 2003: klik op Start, wijs Settings (Instellingen) aan en klik op Printers. Dubbelklik
vervolgens op het pictogram Add Printer (Printer toevoegen).
D
De Add Printer Wizard (Wizard Printer toevoegen) wordt weergegeven. Klik op Next (Volgende).
E
Selecteer Local printer (Lokale printer) en klik op Next (Volgende).
Opmerking:
Schakel niet het selectievakje Automatically detect and install my Plug and Play printer (Mijn Plug en
Play-printer automatisch detecteren en installeren) in.
F
Als de printer is aangesloten via een USB-interface, selecteert u USB en klikt u op Next (Volgende).
G
Klik op Have Disk (Bladeren) en geef het volgende pad op voor de Software Disc. Als uw CD/DVD-station
de stationsletter D: heeft, is het pad D:\Driver\PostScript\eppsnt.inf. Klik op OK.
Opmerking:
Wijzig zo nodig de stationsletter voor uw systeem.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
150
H
Selecteer de printer en klik op Next (Volgende).
I
Volg de aanwijzingen op het scherm voor de rest van de installatie.
J
Na afloop van de installatie klikt u op Finish (Voltooien).
Voor de netwerkinterface
Opmerking:
Definieer de netwerkinstellingen voordat u de printerdriver gaat installeren. Raadpleeg de Netwerkhandleiding
voor meer informatie.
Schakel alle antivirussoftware uit voordat u de printersoftware gaat installeren.
A
Controleer of de printer is ingeschakeld. Plaats de Software Disc van de printer in het CD/DVD-station.
Opmerking:
Als uw computer geen CD/DVD-station heeft, downloadt u de driver van de Epson-website.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
B
Windows 8 en Server 2012: selecteer Desktop (Bureaublad), de Settings (Instellingen) charm en Control
Panel (Configuratiescherm). Klik op View devices and printers (Apparaten en printers weergeven) en
klik op Add a printer (Een printer toevoegen).
Windows 7: klik op de startknop, selecteer Devices and Printers (Apparaten en printers) en klik op Add a
printer (een printer toevoegen).
Windows Vista, Windows XP, Server 2008: klik op Start, wijs Printer and Faxes (Printers en
faxapparaten) aan en klik op Add a printer (Een printer toevoegen) in het menu Printer Tasks
(Printertaken).
Windows Server 2003: klik op Start, wijs Settings (Instellingen) aan en klik op Printers. Dubbelklik
vervolgens op het pictogram Add Printer (Printer toevoegen).
C
De Add Printer Wizard (Wizard Printer toevoegen) wordt weergegeven. Klik op Next (Volgende).
D
Selecteer Local printer (Lokale printer) en klik op Next (Volgende).
Opmerking:
Schakel niet het selectievakje Automatically detect and install my Plug and Play printer (Mijn Plug en
Play-printer automatisch detecteren en installeren) in.
E
Schakel het selectievakje Create a new port check box and select Standard TCP/IP Port (Een nieuwe
poort maken in en selecteer Standaard TCP/IP-poort) in de vervolgkeuzelijst. Klik op Next (Volgende).
F
Klik op Next (Volgende).
G
Geef het IP-adres en de poortnaam op en klik op Next (Volgende).
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
151
H
Klik op Finish (Voltooien).
I
Klik op Have Disk (Bladeren) in de Add Printer Wizard (Wizard Printer toevoegen) en geef het volgende
pad op voor de Software Disc. Als uw CD/DVD-station de stationsletter D: heeft, is het pad D:\Driver
\PostScript\eppsnt.inf. Klik op OK.
Opmerking:
Wijzig zo nodig de stationsletter voor uw systeem.
J
Selecteer de printer en klik op Next (Volgende).
K
Volg de aanwijzingen op het scherm voor de rest van de installatie.
L
Na afloop van de installatie klikt u op Finish (Voltooien).
De PostScript-printerdriver installeren voor Mac OS X
De PostScript-printerdriver installeren
Ga naar de volgende Epson-website om de driver te downloaden en installeren.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
De printer selecteren
Na het installeren van de PostScript 3-printerdriver moet u de printer selecteren.
Opmerking:
U moet de instellingen voor de geïnstalleerde opties handmatig definiëren wanneer de printer is aangesloten via
USB, IP-adres of Bonjour.
Geef ASCII op als gegevensindeling in de toepassing.
A
Open System Preferences (Systeemvoorkeuren) en dubbelklik op het pictogram Print & Fax (Afdrukken en
faxen) (“Print & Scan (Afdrukken en scannen)” voor OS X 10.8 of 10.7).
Het venster Print & Fax (Afdrukken en faxen) (“Print & Scan (Afdrukken en scannen)” voor Mac OS X
10.8 of 10.7) wordt geopend.
B
Klik op de toevoegknop (+) in het venster Printers.
C
Selecteer de naam van de printer die u gebruikt in het vak Printernaam.
Opmerking:
Als uw printer niet wordt vermeld, controleert u of deze op de juiste wijze is aangesloten op de computer en of de
printer is ingeschakeld.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
152
D
Klik op Add (Toevoegen).
E
Bevestig dat de naam van uw printer is toegevoegd aan de lijst Printers. Sluit Print & Fax (Afdrukken en
faxen) (“Print & Scan (Afdrukken en scannen)” voor Mac OS X 10.8 of 10.7).
De Epson Universal P6-printerdriver installeren
(alleen voor Windows)
Opmerking:
Deze driver is alleen beschikbaar voor de WF-5690-serie.
De Epson Universal P6-printerdriver is de universele PCL6-compatibele printerdriver met de volgende kenmerken:
Ondersteuning van elementaire afdrukfuncties bedoeld voor zakelijk gebruik.
Ondersteuning van meerdere zakelijke printers van Epson naast deze printer.
Ondersteuning van de meeste talen voor de printerdrivers voor deze printer.
Systeemvereisten computer
Hieronder vindt u informatie over de systeemvereisten voor Windows.
& “Voor Windows” op pagina 194
De printerdriver installeren
A
Plaats de Software Disc van de printer in het CD/DVD-station van uw computer.
Opmerking:
Als uw computer geen CD/DVD-station heeft, downloadt u de driver van de Epson-website en installeert u de
driver.
http://www.epson.eu/Support (Europa)
http://support.epson.net/ (buiten Europa)
B
Als uw CD/DVD-station de stationsletter D: heeft, dubbelklikt u op EP_P6x86.exe in D:\Driver
\PCLUniversal\Win32\ voor 32-bits Windows-besturingssystemen of EP_P6x64.exe in D:\Driver
\PCLUniversal\Win64\ voor 64-bits Windows-besturingssystemen.
Opmerking:
Wijzig zo nodig de stationsletter voor uw systeem. Volg de aanwijzingen op het scherm. Na afloop van de
installatie opent u de Properties (Eigenschappen) van uw printer om de instellingen aan te passen en
vervolgens Printing Preferences (Voorkeursinstellingen voor afdrukken) om de juiste instellingen voor de
printerdriver te definiëren.
De online Help van de printerdriver bevat informatie over instellingen voor de printerdriver.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
153
De software verwijderen
Sommige problemen kunnen worden opgelost door de scansoftware te verwijderen en opnieuw te installeren. Dit
kan ook nodig zijn na een upgrade van uw besturingssysteem.
Zie het gedeelte hierna voor informatie over het vaststellen welke toepassingen zijn geïnstalleerd.
& “De op uw computer geïnstalleerde software controleren” op pagina 148
Voor Windows
Opmerking:
Voor Windows 8, 7, Vista, Server 2012 en Server 2008 hebt u een beheerdersaccount en -wachtwoord nodig als u
zich als standaardgebruiker aanmeldt.
Voor Windows XP en Server 2003 moet u zijn aangemeld bij een Computer Administrator
(Computerbeheerder)-account.
A
Schakel het apparaat uit.
B
Verwijder de interfacekabel van het apparaat uit de computer.
C
Ga op een van de volgende manieren te werk.
Windows 8 en server 2012: selecteer Desktop (Bureaublad), Settings (Instellingen) (charm) en Control
Panel (Configuratiescherm).
Windows 7, Vista en Server 2008: klik op de startknop en selecteer Control Panel (Configuratiescherm).
Windows XP en Server 2003: klik op Start en selecteer Control Panel (Configuratiescherm).
D
Ga op een van de volgende manieren te werk.
Windows 8, Windows 7, Vista, Server 2012 en Server 2008: selecteer Uninstall a program (Een
programma verwijderen) in de categorie Programs (Programma's).
Windows XP: dubbelklik op het pictogram Add or Remove Programs (Programma's installeren of
verwijderen).
Windows Server 2003: klikop het pictogram Add or Remove Programs (Programma's installeren of
verwijderen).
E
Selecteer de software die u wilt verwijderen (zoals de driver van uw product en de toepassing).
F
Ga op een van de volgende manieren te werk.
Windows 8, Windows 7, Server 2012 en Server 2008: selecteer Uninstall/Change (Verwijderen/
Wijzigen) of Uninstall (Verwijderen).
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
154
Windows Vista: klik op Uninstall/Change (Verwijderen/Wijzigen) of Uninstall (Verwijderen) en klik
vervolgens op Continue (Doorgaan) in het venster User Account Control (Gebruikersaccountbeheer).
Windows XP en Server 2003: klik op Change/Remove (Wijzigen/Verwijderen) of Remove (Verwijderen).
Opmerking:
Als u de printerdriver van uw apparaat wilt verwijderen in stap 5, selecteert u het pictogram voor uw product en
klikt u op OK.
G
Klik op Yes (Ja) of Next (Volgende) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd.
H
Volg de instructies op het scherm.
In bepaalde gevallen wordt u gevraagd uw computer opnieuw te starten. Als dit gebeurt, selecteer dan I want to
restart my computer now (Mijn computer nu opnieuw opstarten) en klik op Finish (Voltooien).
Voor Mac OS X
Opmerking:
Om uw software te verwijderen moet u de Uninstaller downloaden.
Ga naar de website:
http://www.epson.com
Selecteer het onderdeel “ondersteuning“ van uw lokale Epson-website.
Als u programma's wilt verwijderen, moet u zich aanmelden met de account van een Computer Administrator
(Beheerder).
U kunt geen software verwijderen als u als beperkte gebruiker bent aangemeld.
Afhankelijk van het programma kunnen een apart installatie- en verwijderprogramma zijn gebruikt.
A
Sluit alle actieve programma's.
B
Dubbelklik op het pictogram Uninstaller op de vaste schijf van uw Mac OS X.
C
Selecteer de selectievakjes van de software die u wilt verwijderen (zoals de printerdriver en het programma).
D
Klik op Uninstall (Verwijderen).
E
Volg de instructies op het scherm.
Als u de software die u wilt verwijderen niet kan terugvinden in het venster Uninstaller, dubbelklik dan op de map
Applications (Programma's) op harde schijf van uw Mac OS X, selecteer het programma dat u wilt verwijderen
en sleep dit naar het pictogram van de Trash (Prullenmand).
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
155
Opmerking:
Als u het printerstuurprogramma verwijdert en de naam van uw apparaat blijft aanwezig in het venster Print & Scan
(Afdrukken en scannen) (voor Mac OS X 10.8 of 10.7) of Print & Fax (Afdrukken en faxen) (voor Mac OS X 10.6 of
10.5.8), selecteert u de naam van uw apparaat en klikt u op de knop - Verwijderen.
Gebruikershandleiding
Uw printer en software onderhouden
156
Gegevens overbrengen met behulp van een
extern opslagapparaat
De externe USB-poort van de printer maakt het mogelijk om bestanden te kopiëren naar een computer die op de
printer is aangesloten. Omgekeerd kunt u ook bestanden van de computer naar het opslagapparaat kopiëren.
Voorzorgsmaatregelen voor opslagapparaten
Bij het kopiëren van bestanden van een opslagapparaat naar een computer (en omgekeerd) moet u rekening
houden met het volgende:
Zie de documentatie van uw opslagapparaat en eventuele adapter voor de precieze gebruiksaanwijzing.
Kopieer geen bestanden naar een opslagapparaat tijdens het afdrukken van foto's vanaf hetzelfde opslagapparaat.
Op het display van de printer worden de gegevens van het opslagapparaat niet automatisch bijgewerkt nadat u
bestanden naar het opslagapparaat hebt gekopieerd of bestanden van het opslagapparaat hebt verwijderd. Als
u de getoonde informatie wilt bijwerken, moet u het opslagapparaat verwijderen en opnieuw in de printer steken.
Bestanden kopiëren van opslagapparaat naar
computer en omgekeerd
Opmerking:
Als de instelling van Geheug. app. in de instellingen van Systeembeheer op Uitschakelen staat, herkent het apparaat het
geheugenapparaat niet als het wordt geplaatst.
Bestanden kopiëren naar uw computer
A
Controleer of de printer is ingeschakeld en een opslagapparaat is geplaatst of aangesloten.
B
Windows 8 en Server 2012:
klik met de rechtermuisknop op het Start-venster of veeg omhoog of omlaag op het Start-venster en
selecteer All apps (Alle apps) en vervolgens Computer.
Windows 7, Vista, en Server 2008:
Klik op de startknop en selecteer Computer.
Windows XP en Server 2003:
Klik op Start en selecteer My Computer (Deze computer).
Mac OS X:
Het pictogram van de verwisselbare schijf (
) verschijnt automatisch op uw desktop (bureaublad).
Gebruikershandleiding
Gegevens overbrengen met behulp van een extern opslagapparaat
157
C
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf en selecteer de map waarin de bestanden zich
bevinden.
Opmerking:
Als u het volumelabel hebt ingesteld, wordt dit als stationsnaam weergegeven. Als u het volumelabel niet hebt
ingesteld, wordt de verwisselbare schijf als stationsnaam weergegeven (in Windows XP en Server 2003).
D
Selecteer de bestanden die u wilt kopiëren en sleep ze naar een map op de vaste schijf van uw computer.
c
Belangrijk:
Voor Mac OS X-gebruikers
U moet het pictogram van de verwisselbare schijf op het bureaublad altijd naar de prullenmand slepen
voordat u het opslagapparaat verwijdert, want anders kunnen gegevens op het opslagapparaat verloren gaan.
Bestanden opslaan op een opslagapparaat
Zorg dat de schakelaar voor schrijfbescherming op de stand staat die schrijven mogelijk maakt voordat u het
geheugenapparaat plaatst.
Opmerking:
Wanneer u een bestand op een Macintosh-computer naar een geheugenapparaat hebt gekopieerd, is het mogelijk
dat een oudere digitale camera het geheugenapparaat niet kan lezen.
Als USB is geselecteerd in het menu Bestanden delen, kunt u niet naar het geheugenapparaat schrijven vanaf een
computer die via een netwerk is verbonden. Als u schrijftoegang aan de netwerkcomputer wilt verlenen, wijzigt u de
instelling naar Wi-Fi/netwerk.
A
Controleer of de printer is ingeschakeld en een opslagapparaat is geplaatst of aangesloten.
B
Windows 8 en Server 2012:
klik met de rechtermuisknop op het Start-venster of veeg omhoog of omlaag op het Start-venster en
selecteer All apps (Alle apps) en vervolgens Computer.
Windows 7, Vista, en Server 2008:
Klik op de startknop en selecteer Computer.
Windows XP en Server 2003:
Klik op Start en selecteer My Computer (Deze computer).
Mac OS X:
Het pictogram van de verwisselbare schijf (
) verschijnt automatisch op uw desktop (bureaublad).
C
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf en selecteer de map waarin u de bestanden wilt
opslaan.
Opmerking:
Als u het volumelabel hebt ingesteld, wordt dit als stationsnaam weergegeven. Als u het volumelabel niet hebt
ingesteld, wordt de verwisselbare schijf als stationsnaam weergegeven (in Windows XP en Server 2003).
Gebruikershandleiding
Gegevens overbrengen met behulp van een extern opslagapparaat
158
D
Selecteer op de vaste schijf van uw computer de map met de bestanden die u wilt kopiëren. Selecteer nu de
bestanden en sleep ze naar de map op het opslagapparaat.
c
Belangrijk:
Voor Mac OS X-gebruikers
U moet het pictogram van de verwisselbare schijf op het bureaublad altijd naar de prullenmand slepen
voordat u het opslagapparaat verwijdert, want anders kunnen gegevens op het opslagapparaat verloren gaan.
Gebruikershandleiding
Gegevens overbrengen met behulp van een extern opslagapparaat
159
Foutindicatoren
Foutmeldingen op het configuratiescherm
In dit gedeelte wordt de betekenis beschreven van de berichten die op het lcd-scherm worden weergegeven.
U kunt fouten ook controleren in het Statusmenu door op
te drukken.
