771792
232
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/235
Next page
Gebruikershandleiding
NPD6801-00 NL
Inhoudsopgave
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen................7
Informatie zoeken in de handleiding.............7
Markeringen en symbolen....................9
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding.......9
Referenties voor besturingssystemen.............9
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies.......................11
Veiligheidsinstructies voor inkt..............12
Printeradviezen en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . 12
Adviezen en waarschuwingen voor het
instellen/gebruik van de printer............. 12
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer.......................... 13
Adviezen en waarschuwingen voor het
vervoeren of opslaan van de printer.......... 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van de printer met een draadloze verbinding. . . . 13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik
van het display..........................14
Uw persoonlijke gegevens beschermen..........14
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen.............15
Uitleg bij het bedieningspaneel................17
Bedieningspaneel........................17
Uitleg bij het startscherm..................18
Tekens invoeren.........................19
Animaties bekijken...................... 20
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen..................21
Wi-Fi-verbinding........................21
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt)..........................21
Een computer verbinden.................... 22
Een smart device verbinden..................23
Een smart-apparaat verbinden via een
draadloze router.........................23
Verbinding maken met een iPhone, iPad of
iPod touch via Wi-Fi Direct................ 24
Verbinding maken met Android-apparaten
middels Wi-Fi Direct.....................27
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-
apparaten via Wi-Fi Direct.................30
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer. . . . . 33
Wi-instellingen congureren door de SSID
en het wachtwoord in te voeren............. 33
Wi-Fi-instellingen congureren via de
drukknopinstelling.......................34
Wi-Fi-instellingen congureren via de
pincode-instelling (WPS)..................35
De status van de netwerkverbinding controleren. . . 36
Netwerkpictogram.......................36
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken. . . . . 36
Een netwerkstatusvel afdrukken...............42
Draadloze routers vervangen of toevoegen. . . . . . . 43
De verbindingsmethode met een computer
wijzigen.................................43
De Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) instellingen
wijzigen.................................44
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel. . . . . . .45
Een Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP)
verbreken vanaf het bedieningspaneel...........46
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel..........................46
De printer voorbereiden
Papier laden..............................47
Beschikbaar papier en capaciteiten...........47
Papier in de Papiertoevoer achter laden........50
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen. . . . 52
Lang papier laden....................... 53
Lijst met papiertypen.....................53
Originelen plaatsen........................54
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen. . . . . 54
Contactpersonen beheren....................57
Contacten registreren of bewerken...........57
Contactgroepen registreren of bewerken.......58
Contacten registreren op een computer........58
Menuopties voor Instel......................59
Menuopties voor Voorraadstatus.............60
Menuopties voor Onderhoud...............60
Menuopties voor Printerinstallatie........... 61
Menuopties voor alle Wi-Fi/netwerk -
instellingen............................63
Menuopties voor Epson Connect- services. . . . . 63
Menuopties voor Google Cloud Print-services. . .64
Menuopties voor Contacten-beheer.......... 64
2
Menuopties voor Faxinstellingen.............65
Menuopties voor Statusv.afdrukk.............65
Menuopties voor Afdrukteller...............65
Menuopties voor Klantonderzoek............66
Menuopties voor Standaardinst. herstellen. . . . . 66
Menuopties voor Firmware-update...........66
Stroom besparen..........................66
Energie besparen — Bedieningspaneel. . . . . . . . 67
Faxinstellingen
Voordat u faxfuncties gebruikt................68
De printer aansluiten op een telefoonlijn.........68
Compatibele telefoonlijnen.................68
De printer aansluiten op een telefoonlijn.......69
Uw telefoontoestel aansluiten op de printer. . . . . 70
De printer klaarmaken voor het verzenden en
ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard
faxinstelling).............................72
Individuele instellingen instellen voor de
faxfuncties van de printer....................74
De instelling Ontvangstmodus..............74
Instellingen voor een extern telefoontoestel
congureren...........................76
Instellingen congureren voor het blokkeren
van ongewenste faxen.....................77
Instellingen instellen om faxen te verzenden
en ontvangen op een computer..............77
Menuopties voor Faxinstellingen...............78
Fax-aansl. controleren.................... 78
Wizard faxinstelling......................79
Menu Basisinstellingen....................79
Menu Ontvangstinst......................80
Menu Rapportinstellingen.................81
Menu Veiligheidsinstel.................... 82
Menu Standaardinst. gebr.................. 82
Afdrukken
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Windows..............................83
Het printerstuurprogramma openen..........83
Basisprincipes voor afdrukken..............84
Dubbelzijdig afdrukken...................85
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . . 86
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde).........87
Een verkleind of vergroot document afdrukken. . 87
Een aeelding vergroot afdrukken op
meerdere vellen (een poster maken)..........88
Afdrukken met een kop- en voettekst.........94
Een antikopieerpatroon afdrukken...........95
Meerdere bestanden tegelijkertijd afdrukken. . . . 96
Afdrukken met de afdrukfunctie Universele
kleuren...............................96
De afdrukkleur aanpassen................. 97
Dunne lijnen benadrukken tijdens het
afdrukken.............................98
Duidelijke streepjescodes afdrukken. . . . . . . . . . 98
Afdrukken annuleren.....................99
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . . 99
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma
in Mac OS..............................102
Basisprincipes voor afdrukken............. 102
Dubbelzijdig afdrukken..................103
Meerdere pagina's op één vel afdrukken. . . . . . .104
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen
(Afdrukken in omgekeerde volgorde)........ 105
Een verkleind of vergroot document afdrukken 105
De afdrukkleur aanpassen.................106
Afdrukken annuleren....................107
Menuopties voor het printerstuurprogramma. . 107
Bedieningsinstellingen voor Mac OS-
printerdriver congureren................ 109
Afdrukken met Smart Devices............... 109
Epson iPrint gebruiken...................109
Epson Print Enabler gebruiken.............111
AirPrint gebruiken......................112
Afdrukken met Mopria Print Service.........112
De actieve taak annuleren...................113
Kopiëren
Kopiëren...............................114
Dubbelzijdig kopiëren..................... 115
Meerdere originelen kopiëren naar één vel. . . . . . .115
Menuopties voor kopiëren.................. 115
Scannen
Scannen via het bedieningspaneel.............118
Scannen naar een computer...............118
Scannen via WSD.......................122
Scannen vanaf een computer.................124
Scannen met Epson Scan 2................124
Scannen met smart-apparaten................131
Epson iPrint installeren.................. 131
Scannen met Epson iPrint.................131
Faxen
Voordat u faxfuncties gebruikt...............133
3
Faxen verzenden via de printer...............133
Faxen verzenden via het bedieningspaneel. . . . .133
Verschillende manieren om faxberichten te
verzenden............................136
Faxen ontvangen op de Printer...............137
Inkomende faxen ontvangen...............138
Faxen ontvangen via een telefoonoproep. . . . . . 139
Menuopties voor faxen.....................140
Fax.................................140
Scaninstellingen........................140
Inst.faxverzending......................141
Meer................................142
Contacten-beheer.......................142
Een faxbericht verzenden via een computer. . . . . . 142
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Windows)................ 143
Documenten verzenden die zijn gemaakt met
een toepassing (Mac OS)................. 145
Faxberichten ontvangen op een computer.......147
Inkomende faxen opslaan op een computer. . . . 147
De functie voor het opslaan van ontvangen
faxen op de computer uitschakelen..........148
Controleren op nieuwe faxen (Windows). . . . . . 148
Controleren op nieuwe faxen (Mac OS).......149
Andere faxfuncties gebruiken................150
Een faxrapport handmatig afdrukken. . . . . . . . 150
Cartridges en andere
verbruiksgoederen vervangen
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren.............. 151
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudsset controleren
Bedieningspaneel.......................151
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Windows. . . . 151
De niveaus van de resterende inkt en de
onderhoudscassette controleren - Mac OS X. . . 152
Codes van de cartridges....................152
Voorzorgsmaatregelen voor inktcartridges.......153
Cartridges vervangen......................155
Onderhoudscassettecode................... 156
Voorzorgsmaatregelen voor de onderhoudsset. . . . 156
Een onderhoudsset vervangen................157
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken............157
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt —
bedieningspaneel.......................158
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken —
Windows.............................158
Tijdelijk met zwarte inkt afdrukken — Mac OS. 159
Zwarte inkt besparen als de zwarte inkt bijna op
is (uitsluitend voor Windows)................160
De printer onderhouden
Voorkomen dat de printkop uitdroogt..........162
De printkop controleren en reinigen...........162
De printkop controleren en schoonmaken
Bedieningspaneel.......................162
De printkop controleren en schoonmaken -
Windows.............................163
De printkop controleren en reinigen — Mac OS 163
De printkop uitlijnen......................164
De printkop uitlijnen — Bedieningspaneel. . . . .164
Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken. . . . . 164
De Scannerglasplaat reinigen................ 165
Het doorschijnende folie reinigen.............166
Netwerkservice en
softwareinformatie
Toepassing voor het congureren van
printerbewerkingen (Web Cong).............169
Web Cong uitvoeren op een browser........169
Web Cong uitvoeren op Windows..........170
Web Cong uitvoeren op Mac OS...........170
Toepassing voor het scannen van documenten
en aeeldingen (Epson Scan 2)...............171
De netwerkscanner toevoegen..............171
Toepassing voor het congureren van
scanbewerkingen vanaf het bedieningspaneel
(Epson Event Manager).................... 172
Toepassing voor scannen vanaf een computer
(Epson ScanSmart)........................172
Toep assing vo or het congureren van
faxbewerkingen en het verzenden van faxen
(FAX Utility)............................173
Toepassing voor het verzenden van faxen
(stuurprogramma PC-FAX).................174
Toepassing voor snel en op een leuke manier
afdrukken via een computer (Epson Photo+). . . . . 174
Toepassing voor het gemakkelijk bedienen van
de printer vanaf een smart-apparaat (Epson
Smart Panel)............................175
Toepassing voor het bijwerken van soware en
rmware (Epson Soware Updater). . . . . . . . . . . 175
4
Toepassing voor conguratie van een apparaat
in een netwerk (EpsonNet Cong)............ 176
De meest recente toepassingen installeren. . . . . . . 176
De printer toevoegen (alleen voor Mac OS). . . . . . 177
Toepassingen en rmware bijwerken...........178
Toepassingen verwijderen...................178
Toepassingen verwijderen Windows.......178
Toepassingen verwijderen Mac OS........179
Afdrukken via een netwerkservice.............180
Problemen oplossen
De printerstatus controleren.................181
Foutcodes op het lcd-scherm bekijken........181
De printerstatus controleren – Windows. . . . . . 182
De printerstatus controleren Mac OS...... 182
De sowarestatus controleren................183
Vastgelopen papier verwijderen...............183
Vastgelopen papier verwijderen uit de
Papiertoevoer achter.....................183
Vastgelopen papier verwijderen uit het
Achterpaneel..........................184
Vastgelopen papier binnen in de printer
verwijderen...........................185
Papier wordt niet goed ingevoerd.............186
Papier loopt vast........................187
Papier wordt schuin ingevoerd.............187
Er worden meerdere vellen papier tegelijk
uitgevoerd............................187
Foutmelding papier op verschijnt........... 187
Papier wordt uitgeworpen tijdens het
afdrukken............................187
Problemen met stroomtoevoer en
bedieningspaneel.........................187
De stroom wordt niet ingeschakeld..........187
De stroom wordt niet uitgeschakeld......... 188
Stroom schakelt automatisch uit............188
Het display wordt donker.................188
Kan niet afdrukken vanaf een computer. . . . . . . . 188
De verbinding controleren (USB)...........188
De verbinding controleren (netwerk).........189
De soware en gegevens controleren.........190
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Windows)....................192
De printerstatus controleren vanaf de
computer (Mac OS).....................193
Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt
congureren............................ 193
Kan geen verbinding maken vanaf apparaten
terwijl de netwerkinstellingen correct zijn. . . . . 193
De SSID controleren waarmee de printer is
verbonden............................195
De SSID voor de computer controleren.......195
Verbindingen via een draadloos netwerk (Wi-
Fi) worden instabiel bij gebruik van USB 3.0-
apparaten op een Mac....................196
Kan niet afdrukken vanaf een iPhone, iPad of
iPod touch..............................196
Afdrukproblemen........................ 197
De afdruk is gekrast of er ontbreken kleuren. . . 197
Er verschijnen strepen of onverwachte kleuren. .197
Gekleurde streepvorming zichtbaar met een
tussenafstand van ongeveer 2.5 cm..........197
Onscherpe afdrukken, verticale strepen of
verkeerde uitlijning..................... 198
Afdrukkwaliteit is slecht..................198
Papier vertoont vlekken of is bekrast.........199
Vlekken op het papier bij automatisch
dubbelzijdig afdrukken...................200
Afgedrukte foto's zijn plakkerig.............200
Aeeldingen of foto's worden afgedrukt met
de verkeerde kleuren.................... 200
Kan niet afdrukken zonder marges..........200
Randen van de aeelding vallen weg bij het
randloos afdrukken.....................201
Positie, formaat of marges van de afdruk zijn
niet juist............................. 201
Afgedrukte tekens zijn niet juist of onleesbaar. . 201
De afgedrukte aeelding is omgekeerd. . . . . . . 202
Mozaïekachtige patronen op de afdrukken. . . . .202
Op de gekopieerde afdruk verschijnen
ongelijke kleuren, vegen, vlekken of rechte
lijnen................................202
Er verschijnt een webachtig patroon (ook wel
"moiré" genoemd) op de gekopieerde
aeelding............................202
De achterkant van het origineel is te zien op
de gekopieerde aeelding.................203
Het probleem kon niet worden opgelost.......203
Overige afdrukproblemen...................203
Afdrukken verloopt te traag...............203
De afdruk- of kopieersnelheid neemt sterk af
tijdens een continue bewerking.............204
Kan het afdrukken niet annuleren vanaf een
computer met Mac OS X 10.6.8.............204
Kan niet beginnen met scannen.............. 204
Kan scannen niet starten via bedieningspaneel. .205
Problemen met gescande aeeldingen......... 205
Ongelijke kleuren, vuil, vlekken, enzovoort
worden weergegeven bij scannen vanaf de
glasplaat van de scanner..................205
De aeeldingskwaliteit is ruw..............205
5
De oset schijnt door in de achtergrond van
aeeldingen.......................... 205
De tekst is onscherp.....................206
Moiré-patronen (webachtige schaduwen)
verschijnen........................... 206
Kan het juiste gebied niet scannen op de
glasplaat............................. 206
Kan geen voorbeeld weergeven in umbnail. . 207
Tekst wordt niet correct herkend wanneer ik
opsla als een Searchable PDF...............207
Problemen in gescande aeelding kunnen
niet worden opgelost.................... 208
Andere scanproblemen.....................208
Scannen verloopt te traag.................208
De scansnelheid neemt sterk af tijdens het
continu scannen........................209
Scannen stopt bij het scannen naar een PDF/
Multi-TIFF........................... 209
Problemen met verzenden en ontvangen van
faxen..................................209
Kan geen faxbericht verzenden of ontvangen. . . 209
Kan geen faxen versturen.................211
Kan geen faxen verzenden naar opgegeven
ontvanger............................ 211
Kan geen faxen verzenden op speciek tijdstip. .211
Kan geen faxberichten ontvangen...........211
Foutmelding geheugen vol................212
Verzonden fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 212
Faxen worden op verkeerde grootte verzonden. .212
Ontvangen fax is van slechte kwaliteit. . . . . . . . 213
Ontvangen faxen worden niet afgedrukt. . . . . . 213
Pagina's zijn blanco of er wordt slechts een
klein deel van de tekst afgedrukt op de
tweede pagina van ontvangen faxen. . . . . . . . . .213
Andere faxproblemen......................214
Bellen niet mogelijk op verbonden telefoon. . . . 214
Antwoordapparaat kan geen gesprekken
aannemen............................214
Faxnummer van de zender wordt niet op
ontvangen faxberichten weergegeven of het
nummer is fout........................ 214
Overige problemen........................214
Lichte elektrische schok wanneer u de printer
aanraakt............................. 214
Printer maakt veel lawaai tijdens werking. . . . . 214
Datum en tijd zijn verkeerd............... 215
Soware wordt geblokkeerd door een rewall
(alleen Windows).......................215
Bijlage
Techni sc he specicaties.................... 216
Printer specicaties..................... 216
Scannerspecicaties.....................217
Interfacespecicaties.................... 217
Faxspecicaties........................ 218
Lijst met netwerkfuncties.................218
Wi-Fi-specicaties......................219
Beveiligingsprotocol.....................219
Ondersteunde services van derden.......... 219
Dimensies............................220
Elektrische specicaties.................. 220
Omgevingsspecicaties...................221
Systeemvereisten....................... 221
Regelgevingsinformatie.................... 222
Normen en goedkeuringen................222
De Duitse blauwe engel.................. 222
Beperkingen op het kopiëren.............. 222
De printer vervoeren en opslaan..............223
Copyright.............................. 225
Handelsmerken..........................226
Hulp vragen.............................227
Technische ondersteuning (website).........227
Contact opnemen met de klantenservice van
Epson...............................227
6
Over deze handleiding
Introductie tot de handleidingen
De volgende handleidingen worden meegeleverd met uw Epson-printer. Naast de handleidingen kunt u ook de
verschillende hulpmogelijkheden op de printer zelf of in de toepassingen raadplegen.
Hier beginnen (gedrukte handleiding)
Bevat informatie over het instellen van de printer, het installeren van de soware, het gebruik van de printer, het
oplossen van problemen enzovoort.
Gebruikershandleiding (digitale handleiding)
Deze handleiding. Biedt algehele informatie en instructies voor het gebruik van de printer, voor
netwerkinstellingen wanneer de printer in een netwerk wordt gebruikt en voor het oplossen van problemen.
U kunt de meest recente versie van de bovenstaande handleidingen in uw bezit krijgen op de volgende manieren.
Gedrukte handleiding
Ga naar de ondersteuningssite van Epson Europe (http://www.epson.eu/Support) of de wereldwijde
ondersteuningssite van Epson (http://support.epson.net/).
Digitale handleiding
Start EPSON Soware Updater op uw computer. EPSON Soware Updater controleert of er updates
beschikbaar zijn voor Epson-toepassingen of digitale handleidingen en laat u vervolgens de meest recente versie
downloaden.
Gerelateerde informatie
&“Toepassing voor het bijwerken van soware en rmware (Epson Soware Updater)” op pagina 175
Informatie zoeken in de handleiding
In de PDF-handleiding kunt u naar informatie zoeken via een zoekwoord, of direct naar een bepaald gedeelte gaan
met behulp van de bladwijzers.U kunt ook alleen de pagina's afdrukken die u nodig hebt.Dit gedeelte bevat uitleg
over het gebruik van een PDF-handleiding die in Adobe Reader X is geopend op de computer.
Over deze handleiding
>
Informatie zoeken in de handleiding
7
Zoeken met een zoekwoord
Klik op Bewerken > Geavanceerd zoeken.Voer in het zoekvenster het zoekwoord (tekst) in voor de informatie die
u zoekt en klik vervolgens op Zoeken.Zoekresultaten worden weergegeven in een lijst.Klik op een van de
weergegeven zoekresultaten om naar de betreende pagina te gaan.
Direct naar informatie gaan via bladwijzers
Klik op een titel om naar de betreende pagina te gaan.Klik op + of > en bekijk de onderliggende titels in dat
gedeelte.Voer de volgende bewerking uit op het toetsenbord als u wilt terugkeren naar de vorige pagina.
Wi n dow s: h oud de Alt-toets ingedrukt en druk op .
Mac OS: houd de command-toets ingedrukt en druk op .
Alleen pagina's afdrukken die u nodig hebt
U kunt alleen de pagina's die u nodig hebt extraheren en afdrukken.Klik op Afdrukken in het menu Bestand en
geef in Pagina's bij Pagina's die moeten worden afgedrukt de pagina's op die u wilt afdrukken.
Als u een paginareeks wilt opgeven, voert u tussen de begin- eindpagina een areekstreepje in.
Voorbeeld: 20-25
Als u niet-opeenvolgende pagina's wilt opgeven, scheidt u de pagina's met komma's.
Voorbeeld: 5, 10, 15
Over deze handleiding
>
Informatie zoeken in de handleiding
8
Markeringen en symbolen
!
Let op:
Instructies die nauwkeurig moeten worden gevolgd om lichamelijk letsel te voorkomen.
c
Belangrijk:
Instructies die moeten worden nageleefd om schade aan de apparatuur te voorkomen.
Opmerking:
Biedt aanvullende en referentie-informatie.
Gerelateerde informatie
&Koppelingen naar gerelateerde gedeelten.
Beschrijvingen gebruikt in deze handleiding
Screenshots van de schermen van de printerdriver en Epson Scan 2 (scannerdriver) zijn van Windows 10 of
macOS Mojave. De inhoud die op de schermen wordt weergegeven, is aankelijk van het model en de situatie.
De aeeldingen in deze handleiding dienen uitsluitend als voorbeeld. Er zijn kleine verschillen tussen elk
model, maar de gebruiksmethode blij hetzelfde.
Sommige menu-items op het lcd-scherm variëren naargelang het model en de instellingen.
U kunt de QR-code scannen met de speciale app.
Referenties voor besturingssystemen
Windows
In deze handleiding verwijzen termen zoals “Windows 10”, “Windows 8.1”, “Windows 8”, “Windows 7”, “Windows
Vista”, “Windows XP”, “Windows Server 2019”, “Windows Server 2016”, “Windows Server 2012 R2”, “Windows
Server 2012”, “Windows Server 2008 R2”, “Windows Server 2008”, “Windows Server 2003 R2” en “Windows Server
2003” naar de volgende besturingssystemen. Bovendien wordt “Windows” gebruikt om alle versies ervan aan te
duiden.
Microso
®
Wi n dow s
®
10 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s
®
8.1 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s
®
8 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s
®
7 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s Vis t a
®
besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s
®
XP besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s
®
XP Professional x64 Edition besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s S er v e r
®
2019 besturingssysteem
Over deze handleiding
>
Referenties voor besturingssystemen
9
Microso
®
Wi n dow s S er v e r
®
2016 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s S er v e r
®
2012 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s S er v e r
®
2012 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s S er v e r
®
2008 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s S er v e r
®
2008 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s S er v e r
®
2003 R2 besturingssysteem
Microso
®
Wi n dow s S er v e r
®
2003 besturingssysteem
Mac OS
In deze handleiding wordt “Mac OS” gebruikt om te verwijzen naar Mac OS X v10.6.8 of hoger en macOS 11 of
hoger.
Over deze handleiding
>
Referenties voor besturingssystemen
10
Belangrijke instructies
Veiligheidsinstructies
Lees en volg deze instructies om deze printer veilig te gebruiken.Bewaar deze handleiding voor latere
raadplegingen.Let ook op al de waarschuwingen en instructies die op de printer staan.
Sommige van de symbolen die worden gebruikt op de printer zijn bedoeld om de veiligheid en het juiste
gebruik van de printer te garanderen. Ga naar de volgende website voor de betekenis van de symbolen.
http://support.epson.net/symbols
Gebruik alleen het netsnoer dat met de printer is meegeleverd en gebruik het snoer niet voor andere apparatuur.
Gebruik van andere snoeren met deze printer of gebruik van het meegeleverde netsnoer met andere apparatuur
kan leiden tot brand of elektrische schokken.
Zorg ervoor dat het netsnoer voldoet aan de relevante plaatselijke veiligheidsnormen.
Haal het netsnoer, de stekker, de printer, de scanner of de accessoires nooit uit elkaar en probeer deze
onderdelen nooit zelf te wijzigen of te repareren, tenzij zoals uitdrukkelijk staat beschreven in de handleidingen
van het apparaat.
Trek in de volgende gevallen de stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud aan een onderhoudstechnicus
over:
Als het netsnoer of de stekker beschadigd is, als er vloeistof in de printer is gekomen, als de printer is gevallen of
als de behuizing beschadigd is, als de printer niet normaal werkt of als er een duidelijke wijziging in de
prestaties optreedt. Wijzig geen instellingen als hiervoor in de gebruiksaanwijzing geen instructies worden
gegeven.
Zet het apparaat in de buurt van een stopcontact waar u de stekker gemakkelijk uit het stopcontact kunt halen.
Plaats of bewaar de printer niet buiten en zorg ervoor dat de printer niet wordt blootgesteld aan vuil, stof, water
of hittebronnen. Vermijd plaatsen die onderhevig zijn aan schokken, trillingen, hoge temperaturen of
luchtvochtigheid.
Zorg ervoor dat u geen vloeistoen op de printer morst en pak de printer niet met natte handen vast.
Houd de printer ten minste 22 cm verwijderd van pacemakers. De radiogolven die door deze printer worden
uitgezonden, kunnen een negatieve invloed hebben op de werking van pacemakers.
Neem contact op met uw leverancier als het lcd-scherm beschadigd is. Als u vloeistof uit het scherm op uw
handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u vloeistof uit het scherm in uw ogen krijgt, moet u
uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen
problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Vermijd het gebruik van de telefoon tijdens onweer. Er bestaat een minieme kans op elektrische schokken door
bliksem.
Gebruik voor het melden van een gaslek geen telefoon in de directe omgeving van het lek.
Belangrijke instructies
>
Veiligheidsinstructies
11
Veiligheidsinstructies voor inkt
Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven.
Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep.
Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een
arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt.
Als er inkt in uw mond terechtkomt, raadpleegt u direct een arts.
Haal de cartridge of onderhoudscassette niet uit elkaar, omdat u inkt in uw ogen of op uw huid kunt krijgen.
Schud de cartridges niet te hard en laat ze niet vallen. Wees ook voorzichtig dat u ze niet ineendrukt of hun
etiket scheurt. Omdat hierdoor inkt kan lekken.
Houd cartridges en de onderhoudscassette buiten het bereik van kinderen.
Printeradviezen en waarschuwingen
Lees en volg deze instructies om schade aan de printer of uw eigendommen te voorkomen. Bewaar deze
handleiding voor toekomstig gebruik.
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/gebruik van de
printer
Blokkeer de openingen in de behuizing van de printer niet en dek deze niet af.
Gebruik uitsluitend het type voedingsbron dat is vermeld op het etiket van de printer.
Gebruik geen stopcontacten in dezelfde groep als kopieerapparaten, airconditioners of andere apparaten die
regelmatig worden in- en uitgeschakeld.
Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en
uitgeschakeld.
Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storing kunnen
veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draadloze telefoons.
Plaats het netsnoer zodanig dat geen slijtage, inkepingen, rafels, plooien en knikken kunnen optreden. Plaats
geen voorwerpen op het netsnoer en plaats het netsnoer zodanig dat niemand erop kan stappen. Let er vooral
op dat snoeren mooi recht blijven aan de uiteinden en de punten waar deze de transformator in- en uitgaan.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de printer, mag de totale stroombelasting in ampère van alle aangesloten
apparaten niet hoger zijn dan de maximale belasting voor het verlengsnoer. Zorg er bovendien voor dat het
totaal van de ampèrewaarden van alle apparaten die zijn aangesloten op het stopcontact, niet hoger is dan de
maximumwaarde die is toegestaan voor het stopcontact.
Als u de printer in Duitsland gebruikt, moet u rekening houden met het volgende: de installatie van het gebouw
moet beschikken over een stroomonderbreker van 10 of 16 A om de printer te beschermen tegen kortsluiting en
stroompieken.
Let bij het aansluiten van de printer op een computer of ander apparaat op de juiste richting van de stekkers van
de kabel. Elke stekker kan maar op een manier op het apparaat worden aangesloten. Wanneer u een stekker op
een verkeerde manier in het apparaat steekt, kunnen beide apparaten die via de kabel met elkaar zijn verbonden
beschadigd raken.
Belangrijke instructies
>
Printeradviezen en waarschuwingen
>
Adviezen en waarschuwingen voor het instellen/
g
12
Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed
als deze scheef staat.
Laat boven de printer voldoende ruimte vrij om het deksel volledig te kunnen openen.
Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt.
Vermijd plaatsen met grote schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Houd de printer ook uit de
buurt van direct zonlicht, fel licht of warmtebronnen.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer
Steek geen voorwerpen door de openingen in de printer.
Steek uw hand niet in de printer tijdens het afdrukken.
Raak de witte, platte kabel binnen in de printer niet aan.
Gebruik geen spuitbussen met ontvlambare stoen in of in de buurt van de printer. Dit kan brand veroorzaken.
Verplaats de printkop niet handmatig; anders kunt u de printer beschadigen.
Pas bij het sluiten van de scannereenheid op dat uw vingers niet klem komen te zitten.
Let erop dat u nooit te hard op de scannerglasplaat drukt wanneer u er een origineel op legt.
Zet de printer altijd uit met de knop
P
. Trek de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het
stopcontact niet af zolang het lampje
P
nog knippert.
Als u de printer gedurende langere tijd niet gebruikt, neem dan de stekker uit het stopcontact.
Adviezen en waarschuwingen voor het vervoeren of opslaan van de
printer
Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt
gehouden, anders kan er inkt lekken.
Controleer vóór het vervoeren van de printer of de printkop zich in de uitgangspositie (uiterst rechts) bevindt.
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van de printer met een
draadloze verbinding
Radiogolven van deze printer kunnen nadelige gevolgen hebben voor de werking van medische elektronische
apparatuur, waardoor deze apparatuur defect kan raken.Wanneer u deze printer gebruikt in een medische
instelling of in de buurt van medische apparatuur, volg dan de aanwijzingen van het bevoegd personeel van de
medische instelling en volg alle waarschuwingen en aanwijzingen die op de medische apparatuur zelf staan.
Radiogolven uit deze printer kunnen de werking van automatisch gestuurde apparaten, zoals automatische
deuren of een brandalarm, storen en kunnen tot ongevallen leiden als gevolg van storing.Volg alle
waarschuwingen en aanwijzingen die op deze apparatuur zijn aangeduid wanneer u deze printer gebruikt in de
buurt van automatisch aangestuurde apparaten.
Belangrijke instructies
>
Printeradviezen en waarschuwingen
>
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van
d
13
Adviezen en waarschuwingen voor gebruik van het display
Het display kan een paar kleine heldere of donkere puntjes vertonen en is mogelijk niet overal even helder. Dit
is normaal en wil geenszins zeggen dat het display beschadigd is.
Maak het display alleen schoon met een droge, zachte doek. Gebruik geen vloeibare of chemische
reinigingsmiddelen.
De buitenkant van de display kan breken als deze een grote weerslag krijgt. Neem contact op met uw
wederverkoper als het oppervlak van het scherm barst of splintert. Raak de gebroken stukken nooit aan en
verwijder ze niet.
Uw persoonlijke gegevens beschermen
Als u de printer aan iemand anders gee of wilt weggooien, kunt u het geheugen als volgt wissen: selecteer Instel.
> Herstel standaard instellingen > Alle gegevens en instellingen wissen op het bedieningspaneel.
Belangrijke instructies
>
Uw persoonlijke gegevens beschermen
14
Basisprincipes van printer
Namen en functies van onderdelen
APapiertoevoer achter Hieruit wordt papier geladen.
BPapiersteun Ondersteuning voor geladen papier.
CZijgeleider Hiermee wordt het papier recht in de printer ingevoerd. Schuif deze naar de
randen van het papier.
DInvoerbeveiliging Voorkomt dat ongewenste zaken in de printer terechtkomen.
Laat deze bescherming over het algemeen dicht.
EUitvoerlade Opvanglade voor het papier dat uit de printer komt.
FStopper Hiermee wordt voorkomen dat afdrukken uit de uitvoerlade vallen.
ADocumentkap Houdt extern licht tegen tijdens het scannen.
BScannerglasplaat Plaats de originelen.
Basisprincipes van printer
>
Namen en functies van onderdelen
15
CBedieningspaneel Geeft de status van de printer weer en maakt het mogelijk printerinstellingen
te congureren.
ASteun van scannereenheid Ondersteuning voor de scannereenheid.
BScannereenheid Scant de geplaatste originelen. Open de eenheid om inktpatronen te
vervangen of papier dat in de printer is vastgelopen, te verwijderen.
CInktcartridgehouder Installeer de inktpatronen. Inkt komt uit de spuitkanaaltjes van de printkop.
AAfdekking onderhoudsset Verwijder deze afdekking wanneer u de onderhoudsset wilt vervangen. De
onderhoudsset is een houder waarin kleine hoeveelheden overtollige inkt
wordt opgevangen tijdens het reinigen of afdrukken.
BAchterpaneel Verwijderen bij het verwijderen van vastgelopen papier.
CNetsnoeraansluiting Voor aansluiting van het netsnoer.
DEXT.-poort Voor aansluiting van externe telefoontoestellen.
ELINE-poort Voor aansluiting van een telefoonlijn.
FUSB-poort Voor aansluiting van een USB-kabel als verbinding met een computer.