& “Statusmenu” op pagina 24
Berichten Oplossingen
Vastgelopen papier
& “Vastgelopen papier” op pagina 168
Printerfout. Schakel de voeding uit en weer in. Raad-
pleeg uw documentatie voor details.
Zet het apparaat uit en daarna weer aan. Zorg ervoor dat er
geen papier meer in het apparaat zit. Neem contact op met Ep-
son Support als de foutmelding nog steeds wordt weergegeven.
Onderhoudscassette is aan het einde van zijn levens-
duur.
U moet hem vervangen.
Vervang de onderhoudscassette.
& “De onderhoudscassette vervangen” op pagina 145
De telefoonlijn is aangesloten op een andere uitgang.
& “Verbinden met een telefoonlijn” op pagina 78
Sluit de telefoonlijn aan op de uitgang “LINE“.
Telefoonlijn niet aangesloten.
Geen kiestoon gedetecteerd.
& ““Geen kiestoon” opgetreden” op pagina 192
Combinatie van IP-adres en subnetmasker is ongeldig.
Raadpleeg uw documentatie.
Zie de online Netwerkhandleiding.
Communicatiefout
Verificatiefout
DNS-fout
Zie de oplossing in de volgende sectie.
& “Foutcode in het Statusmenu” op pagina 160
Recovery Mode De update van de firmware is mislukt. U moet de firmware op-
nieuw proberen te updaten. Houd een USB-kabel bij de hand en
breng een bezoek aan uw lokale Epson-website voor verdere in-
structies.
& “Hulp vragen” op pagina 215
Foutcode in het Statusmenu
Als een taak niet goed wordt uitgevoerd, controleert u de foutcode die in de geschiedenis van elke taak wordt
weergegeven. U kunt de foutcode controleren door op
te drukken en vervolgens Taakgeschiedenis te selecteren.
Raadpleeg de volgende tabel om het probleem en de oplossing te vinden.
Code Probleem Oplossing
001 Het apparaat werd uitgeschakeld door een
stroomstoring.
-
Gebruikershandleiding
Foutindicatoren
160
Code Probleem Oplossing
101 Het geheugen is vol. Maak de afdruktaak kleiner.
102 Het sorteren van afdrukken is mislukt wegens
te weinig beschikbaar geheugen.
Wis gedownloade lettertypen via Gegevens intern geh.wissen
of maak de afdruktaak kleiner.
Als u de afdruktaak niet kleiner wilt maken, drukt u één exem-
plaar per keer af.
103 Afdrukkwaliteit is lager wegens te weinig be-
schikbaar geheugen.
Als de kwaliteit van de afdruk niet acceptabel is, probeert u de
pagina eenvoudiger te maken door het aantal afbeeldingen of
het aantal lettertypen en de grootte daarvan te verminderen.
104 Omgekeerd afdrukken is mislukt wegens te wei-
nig beschikbaar geheugen.
Wis lettertypegegevens.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
Maak de afdruktaak kleiner.
106 Er kan niet worden afgedrukt vanaf de compu-
ter vanwege de instellingen voor toegangsbe-
heer.
Neem contact op met de printerbeheerder.
107 Gebruikersverificatie is mislukt. De taak is gean-
nuleerd.
Neem contact op met de printerbeheerder.
108 Er zijn gegevens van een vertrouwelijke afdruk-
taak verwijderd omdat de printer werd uitge-
schakeld.
-
109 De ontvangen fax is al verwijderd. -
110 De taak is alleen op één zijde afgedrukt omdat
het geladen papier dubbelzijdig afdrukken niet
ondersteunt.
-
111 Te weinig beschikbaar geheugen. Maak de afdruktaak kleiner.
201 Het geheugen is vol.
& “Fout met vol geheugen treedt op” op pagina 192
202 De verbinding van de lijn werd verbroken door
het apparaat van de ontvanger.
Wacht enkele ogenblikken en probeer het opnieuw.
203 Het apparaat kan de kiestoon niet detecteren. Controleer dat de telefoonlijn goed is aangesloten.
& “Verbinden met een telefoonlijn” op pagina 78
In de volgende sectie vindt u meer oplossingen.
& ““Geen kiestoon” opgetreden” op pagina 192
204 Het apparaat van de ontvanger is bezet. Wacht enkele ogenblikken en probeer het opnieuw.
205 Het apparaat van de ontvanger reageert niet.
206 De telefoonkabel is onjuist aangesloten op de
LINE- en EXT-poort van het apparaat.
Sluit het apparaat goed op de telefoonlijn aan.
& “Verbinden met een telefoonlijn” op pagina 78
207 Het apparaat is niet aangesloten op de telefoon-
lijn.
208 De fax kan niet naar enkele van de opgegeven
ontvangers worden verzonden.
Druk een Faxlogboek af via Faxverslag om te controleren wel-
ke ontvangers de fax niet hebben ontvangen.
& “Een faxrapport afdrukken” op pagina 98
Wanneer Foutgeg. opslaan is ingesteld op Aan, kunt u een fax
opnieuw verzenden via Taakmonitor in het Statusmenu.
Gebruikershandleiding
Foutindicatoren
161
Code Probleem Oplossing
301
401
Er is onvoldoende opslagruimte beschikbaar
om de gegevens op te slaan in het externe ge-
heugenapparaat.
Vergroot de opslagruimte.
Tijdens het scannen verkleint u het aantal documenten of wij-
zigt u de volgende instellingen om de grootte van de gescan-
de gegevens te reduceren.
- Selecteer een lagere resolutie.
- Selecteer een hogere Compressieverhouding.
& “De modus Scan” op pagina 104
302
402
Het geheugen van het externe apparaat is schrijf-
beveiligd.
Schakel schrijfbeveiliging van het geheugen op het externe ap-
paraat uit.
303 Er is geen map gemaakt om de gescande gege-
vens op te slaan.
Plaats een ander extern geheugenapparaat.
304
404
Het externe geheugenapparaat is verwijderd. Plaats het externe apparaat terug.
305 Er is een fout opgetreden tijdens het opslaan
van de gegevens naar het externe geheugenap-
paraat.
-
405 Er is een fout opgetreden tijdens het opslaan
van de gegevens naar het externe geheugenap-
paraat.
Plaats het externe geheugenapparaat terug.
Gebruik een ander extern geheugenapparaat waarop u een
map hebt gemaakt met behulp van de functie Map voor op-
slag maken.
306
315
327
Het geheugen is vol. Wacht tot andere actieve taken zijn voltooid.
311
321
411
421
Er is een DNS-fout opgetreden. Controleer de DNS-instellingen van het apparaat in het confi-
guratiescherm. Selecteer het menu zoals hieronder is weerge-
geven.
Instellingen > Systeembeheer > Wi-Fi-netwerkinstellingen >
Geavanceerde instellingen > DNS-server
Controleer de DNS-instellingen voor de server, de computer of
het toegangspunt.
312
412
Er is een verificatiefout opgetreden. Controleer de instellingen van de E-mailserver voor het appa-
raat. Selecteer het menu zoals hieronder weergegeven om de
verbindingscontrole uit te voeren.
Instellingen > Systeembeheer > Wi-Fi-netwerkinstellingen >
Geavanceerde instellingen > E-mailserver > Verbinding contro-
leren
313
413
Er is een communicatiefout opgetreden. Controleer de instellingen van de E-mailserver voor het appa-
raat. Selecteer het menu zoals hieronder weergegeven om de
verbindingscontrole uit te voeren.
Instellingen > Systeembeheer > Wi-Fi-netwerkinstellingen >
Geavanceerde instellingen > E-mailserver > Verbinding contro-
leren
Zorg dat het apparaat goed is verbonden met het netwerk.
Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
Foutindicatoren
162
Code Probleem Oplossing
314 De gegevensgrootte overschrijdt de maximum-
grootte voor bijgevoegde bestanden.
Verhoog tijdens het scannen de instelling van Max. grootte bij-
lage of wijzig de volgende instellingen om de grootte van de
gescande gegevens te reduceren.
- Selecteer een lagere resolutie.
- Selecteer een hogere Compressieverhouding.
322
422
Er is een verificatiefout opgetreden. Controleer of het ingevoerde mappad, de gebruikersnaam en
het wachtwoord juist zijn.
323
423
Er is een communicatiefout opgetreden. Zorg dat het apparaat goed is verbonden met het netwerk.
Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie.
Controleer de instellingen voor Locatie.
Er bestaat al een bestand met dezelfde naam in de opgegeven
map. Controleer of het bestand niet geopend is en geen al-
leen-lezen bestand is.
324 Er bestaat al een bestand met dezelfde naam in
de opgegeven map.
Verwijder het bestand met dezelfde naam of wijzig het Voor-
voegsel bestandsnaam in Bestandsinstellingen.
325
425
Er is onvoldoende opslagruimte beschikbaar
om de gegevens op te slaan in de opgegeven
map.
Vergroot de opslagruimte.
Wanneer u naar een map scant, verkleint u het aantal documen-
ten of wijzigt u de volgende instellingen om de grootte van de
gescande gegevens te reduceren.
- Selecteer een lagere resolutie.
- Selecteer een hogere Compressieverhouding.
328
428
De bestemming was onjuist of de bestemming
bestaat niet.
Controleer of het ingevoerde mappad, de gebruikersnaam en
het wachtwoord juist zijn.
331 Er is een communicatiefout opgetreden bij het
ophalen van de bestemmingslijst.
Zorg dat het apparaat goed is verbonden met het netwerk.
Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie.
332 Er is onvoldoende opslagruimte beschikbaar
om de gescande gegevens op te slaan in de
doelopslag.
Verklein het aantal documenten.
333 De bestemming kon niet worden gevonden om-
dat de bestemmingsgegevens naar de server
zijn geüpload voordat de gescande gegevens
werden verzonden.
Selecteer de bestemming opnieuw.
334 Er is een fout opgetreden bij het verzenden van
de gescande gegevens.
-
341 Er is een communicatiefout opgetreden. Zorg dat het apparaat goed is verbonden met de computer of
het netwerk. Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer in-
formatie.
Controleer of u Document Capture Pro hebt geïnstalleerd voor-
dat u Scan naar computer gebruikt.
& “Document Capture Pro” op pagina 76
Gebruikershandleiding
Foutindicatoren
163
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
De oorzaak van het probleem opsporen
Volg in geval van printerproblemen altijd de volgende twee stappen. Probeer eerst de oorzaak van het probleem te
achterhalen en pas dan de meest voor de hand liggende oplossingen toe totdat het probleem is opgelost.
De informatie die u nodig hebt om de meest voorkomende problemen te lokaliseren en op te lossen krijgt u via de
online-probleemoplossing, het configuratiescherm of de statusmonitor. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.
Als u specifieke problemen hebt met de afdrukkwaliteit, een afdrukprobleem dat geen verband houdt met de
afdrukkwaliteit of een probleem met de papierinvoer, of als de printer helemaal niets meer wil doen, raadpleeg dan
het betreffende gedeelte.
Voordat u een probleem kunt oplossen, kan het noodzakelijk zijn het afdrukken te annuleren.
& “Afdrukken annuleren” op pagina 52
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
164
De printerstatus controleren
Als er tijdens het afdrukken een probleem optreedt, verschijnt er een foutbericht in het venster van de statusmonitor.
Wanneer u een cartridge of de onderhoudscassette moet vervangen, klikt u op de knop How to (Hoe) in het
venster. De statusmonitor begeleidt u vervolgens stap voor stap door de procedure voor het vervangen van de
cartridge of de onderhoudscassette.
Voor Windows
U kunt de EPSON Status Monitor 3 op twee manieren openen:
Dubbelklik op het printerpictogram op de taakbalk van Windows. Raadpleeg het gedeelte hierna voor
informatie over het toevoegen van dit pictogram aan de taakbalk:
& “Via het snelkoppelingspictogram op de taskbar (taakbalk)” op pagina 46
Open de printerdriver, klik op het tabblad Maintenance (Hulpprogramma's) en klik op de knop EPSON
Status Monitor 3.
Wanneer u EPSON Status Monitor 3 opent, wordt het volgende venster weergegeven:
Opmerking:
Als EPSON Status Monitor 3 niet verschijnt, gaat u naar de printerdriver en klikt u op het tabblad Maintenance
(Hulpprogramma's) en vervolgens op de knop Extended Settings (Extra instellingen). In het venster Extended
Settings (Extra instellingen) schakelt u het selectievakje Enable EPSON Status Monitor 3 (EPSON Status Monitor
3 inschakelen) in.
Afhankelijk van de huidige instellingen is het mogelijk dat de vereenvoudigde statusmonitor wordt weergegeven.
Klik op de knop Details om het bovenstaande venster weer te geven.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
165
EPSON Status Monitor 3 biedt de volgende informatie:
Current Status (Huidige status):
Als de inkt bijna of helemaal op is of de onderhoudscassette bijna of helemaal vol, verschijnt de knop How to
(Hoe) in het venster EPSON Status Monitor 3. Wanneer u op How to (Hoe) klikt, worden instructies voor het
vervangen van de cartridge of onderhoudscassette weergegeven.
Ink Levels (Inktniveau):
EPSON Status Monitor 3 biedt een grafische weergave van de cartridgestatus.
Information (Informatie):
U kunt informatie over de geïnstalleerde cartridges weergeven door te klikken op Information (Informatie).
Maintenance Box Service Life (Levensduur onderhoudscassette):
EPSON Status Monitor 3 biedt een grafische weergave van de status van de onderhoudscassette.
Technical Support (Technische ondersteuning):
Klik op Technical Support (Technische ondersteuning) om naar de Epson-website voor technische
ondersteuning te gaan.
Print Queue (Wachtrij):
U kunt de Windows Spooler (Windows-spooler) weergeven door te klikken op Print Queue (Wachtrij).
Voor Mac OS X
Volg de onderstaande stappen om de EPSON Status Monitor te openen.
A
Open de Epson Printer Utility 4.
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
166
B
Klik op het op het pictogram EPSON Status Monitor. De EPSON Status Monitor wordt weergegeven.
U kunt dit programma ook gebruiken om vóór het afdrukken de cartridgestatus te controleren. De EPSON Status
Monitor toont de cartridgestatus van het moment waarop het programma werd geopend. Klik op Update
(Updaten) als u de cartridgestatus wilt actualiseren.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
167
Als de inkt bijna of helemaal op is of de onderhoudscassette bijna of helemaal vol, verschijnt de knop How to
(Hoe). Klik op How to (Hoe) en de EPSON Status Monitor geeft u stapsgewijze instructies voor het vervangen
van de cartridge of onderhoudscassette.
Vastgelopen papier
!
Let op:
Kom nooit aan de knoppen op het configuratiescherm wanneer u met uw hand in de printer zit.
Opmerking:
Annuleer de afdruktaak als u hierom gevraagd wordt via een melding op het display of de printerdriver.
Klik op de in het display weergegeven knop nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Vastgelopen papier verwijderen uit de papiertoevoer achter
A
Druk de knoppen aan weerszijden van de papiertoevoer achterzijde gelijktijdig in en trek de papiertoevoer
uit het apparaat.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
168
B
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier.
C
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier.
D
Druk de knoppen aan weerszijden van de papiertoevoer achterzijde gelijktijdig in en plaats de
papiertoevoer terug.
Vastgelopen papier verwijderen uit het voorpaneel en de uitvoerlade
A
Open het voorpaneel.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
169
B
Verwijder al het papier en alle eventuele losse stukken.
C
Sluit het voorpaneel. Als het papier in de buurt van de uitvoerlade is vastgelopen, haalt u het papier
voorzichtig weg.
Vastgelopen papier verwijderen uit de papiercassette
A
Trek de papiercassette uit het apparaat.
B
Verwijder voorzichtig al het papier dat in de printer is vastgelopen.
C
Plaats het papier opnieuw in de papiercassette.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
170
D
Houd de cassette recht en schuif deze langzaam en voorzichtig terug in de printer.
Vastgelopen papier verwijderen uit de automatische
documentinvoer (ADF)
A
Verwijder de stapel papier uit de papierlade van de ADF.
B
Open het deksel van de ADF.
!
Let op:
Open in ieder geval het deksel van de ADF voordat u vastgelopen papier verwijdert. Als u dat niet doet, kan
de printer beschadigd raken.
C
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
171
D
Sluit het deksel van de automatische documentinvoer.
E
Open het deksel.
F
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier.
G
Sluit het deksel.
H
Til de papierlade van de ADF omhoog.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
172
I
Verwijder voorzichtig het vastgelopen papier.
J
Zet de papierlade van de ADF weer op zijn oorspronkelijke plaats terug.
Vastlopen van papier voorkomen
Als het papier regelmatig vastloopt, controleert u het volgende:
Het papier mag niet ruw, omgekruld of gekreukeld zijn.
Het papier dat u gebruikt moet van goede kwaliteit zijn.
De afdrukzijde van het papier in de papiercassette moet naar beneden gericht zijn.
De afdrukzijde van het papier in de papiertoevoer achterzijde moet naar boven gericht zijn.
De stapel papier moet zijn uitgewaaierd voordat u deze in de printer hebt geladen.
Let er bij gewoon papier op dat het niet boven de streep net onder de pijl H aan de binnenzijde van de
zijgeleider komt.
Zorg er bij speciaal afdrukmateriaal van Epson voor dat het aantal vellen niet meer bedraagt dan het
maximum dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven.
& “Papier selecteren” op pagina 27
De zijgeleiders moeten tegen het papier aangeschoven zijn.
De printer moet op een vlakke, stabiele ondergrond staan die groter is dan de printer. De printer werkt niet
goed als hij scheef staat.
Opnieuw afdrukken na een papierstoring (alleen voor Windows)
Wanneer u een afdruktaak annuleert als gevolg van een papierstoring, kunt u die taak opnieuw afdrukken zonder
de reeds afgedrukte pagina's nog een keer af te drukken.
A
Verhelp de papierstoring.
& “Vastgelopen papier” op pagina 168
B
Open de printerinstellingen.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
173
C
Schakel het selectievakje Print Preview (Afdrukvoorbeeld) in op het venster Main (Hoofdgroep) van de
printerdriver.
D
Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
E
Klik op OK om het venster met printerinstellingen te sluiten en druk uw bestand af. Het venster Print
Preview (Afdrukvoorbeeld) wordt geopend.
F
Selecteer een pagina die al is afgedrukt in het vak met de paginalijst aan de linkerkant en selecteer
vervolgens Remove Page (Pagina verwijderen) in het menu Print Options (Afdrukopties). Doe dit voor
alle pagina's die al zijn afgedrukt.
G
Klik op Print (Afdrukken) in het venster Print Preview (Afdrukvoorbeeld).
Hulp voor de afdrukkwaliteit
Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, maak dan een vergelijking met de volgende illustraties. Klik op het
bijschrift onder de illustratie die het meest overeenkomt met uw afdruk.
De printer werkt normaal
De printer werkt normaal
& “Horizontale strepen” op pagina 175
& “Verticale strepen of verstoring” op pagi-
na 175
& “Horizontale strepen” op pagina 175 & “Verticale strepen of verstoring” op pagi-
na 175
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
174
& “Onjuiste of ontbrekende kleuren” op pagi-
na 176
& “Vage afdrukken en vegen” op pagina 176
Horizontale strepen
De afdrukzijde van het papier (de wittere of glanzendere zijde) in de papiertoevoer achterzijde moet naar
boven gericht zijn.
De afdrukzijde van het papier (de wittere of glanzendere zijde) in de papiercassette moet naar beneden gericht
zijn.
Voer het hulpprogramma voor spuitstukcontrole uit en reinig de printkoppen waarvoor de resultaten van de
controle niet goed zijn.
& “De spuitkanaaltjes in de printkop controleren” op pagina 136
Als het probleem niet is opgelost, voert u het hulpprogramma Print Head Alignment (Printkop uitlijnen) uit.
& “De printkop uitlijnen” op pagina 139
U krijgt de beste resultaten als u de cartridge verbruikt binnen zes maanden na het openen van de verpakking.
Gebruik bij voorkeur originele Epson-cartridges.
Zorg ervoor dat de papiersoort die in het display of in de printerdriver is geselecteerd, overeenkomt met het
type papier in de printer.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Als een moiré of ribbelpatroon op uw kopie te zien is, wijzigt u in het display de instelling Zoom of verplaatst
u uw origineel.
Als er een probleem met kopieerkwaliteit is, maakt u de glasplaat van de scanner schoon.
& “De buitenzijde van de printer reinigen” op pagina 143
Verticale strepen of verstoring
De afdrukzijde van het papier (de wittere of glanzendere zijde) in de papiertoevoer achterzijde moet naar
boven gericht zijn.
De afdrukzijde van het papier (de wittere of glanzendere zijde) in de papiercassette moet naar beneden gericht
zijn.
Voer het hulpprogramma voor spuitstukcontrole uit en reinig de printkoppen waarvoor de resultaten van de
controle niet goed zijn.
& “De spuitkanaaltjes in de printkop controleren” op pagina 136
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
175
Voer het hulpprogramma Print Head Alignment (Printkop uitlijnen) uit.
& “De printkop uitlijnen” op pagina 139
Voor Windows schakelt u het selectievakje High Speed (Hoge snelheid) uit in het venster More Options
(Meer opties) van de printerdriver. Zie de online-Help voor meer informatie.
Selecteer voor Mac OS X Off (Uit) in High Speed Printing (Afdrukken met hoge snelheid). Om High Speed
Printing (Afdrukken met hoge snelheid) weer te geven, klikt u door de volgende menu's: System Preferences
(Systeemvoorkeuren), Print & Scan (Afdrukken en scannen) (voor Mac OS X 10.8 of 10.7) of Print & Fax
(Afdrukken en faxen) (voor Mac OS X 10.6 of 10.5.8), uw printer (in het lijstvak Printers), Options &
Supplies (Opties en toebehoren) en vervolgens Driver (Besturingsbestand).
Zorg ervoor dat de papiersoort die in het display of in de printerdriver is geselecteerd, overeenkomt met het
type papier in de printer.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Voor Windows, als u Standard-Vivid (Standaard - Levendig) als Quality (Kwaliteit) hebt geselecteerd op het
tabblad Main (Hoofdgroep) van uw printerdriver, wijzigt u dit in Standard (Standaard).
Als u voor Mac OS X de optie Normal-Vivid (Normaal - Levendig) als Print Quality (Afdrukkwaliteit) in de
Print Settings (Printerinstellingen) in het pop-upmenu van uw printerdriver hebt geselecteerd, wijzigt u dit in
Normal (Normaal).
Als er een probleem met kopieerkwaliteit is, maakt u de glasplaat van de scanner schoon.
& “De buitenzijde van de printer reinigen” op pagina 143
Onjuiste of ontbrekende kleuren
Voor Windows schakelt u de instelling Grayscale (Grijswaarden) uit op het venster Main (Hoofdgroep) van
de printerdriver.
Voor Mac OS X schakelt u Grayscale (Grijswaarden) uit op het tabblad Print Settings (Printerinstellingen) in
het dialoogvenster Print (Afdrukken) van de printerdriver.
Pas de kleurinstellingen aan in de gebruikte toepassing of in de printerdriver.
Voor Windows: controleer het venster More Options (Meer opties).
Voor Mac OS X controleert u het dialoogvenster Color Options (Kleurenopties) via het dialoogvenster Print
(Afdrukken).
Voer het hulpprogramma voor spuitstukcontrole uit en reinig de printkoppen waarvoor de resultaten van de
controle niet goed zijn.
& “De spuitkanaaltjes in de printkop controleren” op pagina 136
Als u net een cartridge hebt vervangen, controleer dan of de datum op de verpakking nog niet is verstreken.
Het is raadzaam de cartridges ook te vervangen als de printer lange tijd niet is gebruikt.
& “Een cartridge vervangen” op pagina 131
Gebruik bij voorkeur originele Epson-cartridges en papier aanbevolen door Epson.
Vage afdrukken en vegen
Gebruik bij voorkeur originele Epson-cartridges en papier aanbevolen door Epson.
Zorg ervoor dat de printer op een vlakke, stabiele ondergrond staat die groter is dan de printer. De printer
werkt niet goed als hij scheef staat.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
176
Zorg ervoor dat het papier niet beschadigd, vuil of te oud is.
Het papier moet droog zijn en de afdrukzijde van het papier (de wittere of glanzendere zijde) in de
papiertoevoer achterzijde moet naar boven gericht zijn.
Het papier moet droog zijn en de afdrukzijde van het papier (de wittere of glanzendere zijde) in de
papiercassette moet naar beneden gericht zijn.
Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het is omgekruld in de
richting van de afdrukzijde.
Zorg ervoor dat de papiersoort die in het display of in de printerdriver is geselecteerd, overeenkomt met het
type papier in de printer.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Verwijder elk afgedrukt vel meteen uit de opvangbank.
Raak de bedrukte zijde van papier met een glanzend oppervlak niet aan en zorg ervoor dat deze zijde nergens
mee in aanraking komt. Volg de instructies bij het papier als u wilt weten hoe u het beste kunt omgaan met
het papier.
Voer het hulpprogramma voor spuitstukcontrole uit en reinig de printkoppen waarvoor de resultaten van de
controle niet goed zijn.
& “De spuitkanaaltjes in de printkop controleren” op pagina 136
Voer het hulpprogramma Print Head Alignment (Printkop uitlijnen) uit.
& “De printkop uitlijnen” op pagina 139
Selecteer in het configuratiescherm van het apparaat het menu zoals hieronder te zien is.
Instellen > Onderhoud > Dik papier > Aan
Selecteer voor Windows de optie Thick paper and envelopes (Dik papier en enveloppes) in Extended
Settings (Extra instellingen) op het tabblad Maintenance (Onderhoud) van uw printerstuurprogramma.
Selecteer voor Mac OS X 10.5.8 On (Aan) in Thick paper and envelopes (Dik papier en enveloppes). Om
Thick Paper and Envelopes (Dik papier en enveloppes) weer te geven, klikt u door de volgende menu's:
System Preferences (Systeemvoorkeuren), Print & Scan (Afdrukken en scannen) (voor Mac OS X 10.8 of
10.7) of Print & Fax (Afdrukken en scannen) (voor Mac OS X 10.6 of 10.5.8), uw apparaat (in de keuzelijst
Printers list box, Options & Supplies (Opties en toebehoren) en vervolgens Driver (Besturingsbestand).
Als u papier met een hoge dichtheid op gewoon papier afdrukt met gebruikmaking van automatisch
dubbelzijdig afdrukken, verlaagt u de Print Density (Afdrukdichtheid) en kiest u een Increase Ink Drying
Time (Langere droogtijd) in het venster Print Density Adjustment (Afdrukdichtheid aanpassen) (van
Windows) of in de Two-sided Printing Settings (Instellingen dubbelzijdig afdrukken) (van Mac OS X) van de
printerdriver. Hoe hoger de instelling van Increase Ink Drying Time (Langere droogtijd), des te langer het
afdrukken duurt.
Voor Windows selecteert u High (Hoog) als instelling voor Quality (Kwaliteit) op het tabblad Main
(Hoofdgroep).
Voor Mac OS X selecteert u Fine (Fijn) als Print Quality (Afdrukkwaliteit) in het venster Print Settings
(Afdrukinstellingen) van het dialoogvenster Print (Afdrukken).
Als het papier na het afdrukken inktvegen bevat, reinigt u de binnenkant van de printer.
& “De binne
nzijde van de printer reinigen” op pagina 144
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
177
Als er een probleem met kopieerkwaliteit is, maakt u de glasplaat van de scanner schoon.
& “De buitenzijde van de printer reinigen” op pagina 143
Diverse afdrukproblemen
Onjuiste of verminkte tekens
Verwijder eventuele onderbroken afdruktaken.
& “Afdrukken annuleren” op pagina 52
Zet de printer en de computer uit. Controleer of de interfacekabel van de printer goed is aangesloten.
Verwijder de printerdriver en installeer de driver vervolgens opnieuw.
& “De software verwijderen” op pagina 154
Als u de Hibernate (Sluimerstand) of Sleep mode (Slaapstandmodus) van uw computer handmatig activeert
terwijl de computer een afdruktaak verstuurt, worden mogelijk pagina's met onleesbare tekst afgedrukt
wanneer u uw computer de volgende keer start.
Onjuiste marges
Controleer of het papier correct in de papiertoevoer achterzijde of in de papiercassette is geplaatst.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier en enveloppen in de papiertoevoer achterzijde laden” op pagina 34
Controleer de instellingen van de marges in uw toepassing. Zorg ervoor dat de marges binnen het
afdrukgebied van de pagina vallen.
& “Afdrukgebied” op pagina 195
Zorg ervoor dat de instellingen in de printerdriver geschikt zijn voor het papierformaat dat u gebruikt.
Voor Windows: controleer het venster Main (Hoofdgroep).
Voor Mac OS X: controleer het dialoogvenster Page Setup (Pagina-instelling) of het dialoogvenster Print
(Afdrukken).
Verwijder de printerdriver en installeer de driver vervolgens opnieuw.
& “De software verwijderen” op pagina 154
Afdruk is enigszins scheef
Controleer of het papier correct in de papiertoevoer achterzijde of in de papiercassette is geplaatst.
& “Papier in de papiercassette laden” op pagina 31
& “Papier en enveloppen in de papiertoevoer achterzijde laden” op pagina 34
Selecteer een andere instelling als Draft (Concept) is geselecteerd bij Quality (Kwaliteit) in het venster Main
(Hoofdgroep) van uw printerstuurprogramma (voor Windows) of in Print Quality (Afdrukkwaliteit) is
geselecteerd bij Print Settings (Printerinstellingen) (voor Mac OS X).
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
178
Het beeldformaat of de positie van de gekopieerde afbeelding is
onjuist
Controleer of de instellingen voor de papiergrootte, indeling, documenstand, documentgrootte en zoom die
in het configuratiescherm zijn geselecteerd, overeenkomen met het gebruikte papier.
Als de randen van de kopie bijgesneden zijn, verschuift u het origineel wat weg van de hoek.
Reinig de glasplaat.
& “De buitenzijde van de printer reinigen” op pagina 143
Omgekeerd beeld
Voor Windows: schakel het selectievakje Mirror Image (Spiegel afbeelding) in het venster More Options
(Meer opties) van de printerdriver uit of schakel de instelling Mirror Image (Spiegel afbeelding) uit in de
toepassing.
Voor Mac OS X: schakel het selectievakje Mirror Image (Spiegel afbeelding) bij Print Settings
(Printerinstellingen) in het dialoogvenster Print (Afdrukken) van de printerdriver uit of schakel de instelling
Mirror Image (Spiegel afbeelding) uit in het programma.
Verwijder de printerdriver en installeer de driver vervolgens opnieuw.
& “De software verwijderen” op pagina 154
Lege pagina's
Zorg ervoor dat de instellingen in de printerdriver geschikt zijn voor het papierformaat dat u gebruikt.
Voor Windows: controleer het venster Main (Hoofdgroep).
Voor Mac OS X: controleer het dialoogvenster Page Setup (Pagina-instelling) of het dialoogvenster Print
(Afdrukken).
Voor Windows: controleer de instelling Skip Blank Page (Lege pagina overslaan) door te klikken op de knop
Extended Settings (Extra instellingen) in het venster Maintenance (Hulpprogramma's) van de printerdriver.
Selecteer voor Mac OS X On (Aan) in Skip Blank Page (Lege pagina overslaan). Om Skip Blank Page (Lege
pagina overslaan) weer te geven, klikt u door de volgende menu's: System Preferences (Systeemvoorkeuren),
Print & Scan (Afdrukken en scannen) (voor Mac OS X 10.8 or 10.7) of Print & Fax (Afdrukken en faxen)
(voor Mac OS X 10.6 of 10.5.8), uw printer (in het lijstvak Printers), Options & Supplies (Opties en
toebehoren) en vervolgens Driver (Besturingsbestand).
Verwijder de printerdriver en installeer de driver vervolgens opnieuw.
& “De software verwijderen” op pagina 154
De afdrukzijde bevat vlekken of vegen
Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het is omgekruld in de
richting van de afdrukzijde.
Maak de binnenkant van het apparaat schoon via de functie Papiergeleider reinigen.
& “De binnenzijde van de printer reinigen” op pagina 144
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
179
Verwijder de printerdriver en installeer de driver vervolgens opnieuw.
& “De software verwijderen” op pagina 154
Afdrukken verloopt te traag
Zorg ervoor dat de papiersoort die in het display of in de printerdriver is geselecteerd, overeenkomt met het
type papier in de printer.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Kies een lagere afdrukkwaliteit in het venster Main (Hoofdgroep) van het printerstuurprogramma
(Windows), of in het dialoogvenster Print Settings (Printerinstellingen) in het dialoogvenster Print
(Afdrukken) van de printerdriver (Mac OS X).
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
Wanneer de instellingen van Increase Ink Drying Time (Langere droogtijd) worden gewijzigd, wordt er
mogelijk langzamer afgedrukt. Kies een kortere tijd voor Increase Ink Drying Time (Langere droogtijd) in het
venster Print Density Adjustment (Afdrukdichtheid aanpassen) (voor Windows) of in Two-sided Printing
Settings (Instellingen dubbelzijdig afdrukken) (voor Mac OS X) van uw printerstuurprogramma.
Sluit alle toepassingen die niet echt nodig zijn.
Als u gedurende langere tijd onafgebroken afdrukt, kan hef afdrukken erg lang duren. Zo wordt de
afdruksnelheid verminderd en wordt voorkomen dat het afdrukmechanisme warmloopt en beschadigd raakt.