Basisprincipes van printer
>
Namen en functies van onderdelen
16
Gerelateerde informatie
&“Bedieningspaneel” op pagina 17
Uitleg bij het bedieningspaneel
Bedieningspaneel
AHiermee schakelt u de printer in of uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u hebt gecontroleerd of het aan/uit-lampje uit staat.
BHiermee geeft u menu's en berichten weer. Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om een menu te
selecteren of instellingen te congureren.
CHiermee worden de oplossingen weergegeven wanneer u problemen ondervindt.
DGebruik de knoppen
u
d
l
r
om een menu te selecteren en druk op de knop OK om naar het selecteerde menu
te gaan.
EHiermee stopt u de actieve bewerking.
FHiermee voert u getallen, tekens en symbolen in.
GHiermee wist u instellingen voor aantallen, zoals het aantal exemplaren.
HHiermee start u een taak, zoals afdrukken of kopiëren.
IIs van toepassing op verschillende functies, afhankelijk van de situatie.
JHiermee keert u terug naar het vorige scherm.
KGaat branden wanneer zich in het geheugen van de printer ontvangen documenten bevinden die nog niet zijn
afgedrukt of opgeslagen.
LHiermee opent u het startscherm.
Basisprincipes van printer
>
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Bedieningspaneel
17
Uitleg bij het startscherm
AHier staan pictogrammen die de netwerkstatus aangeven.
Geeft aan dat een draadloos netwerk (Wi-Fi) is uitgeschakeld of dat de printer bezig is met het
tot stand brengen van een draadloze netwerkverbinding.
Duidt op een probleem met de draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi) van de printer of geeft
aan dat de printer zoekt naar een draadloze netwerkverbinding (Wi-Fi).
Geeft aan dat de printer verbonden is met een draadloos netwerk (Wi-Fi).
Het aantal balkjes geeft de sterkte van de verbinding weer. Hoe meer balkjes, des te sterker de
verbinding is.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct (Simple AP) is ingeschakeld.
Geeft aan dat Wi-Fi Direct (Simple AP) is uitgeschakeld.
BWanneer
l
en
r
worden weergegeven, kunt u naar rechts of links bladeren door te drukken op de knop
l
of
r
.
Basisprincipes van printer
>
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Uitleg bij het startscherm
18
CFunctiepictogrammen en namen worden weergegeven als menupictogrammen.
Druk op de knoppen
u
d
l
r
om een pictogram te selecteren en druk vervolgens op de knop OK om het menu
te openen.
Scannen Hiermee kunt u een document of foto scannen.
Kopiëren Hiermee kunt u een document kopiëren.
Wi-Fi instellen Hiermee kunt u de printer instellen voor gebruik in een draadloos netwerk. Dit is een
snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > alle Wi-Fi/netwerk -instellingen > Wi-Fi instellen
Fax Hiermee kunt u faxberichten verzenden.
Stille modus Hiermee geeft u de instelling Stille modus weer, waarmee u ervoor zorgt dat de printer
minder geluid maakt. Als u deze optie inschakelt, kan de afdruksnelheid minder zijn.
Afhankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de afdrukkwaliteit,
merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Dit is een snelkoppeling naar het volgende menu.
Instel. > Printerinstallatie > Stille modus
Instel. Hiermee kunt u instellingen congureren die zijn gerelateerd aan onderhoud, en printer- en
netwerkinstellingen.
Onderhoud Hiermee geeft u de menu's weer die worden aanbevolen om de kwaliteit van uw afdrukken te
verbeteren, zoals het ontstoppen van de spuitmondjes door een controlepatroon van de
spuitmondjes af te drukken en een kopreiniging uit te voeren en het verbeteren van vervaging
of strepen op uw afdrukken door de printkop uit te lijnen. Dit is een snelkoppeling naar het
volgende menu.
Instel. > Onderhoud
DHier staan de knoppen die u kunt gebruiken. In dit voorbeeld kunt u naar het geselecteerde menu gaan door op OK
te drukken.
Tekens invoeren
Als u via het bedieningspaneel tekens en symbolen wilt invoeren voor de netwerkinstellingen en het registreren
van contactpersonen, gebruikt u de knoppen
u
,
d
,
l
en
r
en het sowaretoetsenbord op het lcd-scherm. Druk
op de knop
u
,
d
,
l
of
r
om op het toetsenbord een teken of functietoets te selecteren en druk vervolgens op de
knop OK. Wanneer u klaar bent met het invoeren van tekens, selecteert u OK en drukt u vervolgens op de knop
OK.
Basisprincipes van printer
>
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Tekens invoeren
19
Functieknop Beschrijvingen
l
r
Hiermee verplaatst u de cursor naar links of rechts.
A 1 # Hiermee schakelt u tussen tekentypes. U kunt alfanumerieke tekens of symbolen gebruiken.
U kunt ook schakelen met de knop .
Hiermee typt u een spatie.
Hiermee wist u het teken links van de cursor (Backspace).
OK Hiermee voert u de geselecteerde tekens in.
Animaties bekijken
Op het lcd-scherm kunt u animaties bekijken van bedieningsinstructies, zoals het laden van papier of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Druk op de knop . Het Help-scherm wordt weergegeven. Selecteer Hoe en selecteer vervolgens de items die u
wilt bekijken.
Selecteer Hoe onderaan het bedieningsscherm. De contextgevoelige animatie wordt weergegeven.
AGeeft de voortgang in de huidige stap aan. De animatie wordt herhaald wanneer de voortgangsbalk het einde
bereikt.
BDruk op de knop
l
om terug te keren naar de vorige stap.
CGeeft het totale aantal stappen en het nummer van de huidige stap weer.
In het voorbeeld hierboven wordt stap 2 van 3 stappen weergegeven.
DDruk op de knop
r
om verder te gaan naar de volgende stap.
Basisprincipes van printer
>
Uitleg bij het bedieningspaneel
>
Animaties bekijken
20
Netwerkinstellingen
Typen netwerkverbindingen
U kunt de volgende verbindingsmethoden gebruiken.
Wi-Fi-verbinding
Sluit de printer en de computer of het smart device aan op de draadloze router. Dit is de meest gebruikelijke
manier van verbinden voor netwerken thuis en op kantoor waar de Wi-Fi-verbindingen worden verzorgd door een
draadloze router.
Gerelateerde informatie
&“Een computer verbinden” op pagina 22
&“Een smart-apparaat verbinden via een draadloze router” op pagina 23
&“Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 33
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
Gebruik deze verbindingsmethode wanneer u thuis of op kantoor geen Wi-Fi hebt of wanneer u de printer en het
smart device rechtstreeks met elkaar wilt verbinden. In deze modus fungeert de printer als draadloze router en
kunt u maximaal vier apparaten met de printer verbinden zonder dat u een gewone draadloze router nodig hebt.
Netwerkinstellingen
>
Typen netwerkverbindingen
>
Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)
21
Smart devices die rechtstreeks met de printer zijn verbonden kunnen echter niet met elkaar communiceren via de
printer.
De printer kan tegelijk verbinding hebben via Wi-Fi en Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt). Als u echter een
netwerkverbinding start in Wi-Fi Direct (eenvoudig toegangspunt) wanneer de printer verbinding hee via Wi-Fi,
wordt de Wi-Fi-verbinding tijdelijk verbroken.
Gerelateerde informatie
&“Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi Direct” op pagina 24
&“Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Direct” op pagina 27
&“Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 30
Een computer verbinden
Het wordt aanbevolen het installatieprogramma te gebruiken om de printer te verbinden met een computer. U
kunt het installatieprogramma op een van de volgende manieren uitvoeren.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethoden selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven en selecteer vervolgens de
gewenste methode om de printer met de computer te verbinden.
Netwerkinstellingen
>
Een computer verbinden
22
Selecteer het verbindingstype en klik vervolgens op Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
Een smart device verbinden
Een smart-apparaat verbinden via een draadloze router
U kunt de printer gebruiken vanaf een smart device wanneer u de printer verbindt met hetzelfde Wi-Fi-netwerk
(SSID) als het smart device. Als u de printer wilt gebruiken vanaf een smart device, stelt u dit in vanaf de volgende
website. Open de website vanaf een smart device waarmee u verbinding wilt maken met de printer.
http://epson.sn > Instellen
Opmerking:
Als u tegelijkertijd een computer en een smart-apparaat met de printer wilt verbinden, wordt aangeraden als eerste de
computer in te stellen met het installatieprogramma.
Gerelateerde informatie
&“Afdrukken met Smart Devices” op pagina 109
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Een smart-apparaat verbinden via een draadloze router
23
Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi-Fi
Direct
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met een iPhone, iPad of
iPod touch. De volgende omstandigheden zijn vereist om verbinding te maken via deze methode. Als uw omgeving
niet aan deze voorwaarden voldoet, kunt u verbinding maken door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de
gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie over het verbinden.
iOS 11 of hoger
Gebruik de standaard cameratoepassing om de QR-code te scannen
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om vanaf een smart device af te drukken. Installeer van tevoren Epson iPrint op het
smart device.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt
verbinden. U hoe deze instellingen niet opnieuw te congureren, tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
netwerkinstellingen herstelt.
1. Selecteer Wi - Fi in s te l l en op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi Di r e c t .
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi
-
24
5. Selecteer iOS.
6. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
De QR-code wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer.
7. Start op de iPhone, iPad of iPod touch de standaard Camera-app en scan de QR-code die in de modus FOTO
op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven.
Gebruik de Camera-app voor iOS 11 of hoger. Met de Camera-app voor iOS 10 of lager kunt u geen
verbinding maken met de printer. Ook kunt u geen app voor het scannen van QR-codes gebruiken. Als u geen
verbinding kunt maken, drukt u op de knop
l
. Zie de gerelateerde informatie hieronder voor meer informatie
over het verbinden.
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi
-
25
8. Tik op de melding die wordt weergegeven op het scherm van de iPhone, iPad of iPod touch.
9. Tik op Koppelen.
10. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
11. Start de Epson-printapp op de iPhone, iPad of iPod touch.
Voorbeelden van Epson-printapps
12. Tik op het scherm van de Epson-printapp op Printer niet geselecteerd.
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Verbinding maken met een iPhone, iPad of iPod touch via Wi
-
26
13. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te
selecteren.
14. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het Wi-
Fi-scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
Gerelateerde informatie
&“Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 30
&“Afdrukken met Smart Devices” op pagina 109
Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Direct
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met uw Android-
apparaat. De volgende omstandigheden zijn vereist om deze functie te gebruiken.
Android 4.4 of later
Epson iPrint versie 7.0 of hoger
Epson iPrint wordt gebruikt om af te drukken vanaf een smart-apparaat. Installeer Epson iPrint van tevoren op het
smart-apparaat.
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Dir
e
27
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts eenmaal te congureren voor de printer en het smart-apparaat waar u verbinding mee wilt
maken. Tenzij u Wi-Fi Direct inschakelt of de netwerkinstellingen herstelt naar de standaardwaarden, hoe u deze
instellingen niet opnieuw te congureren.
1. Selecteer Wi - Fi in s te l l en op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi Di r e c t .
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Selecteer Android.
6. Start Epson iPrint op het smart-apparaat.
7. Tik op het scherm Epson iPrint op Printer niet geselecteerd.
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Dir
e
28
8. Selecteer de printer waarmee u een verbinding wilt maken.
Raadpleeg de informatie die wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer om de printer te
selecteren.
Opmerking:
Printers worden mogelijk niet weergegeven, aankelijk van het Android-apparaat. Als printers niet worden
weergegeven, maakt u verbinding door Andere OS-apparaten te selecteren. Zie de gerelateerde informatie hieronder
voor meer informatie over het verbinden.
9. Wanneer het scherm met goedkeuring voor de apparaatverbinding wordt weergegeven, selecteert u Goedk..
10. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Voor smart-apparaten die eerder met de printer zijn verbonden, selecteert u de netwerknaam (SSID) op het wi-
scherm van het smart-apparaat om deze opnieuw te verbinden.
Gerelateerde informatie
&“Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi Direct” op pagina 30
&“Afdrukken met Smart Devices” op pagina 109
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Verbinding maken met Android-apparaten middels Wi-Fi Dir
e
29
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via Wi-Fi
Direct
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met smart devices.
Opmerking:
U hoe deze instellingen slechts een keer te congureren voor de printer die en het smart device dat u met elkaar wilt
verbinden. U hoe deze instellingen niet opnieuw te congureren, tenzij u Wi-Fi Direct uitschakelt of de standaard
netwerkinstellingen herstelt.
1. Selecteer Wi - Fi in s te l l en op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi Di r e c t .
3. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
4. Controleer het bericht en druk op de knop OK om door te gaan.
5. Selecteer Andere OS-apparaten.
De Netwerknaam en het Wachtwoord voor Wi-Fi Direct voor de printer worden weergegeven.
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via W
i
30
6. Selecteer op het Wi-Fi-scherm van het smart device de SSID die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven en voer vervolgens het wachtwoord in.
De schermafdruk is een voorbeeld op iPhone.
7. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via W
i
31
8. Start de Epson-printapp op het smart device.
Voorbeelden van Epson-printapps
9. Tik op het scherm van de Epson-printapp op Printer niet geselecteerd.
10. Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Bekijk de informatie die op het bedieningspaneel van de printer wordt weergegeven om de printer te
selecteren.
11. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer.
Selecteer voor smart devices die eerder met de printer verbonden zijn geweest de netwerknaam (SSID) op het Wi-
Fi-scherm van het smart device en maak opnieuw verbinding.
Netwerkinstellingen
>
Een smart device verbinden
>
Verbinding maken met niet-iOS- of Android-apparaten via W
i
32
Gerelateerde informatie
&“Afdrukken met Smart Devices” op pagina 109
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
Op het bedieningspaneel van de printer kunt u op verschillende manieren de netwerkinstellingen congureren.
Kies de verbindingsmethode die overeenkomt met uw omgeving en de voorwaarden die u gebruikt.
Als u beschikt over de informatie voor de draadloze router, zoals de SSID en het wachtwoord, kunt u de
instellingen handmatig congureren.
Als de draadloze router WPS ondersteunt, kunt u de instellingen congureren met drukknopinstellingen.
Nadat de printer verbinding hee gemaakt met het netwerk, maakt u verbinding tussen de printer en het apparaat
dat u wilt gebruiken (computer, smart device, tablet, enz.).
Gerelateerde informatie
&“Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 33
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 34
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 35
Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in
te voeren
U kunt een wi-netwerk instellen door de nodige informatie in te voeren om een draadloze router aan te sluiten op
het bedieningspaneel van de printer. Als u deze methode wilt gebruiken, hebt u de SSID en het wachtwoord nodig
voor een draadloze router.
Opmerking:
Als u een draadloze router met de standaardinstellingen gebruikt, gebruikt u de SSID en het wachtwoord die op het label
vermeld staan. Als u de SSID en het wachtwoord niet weet, neem dan contact op met de persoon die de de draadloze router
hee ingesteld of raadpleeg de documentatie van het toegangspunt.
1. Selecteer Wi - Fi in s te l l en op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi (a an b e v o l e n ) .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Wizard Wi-Fi instellen.
Netwerkinstellingen
>
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
>
Wi-instellingen congureren door de SSID
e
33
5. Selecteer de SSID voor de draadloze router op het bedieningspaneel van de printer en druk op de knop OK.
Opmerking:
Als de SSID waarmee u verbinding wilt maken, niet wordt weergegeven op het bedieningspaneel van de printer,
drukt u op de knop om de lijst te vernieuwen. Als deze nog steeds niet wordt weergegeven, selecteert u Andere
SSID's en voert u de SSID rechtstreeks in.
Als u de SSID niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van de draadloze router. Als u de
draadloze router gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat.
6. Voer het wachtwoord in.
Selecteer of u al dan niet een netwerkverbindingsrapport wilt afdrukken na het voltooien van de instellingen.
Opmerking:
Het wachtwoord is hoofdlettergevoelig.
Als u de netwerknaam (SSID) niet kent, controleer dan of deze vermeld staat op het label van de draadloze router.
Als u de draadloze router gebruikt met zijn standaardinstellingen, gebruikt u de SSID die op het label staat. Als u de
informatie niet kunt vinden, raadpleegt u de documentatie die is meegeleverd met de draadloze router.
7. Als u klaar bent met het instellen, drukt u op de knop .
Opmerking:
Als u geen verbinding kunt maken, laadt u papier en drukt u vervolgens op de knop om een
netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Gerelateerde informatie
&“Tekens invoeren” op pagina 19
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 36
&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 193
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling
U kunt automatisch een Wi-Fi-netwerk instellen door op een knop op de draadloze router te drukken. Als aan de
volgende voorwaarden is voldaan, kunt u deze manier van instellen gebruiken.