Als dit gebeurt, kunt u wel doorgaan met afdrukken, maar het is raadzaam om te stoppen en de printer
minstens 30 minuten te laten afkoelen met de stroom ingeschakeld. (Met de stroom uit is een goed herstel niet
mogelijk.) Wanneer u opnieuw begint, wordt weer op normale snelheid afgedrukt.
Verwijder de printerdriver en installeer de driver vervolgens opnieuw.
& “De software verwijderen” op pagina 154
Raadpleeg het volgende gedeelte als u alle hiervoor beschreven oplossingen hebt geprobeerd zonder enig succes.
Papier wordt niet goed doorgevoerd
Het papier wordt niet ingevoerd
Verwijder de stapel papier en controleer het volgende:
U hebt de papiercassette helemaal in het apparaat ingebracht.
Het papier mag geen krullen of vouwen vertonen.
Het papier mag niet te oud zijn. Zie de instructies bij het papier voor meer informatie.
Let er bij gewoon papier op dat het niet boven de streep net onder de pijl H aan de binnenzijde van de
zijgeleider komt.
Zorg er bij speciaal afdrukmateriaal van Epson voor dat het aantal vellen niet meer bedraagt dan het
maximum dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven.
& “Papier selecteren” op pagina 27
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
180
Het papier mag niet vastgelopen zijn in de printer. Verwijder zo nodig het vastgelopen papier.
& “Vastgelopen papier” op pagina 168
De cartridges mogen niet leeg zijn. Vervang lege cartridges.
& “Een cartridge vervangen” op pagina 131
Alle speciale laadinstructies voor het papier moeten goed zijn opgevolgd.
Reinig de binnenzijde van de printer.
& “De binnenzijde van de printer reinigen” op pagina 144
Er worden meerdere pagina's tegelijk ingevoerd
Let er bij gewoon papier op dat het niet boven de streep net onder de pijl H aan de binnenzijde van de
zijgeleider komt.
Zorg er bij speciaal afdrukmateriaal van Epson voor dat het aantal vellen niet meer bedraagt dan het
maximum dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven.
& “Papier selecteren” op pagina 27
De zijgeleiders moeten tegen het papier aangeschoven zijn.
Zorg ervoor dat het papier niet gekruld of gevouwen is. Is dit wel het geval, strijk het dan glad in
tegenovergestelde richting.
Verwijder de stapel papier en zorg ervoor dat het papier niet te dun is.
& “Papier” op pagina 195
Waaier de randen van de stapel papier los en plaats het papier vervolgens opnieuw.
Papiercassette 2 wordt niet in de printerdriver weergegeven
Nadat u de optionele papiercassette hebt geïnstalleerd, moet u deze inschakelen in de printerdriver.
& “De optionele cassette inschakelen in de printerdriver” op pagina 135
Papier niet goed geladen
Als u het papier te ver in de printer hebt gestoken, kan het papier niet goed in de printer worden gevoerd. Zet de
printer uit en verwijder het papier voorzichtig. Zet de printer aan en laad het papier nu op de juiste wijze in de
papiertoevoer.
Papier wordt niet volledig uitgeworpen of is gekreukeld
Als het papier niet helemaal naar buiten komt, drukt u op de knop van het configuratiescherm voor het
uitwerpen van papier. Als het papier binnen in de printer is vastgelopen, verwijdert u het zoals hierna
beschreven.
& “Vastgelopen papier” op pagina 168
Als het papier gekreukeld uit de printer komt, is het mogelijk vochtig of te dun. Laad een nieuwe stapel papier.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
181
Opmerking:
Bewaar ongebruikt papier in de originele verpakking en op een droge plaats.
De printer drukt niet af
Er branden geen lampjes
Druk op de knop P om de printer aan te zetten.
Controleer of het netsnoer goed in het stopcontact zit.
Controleer of het stopcontact goed werkt en niet met een muurschakelaar of tijdklok wordt geregeld.
Het configuratiescherm of de lampjes lichten op
Zet de printer en de computer uit. Controleer of de interfacekabel van de printer goed is aangesloten.
Als u de USB-interface gebruikt, neem dan een kabel die voldoet aan de specificaties voor USB of Hi-Speed USB.
Als u de printer op uw computer aansluit via een USB-hub, sluit u de printer aan op de hoofdhub van uw
computer. Als de printerdriver dan nog steeds niet herkend wordt door de computer, sluit u de printer
rechtstreeks aan op de computer zonder de USB-hub.
Controleer of de USB-hub wordt herkend door de computer als u de printer aansluit via een USB-hub.
Als u een grote afbeelding probeert af te drukken, beschikt uw computer wellicht over onvoldoende geheugen.
Verlaag de resolutie van de afbeelding of druk de afbeelding af op een kleiner formaat. Misschien moet u extra
geheugen installeren in de computer.
Gebruikers van Windows kunnen eventuele onderbroken afdruktaken verwijderen uit de Windows Spooler
(Windows-spooler).
& “Afdrukken annuleren” op pagina 52
Verwijder de printerdriver en installeer de driver vervolgens opnieuw.
& “De software verwijderen” op pagina 154
Access Control (Toegangscontrole) is ingeschakeld
Voor Windows: wanneer de functie Access Control (Toegangscontrole) is ingeschakeld, moet u de
gebruikersnaam en het wachtwoord invoeren om met behulp van de printerdriver te kunnen afdrukken.
Als u de gebruikersnaam en het wachtwoord niet weet, neemt u contact op met de printerbeheerder.
& “Instellingen van Access Control (Toegangsbeheer) voor Windows” op pagina 47
Afhankelijk van de gebruikersnaam en het wachtwoord is afdrukken mogelijk niet toegestaan. Neem contact
op met printerbeheerder voor meer informatie.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
182
De PostScript-printerdriver
Opmerking:
Afhankelijk van uw computer kunnen het daadwerkelijke menu en de tekst in de printerdriver verschillen.
De printer drukt niet af
Controleer of de Afdruktaal op de printer is ingesteld op Auto of PS3.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
Als in Windows een groot aantal afdruktaken wordt verzonden, is het mogelijk dat afdrukgegevens niet op de
juiste wijze vanuit de spooler worden verzonden. Selecteer in dat geval Print directly to the printer
(Rechtstreeks naar de printer afdrukken) in de printereigenschappen op de computer.
& “Printereigenschappen voor Windows openen” op pagina 46
Als u geen tekst kunt afdrukken, ook niet wanneer op de printer Tekstdetectie is ingesteld op Aan, controleert
u of de Afdruktaal is ingesteld op PS3.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
De printer drukt niet correct af
Als het bestand gemaakt is in een toepassing waarin u de gegevensopmaak of codering kunt wijzigen, zoals
Photoshop, let er dan op dat de instellingen in de toepassing overeenkomen met die van de printerdriver.
EPS-bestanden in binaire indeling worden mogelijk niet correct afgedrukt. Stel de indeling in op ASCII
wanneer u in een toepassing EPS-bestanden maakt.
In Windows kan de printer geen binaire gegevens afdrukken wanneer deze via een USB-interface op de
computer is aangesloten. Zorg ervoor dat ASCII of TBCP is geselecteerd als Output Protocol
(Uitvoerprotocol) op het tabblad Device Settings (Apparaatinstellingen) in de printereigenschappen.
& “Printereigenschappen voor Windows openen” op pagina 46
Diverse afdrukproblemen
Stel in Windows de juiste vervangende lettertypen in op het tabblad Apparaatinstellingen in de
printereigenschappen.
& “Printereigenschappen voor Windows openen” op pagina 46
U kunt geen kleurinstellingen definiëren op het tabblad Paper/Quality (Papier/Kwaliteit) in de
printereigenschappen.
Open de printerdriver en stel Color Mode (Kleurenmodus) in het venster Advanced Options (Geavanceerde
opties) in.
& “De printerdriver voor Windows openen” op pagina 45
& “De printerdriver voor Mac OS X openen” op pagina 47
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
183
Het afdrukken duurt lang
Stel Print Quality (Afdrukkwaliteit) in op Fast (Snel) in het menu Advanced Options (Geavanceerde opties) van
de printerdriver.
Overige problemen
Gewoon papier stil afdrukken
Wanneer normaal papier is geselecteerd voor het papiertype in het printerstuurprogramma, kunt u Quiet Mode
(Stille modus) selecteren voor stillere bewerkingen. Hiermee wordt de afdruksnelheid verlaagd.
Voor Windows selecteert u On (Aan) als Quiet Mode (Stille modus) op het tabblad Main (Hoofdgroep) van uw
printerstuurprogramma.
Selecteer voor Mac OS X On (Aan) in Quiet Mode (Stille modus). Om Quiet Mode (Stille modus) weer te geven,
klikt u door de volgende menu's: System Preferences (Systeemvoorkeuren), Print & Scan (Afdrukken en
scannen) (voor Mac OS X 10.8 of 10.7) of Print & Fax (Afdrukken en faxen) (voor Mac OS X 10.6 of 10.5), uw
printer (in het lijstvak Printers), Options & Supplies (Opties en toebehoren) en vervolgens Driver
(Besturingsbestand).
Het externe geheugenapparaat wordt niet herkend
Het externe geheugenapparaat wordt niet herkend, afhankelijk van de instellingen van Interface
geheugenapparaat. Selecteer het menu zoals hieronder is weergegeven.
Instellingen > Systeembeheer > Interface geheugenapparaat > Geheugenapp. > Inschakelen
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor afdrukken/kopiëren
184
Probleemoplossing voor scannen
Problemen aangeduid door meldingen op het display
of via statuslampjes
Controleer of het product correct op de computer is aangesloten.
Schakel het product even uit en dan weer in. Indien het probleem nog niet is opgelost, functioneert het
product mogelijk onjuist of moet de lichtbron van de scanner worden vervangen. Raadpleeg de leverancier.
Controleer of de software voor het scannen volledig is geïnstalleerd.
Ga naar uw lokale Epson-website voor meer informatie over opnieuw installeren.
& “Hulp vragen” op pagina 215
Problemen bij het starten van het scannen
Controleer het statuslampje en verzeker dat het product voor het scannen gereed staat.
Controleer of de kabels goed op het product en een normaal functionerend stopcontact zijn aangesloten.
Zet het product en de computer uit en controleer vervolgens of de kabel tussen beide apparaten goed is
aangesloten.
Zorg ervoor dat indien een lijst met scanners verschijnt, u het juiste product selecteert wanneer u begint met
scannen.
Probeer het product rechtstreeks aan te sluiten op de USB-poort van de computer of via slechts één USB-hub.
De mogelijkheid bestaat dat het product niet goed werkt wanneer deze op de computer is aangesloten via
meer dan één USB-hub. Als het probleem niet verdwijnt, probeert u het product rechtstreeks op de computer
aan te sluiten.
Indien er meer dan een product met uw computer is verbonden, werkt het mogelijk niet. Verbind uitsluitend
het product dat u wilt gebruiken en probeer vervolgens opnieuw te scannen.
Als de scansoftware niet goed werkt, verwijdert u eerst de software en installeert u deze opnieuw.
& “De software verwijderen” op pagina 154
Ga naar uw lokale Epson-website voor meer instructies voor opnieuw installeren.
& “Hulp vragen” op pagina 215
Als u op de knop Keep Blocking (Blijven blokkeren) hebt geklikt in het venster Windows Security Alert
(Windows-beveiligingsmelding) tijdens of na het installeren van de Epson-software, moet u Document
Capture Pro deblokkeren.
& “Document Capture Pro deblokkeren” op pagina 186
Wanneer Toegangsbeheer van de printer is ingesteld op Aan, moet u de gebruikersnaam en het wachtwoord
invoeren in EPSON Scan Settings (Scaninstellingen voor EPSON) om EPSON Scan te kunnen gebruiken.
& “Instellingen voor Access Control (Toegangsbeheer) (alleen Windows)” op pagina 67
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor scannen
185
Om te kunnen scannen naar Document Capture Pro, moet u Document Capture Pro installeren en vooraf een
taak registreren.
& “Document Capture Pro” op pagina 76
Document Capture Pro deblokkeren
A
Klik op Start of de startknop en wijs vervolgens naar Control Panel (Configuratiescherm).
Voor Windows 8: selecteer Desktop (Bureaublad), de charm Settings (Instellingen) en Control Panel
(Configuratiescherm).
B
Ga op een van de volgende manieren te werk.
Windows 8 en 7:
Selecteer System and Security (Systeem en beveiliging).
Windows Vista:
Selecteer Security (Beveiliging).
Windows XP:
Selecteer Security Center (Beveiligingscentrum).
C
Ga op een van de volgende manieren te werk.
Windows 8, 7 en Vista:
Selecteer Allow a program through Windows Firewall (Een programma via Windows Firewall
toestaan).
Windows XP:
Selecteer Windows Firewall.
D
Selecteer EEventManager Application in de lijst.
Opmerking:
Epson Event Manager wordt geïnstalleerd bij Document Capture Pro.
Windows 8 en 7:
Controleer of het selectievakje voor EEventManager Application is ingeschakeld in de lijst Allowed
programs and features (Toegestane programma's en functies).
Windows Vista:
Klik op het tabblad Exceptions (Uitzonderingen) en controleer vervolgens of het selectievakje voor
EEventManager Application is ingeschakeld in de lijst Program or port (Programma of poort).
Windows XP:
Klik op het tabblad Exceptions (Uitzonderingen) en controleer vervolgens of het selectievakje voor
EEventManager Application is ingeschakeld in de lijst Programs and Services (Programma's en services).
E
Klik op OK.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor scannen
186
Gebruik van de automatische documentinvoer (ADF)
Indien de documentklep of ADF-afdekking open is, moet u deze sluiten en opnieuw proberen te scannen.
Controleer of de kabels goed op het product en een normaal functionerend stopcontact zijn aangesloten.
Gebruik van andere scansoftware dan de Epson Scan driver
Controleer als u gebruik maakt van TWAIN-programma's, of het juiste apparaat is geselecteerd onder
Scanner of Source (Bron).
Indien u geen TWAIN-scanprogramma's kunt gebruiken, moet u het TWAIN-scanprogramma verwijderen
en vervolgens weer installeren.
& “De software verwijderen” op pagina 154
Problemen met papierinvoer
Het papier wordt vuil
Het product moet mogelijk worden gereinigd.
& “De printer reinigen” op pagina 143
Meerdere vellen papier worden ingevoerd
Het product voert mogelijk tegelijk meerdere vellen papier in wanneer u ongeschikt of slecht papier hebt
geladen.
& “Specificaties automatische documentinvoer (ADF)” op pagina 197
Het product moet mogelijk worden gereinigd.
& “De printer reinigen” op pagina 143
Papier vastgelopen in de automatische documentinvoer (ADF)
Verwijder het vastgelopen papier in de ADF.
& “Vastgelopen papier verwijderen uit de automatische documentinvoer (ADF)” op pagina 171
Problemen met de scantijd
Scannen met hoge resolutie duurt lang.
Wanneer Quiet Mode (Stille modus) is geselecteerd, kan het scannen langer duren.
Selecteer Quiet Mode (Stille modus) in de vervolgkeuzelijst in het instellingenvenster Epson Scan
Configuration (Configuratie).
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor scannen
187
Problemen met de gescande beelden
De scankwaliteit is onvoldoende
De scankwaliteit kan worden verbeterd door de huidige instellingen te veranderen of het gescande beeld aan te
passen.
& “Mogelijkheden voor het aanpassen van afbeeldingen” op pagina 71
In de gescande afbeelding is te zien wat er achter op het origineel staat
Als uw origineel op dun papier staat, kan de achterzijde doorschijnen. Dit doorschijnende beeld wordt
meegescand en dus zichtbaar gemaakt in de scan. Leg een vel zwart papier achter uw origineel tijdens het scannen.
Of schakel het selectievakje Text Enhancement (Tekst verbeteren) in de Office-modus in.
Tekens zijn wazig
In Office Mode (Kantoormodus) schakelt u het selectievakje Text Enhancement (Tekst verbeteren) in.
Pas de Threshold (Drempelwaarde) aan.
Office Mode (Kantoormodus):
Selecteer Black&White (Zwart-wit) als Image Type (Beeldtype) en probeer Threshold (Drempelwaarde) in te
stellen.
Professional Mode (Professionele modus):
Selecteer Black&White (Zwart-wit) in Image type (Beeldtype). Kies de juiste instelling voor Image Option
(Beeldoptie) en probeer dan de instelling voor Threshold (Drempelwaarde) aan te passen.
Verhoog de instelling voor de resolutie.
Tekens worden niet correct herkend bij het omzetten naar bewerkbare tekst
(OCR)
Plaats het document zodanig dat het recht op de glasplaat ligt. Het document wordt mogelijk niet goed herkend
wanneer scheef geplaatst.