De draadloze router is compatibel met WPS (Wi-Fi beschermde installatie).
De huidige Wi-Fi-verbinding is tot stand gebracht door op een knop op de draadloze router te drukken.
1. Selecteer Wi - Fi in s te l l en op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi (a an b e v o l e n ) .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Drukknopinstelling (WPS).
Netwerkinstellingen
>
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
>
Wi-Fi-instellingen congureren via de drukk
n
34
5. Houd de [WPS]-knop ingedrukt op de draadloze router tot het beveiligingslampje knippert.
Als u niet weet waar de WPS-knop zit, of als de draadloze router geen knoppen hee, raadpleeg dan de
documentatie van de draadloze router voor meer informatie.
6. Druk op de knop OK op het bedieningspaneel van de printer. Volg de instructies op het scherm die worden
weergegeven.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een netwerkverbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 36
&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 193
Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)
U kunt automatisch verbinding maken met een draadloze router door gebruik te maken van een pincode. U kunt
deze methode gebruiken als uw draadloze router WPS (Wi-Fi beschermde installatie) ondersteunt. Gebruik een
computer om een pincode in te voeren in de draadloze router.
1. Selecteer Wi - Fi in s te l l en op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi (a an b e v o l e n ) .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Overige.
5. Selecteer PIN-code (WPS).
6. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in de draadloze router. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
Netwerkinstellingen
>
Wi-Fi-instellingen congureren op de printer
>
Wi-Fi-instellingen congureren via de pinco
d
35
7. Druk op de printer op de knop OK.
Het instellen is voltooid wanneer dit wordt gemeld in een bericht.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
Gerelateerde informatie
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 36
&“Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt congureren” op pagina 193
De status van de netwerkverbinding controleren
U kunt de netwerkstatus als volgt controleren.
Netwerkpictogram
U kunt de status van de netwerkverbinding en kracht van het radiosignaal controleren aan de hand van het
netwerkpictogram op het startscherm van de printer.
Gerelateerde informatie
&“Uitleg bij het startscherm” op pagina 18
Een netwerkverbindingsrapport afdrukken
U kunt een netwerkverbindingsrapport afdrukken om de status tussen de printer en de draadloze router te
controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel. op het startscherm en druk vervolgens op de knop OK.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Verbindingscontrole.
De verbindingscontrole wordt gestart.
Netwerkinstellingen
>
De status van de netwerkverbinding controleren
>
Een netwerkverbindingsrapport afdruk
k
36
4. Druk op de knop
x
om het netwerkverbindingsrapport af te drukken.
Als er een fout is opgetreden, controleer dan het netwerkverbindingsrapport en volg de afgedrukte
oplossingen.
Gerelateerde informatie
&“Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport” op pagina 37
Berichten en oplossingen op het netwerkverbindingsrapport
Controleer de berichten en foutcodes op het netwerkverbindingsrapport en volg dan de oplossingen.
a. Foutcode
b. Berichten over de netwerkomgeving
Gerelateerde informatie
&“E-1” op pagina 38
&“E-2, E-3, E-7” op pagina 38
&“E-5” op pagina 39
&“E-6” op pagina 39
&“E-8” op pagina 39
Netwerkinstellingen
>
De status van de netwerkverbinding controleren
>
Een netwerkverbindingsrapport afdruk
k
37
&“E-9” op pagina 40
&“E-10” op pagina 40
&“E-11” op pagina 41
&“E-12” op pagina 41
&“E-13” op pagina 41
&“Bericht over de netwerkomgeving” op pagina 42
E-1
Oplossingen:
Controleer of de hub of het andere netwerkapparaat is ingeschakeld.
Als u de printer via Wi-Fi wilt aansluiten, congureert u de Wi-Fi-instellingen voor de printer opnieuw,
aangezien deze zijn uitgeschakeld.
E-2, E-3, E-7
Oplossingen:
Controleer of uw draadloze router is ingeschakeld.
Controleer of uw computer of apparaat correct is aangesloten op de draadloze router.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Plaats de printer dichter bij uw draadloze router en verwijder alle eventuele obstakels ertussen.
Als u de SSID handmatig hebt ingevoerd, moet u controleren of deze correct is. Controleer de SSID op het
gedeelte Netwerkstatus op het netwerkverbindingsrapport.
Als een draadloze router meerdere SSIDs hee, selecteert u de SSID die wordt weergegeven. Wanneer de SSID
een niet-compatibele frequentie gebruikt, toont de printer deze niet.
Als u een drukknopinstelling gebruikt voor het tot stand brengen van een netwerkverbinding, moet u
controleren of uw draadloze router WPS ondersteunt. U kunt de drukknopinstelling niet gebruiken als uw
draadloze router WPS niet ondersteunt.
Controleer of uw SSID alleen ASCII-tekens (alfanumerieke tekens en symbolen) gebruikt. De printer kan geen
SSID die niet-ASCII-tekens bevat, weergeven.
Zorg dat u uw SSID en wachtwoord kent voordat u verbinding maakt met de draadloze router. Als u een
draadloze router gebruikt met de standaardinstellingen, bevinden de SSID en het wachtwoord zich op het label
op de draadloze router. Als u uw SSID en het wachtwoord niet kent, neemt u contact op met de persoon die de
draadloze routers hee ingesteld of raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze router is geleverd.
Als u wilt verbinden met een SSID die is gegenereerd met behulp van de tethering-functie van een smart device,
controleert u de SSID en het wachtwoord in de documentatie die bij het smart device is geleverd.
Als uw wi-verbinding plots wordt verbroken, controleert u de onderstaande voorwaarden. Als een of meer van
deze voorwaarden van toepassing zijn, stelt u uw netwerkinstellingen opnieuw in door de soware van de
volgende website te downloaden en uit te voeren.
http://epson.sn > Instellen
Er is een ander smart device toegevoegd aan het netwerk met behulp van de drukknopinstelling.
Het wi-netwerk is ingesteld met een andere methode dan de drukknopinstelling.
Netwerkinstellingen
>
De status van de netwerkverbinding controleren
>
Een netwerkverbindingsrapport afdruk
k
38
Gerelateerde informatie
&“Een computer verbinden” op pagina 22
&“Wi-Fi-instellingen congureren op de printer” op pagina 33
E-5
Oplossingen:
Zorg dat het beveiligingstype van de draadloze router is ingesteld op een van het volgende. Als dat niet het geval is,
wijzigt u het beveiligingstype op de draadloze router en stelt u de netwerkinstellingen van de printer opnieuw in.
WEP-64 bit (40-bits)
WEP-128 bit (104-bits)
WPA PSK (TKIP/AES)
*
WPA2 PSK (TKIP/AES)
*
WPA (TKIP/AES)
WPA2 (TKIP/AES)
* WPA PSK wordt ook wel WPA Personal genoemd. WPA2 PSK wordt ook wel WPA2 Personal genoemd.
E-6
Oplossingen:
Controleer of MAC-adreslter is uitgeschakeld. Als dit is ingeschakeld, registreert u het MAC-adres van de
printer zodat het niet wordt gelterd. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd voor
details. U kunt het MAC-adres van de printer controleren onder het gedeelte Netwerkstatus in het
netwerkverbindingsrapport.
Als uw draadloze router gebruik maakt van gedeelde vericatie met WEP-beveiliging, moet u controleren of de
vericatiecode en index correct zijn.
Als het aantal te verbinden apparaten op de draadloze router kleiner is dan het aantal netwerkapparaten dat u
wilt verbinden, gee u de instellingen op de draadloze router op om het aantal te verbinden apparaten te
vermeerderen. Raadpleeg de documentatie die bij de draadloze router is geleverd om instellingen op te geven.
Gerelateerde informatie
&“Een computer verbinden” op pagina 22
E-8
Oplossingen:
Schakel DHCP in op de draadloze router als de instelling IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op
Automatisch.
Als IP-adres verkrijgen van de printer is ingesteld op Handmatig, is het IP-adres dat u handmatig hebt
ingesteld, ongeldig omdat het buiten bereik (bijvoorbeeld: 0.0.0.0) is. Stel een geldig IP-adres in vanaf het
bedieningspaneel van de printer of met Web Cong.
Netwerkinstellingen
>
De status van de netwerkverbinding controleren
>
Een netwerkverbindingsrapport afdruk
k
39
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 42
E-9
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Apparaten worden ingeschakeld.
U kunt toegang krijgen tot internet en andere computer of netwerkapparaten op hetzelfde netwerk van de
apparaten die u met de printer wilt verbinden.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in. Stel dan uw
netwerkinstellingen opnieuw in door het installatieprogramma van de volgende website te downloaden en uit te
voeren.
http://epson.sn > Instellen
Gerelateerde informatie
&“Een computer verbinden” op pagina 22
E-10
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
Netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u IP-adres verkrijgen van de
printer hebt ingesteld op Handmatig.
Stel het netwerkadres opnieuw in als het onjuist is. U kunt het IP-adres, het subnetmasker en de standaard gateway
controleren onder Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Als DHCP is ingeschakeld, wijzigt u IP-adres verkrijgen van de printer naar Automatisch. Als u IP-adres
handmatig wilt instellen, selecteert u het IP-adres van het gedeelte Netwerkstatus op het
netwerkverbindingsrapport en selecteert u Handmatig op het scherm met de netwerkinstellingen. Stel het
subnetmasker in op [255.255.255.0].
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden, schakelt u de draadloze router uit. Wacht
ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 42
Netwerkinstellingen
>
De status van de netwerkverbinding controleren
>
Een netwerkverbindingsrapport afdruk
k
40
E-11
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Het standaard gateway-adres is correct als u de TCP/IP-instelling van de printer instelt op Handmatig.
Het apparaat dat is ingesteld als de standaard gateway, wordt ingeschakeld.
Stel het juiste standaard gateway-adres in. U kunt het standaard gateway-adres controleren onder het gedeelte
Netwerkstatus in het netwerkverbindingsrapport.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 42
E-12
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Andere apparaten op het netwerk worden ingeschakeld.
De netwerkadressen (IP-adres, subnetmasker en standaard gateway) zijn correct als u ze handmatig invoert.
De netwerkadressen voor andere apparaten (subnetmasker en standaard gateway) zijn dezelfde.
Het IP-adres komt niet in conict met andere apparaten.
Als uw printer en netwerkapparaten nog steeds niet worden verbonden nadat u het bovenstaande hebt
gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Geef de netwerkinstellingen opnieuw op met het installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende
website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 42
&“Een computer verbinden” op pagina 22
E-13
Oplossingen:
Controleer het volgende.
Netwerkapparaten zoals een draadloze router, hub en router, zijn ingeschakeld.
Netwerkinstellingen
>
De status van de netwerkverbinding controleren
>
Een netwerkverbindingsrapport afdruk
k
41
De TCP/IP-instelling voor netwerkapparaten is niet handmatig opgegeven. (Als de TCP/IP-instelling van de
printer automatisch is ingesteld terwijl de TCP/IP-instelling voor andere netwerkapparaten handmatig wordt
uitgevoerd, kan het netwerk van de printer verschillen van het netwerk voor andere apparaten.)
Als dit nog steeds niet werkt nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd, probeert u het volgende.
Schakel de draadloze router uit. Wacht ongeveer 10 seconden en schakel deze in.
Denieer netwerkinstellingen op de computer die op hetzelfde netwerk als de printer zit met het
installatieprogramma. U kunt dit uitvoeren vanaf de volgende website.
http://epson.sn > Instellen
U kunt meerdere wachtwoorden registreren op een draadloze router die het WEP-beveiligingstype gebruikt. Als
er meerdere wachtwoorden zijn geregistreerd, moet u controleren of het eerste geregistreerde wachtwoord op de
printer is ingesteld.
Gerelateerde informatie
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 42
&“Een computer verbinden” op pagina 22
Bericht over de netwerkomgeving
Bericht Oplossing
De Wi-Fi-omgeving moet worden
verbeterd. Schakel de draadloze router uit
en vervolgens weer in. Als de verbinding
niet verbetert, raadpleegt u de
documentatie voor de draadloze router.
Nadat u de printer dichter bij de draadloze router hebt geplaatst en eventuele
obstakels hebt verwijderd, schakelt u de draadloze router uit. Wacht circa 10
seconden en schakel het toegangspunt weer in. Als de printer nog steeds
geen verbinding maakt, raadpleegt u de documentatie die bij de draadloze
router is meegeleverd.
*Er kunnen niet meer apparaten
aangesloten worden. Verwijder een van de
apparaten als u een ander wilt toevoegen.
De computer en de smart-apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
verbonden, worden volledig verbonden in de Wi-Fi Direct (eenvoudige AP)
verbinding. Om nog een computer of een ander smart device toe te voegen,
moet u eerst de verbinding van een van de verbonden apparaten verbreken
of een van de verbonden apparaten eerst aansluiten op een ander netwerk.
U kunt het aantal draadloze apparaten die tegelijkertijd kunnen worden
aangesloten en het aantal verbonden apparaten bevestigen door het
netwerkstatusvel of het bedieningspaneel van de printer te controleren.
Dezelfde SSID als Wi-Fi Direct bestaat in de
omgeving. Wijzig de Wi-Fi Direct SSID als u
geen smartapparaat kunt verbinden met
de printer.
Ga op het bedieningspaneel van de printer naar het scherm Wi-Fi Direct en
selecteer het menu om de instelling te wijzigen. U kunt de netwerknaam
wijzigen die na DIRECT-XX- volgt. Voer tot 32 tekens in.
Een netwerkstatusvel afdrukken
U kunt de gedetailleerde netwerkinformatie afdrukken om deze te controleren.
1. Papier laden.
2. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
Netwerkinstellingen
>
Een netwerkstatusvel afdrukken
42
3. Selecteer Netwerkinstellingen > Statusblad afdrukken.
4. Druk op de knop
x
.
Het netwerkstatusvel wordt afgedrukt.
Draadloze routers vervangen of toevoegen
Als de SSID verandert doordat een draadloze router wordt vervangen, of als een draadloze router wordt
toegevoegd en een nieuwe netwerkomgeving wordt ingesteld, congureert u de Wi-Fi-instellingen opnieuw.
Gerelateerde informatie
&“De verbindingsmethode met een computer wijzigen” op pagina 43
De verbindingsmethode met een computer wijzigen
Gebruik het installatieprogramma en stel de installatie in met een andere verbindingsmethode.
Instellen vanaf de website
Open de volgende website en voer de productnaam in. Ga naar Instellen en congureer de instellingen.
http://epson.sn
Instellen met de soware-cd (alleen voor modellen die worden geleverd met een soware-cd en gebruikers die
beschikken over een Windows-computer met een schijfstation).
Plaats de soware-cd in de computer en volg de instructies op het scherm.
De verbindingsmethode wijzigen selecteren
Volg de instructies op het scherm totdat het volgende scherm wordt weergegeven.
Netwerkinstellingen
>
De verbindingsmethode met een computer wijzigen
43
Selecteer Breng de verbinding van Printer opnieuw tot stand (voor nieuwe netwerkrouter of om USB te
wijzigen naar netwerk, enz.) in het scherm Soware installeren en klik vervolgens op Volgende.
De Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) instellingen wijzigen
Wanneer een Wi-Fi Direct (eenvoudige AP)-verbinding is ingeschakeld, kunt u de instellingen van Wi-Fi Direct,
zoals de netwerknaam en het wachtwoord wijzigen.
1. Selecteer Wi - Fi in s te l l en op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi Di r e c t .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Druk op de knop OK om door te gaan.
5. Druk op de knop
d
om het scherm Instellingen weer te geven.
6. Selecteer het menu-item dat u wilt wijzigen.
U kunt de volgende menu-items selecteren.
Netwerkinstellingen
>
De Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) instellingen wijzigen
44
Netwerknaam wijzigen
Wijzig de netwerknaam (SSID) van Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) die u hebt gebruikt om verbinding te
maken met de printer naar een naam naar keuze. U kunt de netwerknaam (SSID) instellen in ASCII-tekens
die worden weergegeven op het sowaretoetsenbord op het bedieningspaneel.
Wanneer u de netwerknaam (SSID) wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken.
Gebruik de nieuwe netwerknaam (SSID) als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Wachtwo ord wijzigen
Wijzig het wachtwoord van Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) om verbinding te maken met uw printer naar een
wachtwoord naar keuze. U kunt het wachtwoord instellen in ASCII-tekens die worden weergegeven op het
sowaretoetsenbord op het bedieningspaneel.
Wanneer u het wachtwoord wijzigt, wordt de verbinding met alle verbonden apparaten verbroken. Gebruik
het nieuwe wachtwoord als u opnieuw verbinding wilt maken met het apparaat.
Wi - Fi D i re c t u it s c h .
Schakel de instellingen van Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) uit op de printer. Wanneer u deze uitschakelt,
wordt de verbinding met alle apparaten die zijn verbonden met de printer in Wi-Fi Direct (eenvoudige AP)
verbroken.
Standaardinst. herstellen
Herstel alle instellingen van Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) terug naar de standaardwaarden.
De Wi-Fi Direct (eenvoudige AP) verbindingsinformatie van het smart-apparaat die is opgeslagen op de
printer, wordt verwijderd.
7. Volg de instructies op het scherm.
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel
Wanneer u Wi-Fi uitschakelt, wordt de Wi-Fi-verbinding verbroken.
1. Selecteer Wi - Fi in s te l l en op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi (a an b e v o l e n ) .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Selecteer Overige.
5. Selecteer Wi-Fi uitschakelen.
6. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
Netwerkinstellingen
>
Wi-Fi uitschakelen op het bedieningspaneel
45
Een Wi-Fi Direct-verbinding (Eenvoudig AP) verbreken
vanaf het bedieningspaneel
Er zijn twee methodes beschikbaar om een Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudige AP) uit te schakelen, u kunt alle
verbindingen uitschakelen via het bedieningspaneel van de printer te gebruiken, of schakel elke verbinding uit via
de computer of het smart-apparaat. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u alle verbindingen kunt uitschakelen.
c
Belangrijk:
Wanneer de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt) wordt uitgeschakeld, wordt de verbinding voor alle
computers en smart-apparaten die met de printer zijn verbonden in Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig
toegangspunt) verbroken.
Opmerking:
Als u de verbinding met een speciek apparaat wilt verbreken, doe dit dan op het apparaat in kwestie en niet op de printer.
Gebruik een van de volgende methodes om de Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudige AP) te verbreken met het apparaat.
Verbreek de Wi-verbinding met de netwerknaam van de printer (SSID).
Maak verbinding met een andere netwerknaam (SSID).
1. Selecteer Wi - Fi in s te l l en op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Wi - Fi Di r e c t .
3. Druk op de knop OK om door te gaan.
4. Druk op de knop OK om door te gaan.
5. Druk op de knop
d
om het scherm Instellingen weer te geven.
6. Selecteer Wi - Fi Di r e c t ui t s ch ..
7. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
De netwerkinstellingen herstellen op het
bedieningspaneel
U kunt alle netwerkinstellingen terugzetten op de standaardinstellingen.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Herstel standaard instellingen > Netwerkinstellingen.
3. Controleer het bericht en druk vervolgens op de knop OK.
Netwerkinstellingen
>
De netwerkinstellingen herstellen op het bedieningspaneel
46
De printer voorbereiden
Papier laden
Beschikbaar papier en capaciteiten
Opmerking:
Het weergegeven papierformaat verschilt aankelijk van de het stuurprogramma.
Origineel Epson-papier
Epson raadt aan om origineel Epson-papier te gebruiken om afdrukken van hoge kwaliteit te krijgen.
Opmerking:
De beschikbaarheid van papier verschilt per locatie. Neem contact op met Epson Support voor de recentste informatie over
beschikbaar papier in uw omgeving.
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen)
Epson Bright White Ink Jet Paper A4 Tot aan de lijn met het driehoekje op de
zijgeleider.
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van documenten en foto's
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen)
Epson Matte Paper-Heavyweight A4 20
Epson Photo Quality Ink Jet Paper A4 80
Papier dat geschikt is voor het afdrukken van foto's
Medianaam Grootte Laadcapaciteit
(vellen)
Epson Ultra Glossy Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch) 20
*
Epson Premium Glossy Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch) 20
*
Epson Premium Semigloss Photo Paper A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch) 20
*
Epson Photo Paper Glossy A4, 13×18 cm (5×7 inch), 10×15 cm (4×6 inch) 20
*
* Laad een pagina per keer als het papier niet goed wordt geladen of als de afdruk oneven kleuren of vlekken vertoond.
De printer voorbereiden
>
Papier laden
>
Beschikbaar papier en capaciteiten
47
Gerelateerde informatie
&“Papier voor randloos afdrukken” op pagina 48
&“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 49
Commercieel beschikbaar papier
Gewoon papier
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (vellen)
Gewoon papier
Kopieerpapier
Briefhoofdpapier
*2
Letter, A4, B5, 16K (195×270 mm), A5, A6,
B6
Tot aan de lijn met het driehoekje op de
zijgeleider.
*1
Legal, 8,5×13 inch, Indian-Legal 1
Op maat (mm)
54×86 tot 215,9×1200
1
*1 Laad een pagina per keer als het papier niet goed wordt geladen of als de afdruk oneven kleuren of vlekken vertoond.
*2 Papier met daarop informatie zoals de naam van de afzender of een bedrijf in de koptekst. De marge bovenaan het papier
moet minimaal 3 mm bedragen. Dubbelzijdig en randloos afdrukken zijn niet beschikbaar met briefhoofdpapier.
Enveloppen
Medianaam Grootte Laadcapaciteit (enveloppen)
Enveloppe Enveloppe #10, Enveloppe DL, Enveloppe C6 10
Gerelateerde informatie
&“Papier voor randloos afdrukken” op pagina 48
&“Papier voor dubbelzijdig afdrukken” op pagina 49
Papier voor randloos afdrukken
Origineel Epson-papier
Epson Bright White Ink Jet Paper
Epson Photo Quality Ink Jet Paper
Epson Matte Paper-Heavyweight
Epson Ultra Glossy Photo Paper
Epson Premium Glossy Photo Paper
Epson Premium Semigloss Photo Paper
Epson Photo Paper Glossy
De printer voorbereiden
>
Papier laden
>
Beschikbaar papier en capaciteiten
48
Commercieel beschikbaar papier
Gewoon papier, kopieerpapier (A4, Letter)
Papier voor dubbelzijdig afdrukken
Origineel Epson-papier
Epson Bright White Ink Jet Paper
Commercieel beschikbaar papier
Gewoon papier, kopieerpapier
*
* Voor automatisch dubbelzijdig afdrukken kunt u de papierformaten Letter, A4, B5, 16K en door de gebruiker gedenieerd
(182×257 tot 215,9×297 mm) gebruiken.
Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking
Lees de instructiebladen die bij het papier worden geleverd.
Als u met origineel Epson-papier afdrukken van hoge kwaliteit wilt verkrijgen, gebruikt u het papier in de
omgeving die op de bij het papier geleverde instructiebladen wordt vermeld.
Waaier papier en leg de stapel recht voor het laden. Fotopapier niet waaieren of buigen. Dit kan de afdrukzijde
beschadigen.
Als het papier omgekruld is, maakt u het plat of buigt u het vóór het laden lichtjes de andere kant op. Afdrukken
op omgekruld papier kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen papier dat golvend, gescheurd, gesneden, gevouwen, vochtig, te dik of te dun is of papier met
stickers op. Het gebruik van deze papiertypen kan papierstoringen of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Zorg ervoor dat u papier met lange vezels gebruikt. Als u niet zeker bent welk papiertype u gebruikt, controleer
dan de verpakking van het papier of neem contact op met de fabrikant.
De printer voorbereiden
>
Papier laden
>
Beschikbaar papier en capaciteiten
49
Gerelateerde informatie
&“Printer specicaties” op pagina 216
Papier in de Papiertoevoer achter laden
1. Open de invoerbeveiliging en trek de papiersteun naar buiten.
2. Verschuif de zijgeleiders.
3. Laad papier in het midden van de papiersteun met de afdrukzijde naar boven.
c
Belangrijk:
Laad niet meer dan het maximale aantal pagina's voor het specieke papiertype. Let er bij gewoon papier
op dat het niet boven de streep net onder het symbool
d
aan de binnenzijde van de zijgeleider komt.
Laad het papier met de kortste zijde eerst. Als u de papiergrootte echter hebt ingesteld op de breedte van de
lange zijde, laad dan eerst de lange zijde van het papier.
De printer voorbereiden
>
Papier laden
>
Papier in de Papiertoevoer achter laden
50
Voorgeperforeerd papier
Opmerking:
Laad een enkel vel van een opgegeven formaat normaal papier met perforatie aan de linker- of rechterzijde.
Pas de afdrukpositie van uw bestand aan zodat u niet over de perforatorgaten heen afdrukt.
Automatisch dubbelzijdig afdrukken is niet mogelijk met vooraf geperforeerd papier.
4. Schuif de zijgeleiders naar de rand van het papier en sluit vervolgens de invoerbeveiliging.
c
Belangrijk:
Plaats geen voorwerpen op de invoerbeveiliging. Hierdoor wordt mogelijk verhinderd dat het papier wordt
ingevoerd.
5. Stel op het bedieningspaneel het papierformaat en -type in voor het papier dat u in de papiertoevoer achter
hebt geladen.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
Opmerking:
Selecteer Instel. > Printerinstallatie > Instellingen papierbron > Papierinstelling om het instellingenscherm met
het papierformaat en -type weer te geven.
Selecteer voor brieoofdpapier Brieoofd als het papiertype.
Als u afdrukt op brieoofdpapier dat smaller is dan de instelling in het printerstuurprogramma, kan buiten de
randen van het papier worden afgedrukt. Hierdoor kunnen er inktvlekken op de afdrukken komen en kan zich inkt
ophopen in de printer. Selecteer de juiste papiergrootte.
Dubbelzijdig en randloos afdrukken zijn niet beschikbaar met brieoofdpapier. De afdruksnelheid kan ook
afnemen.
De printer voorbereiden
>
Papier laden
>
Papier in de Papiertoevoer achter laden
51
6. Schuif de uitvoerlade uit.
Opmerking:
Plaats het resterende papier terug in de verpakking. Als u het in de printer laat, kan het papier omkrullen of kan de
afdrukkwaliteit achteruitgaan.
Gerelateerde informatie
&“Voorzorgsmaatregelen voor papierverwerking” op pagina 49
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 47
&“Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen” op pagina 52
&“Lang papier laden” op pagina 53
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen
Laad enveloppen met de korte zijde eerst en de klep naar beneden, en schuif de zijgeleiders naar de randen van de
enveloppen.
Waaier enveloppen en leg ze recht op elkaar voor het laden.Als de gestapelde enveloppen lucht bevatten, maakt
u ze plat om de lucht eruit te krijgen voordat ze worden geladen.
Gebruik geen omgekrulde of gevouwen enveloppen.Het gebruik van dergelijke enveloppen kan papierstoringen
of vlekken op de afdruk veroorzaken.
Gebruik geen enveloppen met zellevende oppervlakken of vensters.
Vermijd het gebruik van enveloppen die te dun zijn aangezien die kunnen omkrullen tijdens het afdrukken.
De printer voorbereiden
>
Papier laden
>
Enveloppen laden en voorzorgsmaatregelen
52
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 47
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 50
Lang papier laden
Als u papier laadt dat langer is dan het formaat Legal, bergt u de papiersteun op en maakt u de voorrand van het
papier vlak.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 47
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 50
Lijst met papiertypen
Selecteer het papiertype dat bij het papier past voor optimale afdrukresultaten.
Medianaam Afdrukmateriaal
Bedieningspaneel Printerstuurprogramma
Epson Bright White Ink Jet Paper Gewoon papier Gewoon papier
Epson Ultra Glossy Photo Paper Ultra Glossy Epson Ultra Glossy
Epson Premium Glossy Photo Paper Prem. Glossy Epson Premium Glossy
Epson Premium Semigloss Photo Paper Premium Semigloss Epson Premium Semigloss
Epson Photo Paper Glossy Glans Photo Paper Glossy
Epson Matte Paper-Heavyweight Matte Epson Matte
Epson Photo Quality Ink Jet Paper Photo Quality Ink Jet Epson Photo Quality Ink Jet
De printer voorbereiden
>
Papier laden
>
Lijst met papiertypen
53
Originelen plaatsen
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
c
Belangrijk:
Plaatst u omvangrijke originelen zoals boeken, zorg er dan voor dat er geen extern licht op de scannerglasplaat
schijnt.
1. Open de documentklep.
2. Gebruik een zachte, droge en schone doek om stof of vlekken van het oppervlak van de scannerglasplaat te
verwijderen.
Opmerking:
Als er stof of vuil op de scannerglasplaat zit, kan het scanbereik worden vergroot om het mee te nemen, waardoor de
aeelding van het origineel kan verschuiven of kleiner kan worden.
3. Plaats het origineel met de bedrukte zijde omlaag en duw het tegen de hoekmarkering.
De printer voorbereiden
>
Originelen plaatsen
>
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
54
Opmerking:
De eerste 1,5 mm vanaf de hoek van de scannerglasplaat wordt niet gescand.
4. Sluit de klep voorzichtig.
c
Belangrijk:
Oefen niet te veel kracht uit op de scannerglasplaat of de documentkap. Deze kunnen anders beschadigd raken.
5. Verwijder de originelen na het scannen.
Opmerking:
Als u de originelen langdurig op de scannerglasplaat laat liggen, kunnen ze aan het oppervlak van het glas kleven.
Verschillende originelen plaatsen
Originelen plaatsen voor lay-out 2-op-1
De printer voorbereiden
>
Originelen plaatsen
>
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
55
Een dubbele pagina plaatsen voor lay-out 2-op-1
Een id-kaart plaatsen om te kopiëren
Plaats een id-kaart 5 mm van de hoekmarkering op de scannerglasplaat.
Meerdere foto's plaatsen om tegelijkertijd te scannen
U kunt meerdere foto's tegelijkertijd scannen en elke aeelding opslaan met Fotomodus in Epson Scan 2. Plaats
de foto's 4,5 mm van de horizontale en verticale rand van de scannerglasplaat en plaats de foto's ten minste 20 mm
uit elkaar. De foto's moeten groter zijn dan 15×15 mm.
De printer voorbereiden
>
Originelen plaatsen
>
Originelen op de Scannerglasplaat plaatsen
56
Opmerking:
Schakel het selectievakje umbnail bovenin het voorbeeldscherm in.
Contactpersonen beheren
Door een lijst met contactpersonen op te slaan kunt u makkelijk bestemmingen invoeren.U kunt tot 100 nummers
invoeren en u kunt de lijst met contactpersonen gebruiken als u een faxnummer invoert.
Contacten registreren of bewerken
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Contacten-beheer.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u een nieuw contact wilt registreren, selecteert u Geg. toev. en selecteert u een nieuw
registratienummer.
Als u een nieuw contact wilt bewerken, selecteert u Bewerken en selecteert u het doelcontact.
Als u een contact wilt verwijderen, selecteert u Wissen, het doelcontact en Ja. Er zijn geen aanvullende
stappen nodig.
4. Congureer de benodigde instellingen.
Opmerking:
Als u een faxnummer invoert, moet u eerst een externe toegangscode voor het faxnummer invoeren als uw
telefoonsysteem PBX is. Deze toegangscode hebt u nodig om een buitenlijn te krijgen. Als de toegangscode is opgegeven
in de instelling van het Lijntype, voert u een hekje (#) i.p.v. de werkelijke toegangscode in. Als u een pauze (drie
seconden) wilt toevoegen tijdens het bellen van het nummer, drukt u op de knop
d
om een koppelteken (-) toe te
voegen.
5. Selecteer Geg. toev. om het registreren of bewerken te voltooien.
De printer voorbereiden
>
Contactpersonen beheren
>
Contacten registreren of bewerken
57
Gerelateerde informatie
&“Tekens invoeren” op pagina 19
Contactgroepen registreren of bewerken
Voeg contactpersonen aan een groep toe om een fax naar meerdere bestemmingen tegelijk te verzenden.
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Contacten-beheer.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Als u een nieuwe groep contacten wilt registreren, selecteert u Groep toevoegen en selecteert u het
registratienummer.
Als u een groep contacten wilt bewerken, selecteert u Bewerken en selecteert u de doelgroep.
Als u een groep contacten wilt verwijderen, selecteert u achtereenvolgens Wi s s e n , de doelgroep en Ja. Er
zijn geen aanvullende stappen nodig.
4. Vo er Groepsnaam in of bewerk dit item en selecteer OK.
5. Vo er Indexwoord in of bewerk dit item en selecteer OK.
6. Selecteer de contactpersonen die u in de groep wilt opslaan.
Elke keer wanneer u op de knop
r
drukt, wordt het contact geselecteerd of gedeselecteerd.
Opmerking:
U kunt tot 99 contactpersonen registreren.
7. Selecteer Geg. toev. om het registreren of bewerken te voltooien.
Gerelateerde informatie
&“Tekens invoeren” op pagina 19
Contacten registreren op een computer
Met Web Cong kunt u een contactlijst maken op uw computer en deze importeren naar de printer.