In de gescande afbeelding zijn ribbelpatronen te zien
Een ribbelpatroon (ook moiré genoemd) is een arceringpatroon dat zichtbaar kan worden bij het scannen van
drukwerk.
Wanneer u de glasplaat van de scanner gebruikt, verplaatst u uw originele document.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor scannen
188
Selecteer Descreening (Ontrasteren) als instelling voor de beeldkwaliteit.
Wijzig de instelling voor de Resolution (Resolutie).
Ongelijke kleuren, vlekken, punten of rechten lijnen in de afbeelding
Het product moet mogelijk intern worden gereinigd.
& “De printer reinigen” op pagina 143
Het scanvlak of de richting is onjuist
De randen van het origineel worden niet gescand
Als u met de knop of het normale voorbeeld in Professional Mode (Professionele modus) scant, moet u het
document of de foto 4,5 mm (0,18 inch) van de horizontale en verticale rand van de glasplaat plaatsen om te
voorkomen dat de scan wordt bijgesneden.
Als u met de knop of het normale voorbeeld scant, moet u het document of de foto circa 1,5 mm (0,06 inch)
van de horizontale en verticale rand van de glasplaat plaatsen om te voorkomen dat de scan wordt bijgesneden.
Meerdere documenten worden als een enkel bestand gescand
Laat steeds minimaal 20 mm (0,8 inch) ruimte tussen de verschillende documenten op de glasplaat.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor scannen
189
Het gewenste vlak kan niet worden gescand
Afhankelijk van het document kan mogelijk niet het gewenste vlak worden gescand. Gebruik het normale
voorbeeld en maak selectiekaders op het gebied dat u wilt scannen.
Wanneer u scant via het configuratiescherm, controleert u de instellingen van het Scangebied.
Wanneer u een hoge resolutie instelt, wordt het scangebied mogelijk beperkt. Verlaag de resolutie of pas het
scangebied aan in het voorbeeldvenster.
Er kan niet in de gewenste richting worden gescand
Klik op Configuration (Configuratie), selecteer het tabblad Preview (Voorbeeld) en verwijder het vinkje bij
Auto Photo Orientation (Automatische fotorichting). Plaats uw documenten vervolgens juist.
Overige problemen
Stil scannen
U kunt Quiet Mode (Stille modus) om het geluid van het scannen te reduceren. Het scannen kan echter langer
duren. Selecteer Quiet Mode (Stille modus) in de vervolgkeuzelijst in het venster Epson Scan Configuration
Setting (Configuratie-instelling Epson Scan).
Nog steeds problemen na het uitvoeren van alle
oplossingen
Indien u alle oplossingen hebt uitgeprobeerd maar het probleem nog niet is opgelost, moet u de Epson Scan
instellingen terugstellen.
Klik op Configuration (Configuratie), selecteer het tabblad Other (Andere) en klik op Reset All (Alles resetten).
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor scannen
190
Probleemoplossing voor faxen
Kan geen faxberichten verzenden of ontvangen
Zorg ervoor dat het telefoonsnoer correct is aangesloten.
& “Verbinden met een telefoonlijn” op pagina 78
Voer Faxaansluiting controleren uit om de oorzaak van het probleem te vinden.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Fax-aansl. controleren
Controleer de foutcode die voor de mislukte faxtaak wordt weergegeven, en raadpleeg de volgende sectie voor
de oplossing.
& “Foutcode in het Statusmenu” op pagina 160
Als het apparaat niet is verbonden met een telefoon en u wilt faxen automatisch ontvangen, moet u de
Ontvangstmodus instellen op Auto.
& “De ontvangstmodus instellen” op pagina 92
Als u het apparaat hebt aangesloten op een DSL-telefoonlijn, moet u een DSL-filter op de lijn installeren om te
kunnen faxen. Neem contact op met uw DSL-provider voor het nodige filter.
De snelheid voor het verzenden kan de oorzaak van het probleem zijn. Kies een langzamere snelheid voor
Faxsnelheid.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
Als het verzenden van een fax aan een specifieke ontvanger in de lijst Contacten vaak mislukt, stelt u een
lagere faxsnelheid voor die ontvanger in.
& “Een contact maken” op pagina 100
Controleer of ECM is ingeschakeld. Wanneer ECM uitgeschakeld is, kunnen er geen faxen in kleur worden
verzonden/ontvangen.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
Als een fax niet kan worden verzonden omdat het apparaat van de ontvanger niet reageert, vraagt u de
ontvanger of het faxapparaat is ingeschakeld.
Als u de fax nog steeds niet kunt verzenden, wordt dit misschien veroorzaakt door de tijd die het apparaat van
de ontvanger nodig heeft om het gesprek te beantwoorden. Het apparaat wacht na het kiezen 50 seconden op
een reactie van het apparaat van de ontvanger. Als het apparaat niet reageert, wordt de overdracht
geannuleerd. U lost dit probleem op door met een streepje (-) pauzes na het faxnummer toe te voegen. Eén
streepje betekent drie seconden pauze.
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor faxen
191
“Geen kiestoon” opgetreden
Als u het apparaat aansluit op een PBX-telefoonlijn (Private Branch Exchange) of een Terminal Adapter, wijzigt u
de instelling van Lijntype naar PBX.
& “Het lijntype instellen” op pagina 83
Als u nog steeds geen fax kunt versturen, wijzigt u de instelling van Kiestoondetectie naar Uit. Als u dit doet, is
het echter mogelijk dat het eerste cijfer van een faxnummer wordt verwijderd en dat de fax naar het verkeerde
nummer wordt verzonden.
& Instellingen > Systeembeheer > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Kiestoondetectie
Fout met vol geheugen treedt op
Als uw apparaat is ingesteld om ontvangen faxen in het postvak IN op te slaan, verwijdert u ontvangen faxen
die u al hebt gezien of afgedrukt.
Als uw apparaat is ingesteld om ontvangen faxen op te slaan op een computer of een extern opslagapparaat,
zet u de computer aan of sluit het apparaat aan om de faxen op te slaan.
Als er een fout optreedt omdat er papier vastloopt of cartridges leegraken wanneer u een fax ontvangt, wist u
de fout en vraagt u de afzender om de fax opnieuw te versturen.
Zelfs als het geheugen vol is, kunt u een monochrome fax naar één ontvanger sturen door de optie Direct
verzenden in te schakelen.
Stuur uw documenten in meerdere batches.
Problemen met kwaliteit
In verzonden faxen
Reinig de glasplaat en de automatische documentinvoer (ADF).
& “De buitenzijde van de printer reinigen” op pagina 143
Als de verzonden fax vaag of niet duidelijk was, wijzigt u de Resolutie of Dichtheid in het menu met
faxinstellingen.
& “De modus Fax” op pagina 104
Als u niet zeker bent van de mogelijkheden van het ontvangende faxapparaat, schakelt u de functie Direct
verzenden in of selecteert u Fine als de instelling voor de Resolutie voordat u de fax verzendt. Als u Superfijn
of Ultrafijn als de instelling van de Resolutie voor een monochrome fax selecteert en de fax verzendt zonder
de functie Direct verzenden te gebruiken, verlaagt het apparaat de resolutie misschien automatisch.
In ontvangen faxen
Controleer of ECM is ingeschakeld.
& “Instellingen voor Systeembeheer” op pagina 108
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor faxen
192
U kunt de fax opnieuw afdrukken vanuit het Statusmenu.
& “Verstuurde/ontvangen faxtaken controleren” op pagina 98
Overige problemen
Antwoordapparaat kan geen telefoongesprekken beantwoorden
Wanneer de Ontvangstmodus is ingesteld op Auto en een antwoordapparaat is aangesloten op dezelfde
telefoonlijn als dit apparaat, moet u het aantal belsignalen voordat faxen worden beantwoord, hoger instellen dan
het aantal belsignalen voor het antwoordapparaat.
& “Het aantal rings voor antwoorden instellen” op pagina 84
De tijd en datum van verzonden of ontvangen faxtaken is onjuist
Als de tijdstempels op faxtaken onjuist zijn of als een geplande fax niet op de opgegeven tijd wordt verstuurd,
loopt de klok van het apparaat misschien voor/achter, is de klok opnieuw ingesteld door een stroomstoring of is
het apparaat langere tijd uitgeschakeld geweest. Stel de correcte tijd in.
& Instellingen > Systeembeheer > Algemene instellingen > Datum-/tijdinstellingen
Kan ontvangen faxen niet opslaan in een extern opslagapparaat
Het externe opslagapparaat heeft misschien weinig geheugen, is schrijfbeveiligd of heeft geen opslagmap. Lees de
volgende sectie om een map te maken waarin ontvangen faxen op het apparaat worden opgeslagen.
& “Ontvangen faxen uitvoeren” op pagina 93
U kunt ontvangen faxen niet opslaan wanneer Interface geheugenapparaat is uitgeschakeld.
& Instellingen > Systeembeheer > Printerinstellingen > Interface geheugenapp.
Faxen worden met de verkeerde grootte verstuurd
Wanneer u de glasplaat van de scanner gebruikt, moet u het apparaat niet in direct zonlicht of in de buurt van
een lichtbron plaatsen. De glasplaat van de scanner detecteert het document mogelijk niet goed in de buurt
van een lichtbron.
Wanneer u uw document scant op de glasplaat van de scanner om het te faxen, moet u de documentgrootte
selecteren.
& “De modus Fax” op pagina 104
Gebruikershandleiding
Probleemoplossing voor faxen
193
Productinformatie
Systeemvereisten
Voor Windows
Systeem Interface met computer
Windows 8 (32-bits, 64-bits), Windows 7 (32-bits, 64-bits), Vista (32-bits,
64-bits), XP SP1 of higher(32-bits) of XP Professional x64 Edition, Server 2012
*
,
Server 2008 R2
*
, Server 2008
*
, Server 2003
*
en Server 2003 R2
*
Hi-Speed USB
* Alleen printerdriver en scannerdriver.
Voor Mac OS X
Systeem Interface met computer
Mac OS X 10.5.8, 10.6.x, 10.7.x, 10.8.x Hi-Speed USB
Opmerking:
Het UNIX-bestandssysteem voor Mac OS X wordt niet ondersteund.
Technische specificaties
Opmerking:
Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Printerspecificaties
Papierpad
Papiercassette 1 en 2
*
, invoer voorkant
Papiertoevoer achterzijde, invoer bovenkant
Capaciteit
27,5 mm voor papiercassette
0,9 mm voor papiertoevoer achterzijde
* Papiercassette 2 wordt alleen ondersteund door de WF-4640-serie. Optioneel voor de WF-4630/5620/5690-serie.
Gebruikershandleiding
Productinformatie
194
Papier
Opmerking:
Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment kan worden gewijzigd door de
fabrikant, kan Epson niet instaan voor de kwaliteit van papier dat niet door Epson zelf wordt geleverd.
Probeer papier altijd eerst uit voordat u hiervan grote hoeveelheden aanschaft of hierop grote taken afdrukt.
Papier van slechte kwaliteit kan leiden tot een minder goede afdrukkwaliteit, vastlopen van papier of andere
problemen. Gebruik papier van een betere kwaliteit als er zich problemen voordoen.
Losse vellen:
Formaat
A4 210 × 297 mm
B5 182 × 257 mm
A5 148 × 210 mm
A6 105 × 148 mm
10 × 15 cm (4 × 6 in.)
13 × 18 cm (5 × 7 in.)
16:9-formaat (102 × 181 mm)
Letter 8 1/2 × 11 inch
Legal 8 1/2 × 14 inch
Executive 7 1/4 × 10 1/2 in.
Papiertypen
Gewoon papier of speciaal papier van Epson
Dikte
(voor gewoon papier)
0,08 tot 0,11 mm (0,003 tot 0,004 in.)
Gewicht
(voor gewoon papier)
64 g/m (17 lb) tot 90 g/m (24 lb)
Enveloppen:
Formaat
Envelope #10 4 1/8 × 9 1/2 in.
Envelope DL 110 × 220 mm
Envelope C4 229 × 324 mm
Envelope C6.114 × 162 mm
Papiertypen
Gewoon papier
Gewicht
75 g/m (20 lb) tot 90 g/m (24 lb) voor Envelope #10, DL en C6
80 g/m (21 lb) tot 100 g/m (26 lb) voor Envelope C4
Afdrukgebied
Het ingekleurde gedeelte geeft het afdrukgebied aan.
Gebruikershandleiding
Productinformatie
195
Losse vellen:
Enveloppen:
Minimale marge
Afdrukmateriaal Losse vellen Enveloppen (#10/DL/C6) Envelop (C4)
A 3,0 mm (0,12 inch)
3,0 mm (0,12 inch)
*1
3,0 mm (0,12 inch)
*1
B 3,0 mm (0,12 inch) 5,0 mm (0,20 inch) 9,5 mm (0,38 inch)
C 3,0 mm (0,12 inch)
3,0 mm (0,12 inch)
*2
3,0 mm (0,12 inch)
*2
*1 De aanbevolen marge is 48 mm.
*2 De aanbevolen marge is 21 mm.
Opmerking:
Afhankelijk van het gebruikte papier, kan de afdrukkwaliteit minder zijn aan de boven- en onderkant van de
afdruk, of kunnen deze gedeelten vegen vertonen.
Scannerspecificaties
Type scanner Flatbed, kleuren
Gebruikershandleiding
Productinformatie
196
Foto-elektrisch apparaat CIS
Effectieve pixels
10200 × 14040 pixels bij 1200 dpi
Als een hoge resolutie-instelling is gekozen, kan het scangebied beperkt zijn.
Documentformaat 216 × 297 mm (8,5 × 11,7 inches) A4 of Letter
Scanresolutie 1200 dpi (normaal scannen)
2400 dpi (geïnterpoleerd scannen)
Outputresolutie 50 tot 4800, 7200 en 9600 dpi
(50 tot 4800 dpi in stappen van 1 dpi)
Beeldgegevens 16 bits per pixel per interne kleur
8 bits per pixel per externe kleur (max.)
Lichtbron Led
Specificaties automatische documentinvoer (ADF)
Papierinvoer Bedrukte zijde naar boven
Papieruitvoer Bedrukte zijde naar onder
Papierformaat
B5, A5
*1
, A4, Letter, Legal
*1
Papiertypen Gewoon papier
Papiergewicht 64 tot 95 g/m
Papiercapaciteit
Totale dikte van 3,5 mm, tot 35 vellen
*2, *3
*1 U kunt niet automatisch beide zijden scannen.
*2 De laadcapaciteit van het formaat Legal 10 is vellen.
*3 Papier met een gewicht van 75g/m
2
.
Fax: specificaties
Faxtype Faxtoestel voor documenten in zwart-wit en kleur (ITU-T Super Group 3)
Ondersteunde lijnen Standaard analoge telefoonlijnen, PBX-telefoonsystemen (Private Branch Exchange)
Snelheid Tot 33,6 kbps
Gebruikershandleiding
Productinformatie
197
Resolutie Monochroom
Standaard: 203 × 98 dpi
Fijn: 203 × 196 dpi
Foto: 203 × 196 dpi
Superfijn: 203 × 392 dpi
Ultrafijn: 406 × 392 dpi
Kleur
Fijn: 200 × 200 dpi
Foto: 200 × 200 dpi
Snelkeuzenummers 200
Paginageheugen Tot 550 pagina's
(Gebaseerd op ITU-T No.1-diagram)
Opnieuw kiezen
*
2 keer (met interval van 1 minuut)
Interface RJ-11-telefoonlijn
RJ-11-telefoonsetaansluiting
* De specificaties kunnen variëren per land of regio.
Specificaties netwerkinterface
Wi-Fi Standaard:
IEEE 802.11b/g/n
*1
Beveiliging: WEP (64-/128-bits)
WPA-PSK (AES)
*2
WPA-PSK (TKIP)
*2, *7
WPA2-Enterprise
*6
Frequentieband: 2,4 GHz
Communicatiewijzen: Infrastructuur
Ad-hoc
Wi-Fi Direct
*3
Ethernet Standaard:
IEEE802.3i/u/ab, IEEE802.3az
*4
Communicatiewijzen:
1000BASE-T
*5
/100BASE-TX/10BASE-T
Gebruikershandleiding
Productinformatie
198
Beveiligingsprotocol
IEEE802.1X
*6
IPsec/IP Filtering
*6
SSL/TLS HTTPS-server/-client
IPPS
SNMPv3
*6
*1 Voldoet aan IEEE 802.11b/g/n of IEEE 802.11b/g, afhankelijk van het land van aanschaf.
*2 Voldoet aan WPA2 met ondersteuning voor WPA/WPA2 Personal.
*3 U kunt het apparaat in de modus Simple AP van Wi-Fi Direct gebruiken, ook als u het aansluit op een ethernet-netwerk.
*4 Het aangesloten apparaat moet voldoen aan IEEE802.3az.