1. Open "Web Cong".
2. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
3. Selecteer Contactpersonen.
4. Selecteer het nummer dat u wilt registreren en klik vervolgens op Bewerken.
De printer voorbereiden
>
Contactpersonen beheren
>
Contacten registreren op een computer
58
5. Vo er Naam, Indexwoord, Faxnummer en Faxsnelheid in.
6. Klik op Toep assen.
Items voor het instellen van de bestemming
Items Instellingen en toelichting
Naam Voer een naam in die in de contacten wordt weergegeven. Deze mag maximaal
30 tekens bevatten in Unicode (UTF-8).Als u dit niet opgeeft, laat u dit leeg.
Indexwoord Voer zoekwoorden in van maximaal 30 tekens in Unicode (UTF-8).Als u dit niet
opgeeft, laat u dit leeg.
Type Dit item is vastgelegd als Fax.Deze instelling kunt u niet wijzigen.
Faxnummer Voer hier tussen 1 en 64 tekens in. Gebruik 0–9 - * # en spatie.
Faxsnelheid Selecteer een communicatiesnelheid voor een bestemming.
Bestemmingen als groep registreren
1. Open "Web Cong".
2. Selecteer Geavanceerde instellingen in de lijst rechts boven in het venster.
3. Selecteer Contactpersonen.
4. Selecteer het nummer dat u wilt registreren en klik vervolgens op Bewerken.
5. Voer een Naam en Indexwoord in.
6. Selecteer een groep in Type.
7. Klik op Selecteren voor Contact(en) voor Groep.
De beschikbare bestemmingen worden weergegeven.
8. Selecteer de bestemming die u voor de groep wilt registreren en klik vervolgens op Selecteren.
Opmerking:
Bestemmingen kunnen worden geregistreerd voor meerdere groepen.
9. Klik op Toep assen.
Menuopties voor Instel.
Selecteer in het startscherm van de printer Instel. om de verschillende instellingen te congureren.
De printer voorbereiden
>
Menuopties voor Instel.
59
Menuopties voor Voorraadstatus
Selecteer het menu op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Voorraadstatus
Inktniveau:
Gee de niveaus van de cartridges weer bij benadering. Wanneer wordt weergegeven, is de
inktcartridge bijna leeg. Wanneer wordt weergegeven, is de inktcartridge leeg.
Vanuit dit scherm kunt u de inktcartridges vervangen.
Rest. capaciteit Onderhoudsset:
Gee de geschatte levensduur van de onderhoudscassette weer. Als wordt weergegeven, is de
onderhoudscassette bijna vol. Als wordt weergegeven, is de onderhoudscassette vol.
Menuopties voor Onderhoud
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Onderhoud
Spuitkan. contr.:
Selecteer deze functie om te controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. De
printer drukt een spuitkanaaltjespatroon af.
Printkop reinigen:
Selecteer deze functie om verstopte spuitkanaaltjes in de printkop te reinigen.
Printkop uitlijnen:
Selecteer deze functie om de printkop bij te stellen om de afdrukkwaliteit te verbeteren.
Ver t icale uitlijning
Selecteer deze functie als uw afdrukken wazig zijn of als tekst en lijnen niet goed zijn uitgelijnd.
Horizontale uitlijning
Selecteer deze functie als zich op uw afdrukken op regelmatige afstand horizontale strepen
bevinden.
Inktcartridge(s) vervangen:
Gebruik deze functie om de inktcartridge te vervangen voordat de inkt op is.
Papiergeleider reinigen:
Selecteer deze functie als zich op de interne rollen inktvlekken bevinden. De printer voert papier in
om de interne rollen te reinigen.
Gerelateerde informatie
&“De printkop controleren en reinigen” op pagina 162
De printer voorbereiden
>
Menuopties voor Instel.
>
Menuopties voor Onderhoud
60
&“Cartridges vervangen” op pagina 155
&“Het papiertraject vrijmaken van inktvlekken” op pagina 164
Menuopties voor Printerinstallatie
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Printerinstallatie
Instellingen papierbron:
Papierinstelling:
Selecteer het formaat en type papier dat u in de papierbron hebt geplaatst.
Autom.wissel A4/Letter:
Selecteer Aan om papier te laden van de papierbron, ingesteld als A4-formaat, wanneer er
geen papierbron ingesteld is als Letter-formaat, of om papier te laden van de papierbron,
ingesteld als Letter-formaat, wanneer er geen papierbron ingesteld is als A4-formaat.
Foutmelding:
Selecteer Aan om foutberichten weer te geven wanneer het geselecteerde papierformaat of -
type niet overeenkomt met het papier dat is geladen.
Autom. weerg. pap inst.:
Selecteer Aan om het scherm Papierinstelling weer te geven wanneer u papier in de
papierbron laadt. Als u deze functie uitschakelt, kunt u niet afdrukken vanaf een iPhone, iPad
of iPod touch met AirPrint.
Geluid:
Pas het volume aan.
Dempen
Selecteer Aan om al het geluid te dempen.
Normale modus
Selecteer het volume met Knop indrukken.
Stille modus
Selecteer het volume met Knop indrukken in Stille modus.
Stille modus:
Uw product hee deze functie mogelijk niet aankelijk van de plaats van aankoop.
Selecteer Aan om het geluid tijdens het afdrukken te verminderen. De afdruksnelheid kan hierdoor
worden verlaagd.Aankelijk van de door u gekozen instellingen voor het papiertype en de
afdrukkwaliteit, merkt u mogelijk niet veel verschil in het geluid dat de printer produceert.
Uitschakelingstimer:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelinst., aankelijk van de plaats van
aankoop.
De printer voorbereiden
>
Menuopties voor Instel.
>
Menuopties voor Printerinstallatie
61
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. U kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer
wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid van het product. Denk aan
het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelinst.:
Uw product hee mogelijk deze functie of de functie Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats
van aankoop.
Uitschakelen indien inactief
Selecteer deze instelling om de printer automatisch uit te schakelen als deze gedurende een
vastgestelde periode niet wordt gebruikt. Elke verhoging is van invloed op de energiezuinigheid
van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Uitschakelen indien losgekoppeld
Als u deze instelling selecteert, schakelt de printer na 30 minuten uit als alle poorten, inclusief de
LINE-poort, zijn losgekoppeld. Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, aankelijk van de regio.
Datum/tijd instellen:
Datum/tijd
Voer de actuele datum en tijd in.
Zomertijd
Selecteer de zomertijdinstelling van uw regio.
Tijdsverschil
Voer het tijdverschil in tussen uw plaatselijke tijd en de UTC (Coordinated Universal Time).
Land/regio:
Selecteer het land of de regio waarin u de printer gebruikt. Als u de instelling voor land/regio wijzigt,
worden de standaardinstellingen van de fax herstelt en moet u deze opnieuw selecteren.
Taal/Language:
Selecteer de taal van het lcd-scherm.
Toetsenbord
Wijzig de lay-out van het toetsenbord op het lcd-scherm.
Slaaptimer:
Pas de tijdsduur aan voor het inschakelen van de slaapmodus (energiebesparingsmodus) wanneer de
printer geen bewerkingen uitvoert. Het lcd-scherm gaat uit als de ingestelde tijd is verstreken.
Auto probleemopl.:
Selecteer een actie bij het optreden van een fout bij dubbelzijdig afdrukken of vol geheugen.
Aan
Hiermee wordt een waarschuwing weergegeven en wordt in de modus voor enkelzijdig afdrukken
afgedrukt wanneer er tijdens dubbelzijdig afdrukken een fout is opgetreden, of worden alleen de
gegevens afgedrukt die de printer hee kunnen verwerken toen het geheugen vol was.
Uit
Er wordt een foutmelding weergegeven en de afdruktaak wordt geannuleerd.
De printer voorbereiden
>
Menuopties voor Instel.
>
Menuopties voor Printerinstallatie
62
Droogtijd voor inkt:
Selecteer de droogtijd van de inkt die u wilt gebruiken bij dubbelzijdig afdrukken. De printer drukt
de andere zijde af nadat de ene zijde is afgedrukt. Als uw afdruk is gevlekt, verhoogt u de
tijdsinstelling.
PC-verbinding via USB:
Selecteer Insch. om de computer toegang te geven tot de printer wanneer deze via USB is verbonden.
Wanneer Uitschakelen wordt geselecteerd, worden afdruktaken en scantaken die niet via een
netwerkverbinding gaan beperkt.
Gerelateerde informatie
&“Energie besparen — Bedieningspaneel” op pagina 67
&“Tekens invoeren” op pagina 19
Menuopties voor alle Wi-Fi/netwerk -instellingen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > alle Wi-Fi/netwerk -instellingen
Statusblad afdrukken:
Drukt een netwerkstatusblad af.
Wi-Fi instellen:
Congureer de instellingen voor de draadloze netwerkverbinding of wijzig deze. Kies uit de volgende
opties de gewenste verbindingsmethode en volg de instructies op het bedieningspaneel.
Wi-Fi (aanbevolen)
Wi - Fi D ire c t
Verbindingscontrole:
Controleert de status van de netwerkverbinding en drukt het rapport af. Als er problemen zijn met de
verbinding, kunt u het controlerapport raadplegen om het probleem te verhelpen.
Gerelateerde informatie
&“Wi-instellingen congureren door de SSID en het wachtwoord in te voeren” op pagina 33
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de drukknopinstelling” op pagina 34
&“Wi-Fi-instellingen congureren via de pincode-instelling (WPS)” op pagina 35
&“Wi-Fi Direct-verbinding (eenvoudig toegangspunt)” op pagina 21
&“Een netwerkstatusvel afdrukken” op pagina 42
&“De status van de netwerkverbinding controleren” op pagina 36
Menuopties voor Epson Connect- services
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Epson Connect- services
De printer voorbereiden
>
Menuopties voor Instel.
>
Menuopties voor Epson Connect- services
63
Registr./verwijderen:
Registreer of verwijder de printer bij of uit Epson Connect.
Zie de volgende portalwebsite voor gebruikershandleidingen.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Onderbreken/ hervatten:
Selecteer of u Epson Connect wilt onderbreken of hervatten.
E-mailadres:
Controleer het e-mailadres van de printer dat geregistreerd staat bij Epson Connect.
Status:
Controleer of de printer al dan niet geregistreerd en verbonden is met Epson Connect.
Gerelateerde informatie
&“Afdrukken via een netwerkservice” op pagina 180
Menuopties voor Google Cloud Print-services
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Google Cloud Print-services
Onderbreken/ hervatten:
Selecteer of u de Google Cloud Print-services wilt onderbreken of hervatten.
Registratie verw.:
Registratie van Google Cloud Print-services opheen.
Status:
Controleer of de printer al dan niet geregistreerd en verbonden is met Google Cloud Print.
Zie de volgende portalwebsite voor registratie en gebruikershandleidingen.
https://www.epsonconnect.com/
http://www.epsonconnect.eu (alleen Europa)
Menuopties voor Contacten-beheer
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Contacten-beheer
Geg. toev.:
Registreer de invoer die u wilt gebruiken voor faxen in contacten.
De printer voorbereiden
>
Menuopties voor Instel.
>
Menuopties voor Contacten-beheer
64
Groep toevoegen:
Registreer de invoer voor groepfaxen in contacten.
Bewerken:
Bewerk de invoer en groepen die in de contacten zijn geregistreerd.
Wissen:
Verwijder de invoer of groep die geregistreerd is in contacten.
Contacten afdrukken:
Druk de invoerinformatie en groepsinformatie af voor de contacten in de lijst.
Menuopties voor Faxinstellingen
Selecteer het menu op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Faxinstellingen
Zie de gerelateerde informatie hieronder.
Gerelateerde informatie
&“Menuopties voor Faxinstellingen” op pagina 78
Menuopties voor Statusv.afdrukk.
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Statusv.afdrukk.
Statusblad conguratie:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de actuele status en instellingen van de printer.
Statusblad voorraad:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de status van de verbruiksaccessoires.
Blad gebruiks geschiedenis:
Hiermee drukt u informatiebladen af met de gebruiksgeschiedenis van de printer.
Menuopties voor Afdrukteller
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Afdrukteller
Gee het totale aantal afdrukken, zwart-witafdrukken en kleurenafdrukken weer, inclusief items zoals het statusvel
vanaf het moment waarop u de printer hebt aangescha.
De printer voorbereiden
>
Menuopties voor Instel.
>
Menuopties voor Afdrukteller
65
Menuopties voor Klantonderzoek
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Klantonderzoek
Selecteer Goedk. om informatie over het gebruik van het product, zoals het aantal afdrukken, naar Seiko Epson
Corporation te verzenden.
Menuopties voor Standaardinst. herstellen
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Standaardinst. herstellen
Hiermee zet u de volgende menu's terug op de standaardwaarden.
Netwerkinstellingen
Kopieerinstellingen
Scaninstellingen
Faxinstellingen
Alle gegevens en instellingen wissen
Menuopties voor Firmware-update
Selecteer de menu's op het bedieningspaneel zoals hierna beschreven.
Instel. > Firmware-update
Bijwerken:
Controleert of er een nieuwe versie van de rmware op de netwerkserver staat.Als er een update
beschikbaar is, kunt u aangeven of de update mag worden uitgevoerd.
Huidige versie:
Gee de huidige rmwareversie van uw printer weer.
Melding:
Controleert regelmatig op rmware-updates en informeert u zodra er een update beschikbaar is.
Stroom besparen
De printer gaat in slaapstand of gaat automatisch uit als er een bepaalde tijd geen handelingen worden verricht. U
kunt instellen hoelang het duurt voordat stroombeheer wordt toegepast. Elke verhoging is van invloed op de
energiezuinigheid van het product. Denk aan het milieu voordat u wijzigingen doorvoert.
Aankelijk van de plaats van aankoop, kan de printer een functie hebben voor het automatisch uitschakelen als
het apparaat gedurende 30 minuten niet is verbonden met het netwerk.
De printer voorbereiden
>
Stroom besparen
66
Energie besparen — Bedieningspaneel
1. Selecteer Instel. op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Printerinstallatie.
3. Voer een van de volgende handelingen uit.
Opmerking:
Uw product hee mogelijk de functie Uitschakelinst. of Uitschakelingstimer, aankelijk van de plaats van aankoop.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelinst. > Uitschakelen indien inactief of Uitschakelen indien
losgekoppeld en maak dan de instellingen.
Selecteer Slaaptimer of Uitschakelingstimer en stel dan de instellingen in.
De printer voorbereiden
>
Stroom besparen
>
Energie besparen — Bedieningspaneel
67
Faxinstellingen
Voordat u faxfuncties gebruikt
Stel de volgende instellingen in om de faxfuncties te gebruiken.
Sluit de printer aan op de telefoonlijn en, indien nodig, op een telefoon
Voltooi de Wi z a r d f a x i n s t e l l i n g , dit is nodig om de basisinstellingen te voltooien.
Geef desgewenst de volgende instellingen op.
Contacten registratie
Standaardinst. gebr. die standaardwaarden bepalen voor de menu-items Fax
Rapportinstellingen om rapporten af te drukken wanneer faxen zijn verzonden of ontvangen
Gerelateerde informatie
&“De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 68
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard faxinstelling)” op
pagina 72
&“Individuele instellingen instellen voor de faxfuncties van de printer” op pagina 74
&“Menuopties voor Faxinstellingen” op pagina 78
&“Netwerkinstellingen” op pagina 21
&“Contactpersonen beheren” op pagina 57
&“Menu Standaardinst. gebr.” op pagina 82
&“Menu Rapportinstellingen” op pagina 81
De printer aansluiten op een telefoonlijn
Compatibele telefoonlijnen
U kunt de printer gebruiken via standaard analoge telefoonlijnen (PSTN = Public Switched Telephone Network) en
PBX (Private Branch Exchange) telefoonsystemen.
U kunt de printer mogelijk niet gebruiken via de volgende telefoonlijnen of systemen.
VoIP telefoonlijnen zoals DSL of glasvezellijnen
Digitale telefoonlijnen (ISDN)
Bepaalde PBX telefoonsystemen
Als er tussen de telefooncontactdoos in de muur en de printer adapters zoals terminaladapters, VoIP adapters,
splitters of DSL routers aangesloten zijn
Faxinstellingen
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
>
Compatibele telefoonlijnen
68
De printer aansluiten op een telefoonlijn
Sluit de printer aan op een telefooncontactdoos via een RJ-11 (6P2C)-telefoonkabel. Als u een telefoon aansluit op
de printer, dient u een tweede RJ-11 (6P2C)-telefoonkabel te gebruiken.
Aankelijk van de regio wordt er mogelijk een telefoonkabel bij de printer geleverd. Als deze meegeleverd is,
gebruik deze dan.
U moet de telefoonkabel mogelijk aansluiten op een adapter voor uw land of regio.
Opmerking:
Verwijder de dop van de poort EXT. van de printer alleen als u uw telefoontoestel op de printer aansluit. Verwijder de dop
niet als u geen telefoon aansluit.
In gebieden waar vaak blikseminslagen optreden raden we aan om een piekbeveiliging te gebruiken.
Aansluiten op een standaard telefoonlijn (PSTN) of PBX
Sluit een telefoonkabel aan tussen de muurcontactdoos of PBX-poort naar de LINE poort aan de achterzijde van
de printer.
Aansluiten op DSL of ISDN
Sluit een telefoonkabel aan tussen de DSL-modem of ISDN terminaladapter naar de LINE-poort aan de achterzijde
van de printer. Raadpleeg de documentatie van de modem of adapter voor meer informatie.
Faxinstellingen
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
69
Opmerking:
Als uw DSL modem niet uitgerust is met een ingebouwde DSL lter, sluit dan een aparte DSL lter aan.
Uw telefoontoestel aansluiten op de printer
Als u de printer en uw telefoontoestel op een enkele telefoonlijn gebruikt, sluit dan de telefoon aan op uw printer.
Opmerking:
Als uw telefoontoestel een faxfunctie hee, schakel deze dan uit. Raadpleeg de handleidingen van het telefoontoestel voor
meer informatie.
Als u een antwoordapparaat aansluit, moet u ervoor zorgen dat de instelling Overgaan voor antw. van de printer hoger
is dan het aantal beltonen van uw antwoordapparaat dat is ingesteld voor het beantwoorden van een oproep.
1. Verwijder het beschermkapje van de EXT.-poort aan de achterzijde van de printer.
Faxinstellingen
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
>
Uw telefoontoestel aansluiten op de printer
70
2. Sluit het telefoontoestel met een telefoonkabel aan op de EXT.-poort.
Opmerking:
Als u een enkele telefoonlijn deelt, zorg er dan voor dat u uw telefoontoestel aansluit op de EXT.-poort van de printer.
Als u de lijn splitst om de telefoon en de printer afzonderlijk aan te sluiten, werken de telefoon en de printer niet goed.
3. Selecteer Fax op het startscherm.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
4. Neem de hoorn van de haak.
Er is een verbinding vastgesteld wanneer de melding op het scherm verschijnt om op
x
te drukken om een
faxt te verzenden of te ontvangen.
Gerelateerde informatie
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard faxinstelling)” op
pagina 72
&“Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken” op pagina 76
&“Congureer instellingen om faxberichten te ontvangen, alleen via een aangesloten telefoon (Extern
ontvangen)” op pagina 76
&“De instelling Ontvangstmodus” op pagina 74
Faxinstellingen
>
De printer aansluiten op een telefoonlijn
>
Uw telefoontoestel aansluiten op de printer
71
De printer klaarmaken voor het verzenden en
ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard
faxinstelling)
Wi z a r d f ax in s te l l in g congureert de standaard faxfuncties om de printer kaar te maken voor het verzenden en
ontvangen van faxen.
De wizard wordt automatisch weergegeven wanneer de printer voor de eerste keer wordt ingeschakeld. U kunt de
wizard handmatig weergeven vanaf het bedieningspaneel van de printer. U moet de wizard opnieuw uitvoeren in
het geval dat de wizard wordt overgeslagen wanneer de printer voor het eerst wordt ingeschakeld of wanneer de
verbindingsomgeving is gewijzigd.
De onderstaande items kunt u instellen via de wizard.
Koptekst (Uw telefoonnummer en Koptekst fax)
Ontvangstmodus (Auto of Handmatig)
De onderstaande items worden automatisch ingesteld overeenkomstig de verbindingsomgeving.
Kiesmodus (zoals To on of Puls)
Lijntype (PSTN of PBX)
Kiestoondetectie
DRD-instelling
Andere items in Basisinstellingen blijven ongewijzigd.
Start Wizard faxinstelling voor het uitvoeren van Basisinstellingen, waarbij u de instructies op het scherm volgt.
1. Zorg ervoor dat de printer is verbonden met de telefoonlijn.
Opmerking:
Omdat op het einde van de wizard een automatische faxverbindingscontrole wordt uitgevoerd, moet u de printer
aansluiten op een telefoonlijn alvorens de wizard te starten.
2. Selecteer Instel. op het startscherm van het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
3. Selecteer Faxinstellingen > Wi z a rd f a x i n s t el l i n g .
4. Controleer het bericht dat op het scherm wordt weergegeven en selecteer Doorgaan.
De wizard start.
5. Voer op het invoerscherm voor de koptekst van de fax uw afzendernaam in, bijvoorbeeld de naam van uw
bedrijf, en selecteer OK.
Opmerking:
Uw afzendernaam en uw faxnummers verschijnen als koptekst op uitgaande faxen.
6. Voer op het invoerscherm voor het telefoonnummer uw faxnummer in en selecteer Doorgaan
Faxinstellingen
>
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard faxinste
72
7. Op het DRD-instelling scherm congureert u de volgende instellingen.
Als u zich bij uw telecomprovider hebt ingeschreven op een dienst met specieke beltonen, selecteert u
Instellingen en selecteert u de beltoon voor inkomende faxen.
- Als u Alles selecteert, gaat u verder naar stap 8.
- Als u een andere instelling selecteert, wordt Ontvangstmodus automatisch ingesteld op Auto. Ga naar
stap 10.
Als u deze optie niet hoe in te stellen, selecteert u Overslaan en gaat u verder naar stap 8.
Opmerking:
Specieke beltoondiensten, die door veel telecombedrijven worden aangeboden (dienstnaam verschilt per bedrijf),
bieden de mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een specieke
beltoon toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken en een ander nummer voor faxen.
Selecteer de beltoon voor faxen in DRD.
Aankelijk van de regio worden Aan en Uit weergegeven als de opties DRD. Selecteer Aan om specieke beltonen
te gebruiken.
8. Op het scherm Inst.ontvangstmodus selecteert u of u een telefoontoestel gebruikt dat op de printer
aangesloten is.
Wanneer verbinding bestaat, selecteert u Ja en gaat u naar de volgende stap.
Wanneer geen verbinding bestaat, selecteert u Nee en gaat u verder naar stap 10. Ontvangstmodus is
ingesteld op Auto.
9. Op het scherm Inst.ontvangstmodus selecteert u of u faxberichten automatisch wenst te ontvangen.
Wanneer u automatisch wilt ontvangen, selecteert u Ja. Ontvangstmodus is ingesteld op Auto.
Wanneer u handmatig wilt ontvangen, selecteert u Nee. Ontvangstmodus is ingesteld op Handmatig.
10. Controleer de instellingen die op het bevestigingsscherm worden weergegeven en selecteer vervolgens
Doorgaan.
Druk op de knop als u instellingen wilt corrigeren of wijzigen.
11. Selecteer op het scherm Fax-aansl. controleren Controle starten om de faxverbindingscontrole uit te voeren.
Wanneer u via een bericht op het scherm wordt gevraagd om het controleresultaat af te drukken, selecteert u
Afdrukken.
Een rapport met de resultaten van de verbindingscontrole wordt afgedrukt.
Opmerking:
Als er fouten gemeld worden, volg dan de instructies op het rapport om ze te corrigeren.
Indien het scherm Lijntype kiezen weergegeven wordt, selecteer dan het lijntype.
- Als u de printer aansluit op een PBX-telefoonsysteem of terminaladapter selecteert u PBX.
- Als u de printer aansluit op een standaard telefoonlijn, selecteert u PSTN. Wanneer het bericht om de
kiestoondetectie uit te schakelen op het scherm wordt weergegeven, drukt u op de knop OK. Kiestoondetectie
uitschakelen kan er wel voor zorgen dat het eerste cijfer van een faxnummer mogelijk wordt overgeslagen waardoor
het bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
Gerelateerde informatie
&“De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 69
&“De instelling Ontvangstmodus” op pagina 74
&“Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken” op pagina 76
Faxinstellingen
>
De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard faxinste
73
&“Congureer instellingen om faxberichten te ontvangen, alleen via een aangesloten telefoon (Extern
ontvangen)” op pagina 76
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 79
Individuele instellingen instellen voor de faxfuncties
van de printer
U kunt de faxfuncties van de printer individueel congureren met behulp van het conguratiepaneel van de
printer. De instellingen die middels de Wi z a r d f ax i n s te l l i n g zijn gecongureerd, kunnen ook worden gewijzigd.
Raadpleeg voor meer informatie de omschrijvingen van het menu Faxinstellingen.
Gerelateerde informatie
&“Menuopties voor Faxinstellingen” op pagina 78
De instelling Ontvangstmodus
Er zijn twee opties in Ontvangstmodus om binnenkomende faxen te ontvangen. U kunt de instellingen instellen
op het onderstaande menu.
Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen > Ontvangstmodus
Ontvangstmodus Een telefoonlijn gebruiken
Handmatig Voornamelijk voor telefoneren, maar ook om te faxen
Auto Alleen om te faxen (een extern telefoonapparaat is niet vereist)
Voornamelijk voor faxen en soms om te telefoneren
Gerelateerde informatie
&“Auto-modus gebruiken” op pagina 75
&“Gebruik van de modus Handmatig” op pagina 74
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 79
Gebruik van de modus Handmatig
Faxberichten ontvangen
Wanneer de telefoon overgaat, kunt u het handmatig beantwoorden door de hoorn van de haak te nemen.
Wanneer u een faxsignaal hoort (baud):
Selecteer Fax op het startscherm van de printer, druk op de knop # om Een fax ontvangen te selecteren en
selecteer
x
. Hang vervolgens de handset op.
Als het overgaan voor een spraakoproep is:
U kunt de telefoon normaal beantwoorden.
Faxinstellingen
>
Individuele instellingen instellen voor de faxfuncties van de printer
>
De instelling Ontvangstmodu
s
74
Faxen ontvangen met alleen de aangesloten telefoon
Wanneer Extern ontvangen is ingesteld, kunt u faxen ontvangen door de eenvoudigweg de startcode in te voeren.
Als de telefoon overgaat, neemt u de handset op. Als u een faxtoon (baud) hoort, voert u de tweecijferige startcode
in en hangt u de handset op.
Gerelateerde informatie
&“Congureer instellingen om faxberichten te ontvangen, alleen via een aangesloten telefoon (Extern
ontvangen)” op pagina 76
Auto-modus gebruiken
Faxen ontvangen zonder extern telefoontoestel
De printer schakelt automatisch over naar het ontvangen van faxen wanneer het nummer dat wordt gebeld zo vaak
is overgegaan als u hebt ingesteld in Overgaan voor antw..
Opmerking:
Het wordt aanbevolen voor de instelling Overgaan voor antw. een zo laag mogelijke waarde in te stellen.
Faxen ontvangen met een extern telefoontoestel
Een printer zonder extern telefoontoestel werkt als volgt.
Als uw telefoon het antwoordapparaat is en wanneer dit de oproep beantwoordt binnen het aantal keer
overgaan dat is ingesteld in Overgaan voor antw.:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: de printer schakelt automatisch naar de modus voor het ontvangen
van faxen.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: het antwoordapparaat kan spraakoproepen ontvangen en
spraakberichten opnemen.
Wanneer u de handset opneemt binnen het aantal keer overgaan dat is ingesteld in Overgaan voor antw.:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: u kunt de fax ontvangen via dezelfde stappen als voor Handmatig.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: u kunt de oproep normaal beantwoorden.
Als de printer automatisch overschakelt naar het ontvangen van faxen:
- Als het overgaan voor een faxoproep is: de printer ontvangt de fax.
- Als het overgaan voor een spraakoproep is: u kunt de oproep niet beantwoorden. Vraag of de beller u
terugbelt.
Opmerking:
Stel de instellingen voor Overgaan voor antw. in op een hoger aantal dan het aantal voor het antwoordapparaat. Anders
kan het antwoordapparaat geen berichten ontvangen. Raadpleeg de bij het antwoordapparaat meegeleverde handleiding
voor informatie over het instellen van het antwoordapparaat.
Gerelateerde informatie
&“Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken” op pagina 76
&“Gebruik van de modus Handmatig” op pagina 74
Faxinstellingen
>
Individuele instellingen instellen voor de faxfuncties van de printer
>
De instelling Ontvangstmodu
s
75
Instellingen voor een extern telefoontoestel congureren
Instellingen congureren om een antwoordapparaat te gebruiken
Om een antwoordapparaat te kunnen gebruiken, moet u de printer correct instellen.
1. Selecteer Instel. op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer.
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Faxinstellingen > Basisinstellingen.
3. Stel Ontvangstmodus in op Auto.
4. Stel de Overgaan voor antw. in op een hoger aantal dan het aantal voor het antwoordapparaat.
Als Overgaan voor antw. lager is ingesteld dan het aantal keer overgaan voor het antwoordapparaat, kan het
antwoordapparaat de spraakoproepen niet ontvangen om spraakberichten op te nemen. Raadpleeg de
handleidingen van het antwoordapparaat voor meer informatie.
De printerinstelling Overgaan voor antw. wordt mogelijk niet weergegeven, aankelijk van de regio.
Gerelateerde informatie
&“Auto-modus gebruiken” op pagina 75
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 79
Congureer instellingen om faxberichten te ontvangen, alleen via een
aangesloten telefoon (Extern ontvangen)
U kunt binnenkomende faxberichten ontvangen door de hoorn van de haak. Te nemen en de telefoon te
gebruiken, zonder de printer te gebruiken.
De functie Extern ontvangen is beschikbaar voor telefoontoestellen die tonen kunnen zenden.
1. Op het startscherm op het bedieningspaneel van de printer selecteert u Instel..
Als u een item wilt selecteren, gebruikt u de knoppen
u
d
l
r
en drukt u op de knop OK.
2. Selecteer Faxinstellingen > Basisinstellingen > Extern ontvangen.
3. Selecteer Aan.
4. Voer een tweecijferige code in (u kunt 0 tot 9, * en #) invoeren als startcode en druk vervolgens op de knop OK
om de instellingen toe te passen.
Gerelateerde informatie
&“Gebruik van de modus Handmatig” op pagina 74
&“Menu Basisinstellingen” op pagina 79
Faxinstellingen
>
Individuele instellingen instellen voor de faxfuncties van de printer
>
Instellingen voor een extern t
e
76
Selecteer Fax-aansl. controleren om te controleren of de printer is aangesloten op de telefoonlijn en klaar voor de
faxtransmissie. U kunt het resultaat afdrukken en controleren op een normaal vel papier van A4-formaat.
Wizard faxinstelling
U kunt het menu vinden op het onderstaande bedieningspaneel:
Instel. > Faxinstellingen > Wiz a r d f a x i n st e l l i n g
Selecteer Wi z a rd fa x i n s tel l i ng om basisinstellingen voor faxen te openen. Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard faxinstelling)” op
pagina 72
Menu Basisinstellingen
U kunt het menu vinden op het onderstaande bedieningspaneel:
Instel. > Faxinstellingen > Basisinstellingen
Item Beschrijving
Faxsnelheid Selecteer de verzendsnelheid van de fax. We raden aan om Langz.(9.600 b/s) te selecteren als
er regelmatig een communicatiefout optreedt, wanneer u berichten zendt/ontvangt naar/
vanuit het buitenland, of wanneer u een IP-service (VoIP) gebruikt.
ECM Corrigeert automatisch de fouten in faxen (modus Foutcorrectie), meestal veroorzaakt door
storingen op de telefoonlijn. Als deze functie uitgeschakeld is, kunt u geen kleurendocumenten
zenden en ontvangen.
Kiestoondetectie Detecteert een kiestoon alvorens het nummer te bellen. Als de printer aangesloten is op een
PBX (privé-centrale) of digitale telefoonlijn, kan de printer mogelijk geen nummer vormen.
Wijzig in dat geval het Lijntype naar PBX. Als dit niet helpt, schakelt u de functie uit. N.B. Als u
deze functie uitschakelt, wordt het eerste cijfer van het faxnummer mogelijk overgeslagen
waardoor het bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
Kiesmodus Selecteer het telefoonsysteemtype waarop u de printer hebt aangesloten. Als deze ingesteld is
op Puls, kunt u de kiesmodus tijdelijk wijzigen van pulse naar toon door op ("T" wordt
ingevoerd) te drukken terwijl u de cijfers op het scherm invoert. Deze instelling wordt mogelijk
niet weergegeven, afhankelijk van uw regio en land.