*5 Gebruik een kabel met de specificatie 5e of hoger. Om het risico van radiostoring te voorkomen, raden wij het gebruik van
een STP-kabel (Shielded Twisted Pair) aan.
*6 Alleen voor WF-5620- en WF5690-serie.
*7Alleen voor WF-4630- en 4640-serie.
Mechanische specificaties
WF-4630-serie
Afmetingen
Opslag
Breedte: 461 mm (18,1 inch)
Diepte: 422 mm (16,6 inch)
Hoogte: 342 mm (13,5 inch)
Afdrukken
*
Breedte: 461 mm (18,1 inch)
Diepte: 655 mm (25,8 inch)
Hoogte: 383 mm (15,1 inch)
Gewicht
Circa 14,2 kg (31,3 lb) zonder cartridges en netsnoer.
* Met uitgetrokken uitvoerlade.
WF-4640-serie
Afmetingen
Opslag
Breedte: 461 mm (18,1 inch)
Diepte: 422 mm (16,6 inch)
Hoogte: 422 mm (16,6 inch)
Afdrukken
*
Breedte: 461 mm (18,1 inch)
Diepte: 655 mm (25,8 inch)
Hoogte: 462 mm (18,2 inch)
Gebruikershandleiding
Productinformatie
199
Gewicht
Circa 16,8 kg (37,0 lb) zonder cartridges en netsnoer.
* Met uitgetrokken uitvoerlade.
WF-5620-serie
Afmetingen
Opslag
Breedte: 461 mm (18,1 inch)
Diepte: 422 mm (16,6 inch)
Hoogte: 342 mm (13,5 inch)
Afdrukken
*
Breedte: 461 mm (18,1 inch)
Diepte: 655 mm (25,8 inch)
Hoogte: 383 mm (15,1 inch)
Gewicht
Circa 14,2 kg (31,3 lb) zonder cartridges en netsnoer.
* Met uitgetrokken uitvoerlade.
WF-5690-serie
Afmetingen
Opslag
Breedte: 461 mm (18,1 inch)
Diepte: 422 mm (16,6 inch)
Hoogte: 342 mm (13,5 inch)
Afdrukken
*
Breedte: 461 mm (18,1 inch)
Diepte: 655 mm (25,8 inch)
Hoogte: 383 mm (15,1 inch)
Gewicht
Circa 14,3 kg (31,5 lb) zonder cartridges en netsnoer.
* Met uitgetrokken uitvoerlade.
Elektrische specificaties
WF-4630-serie
100–240 V-model
Invoervoltage
90 tot 264 V
Frequentiebereik
50 tot 60 Hz
Invoerfrequentie
49,5 tot 60,5 Hz
Stroomsterkte
0,8 tot 0,4 A
Gebruikershandleiding
Productinformatie
200
Stroomverbruik
(met USB-aansluiting)
Kopiëren zonder compu-
ter
Circa 20 W (ISO/IEC24712)
Gereed
Circa 7,5 W
Slaapstand
Circa 1,8 W
Uitgeschakeld
Circa 0,3 W
WF-4640-serie
100–240 V-model
Invoervoltage
90 tot 264 V
Frequentiebereik
50 tot 60 Hz
Invoerfrequentie
49,5 tot 60,5 Hz
Stroomsterkte
0,8 tot 0,4 A
Stroomverbruik
(met USB-aansluiting)
Kopiëren zonder compu-
ter
Circa 21 W (ISO/IEC24712)
Gereed
Circa 8,2 W
Slaapstand
Circa 2,0 W
Uitgeschakeld
Circa 0,3 W
WF-5620-serie
100–240 V-model
Invoervoltage
90 tot 264 V
Frequentiebereik
50 tot 60 Hz
Invoerfrequentie
49,5 tot 60,5 Hz
Stroomsterkte
0,8 tot 0,4 A
Stroomverbruik
(met USB-aansluiting)
Kopiëren zonder compu-
ter
Circa 20 W (ISO/IEC24712)
Gereed
Circa 7,8 W
Slaapstand
Circa 1,8 W
Uitgeschakeld
Circa 0,3 W
WF-5690-serie
100–240 V-model
Invoervoltage
90 tot 264 V
Frequentiebereik
50 tot 60 Hz
Gebruikershandleiding
Productinformatie
201
Invoerfrequentie
49,5 tot 60,5 Hz
Stroomsterkte
0,8 tot 0,4 A
Stroomverbruik
(met USB-aansluiting)
Kopiëren zonder compu-
ter
Circa 22 W (ISO/IEC24712)
Gereed
Circa 8,9 W
Slaapstand
Circa 2,6 W
Uitgeschakeld
Circa 0,3 W
Opmerking:
Het voltage van uw printer staat vermeld op het etiket op de achterkant.
Omgevingsspecificaties
Temperatuur
Gebruik:
10 tot 35 °C (50 tot 95 °F)
Opslag:
-20 tot 40 °C (-4 tot 104 °F)
1 maand bij 40 °C (104 °F)
Luchtvochtigheid
Gebruik:
*
20 tot 80 % RV
Opslag:
*
5 tot 85 % RV
*Zonder condensatie
Normen en goedkeuringen
Amerikaans model:
Veiligheid
UL60950-1
CAN/CSA-C22.2 Nr. 60950-1
EMC
FCC lid 15 sublid B klasse B
CAN/CSA-CEI/IEC CISPR 22 klasse B
In dit apparaat is de volgende draadloze module ingebouwd.
Fabrikant: Askey Computer Corporation
Type: WLU6117-D69 (RoHS)
Dit product voldoet aan lid 15 van de FCC-regelgeving en RSS-210 van de IC-regelgeving. Epson aanvaardt geen
enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten afbreuk wordt gedaan ten gevolge van een
niet-geautoriseerde wijziging aan het product. Het gebruik van dit apparaat is onderworpen aan de volgende twee
voorwaarden: (1) het apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) het apparaat moet elke
ontvangen interferentie accepteren, inclusief interferentie die een verstoorde werking kan veroorzaken.
Gebruikershandleiding
Productinformatie
202
Om radio-interferentie tijdens regulier gebruik te voorkomen, moet voor een maximale afscherming dit toestel
binnenshuis en op voldoende afstand van de ramen worden gebruikt. Voor buitenshuis geïnstalleerde onderdelen
(of de zendantennes ervan) moet een vergunning worden aangevraagd.
Europees model:
Laagspanningsrichtlijn
2006/95/EG
EN60950-1
EMC-richtlijn 2004/108/EG
EN55022 klasse B
EN61000-3-2
EN61000-3-3
EN55024
R&TTE-richtlijn 1999/5/EG
EN300 328
EN301 489-1
EN301 489-17
TBR21
EN60950-1
Voor gebruikers in Europa:
Seiko Epson Corporation verklaart hierbij dat de modellen C511A, C511B en C511C van dit apparaat voldoen aan
de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen in richtlijn 1999/5/EG.
Alleen voor gebruik in Ierland, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland, Frankrijk,
België, Luxemburg, Nederland, Italië, Portugal, Spanje, Denemarken, Finland, Noorwegen, Zweden, IJsland,
Cyprus, Griekenland, Slovenië, Malta, Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië
en Slowakije.
Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid wanneer aan de beschermingsvereisten afbreuk wordt gedaan
ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging aan het product.
Australisch model:
EMC
AS/NZS CISPR22 klasse B
Epson verklaart hierbij dat de modellen C511A, C511B en C511C van dit apparaat voldoen aan de essentiële
vereisten en andere relevante bepalingen in AS/NZS4268. Epson aanvaardt geen enkele verantwoordelijkheid
wanneer aan de beschermingsvereisten afbreuk wordt gedaan ten gevolge van een niet-geautoriseerde wijziging
aan het product.
Interface
Hi-Speed USB (apparaatklasse voor computers)
Hi-Speed USB (apparaatklasse voor externe opslag)
*
* Epson kan niet garanderen that extern aangesloten apparaten correct werken.
Gebruikershandleiding
Productinformatie
203
Extern USB-apparaat
Apparaten Maximumcapaciteit
MO-station
*
1,3 GB
Harde schijf
*
USB-flashgeheugen
2 TB
Geformatteerd als FAT, FAT32 of exFAT.
* Externe opslagapparaten die via USB van voeding worden voorzien, worden niet aanbevolen. Gebruik alleen externe
opslagapparaten met eigen stroomvoorziening.
Gegevensspecificaties
Bestandsindeling
JPEG met de Exif versie 2.3-standaard
De volgende TIFF 6.0-afbeeldingen:
- RGB-kleurenafbeeldingen (niet gecomprimeerd)
- Binaire afbeeldingen (niet gecomprimeerd of met CCITT-codering)
PDF versie 1.7-gegevensbestand
*
Beeldformaat
JPEG/TIFF : 80 × 80 pixels bij 10200 × 10200 pixels
Bestandsgrootte
Tot 2 GB
Aantal bestanden
JPEG: tot 9990
TIFF: tot 999
PDF: tot 999
*
* Alleen voor de WF-5690-serie
Optie
250-vels papiercassette/PXBACU1
U kunt de volgende 250-vels papiercassette/PXBACU1 gebruiken.
(Alleen geschikt voor de WF-4630-, WF-5620- en WF-5690-serie.)
Artikelnummers
250-vels papiercassette/PXBACU1 C12C817011
Informatie over lettertypen
Lettertype-informatie, alleen voor de WF-5690-serie.
Beschikbare lettertypen
De bij de printer geleverde lettertypen worden hieronder weergegeven, op basis van de modus voor Afdruktaal.
Gebruikershandleiding
Productinformatie
204
PS 3-modus
Lettertypenaam
Albertus, Albertus Italic, Albertus Light
AntiqueOlive Roman, AntiqueOlive Italic, AntiqueOlive Bold, AntiqueOlive Compact
Apple Chancery
ITC AvantGarde Gothic Book, ITC AvantGarde Gothic Book Oblique, ITC AvantGarde Gothic Demi, ITC AvantGarde Gothic
Demi Oblique
Bodoni, Bodoni Italic, Bodoni Bold, Bodoni Bold Italic, Bodoni Poster, Bodoni Poster Compressed
ITC Bookman Light, ITC Bookman Light Italic, ITC Bookman Demi, ITC Bookman Demi Italic
Carta
Chicago
Clarendon, Clarendon Light, Clarendon Bold
CooperBlack, CooperBlack Italic
Copperplate Gothic 32BC, Copperplate Gothic 33BC
Coronet
Courier, Courier Oblique, Courier Bold, Courier Bold Oblique
GillSans, GillSans Italic, GillSans Bold, GillSans Bold Italic, GillSansCondensed, GillSans Condensed Bold, GillSans Light, GillSans
Light Italic, GillSans Extra Bold
Eurostile, Eurostile Bold, Eurostile Extended Two, Eurostile Bold Extended Two
Geneva
Goudy Oldstyle, Goudy Oldstyle Italic, Goudy Bold, Goudy BoldItalic, Goudy ExtraBold
Helvetica, Helvetica Oblique, Helvetica Bold, Helvetica Bold Oblique, Helvetica Condensed, Helvetica Condensed Oblique,
Helvetica Condensed Bold, Helvetica Condensed Bold Oblique, Helvetica Narrow, Helvetica Narrow Oblique, Helvetica
Narrow Bold, Helvetica Narrow Bold Oblique
Hoefler Text, Hoefler Text Italic, Hoefler Text Black, Hoefler Text Black Italic, Hoefler Text Ornaments
Joanna, Joanna Italic, Joanna Bold, Joanna Bold Italic
LetterGothic, LetterGothic Slanted, LetterGothic Bold, LetterGothic Bold Slanted
ITC Lubalin Graph Book, ITC Lubalin Graph Book Oblique, ITC Lubalin Graph Demi, ITC Lubalin Graph Demi Oblique
Marigold
Monaco
ITC Mona Lisa Recut
New Century Schoolbook Roman, New Century Schoolbook Italic, New Century Schoolbook Bold, New Century Schoolbook
Bold Italic
New York
Optima, Optima Italic, Optima Bold, Optima Bold Italic
Gebruikershandleiding
Productinformatie
205
Lettertypenaam
Oxford
Palatino Roman, Palatino Italic, Palatino Bold, Palatino Bold Italic
Stempel Garamond Roman, Stempel Garamond Italic, Stempel Garamond Bold, Stempel Garamond Bold Italic
Symbol
Tekton
Times Roman, Times Italic, Times Bold, Times Bold Italic
Univers, Univers Oblique, Univers Bold, Univers Bold Oblique, Univers Light, Univers Light Oblique
UniversCondensed, UniversCondensed Oblique, UniversCondensed Bold, UniversCondensed Bold Oblique
UniversExtended, UniversExtended Oblique, UniversExtended Bold, UniversExtended Bold Oblique
Wingdings
ITC ZapfChancery Medium Italic
ITC ZapfDingbats
Arial, Arial Italic, Arial Bold, Arial Bold Italic
Times New Roman, Times New Roman Italic, Times New Roman Bold, Times New Roman Bold Italic
PCL5-modus
Zie “In de PCL5-modus” op pagina 210 voor symbolenset.
Schaalbaar lettertype
Lettertypenaam Familie HP-equivalent Symbolenset
FixedPitch 810 Medium, Bold, Italic, Bold Italic Courier *1
FixedPitch 850 Regular, Bold, Italic Letter Gothic *1
FixedPitch 810 Dark Medium, Bold, Italic, Bold Italic CourierPS *3
Dutch 801 Medium, Bold, Italic, Bold Italic CG Times *2
Zapf Humanist 601 Medium, Bold, Italic, Bold Italic CG Omega *3
Ribbon 131 - Coronet *3
Clarendon 701 - Clarendon Condensed *3
Swiss 742 Medium, Bold, Italic, Bold Italic Univers *2
Swiss 742 Condensed Medium, Bold, Italic, Bold Italic Univers Condensed *3
Incised 901 Medium, Bold, Italic Antique Olive *3
Aldine 430 Medium, Bold, Italic, Bold Italic Garamond *3
Gebruikershandleiding
Productinformatie
206
Lettertypenaam Familie HP-equivalent Symbolenset
Calligraphic 401 - Marigold *3
Flareserif 821 Medium, Extra Bold Albertus *3
Swiss 721 SWM Medium, Bold, Italic, Bold Italic Arial *3
Dutch 801 SWM Medium, Bold, Italic, Bold Italic Times New *3
Swiss 721 SWA Medium, Bold, Oblique, Bold Obli-
que
Helvetica *3
Swiss 721 Narrow SWA Medium, Bold, Oblique, Bold Obli-
que
Helvetica Narrow *3
Zapf Calligraphic 801 SWA Medium, Bold, Italic, Bold Italic Palatino *3
Geometric 711 SWA Medium, Bold, Oblique, Bold Italic ITC Avant Garde Gothic *3
Revival 711 SWA Light, Demi Bold, Light Italic, De-
mi Bold Italic
ITC Bookman *3
Century 702 SWA Medium, Bold, Italic, Bold Italic New Century School-
book
*3
Dutch 801 SWA Medium, Bold, Italic, Bold Italic Times *3
Chancery 801 Medium SWA Italic - ITC Zapf Chancery Me-
dium Italic
*3
Symbol SWM - Symbol *4
More WingBats SWM - Wingdings *5
Ding Dings SWA - ITC Zapf Dingbats *6
Symbol SWA - SymbolPS *4
David BT Medium, Bold David *7
Narkis Tam BT Medium, Bold Narkis *7
Miryam BT Medium, Bold, Italic Miryam *7
Koufi BT Medium, Bold Koufi *8
Naskh BT Medium, Bold Naskh *8
Ryadh BT Medium, Bold Ryadh *8
Bitmap-lettertype
Lettertypenaam Symbolenset
Line Printer *9
Gebruikershandleiding
Productinformatie
207
Bitmap-lettertype OCR/streepjescode
Lettertypenaam Familie Symbolenset
OCR A - *10
OCR B - *11
Code39 9.37cpi, 4.68cpi *12
EAN/UPC Medium, Bold *13
Opmerking:
Afhankelijk van de afdrukdichtheid of van de kwaliteit of kleur van het papier, zijn de lettertypen OCR A, OCR B,
Code39 en EAN/UPC niet leesbaar. Druk een voorbeeld af en controleer of de lettertypen leesbaar zijn voordat u meer
gaat afdrukken.
PCL6-modus
Zie “In de PCL6-modus” op pagina 212 voor symbolenset.
Schaalbaar lettertype
Lettertypenaam Familie HP-equivalent Symbolenset
FixedPitch 810 Medium, Bold, Italic, Bold Italic Courier *1
FixedPitch 850 Regular, Bold, Italic Letter Gothic *1
FixedPitch 810 Dark Medium, Bold, Italic, Bold Italic CourierPS *3
Dutch 801 Medium, Bold, Italic, Bold Italic CG Times *2
Zapf Humanist 601 Medium, Bold, Italic, Bold Italic CG Omega *3
Ribbon 131 - Coronet *3
Clarendon 701 - Clarendon Condensed *3
Swiss 742 Medium, Bold, Italic, Bold Italic Univers *2
Swiss 742 Condensed Medium, Bold, Italic, Bold Italic Univers Condensed *3
Incised 901 Medium, Bold, Italic Antique Olive *3
Aldine 430 Medium, Bold, Italic, Bold Italic Garamond *3
Calligraphic 401 - Marigold *3
Flareserif 821 Medium, Extra Bold Albertus *3
Swiss 721 SWM Medium, Bold, Italic, Bold Italic Arial *3
Dutch 801 SWM Medium, Bold, Italic, Bold Italic Times New *3
Swiss 721 SWA Medium, Bold, Oblique, Bold Obli-
que
Helvetica *3
Gebruikershandleiding
Productinformatie
208
Lettertypenaam Familie HP-equivalent Symbolenset
Swiss 721 Narrow SWA Medium, Bold, Oblique, Bold Obli-
que
Helvetica Narrow *3
Zapf Calligraphic 801 SWA Medium, Bold, Italic, Bold Italic Palatino *3
Geometric 711 SWA Medium, Bold, Oblique, Bold Italic ITC Avant Garde Gothic *3
Revival 711 SWA Light, Demi Bold, Light Italic, De-
mi Bold Italic
ITC Bookman *3
Century 702 SWA Medium, Bold, Italic, Bold Italic New Century Schoolbook *3
Dutch 801 SWA Medium, Bold, Italic, Bold Italic Times *3
Chancery 801 Medium SWA Italic - ITC Zapf Chancery Medi-
um Italic
*3
Symbol SWM - Symbol *4
More WingBats SWM - Wingdings *5
Ding Dings SWA - ITC Zapf Dingbats *6
Symbol SWA - SymbolPS *4
David BT Medium, Bold David *7
Narkis Tam BT Medium, Bold Narkis *7
Miryam BT Medium, Bold, Italic Miryam *7
Koufi BT Medium, Bold Koufi *8
Naskh BT Medium, Bold Naskh *8
Ryadh BT Medium, Bold Ryadh *8
Bitmap-lettertype
Lettertypenaam Symbolenset
Line Printer *9
Inleiding tot symbolensets
Uw printer heeft toegang tot tal van symbolensets. Veel van deze symbolensets verschillen alleen wat betreft de
internationale tekens die specifiek voor elk land zijn.
Opmerking:
Omdat lettertypen en symbolen door de meeste software automatisch worden verwerkt, hoeft u de instellingen van de
printer waarschijnlijk nooit aan te passen. Als u echter uw eigen printerbesturingsprogramma's schrijft of als u werkt
met oudere software die geen lettertypen kan beheren, raadpleegt u de volgende gedeelten voor meer informatie
symbolensets.
Gebruikershandleiding
Productinformatie
209
Wanneer u een keuze maakt over het te gebruiken lettertype, moet u ook rekening houden met de daarbij te
gebruiken symbolenset.
In de PCL5-modus
Naam van symbolenset Kenmerk Lettertypeclassificatie
*1 *2 *3 *4 *5 *6 *7 *8 *9 *10 *11 *12 *13
ISO 60: Danish/Norwegian 0D
NNN
------ - - - -
Roman Extension 0E - - - - - - - -
N
----
ISO 15: Italian 0I
NNN
------ - - - -
ISO 8859/1 Latin 1 0N
NNN
-----
N
----
ISO 11: Swedish 0S
NNN
------ - - - -
ISO 6: ASCII 0U
NNN
---
NN
-----
ISO 4: United Kingdom 1E
NNN
------ - - - -
ISO 69: French 1F
NNN
------ - - - -
ISO 29: German 1G
NNN
------ - - - -
Legal 1U
NNN
-----
N
----
ISO 8859/2 Latin 2 2N
NNN
-----
N
----
ISO 17: Spanish 2S
NNN
------ - - - -
ISO 8859/4 Latin 4 4N
NNN
------ - - - -
Roman-9 4U
NNN
------ - - - -
PS Math 5M
NNN
---
NN
-----
ISO 8859/9 Latin 5 5N
NNN
-----
N
----
Windows 3.1 Latin 5 5T
NNN
------ - - - -
Microsoft Publishing 6J
NNN
------ - - - -
Ventura Math 6M
NNN
------ - - - -
ISO 8859/10 Latin 6 6N
NNN
-----
N
----
DeskTop 7J
NNN
------ - - - -
Math-8 8M
NNN
---
NN
-----
Roman-8 8U
NNN
-----
N
----
Windows 3.1 Latin 2 9E
NNN
------ - - - -
Pc1004 9J
NNN
------ - - - -
Gebruikershandleiding
Productinformatie
210
Naam van symbolenset Kenmerk Lettertypeclassificatie
*1 *2 *3 *4 *5 *6 *7 *8 *9 *10 *11 *12 *13
ISO 8859/15 Latin 9 9N
NNN
-----
N
----
PC-8 Turkish 9T
NNN
------ - - - -
Windows 3.0 Latin 1 9U
NNN
------ - - - -
PS Text 10J
NNN
------ - - - -
PC-8, Code Page 437 10U
NNN
-----
N
----
PC-8, D/N, Danish/Norwe-
gian
11U
NNN
-----
N
----
MC Text 12J
NNN
------ - - - -
PC-850, Multilingual 12U
NNN
-----
N
----
Ventura International 13J
NNN
------ - - - -
PcEur858 13U
NNN
------ - - - -
Ventura US 14J
NNN
------ - - - -
Pi Font 15U
NNN
------ - - - -
PC852, Latin 2 17U
NNN
------ - - - -
Unicode 3.0 18N
NNN
---
NN
-----
Windows Baltic 19L
NNN
------ - - - -
Windows 3.1 Latin/Arabic 19U
NNN
------ - - - -
PC-755 26U
NNN
------ - - - -
PC-866, Cyrillic 3R
NN
------- - - - -
Greek8 8G
NN
------- - - - -
Windows Greek 9G
NN
------- - - - -
Windows Cyrillic 9R
NN
------- - - - -
PC-851, Greek 10G
NN
------- - - - -
ISO 8859/5 Cyrillic 10N
NN
------
N
----
PC-8, Greek 12G
NN
------- - - - -
ISO 8859/7 Greek 12N
NN
------- - - - -
PC-866 UKR 14R
NN
------- - - - -
Hebrew7 0H
N
-----
N
------
ISO 8859/8 Hebrew 7H
N
-----
N
------
Gebruikershandleiding
Productinformatie
211
Naam van symbolenset Kenmerk Lettertypeclassificatie
*1 *2 *3 *4 *5 *6 *7 *8 *9 *10 *11 *12 *13
Hebrew8 8H
N
-----
N
------
PC-862, Hebrew 15H
N
-----
N
------
PC-862, Hebrew 15Q
N
-----
N
------
Arabic8 8V -------
N
-----
HPWARA 9V -------
N
-----
PC-864, Arabic 10V - - - - - - -
N
-----
Symbol 19M - - -
N
----- - - - -
Wingdings 579L - - - -
N
---- - - - -
ZapfDigbats 14L -----
N
-------
OCR A 0O ---------
N
---
OCR B 1O --------- -
N
--
OCR B Extension 3Q --------- -
N
--
Code3-9 0Y --------- - -
N
-
EAN/UPC 8Y --------- - - -
N
In de PCL6-modus
Naam van symbolenset Kenmerk Lettertypeclassificatie
*1 *2 *3 *4 *5 *6 *7 *8 *9
ISO Norwegian 4
NNN
------
ISO Italian 9
NNN
------
ISO 8859-1 Latin 1 14
NNN
-----
N
ISO Swedish 19
NNN
------
ASCII 21
NNN
---
NN
-
ISO United Kingdom 37
NNN
------
ISO French 38
NNN
------
ISO German 39
NNN
------
Legal 53
NNN
-----
N
ISO 8859-2 Latin 2 78
NNN
-----
N
Gebruikershandleiding
Productinformatie
212
Naam van symbolenset Kenmerk Lettertypeclassificatie
*1 *2 *3 *4 *5 *6 *7 *8 *9
ISO Spanish 83
NNN
------
Roman-9 149
NNN
------
PS Math 173
NNN
---
NN
-
ISO 8859-9 Latin 5 174
NNN
-----
N
Windows 3.1 Latin 5 180
NNN
------
Microsoft Publishing 202
NNN
------
ISO 8859/10 Latin 6 206
NNN
-----
N
DeskTop 234
NNN
------
Math-8 269
NNN
---
NN
-
Roman-8 277
NNN
-----
N
Windows 3.1 Latin 2 293
NNN
------
Pc1004 298
NNN
------
ISO 8859-15 Latin 9 302
NNN
------
PC-Turkish 308
NNN
------
Windows 3.0 309
NNN
------
PS Text 330
NNN
------
PC-8 341
NNN
-----
N
PC-8 D/N 373
NNN
-----
N
MC Text 394
NNN
------
PC-850 405
NNN
-----
N
PcEur858 437
NNN
------
Pi Font 501
NNN
------
PC852 565
NNN
------
Unicode 3.0 590
NNN
------
WBALT 620
NNN
------
Windows 3.1 Latin 1 629
NNN
------
PC-755 853
NNN
------
Wingdings 18540 - - - -
N
----
Gebruikershandleiding
Productinformatie
213
Naam van symbolenset Kenmerk Lettertypeclassificatie
*1 *2 *3 *4 *5 *6 *7 *8 *9
Symbol 621 - - -
N
-----
ZapfDigbats 460 -----
N
---
PC-866, Cyrillic 114
NN
-------
Greek8 263
NN
-------
Windows Greek 295
NN
-------
Windows Cyrillic 306
NN
-------
PC-851, Greek 327
NN
-------
ISO 8859/5 Cyrillic 334
NN
-------
PC-8, Greek 391
NN
-------
ISO 8859/7 Greek 398
NN
-------
PC-866 UKR 466
NN
-------
Hebrew7 8
N
--------
ISO 8859/8 Hebrew 232
N
-----
N
--
Hebrew8 264
N
-----
N
--
PC-862, Hebrew 488
N
-----
N
--
Arabic8 278 -------
N
-
HPWARA 310 -------
N
-
PC-864, Arabic 342 - - - ----
N
-
Gebruikershandleiding
Productinformatie
214
Hulp vragen
Technische ondersteuning (website)
Als u meer hulp nodig hebt, gaat u naar de Epson-ondersteuningswebsite die hieronder wordt aangegeven.
Selecteer uw land of regio en ga naar de ondersteuningssectie van uw lokale Epson-website. De nieuwste
stuurprogramma's, veelgestelde vragen, handleidingen of andere downloadbare materialen zijn ook beschikbaar
op de site.
http://support.epson.net/
http://www.epson.eu/Support (Europa)
Als uw Epson-apparaat niet goed werkt en u kunt het probleem niet oplossen, neemt u contact op met de
Epson-ondersteuningsservice voor hulp.
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
Voordat u contact opneemt met Epson
Als uw Epson-product niet goed functioneert en u het probleem niet kunt verhelpen met de informatie in de
productdocumentatie, neem dan contact op met de klantenservice van Epson. Als uw land hierna niet wordt
vermeld, neemt u contact op met de leverancier bij wie u het apparaat hebt aangeschaft.
We kunnen u sneller helpen als u de volgende informatie bij de hand hebt:
Het serienummer van de printer
(Het etiket met het serienummer vindt u meestal aan de achterzijde van de printer.)
Het model van de printer
De versie van de printersoftware
(Voor het versienummer klikt u op de knop About, Version Info of een vergelijkbare knop in uw toepassing.)
Het merk en het model van uw computer
Naam en versie van het besturingssysteem op uw computer
De toepassingen die u meestal met de printer gebruikt en de versienummers hiervan
Opmerking:
Afhankelijk van het apparaat kunnen de gegevens van de snelkieslijst voor fax en/of netwerkinstellingen worden
opgeslagen in het geheugen van het apparaat. Als een apparaat defect is of wordt hersteld is het mogelijk dat gegevens en/
of instellingen verloren gaan. Epson is niet verantwoordelijk voor gegevensverlies, voor de back-up of het ophalen van
gegevens en/of instellingen, zelfs tijdens een garantieperiode. Wij raden aan dat u zelf een back-up maakt of notities neemt.
Gebruikershandleiding
Hulp vragen
215
Hulp voor gebruikers in Europa
In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van Epson.
Hulp voor gebruikers in Taiwan
Epson biedt hier de volgende informatiebronnen, ondersteuning en diensten:
World Wide Web (http://www.epson.com.tw)
Informatie over productspecificaties, drivers om te downloaden, antwoorden op vragen met betrekking tot het
gebruik van producten.
Epson HelpDesk (Telefoon: +02-80242008)
Ons helpdeskteam kan u telefonisch helpen met betrekking tot:
Verkoopvragen en productinformatie
Vragen met betrekking tot het gebruik van producten of problemen
Vragen met betrekking tot reparaties en garantie
Servicecentrum voor reparaties:
Telefoonnummer Faxnummer Adres
02-23416969 02-23417070 No. 20, Beiping E. Rd., Zhongzheng Dist., Taipei City 100, Tai-
wan
02-27491234 02-27495955 1F., No. 16, Sec. 5, Nanjing E. Rd., Songshan Dist., Taipei City
105, Taiwan
02-32340688 02-32340699 No. 1, Ln. 359, Sec. 2, Zhongshan Rd., Zhonghe City, Taipei
County 235, Taiwan
039-605007 039-600969 No. 342-1, Guangrong Rd., Luodong Township, Yilan County
265, Taiwan
038-312966 038-312977 No. 87, Guolian 2nd Rd., Hualien City, Hualien County 970,
Taiwan
03-4393119 03-4396589 5F., No.2, Nandong Rd., Pingzhen City, Taoyuan County
32455, Taiwan
03-5325077 03-5320092 1F., No. 9, Ln. 379, Sec. 1, Jingguo Rd., North Dist., Hsinchu
City 300, Taiwan
04-23011502 04-23011503 3F., No.30, Dahe Rd., West Dist., Taichung City 40341, Taiwan
04-2338-0879 04-2338-6639 No.209, Xinxing Rd., Wuri Dist., Taichung City 414, Taiwan
05-2784222 05-2784555 No. 463, Zhongxiao Rd., East Dist., Chiayi City 600, Taiwan
06-2221666 06-2112555 No. 141, Gongyuan N. Rd., North Dist., Tainan City 704, Taiwan
Gebruikershandleiding
Hulp vragen
216
Telefoonnummer Faxnummer Adres
07-5520918 07-5540926 1F., No. 337, Minghua Rd., Gushan Dist., Kaohsiung City 804,
Taiwan
07-3222445 07-3218085 No. 51, Shandong St., Sanmin Dist., Kaohsiung City 807, Tai-
wan
08-7344771 08-7344802 1F., No. 113, Shengli Rd., Pingtung City, Pingtung County
900, Taiwan
Hulp voor gebruikers in Australië
Epson Australia staat voor u klaar als u hulp nodig hebt. Naast de productdocumentatie beschikt u over de
volgende informatiebronnen:
Internet http://www.epson.com.au
Raadpleeg de website van Epson Australia. Hier vindt u ongetwijfeld wat u zoekt: drivers, Epson-adressen,
informatie over nieuwe producten en technische ondersteuning (e-mail).
Epson-helpdesk
In laatste instantie kunt u voor advies altijd terecht bij de Epson-helpdesk. Onze medewerkers kunnen u helpen bij
de installatie, de configuratie en het gebruik van uw Epson-product. Ook kunt u hier documentatie over nieuwe
Epson-producten of het adres van de dichtstbijzijnde leverancier of servicevestiging aanvragen. Op tal van vragen
vindt u hier het antwoord.
Het nummer van de helpdesk is:
Telefoon: 1300 361 054
Zorg ervoor dat u alle relevante informatie bij de hand hebt wanneer u belt. Hoe meer informatie, des te sneller we
u kunnen helpen: het type Epson-product, het type computer, het besturingssysteem, de programma's die u
gebruikt en verder alle informatie die u belangrijk lijkt.
Hulp voor gebruikers in Hong Kong
Voor technische ondersteuning en andere diensten kunnen gebruikers contact opnemen met Epson Hong Kong
Limited.
Internet
Epson Hong Kong heeft een eigen webpagina in het Chinees en Engels om gebruikers de volgende informatie aan
te bieden:
Productinformatie
Antwoorden op veelgestelde vragen
Nieuwste versies van drivers voor Epson-producten
Gebruikershandleiding
Hulp vragen
217
Gebruikers kunnen deze internetpagina bezoeken op:
http://www.epson.com.hk
Epson-helpdesk
U kunt ook contact opnemen met onze ondersteuningsmedewerkers via het volgende telefoon- en faxnummer:
Telefoon: (852) 2827-8911
Fax: (852) 2827-4383
Gebruikershandleiding
Hulp vragen
218
Index
2
2-omhoog.......................................................................................102
2op kopie..........................................................................................39
4
4-omhoog.......................................................................................102
A
Aan..................................................................................................118
Aantal kopieën..............................................................................114
ADF dubbelzijdig..........................................................................104
Adreslijst bevestigen.....................................................................113
Afbeelding aan rapport bevestigen.............................................112
Afdrukgebied, specificaties..........................................................196
Afdrukken
annuleren.....................................................................................52
dubbelzijdig.................................................................................54
meerdere pagina's per vel..........................................................57
paginavullend..............................................................................56
snelkoppeling..............................................................................54
tekst...............................................................................................48
voorkeursinstelling.....................................................................54
Afdrukken annuleren
Mac OS X.....................................................................................53
Windows......................................................................................52
Afdrukken met antikopieerpatroon.............................................58
Afdrukken met watermerk............................................................59
Afdrukken vanaf geheugenkaart...................................................43
Afdrukkwaliteit
verbeteren..................................................................................174
Afdruksnelheid, verhogen...........................................................180
Afdrukstand...................................................................................114
Afdruktaal......................................................................................109
Afdruktaken beheren
Windows....................................................................................165
Afdrukvolgorde....................................................................103, 114
Algemene afdrukinstellingen......................................................114
Algemene instellingen.........................................................110, 114
Alle vertrouwel.taken verw..........................................................117
Annuleren van afdrukken..............................................................52
Auteursrechten..................................................................................2
Autom.pap.uitwerpen..................................................................114
Automatisch back-upgegevens wissen......................................113
Automatisch beperken.................................................................112
Automatisch draaien....................................................................112
Automatisch wisselen A4/Letter.................................................109
Automatische documentinvoer (ADF)........................................37
problemen..................................................................................187
vastgelopen papier....................................................................187
Automatische probleemoplossing..............................................109
B
Back-upgegevens wissen..............................................................113
Basisinstellingen..........................................................105, 106 , 113
Batchverzending.....................................................................88, 111
Beeldaanpassing..............................................................................71
Beeldaanpassingen........................................................................103
Beeldverstoring.............................................................................175
Beheerdersinstellingen...........................................................61, 107
Beheerderswachtwoord................................................................107
Behoud afb.....................................................................................117
Beperkingen direct kiezen...........................................................113
Beperkingen op het kopiëren........................................................17
Bestanden delen............................................................................109
Bestandsinstellingen.....................................................................105
Bidirectioneel................................................................................103
Binair..............................................................................................117
Bindingmarge................................................................................114
Blad gebruiksgeschiedenis...........................................................107
C
Cartridges
lege vervangen...........................................................................131
Communicatiemodus...................................................................105
Compressieverhouding................................................................106
Configuratiescherm........................................................................21
Configureren.................................................................................118
Contact opnemen met Epson......................................................215
Continuscan van ADF..................................................................104
Controle spuitkanaaltjes
configuratiescherm...................................................................137
Controleer papierbreedte.............................................................114
CR-functie......................................................................................116
D
Datum.............................................................................................103
Datum/tijd instellen.....................................................................110
Densiteit.......................................................................102, 104 , 106
Dik papier......................................................................................107
Direct verzenden.....................................................................88, 104
Document Capture Pro...........................................................65, 76
Documenten
afdrukken.....................................................................................48
Documentgrootte.........................................................................102
Documentgrootte (glas)...............................................................104
Documentstand....................................................................102, 106
Documenttype...............................................................................106
DRD................................................................................................111
Driver................................................................................................76
openen (Mac OS X)....................................................................47
openen (Windows).....................................................................45
verwijderen................................................................................154
Droogtijd........................................................................................114
Dubbelz. afdrukken......................................................................114
Dubbelzijdig.................................................................102, 103 , 106
Gebruikershandleiding
Index
219
Dubbelzijdig (kopie).....................................................................118
Dubbelzijdig afdrukken.................................................................54
Dubblz.(geh.).................................................................................118
E
ECM................................................................................................113
Ecomodus......................................................................................118
E-mailinstellingen.........................................................................106
Enveloppen
afdrukgebied..............................................................................196
laden.............................................................................................34
Epson
papier............................................................................................27
Epson Connect................................................................................13
Epson Connect-services...............................................................111
Epson Connect-status..................................................................107
Extern ontvangen...................................................................96, 111
Extern USB-apparaat....................................................................204
F
Fax later verzenden.......................................................................104
Fax-aansluiting controleren........................................................114
Faxgegevens opslaan..............................................................90, 104
Faxinstellingen..............................................................................111
Faxlogboek automatisch afdrukken.....................................98, 112
Faxrapport.......................................................................................99
Faxsnelheid....................................................................................113
Faxuitvoer................................................................................93, 112
Faxverslag......................................................................................104
Font Nr...........................................................................................115
Foto's afdrukken..............................................................................43
Foutcode.........................................................................................160
Fouten
afdrukken...................................................................................164
fax................................................................................................191
scannen......................................................................................185
Foutgegevens opslaan...................................................................111
Foutmelding..................................................................................109
Foutmeldingen..............................................................................160
Foutrapport...................................................................................117
G
Geavanceerde instellingen...................................................102, 110
Gebruikersnaam............................................................................105
Gegevens intern geh.wissen........................................................118
Geheugenapparaat........................................................................109
Geluid.............................................................................................110
Gespiegeld beeld...........................................................................179
Glasplaat...........................................................................................39
H
Handelsmerken.................................................................................2
Handmatig invoeren......................................................................34
Help
Epson..........................................................................................215
Epson Scan...................................................................................76
Herstel foto....................................................................................103
Hoogte............................................................................................115
Horizontale strepen......................................................................175
Horizontale uitlijning...................................................................107
I
ID-kaart..........................................................................................102
Indeling..................................................................................102, 105
Inkt
afdrukken met alleen zwart.....................................................127
afdrukken met alleen zwart onder Windows........................127
afdrukken met alleen zwart op een Mac................................129
besparen van zwarte inkt in Windows..................................130
cartridgestatus controleren in Mac OS X..............................125
cartridgestatus controleren in Windows...............................124
tijdelijk afdrukken met zwarte inkt........................................127
voorzorgsmaatregelen..............................................................122
Inktbesparingsmodus...................................................................114
Inktpeilen.......................................................................................106
Instellen met drukknop (WPS)...................................................110
Instellen met PIN-code (WPS)...................................................110
Instelling vergrendelen................................................................107
Instellingen............................................................................103, 105
Instellingen automatisch selecteren...........................................109
Instellingen faxverzending..........................................................104
Instellingen papierbron................................................................109
Instellingen voor Systeembeheer................................................108
Instellingen wachtwoord postvak...............................................113
Interface geheugenapp.................................................................109
Interfacekabels..............................................................................203
J
JPEG...............................................................................................103
K
Kiesmodus.....................................................................................113
Kiestoondetectie............................................................................113
Kleurinstel......................................................................................117
Kleurproblemen............................................................................176
Knoppen
configuratiescherm.....................................................................21
Kopieerinstellingen......................................................................111
Kopiëren
normaal........................................................................................42
Koptekst.........................................................................................113
Koptekst/voettekst afdrukken.......................................................60
Kwaliteit........................................................................102, 103 , 114
L
Laden
papier..............................................................................27, 31 , 34
Lampje
statuslampjes.............................................................................185
Lampjes
configuratiescherm.....................................................................21
Land/regio......................................................................................110
Gebruikershandleiding
Index
220
Layout-volg....................................................................................102
Lcd-helderheid......................................................................110, 118
Lege pagina overslaan..................................................................114
Lege pagina's..................................................................................179
Lettertype.......................................................................................204
Lettertypebron...............................................................................115
Lettertypen
PCL5-modus.............................................................................206
PCL6-modus.............................................................................208
PS 3-modus................................................................................205
LF-functie.......................................................................................116
Lijnen..............................................................................................116
Lijntype....................................................................................83, 113
Locatie............................................................................................105
M
Mac OS X
printerinstellingen openen........................................................47
printerstatus controleren.........................................................166
Marges
problemen..................................................................................178
Max. grootte bijlage......................................................................106
Meerdere pagina's per vel..............................................................57
Melding papierformaat................................................................109
Melding papiertype......................................................................109
Menu......................................................................................105, 106
Menu PCL......................................................................................115
Menu PS3.......................................................................................117
Met prioriteit sturen...............................................................88, 104
Met rand.........................................................................................102
N
Netwerkstatus................................................................................107
O
Offset boven...................................................................................114
Offset boven achter.......................................................................114
Offset links.....................................................................................114
Offset links achter.........................................................................114
Onderhoud....................................................................................107
Onderhoudscassette.....................................................................145
Onderwerp.....................................................................................106
Onjuiste tekens..............................................................................178
Ontvangstinstellingen..................................................................111
Ontvangstmodus....................................................................92, 111
Opties.............................................................................................103
Overgaan voor antwoorden..................................................84, 111
P
Paginaformaat aanpassen..............................................................56
Pagina's per vel afdrukken.............................................................57
Pagina's vergroten...........................................................................56
Pagina's verkleinen.........................................................................56
Paginavullend afdrukken...............................................................56
Pap.brontoewijzing.......................................................................116
Papier
afdrukgebied..............................................................................195
doorvoerproblemen.................................................................180
kreukelen...................................................................................181
laadcapaciteit...............................................................................27
laden.......................................................................................31, 34
speciaal Epson-papier................................................................27
specificaties................................................................................195
vastlopen....................................................................................168
Papier instellen..............................................................................107
Papierbron.............................................................................102, 103
Papiercassette
installeren..................................................................................134
verwijderen................................................................................136
Papierformaat................................................................................114
Papiergeleider reinigen................................................................107
Papiertype......................................................................................114
Passend binnen rand....................................................................103
PBX...................................................................................................83
PCL.........................................................................................153, 204
PCL5-modus..................................................................................206
PCL6-modus.........................................................................208, 212
PCL-lettertypelijst.........................................................................107
PC-verbinding via USB................................................................109
PDF.................................................................................................103
PDF-instellingen...........................................................................106
PDF-papierform...........................................................................117
PDL-afdrukconfiguratie..............................................................114
Pictogrammen.................................................................................22
Polling ontvangen...................................................................96, 104
Polling verzenden...................................................................90, 104
Ponsgaten verwijderen.................................................................102
Poortnummer................................................................................105
PostScript.......................................................................................204
Pr. Papiertoevoer achter..............................................................109
Printer
reinigen......................................................................................143
status controleren.....................................................................165
vervoeren...................................................................................147
Printer vervoeren..........................................................................147
Printerinstellingen........................................................................109
openen (Mac OS X)....................................................................47
openen (Windows).....................................................................45
Printkop
controleren................................................................................136
reinigen......................................................................................138
uitlijnen......................................................................................139
Printkop reinigen..........................................................................107
configuratiescherm...................................................................139
Mac OS X...................................................................................139
Windows....................................................................................138
Printkop uitlijnen.........................................................................107
Printkopcontrole spuitkanaaltje.................................................107
Printservices Google Cloud.........................................................111
Printstatus Google Cloud............................................................107
Problemen
afdrukken...................................................................................164
afdruksnelheid...........................................................................180
contact opnemen met Epson..................................................215
fax................................................................................................191
gespiegeld beeld........................................................................179
lege pagina's...............................................................................179
marges........................................................................................178
onjuiste kleuren........................................................................176
Gebruikershandleiding
Index
221
onjuiste tekens...........................................................................178
oorzaak opsporen.....................................................................164
oplossen......................................................................................215
papierdoorvoer..........................................................................180
printer drukt niet af..................................................................182
scannen......................................................................................185
strepen........................................................................................175
vage afdrukken..........................................................................176
vastgelopen papier....................................................................168
vegen...........................................................................................176
vlekkerige afdrukken................................................................179
Problemen met de scankwaliteit.................................................188
Product
onderdelen...................................................................................18
PS 3-modus....................................................................................205
PS3..........................................................................................149, 183
PS3-lettertypelijst..........................................................................107
Puntgrootte....................................................................................115
R
Rapport doorsturen......................................................................112
Rapport transmissie......................................................................104
Rapportindeling............................................................................112
Reinigen
printkop.....................................................................................138
Resolutie................................................................................104, 106
Rode ogen verwijderen................................................................103
S
Scangebied.....................................................................................106
Scaninstellingen............................................................................111
Scannen
lege pagina overslaan..................................................................69
Scannen naar een e-mail................................................................64
Scannen naar een map...................................................................64
Scanrapport...........................................................................105, 106
Schaduw verwijderen...................................................................102
Selecteer afbeeldingen..................................................................103
Selecteer groep..............................................................................103
Selectiekader..............................................................................74, 75
Service.............................................................................................215
Slaaptimer..............................................................................110, 118
Snelheid, verhogen.......................................................................180
Software
verwijderen................................................................................154
Software voor scannen
bundelsoftware............................................................................76
Sort. kopieën..................................................................................102
Sorteerstapel..................................................................................112
Specificaties
automatische documentinvoer...............................................197
fax................................................................................................197
mechanisch................................................................................199
normen en goedkeuringen......................................................202
papier..........................................................................................195
printer.........................................................................................194
scanner.......................................................................................196
Spuitkanaaltjes controleren.........................................................136
Mac OS X...................................................................................136
Windows....................................................................................136
Standaardinstellingen gebruiker.................................................111
Standaardinstellingen herstellen.................................................118
Status e-mailserver........................................................................107
Status Monitor
Mac OS X...................................................................................166
Statusblad afdrukken....................................................................107
Statusblad configuratie.................................................................107
Statusblad voorraad......................................................................107
Statuslampjes.................................................................................185
Statusmenu................................................................................24, 25
Statusvel PS3..................................................................................107
Strepen............................................................................................175
Symbolenset...................................................................................116
Symbolensets
inleiding.....................................................................................209
PCL6-modus.............................................................................212
Systeembeheer...............................................................................107
Systeemvereisten...........................................................................194
T
Taal.................................................................................................110
Technische ondersteuning..........................................................215
Tekst
documenten afdrukken..............................................................48
Tekstdetectie..................................................................................117
Terugstellen...................................................................................190
TIFF................................................................................................103
Tijd uitstellen afdruk....................................................................112
Time-out bewerking.....................................................................110
Toegangsbeheer........................................................22, 41 , 47 , 117
U
Uit...................................................................................................118
Uitlijnen
printkop.....................................................................................139
Uitschakelingstimer......................................................................110
Uitvoerinstellingen.......................................................................112
USB
aansluiting.................................................................................203
USB I/F time-out inst...................................................................109
V
Vage afdrukken.............................................................................176
Vastgelopen papier.......................................................................187
Vegen..............................................................................................176
Veiligheidsinformatie.....................................................................14
Veiligheidsinstel...................................................................113, 117
Verbinding controleren...............................................................110
Verbindingsmodus.......................................................................105
Verticale uitlijning........................................................................107
Vertrouwelijke taken afdrukken.....................................24, 25 , 60
Vervangen van cartridges............................................................131
Verzendinstellingen......................................................................111
Vlekkerige afdrukken...................................................................179
Voorbeeld.........................................................................................74
Voorvoegsel bestandsnaam.........................................................106
Gebruikershandleiding
Index
222
W
Wachtwoord..................................................................................105
Webservice.......................................................................................13
Wi-Fi automatisch verbinden.....................................................110
Wi-Fi Direct instellen...................................................................110
Wi-Fi Direct-status.......................................................................107
Wi-Fi instellen...............................................................................110
Wi-Fi uitschakelen........................................................................110
Wi-Fi/netwerkstatus............................................................107, 110
Wi-Fi-netwerkinstellingen..........................................................110
Windows
afdruktaken beheren................................................................165
printerinstellingen openen........................................................45
printerstatus controleren.........................................................165
Wizard Faxinstelling......................................................................81
Wizard Faxinstellingen................................................................114
Wizard Wi-Fi instellen.................................................................110
Z
Zoom..............................................................................................102
Gebruikershandleiding
Index
223
217


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Epson WorkForce Pro WF-4630DWF at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Epson WorkForce Pro WF-4630DWF in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,81 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Epson WorkForce Pro WF-4630DWF

Epson WorkForce Pro WF-4630DWF Installation Guide - English - 9 pages

Epson WorkForce Pro WF-4630DWF User Manual - English - 210 pages

Epson WorkForce Pro WF-4630DWF Installation Guide - German - 9 pages

Epson WorkForce Pro WF-4630DWF User Manual - German - 228 pages

Epson WorkForce Pro WF-4630DWF Installation Guide - Dutch - 9 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info