Lijntype Selecteer het telefoonlijntype waarop u de printer hebt aangesloten.
Als u de printer gebruikt in een omgeving met losse toestellen en een externe toegangscode,
zoals een 0 of 9 voor een buitenlijn, selecteer dan PBX en registreer de toegangscode. Nadat u
de toegangscode hebt geregistreerd, voert u een hekje (#) in plaats van de toegangscode in bij
het verzenden van een fax naar een extern faxnummer. Voor omgevingen met een DSL-modem
of terminaladapter raden wij tevens aan om PBX te gebruiken als instelling.
U kunt geen faxberichten verzenden naar ontvangers in Contacten waarvoor een externe
toegangscode is ingesteld, zoals 0 of 9. Als u in Contacten ontvangers hebt toegevoegd met
een externe toegangscode, zoals 0 of 9, stelt u de toegangscode in op Niet gebr.. Anders moet
u de code voor # in Contacten wijzigen.
Faxinstellingen
>
Menuopties voor Faxinstellingen
>
Menu Basisinstellingen
79
Item Beschrijving
Koptekst Voer de naam en het faxnummer van de afzender in. Deze gegevens verschijnen als koptekst op
uitgaande berichten.
Uw telefoonnummer: U kunt tot 20 tekens invoeren met 0–9 + of spatie.
Koptekst fax: U kunt tot 21 verzendnamen registreren. U kunt tot 40 tekens registreren voor
elke verzendnaam.
Ontvangstmodus Selecteer de ontvangstmodus. Zie de onderstaande gerelateerde informatie voor meer details.
DRD Als u zich bij uw telecomprovider hebt ingeschreven op een dienst met specieke beltonen,
kunt u het belsignaal voor binnenkomende faxen selecteren. Specieke beltoondiensten, die
door veel telecombedrijven worden aangeboden (dienstnaam verschilt per bedrijf), bieden de
mogelijkheid om meerdere telefoonnummers op één lijn te hebben. Elk nummer krijgt dan een
specieke beltoon toegewezen. U kunt dan een nummer gebruiken voor telefoongesprekken
en een ander nummer voor faxen. Afhankelijk van de regio kan deze optie Aan of Uit zijn.
Overgaan voor antw. Selecteer het aantal beltonen waarna de printer de fax automatisch moet ontvangen.
Extern ontvangen Als u een inkomende fax beantwoordt met een telefoontoestel dat op de printer aangesloten is,
kunt u de fax ontvangen door de code van het telefoontoestel in te voeren.
Als u de startcode wilt instellen of wijzigen, stelt u Extern ontvangen in op Aan en voert u twee
tekens in van 0–9, *, #.
Weigeringsfax Weigeringsfax: Selecteer opties om ongewenste faxen te weigeren.
Lijst geweigerde nrs.: Als het telefoonnummer van de andere partij in de lijst
met ongewenste nummers staat. Dit is ingesteld om de inkomende faxen af te
wijzen.
Koptekst fax leeg: Als het telefoonnummer van de andere partij in de lijst met
ongewenste nummers staat. Dit is ingesteld om de inkomende faxen eventueel
te ontvangen.
Beller niet in Contacten: Als het telefoonnummer van de andere partij in de lijst
met ongewenste nummers staat. Dit is ingesteld om de inkomende faxen af te
wijzen of te ontvangen.
Lijst geblokkeerde nummers bewerken: U kunt tot 30 faxnummer registreren om de
faxberichten en oproepen af te wijzen. U kunt tot 20 tekens invoeren met 0–9, *, # of spatie.
Gerelateerde informatie
&“De printer klaarmaken voor het verzenden en ontvangen van faxen (met gebruik van Wizard faxinstelling)” op
pagina 72
&“De instelling Ontvangstmodus” op pagina 74
&“Congureer instellingen om faxberichten te ontvangen, alleen via een aangesloten telefoon (Extern
ontvangen)” op pagina 76
&“Instellingen congureren voor het blokkeren van ongewenste faxen” op pagina 77
Menu Ontvangstinst.
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer:
Instel. > Faxinstellingen > Ontvangstinst.
Faxinstellingen
>
Menuopties voor Faxinstellingen
>
Menu Ontvangstinst.
80
Item Beschrijving
Opslaan op computer Hiermee worden ontvangen faxen als pdf-bestand opgeslagen op een computer die met de
printer is verbonden. U kunt deze optie instellen op Ja door alleen FAX Utility te gebruiken.
Installeer vooraf FAX Utility op de computer. Nadat u deze optie hebt ingesteld op Ja kunt u dit
wijzigen in Ja en afdrukken.
Autom. beperken Hiermee drukt u ontvangen faxen van groot formaat af, verkleind tot het papier in de
papierbron. Naargelang de ontvangen gegevens is dit soms niet mogelijk. Als deze functie
uitgeschakeld is, worden grote documenten op hun oorspronkelijke grootte afgedrukt op
meerdere pagina's, of wordt er mogelijk een tweede lege pagina uitgeworpen.
Inst. gesplit. pag. Hiermee drukt u ontvangen faxen gesplitst af wanneer het formaat van het ontvangen
document groter is dan het papier dat in de printer is geladen.
Autom. draaien Hiermee draait u een liggend ontvangen faxbericht van A5-formaat zodat het op de papier van
A5-formaat wordt afgedrukt. Deze instelling wordt toegepast wanneer A5-formaat is ingesteld
in Instel. > Printerinstallatie > Instellingen papierbron > Papierinstelling > Papierformaat.
Als u Uit selecteert, worden faxen van liggend A5-formaat, dezelfde breedte als staande
documenten van A4-formaat, gezien en afgedrukt als faxen van A4-formaat.
Ontvangstinformatie
toevoegen
Hiermee drukt u ontvangstinformatie af in de ontvangen fax, zelfs als de verzender geen
koptekstinformatie heeft ingesteld. De ontvangstinformatie omvat de datum en het tijdstip van
ontvangst, de ontvangst-id en het paginanummer (bijv. "P1"). Wanneer Inst. gesplit. pag. is
ingeschakeld, wordt het nummer van de gesplitste pagina ook afgedrukt.
Dubbelzijdig Hiermee drukt u meerdere pagina's van ontvangen documenten dubbelzijdig af.
Timing start afdruk Selecteer opties om de ontvangen faxen af te drukken.
All pagina’s ontvangen: het afdrukken wordt gestart nadat alle pagina's zijn ontvangen. Of
het afdrukken wordt gestart vanaf de eerste of de laatste pagina, is afhankelijk van de
instelling van de functie Sorteerstapel. Zie de uitleg voor Sorteerstapel.
Eerste pagina ontvangen: het afdrukken wordt gestart nadat de eerste pagina is ontvangen.
De pagina's worden afgedrukt in de volgorde waarin ze worden ontvangen. Als de printer
niet kan beginnen met afdrukken, bijvoorbeeld omdat een andere taak wordt afgedrukt,
drukt de printer de ontvangen pagina's in batch af zodra deze beschikbaar is.
Sorteerstapel Omdat de eerste pagina als laatste wordt afgedrukt (uitvoer bovenop), worden de afgedrukte
documenten in de juiste paginavolgorde gestapeld. Als het geheugen van de printer bijna vol is,
is deze functie mogelijk niet beschikbaar.
Tijd uitstellen afdr. Tijdens de tijdsperiode die u hebt aangegeven van Tijd tot stop. tot Tijd > herst., slaat de
printer de ontvangen documenten op in het geheugen van de printer, zonder ze af te drukken.
Deze functie kan worden gebruikt om 's nachts het lawaai te beperken of om te voorkomen dat
vertrouwelijke documenten worden afgedrukt als u afwezig bent. Zorg ervoor dat er voldoende
geheugen vrij is alvorens u deze functie gebruikt. Wanneer u dit instelt op Uit, kunt u de
ontvangen documenten afdrukken nog voor de herstarttijd.
Stille modus Vermindert het geluid dat de printer maakt tijdens het afdrukken van faxen. De afdruksnelheid
wordt echter mogelijk verlaagd.
Menu Rapportinstellingen
U kunt het menu vinden op het onderstaande bedieningspaneel:
Instel. > Faxinstellingen > Rapportinstellingen
Faxinstellingen
>
Menuopties voor Faxinstellingen
>
Menu Rapportinstellingen
81
Item Beschrijving
Faxlog auto afdr. Drukt automatisch het faxlogboek af. Selecteer Aan (elke 30) om een logboek af te drukken na
elke 30 voltooide faxtaken. Selecteer Aan (tijd) om het logboek af te drukken op een
opgegeven tijdstip. Als er echter meer dan 30 faxtaken zijn geweest, wordt het logboek
afgedrukt voordat de tijd verstreken is.
Afbeelding aan rapport
bevestigen
Drukt een Rapport transmissie af met een afbeelding van de eerste pagina van het verzonden
document. Selecteer Aan (grote afb.) om het bovenste deel van de pagina af te drukken
zonder te verkleinen. Selecteer Aan (kleine afb.) om de hele pagina verkleind af te drukken
zodat deze in het rapport past.
Rapportindeling Selecteer een opmaak voor faxrapporten in Fax > Menu > Meer > Faxverslag, m.u.v. Protocol
traceren. Selecteer Detail om af te drukken met foutcodes.
Menu Veiligheidsinstel.
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer:
Instel. > Faxinstellingen > Veiligheidsinstel.
Item Beschrijving
Beperkingen dir. kiezen Door Aan te selecteren, schakelt u de functie voor het handmatig invoeren van faxnummers
van ontvangers uit, zodat de gebruiker alleen contactpersonen uit de lijst of uit de
zendgeschiedenis kan selecteren.
Door Tweemaal invoeren te selecteren, zorgt u ervoor dat de gebruiker het faxnummer
opnieuw moet worden ingevoerd wanneer het nummer handmatig werd ingevoerd.
Door Uit te selecteren, schakelt u het handmatig invoeren van faxnummers van ontvangers in.
Adreslijst bevestigen Door Aan, wordt een bevestigingsscherm voor de ontvanger weergegeven alvorens het bericht
verzonden wordt.
Back-upgegevens
Automatisch wissen
Door Aan te selecteren worden automatisch de back-ups gewist bij het succesvol versturen of
ontvangen van een document en wanneer de back-ups overbodig worden.
Door Uit te selecteren, bereidt u zich voor op een onverwachte stroomonderbreking als gevolg
van een stroomstoring of verkeerde handeling en maakt de printer een tijdelijke reservekopie
van verzonden en ontvangen documenten in zijn geheugen.
Back-upgeg. wissen Hiermee worden alle reservekopieën gewist die tijdelijk in het printergeheugen zijn
opgeslagen. Voer deze functie uit voordat u de printer weggooit of aan iemand anders geeft.
Menu Standaardinst. gebr.
U vindt het menu op het bedieningspaneel van de printer:
Instel. > Faxinstellingen > Standaardinst. gebr.
De instellingen in dit menu worden uw standaardinstellingen voor het Fax > Menu. Zie de onderstaande
gerelateerde informatie voor meer details.
Gerelateerde informatie
&“Scaninstellingen” op pagina 140
&“Inst.faxverzending” op pagina 141
Faxinstellingen
>
Menuopties voor Faxinstellingen
>
Menu Standaardinst. gebr.
82
Basisprincipes voor afdrukken
Opmerking:
Bewerkingen kunnen aankelijk van de toepassing verschillen. Zie de Help van de toepassing voor meer informatie.
1. Open het bestand dat u wilt afdrukken.
Laad papier in de printer, als er nog geen papier is geladen.
2. Selecteer Afdrukken of Pagina-instelling in het menu Bestand.
3. Selecteer uw printer.
4. Selecteer Vo orkeuren of Eigenschappen om het venster van het printerstuurprogramma te openen.
5. Wijzig indien nodig de instellingen.
Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Opmerking:
U kunt ook de online-Help raadplegen voor een uitleg van de instellingsitems. Als u met de rechtermuisknop op een
item klikt, wordt Help weergegeven.
Wanneer u Afdrukvoorbeeld selecteert, kunt u een voorbeeldweergave bekijken van het document voordat u dit
afdrukt.
6. Klik op OK om het venster van het printerstuurprogramma te sluiten.
7. Klik op Druk af.
Opmerking:
Wanneer u Afdrukvoorbeeld selecteert, wordt een voorbeeldvenster weergegeven. Als u de instellingen wilt wijzigen,
klikt u op Annuleren en herhaalt u de procedure vanaf stap 2.
Afdrukken
>
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Windows
>
Basisprincipes voor afdrukken
84
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 47
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 50
&“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 99
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt dubbelzijdig afdrukken.U kunt ook een brochure afdrukken door de pagina's te herschikken en de afdruk
te vouwen.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
U kunt automatisch en handmatig dubbelzijdig afdrukken gebruiken.Draai tijdens handmatig dubbelzijdig afdrukken
het papier om op de andere zijde af te drukken als de printer klaar is met afdrukken op de eerste zijde.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 47
Printerinstellingen
Handmatig dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar wanneer EPSON Status Monitor 3 ingeschakeld is.De functie is
echter mogelijk niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als een gedeelde printer.
Opmerking:
Als u EPSON Status Monitor 3 wilt inschakelen, klikt u op Extra instellingen op het tabblad Hulpprogramma's en
selecteert u vervolgens EPSON Status Monitor 3 inschakelen.
1. Selecteer op het tabblad Hoofdgroep in het printerstuurprogramma een optie bij Dubbelzijdig afdrukken.
Afdrukken
>
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Windows
>
Dubbelzijdig afdrukken
85
2. Klik op Instellingen, congureer de instellingen en klik op OK.
Congureer desgewenst instellingen voor Afdrukdichtheid.Deze instelling is niet beschikbaar wanneer u
handmatig dubbelzijdig afdrukken selecteert.
Opmerking:
Selecteer Boekje om een gevouwen boekje af te drukken.
Als u Afdrukdichtheid instelt, kunt u de afdrukdichtheid aanpassen op basis van het documenttype.
Het afdrukken kan langzaam zijn aankelijk van de optiecombinatie die u hebt geselecteerd voor Documenttype
selecteren in het venster Afdrukdichtheid aanpassen en voor Kwaliteit op het tabblad Hoofdgroep.
3. Klik op Druk af.
Wanneer bij handmatig dubbelzijdig afdrukken de eerste zijde klaar is, verschijnt een pop-upvenster op de
computer.Volg de instructies op het scherm.
Gerelateerde informatie
&“Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 84
&“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 99
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
U kunt twee of vier pagina's met gegevens op één vel papier afdrukken.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie 2 per vel of 4 per vel bij Meerdere
pagina's.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Gerelateerde informatie
&“Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 84
Afdrukken
>
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Windows
>
Meerdere pagina's op één vel afdrukken
86
&“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 99
Afdrukken en op paginavolgorde stapelen (Afdrukken in
omgekeerde volgorde)
U kunt beginnen met het afdrukken van de laatste pagina zodat de documenten met de juiste paginavolgorde
worden opgestapeld.
Printerinstellingen
Selecteer op het tabblad Hoofdgroep van het printerstuurprogramma de optie Omgekeerde volgorde.
Gerelateerde informatie
&“Basisprincipes voor afdrukken” op pagina 84
&“Het tabblad Hoofdgroep” op pagina 99
Een verkleind of vergroot document afdrukken
U kunt het formaat van een document met een bepaald percentage vergroten of verkleinen om het passend te
maken voor het papier dat in de printer is geladen.
Afdrukken
>
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Windows
>
Een verkleind of vergroot document afdrukke
n
87
4. Plak de vellen aan de achterkant aan elkaar.
5. Herhaal stap 1 t/m 4 om Sheet 3 en Sheet 4 aan elkaar te plakken.
6. Knip de marges van Sheet 1 en Sheet 2 angs de horizontale blauwe lijn door het midden van de kruisjes aan de
linker- en rechterkant.
Afdrukken
>
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Windows
>
Een afbeelding vergroot afdrukken op meerd
e
91
7. Plaats de rand van Sheet 1 en Sheet 2 op Sheet 3 en Sheet 4 en lijn de kruisjes uit. Plak de vellen dan voorlopig
aan de achterkant aan elkaar.
Afdrukken
>
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Windows
>
Een afbeelding vergroot afdrukken op meerd
e
92
Opmerking:
Als het menu Printerinstellingen niet wordt weergegeven in macOS Catalina (10.15) of hoger, macOS High Sierra
(10.13), macOS Sierra (10.12), OS X El Capitan (10.11), OS X Yosemite (10.10), OS X Mavericks (10.9), OS X
Mountain Lion (10.8), is het Epson-printerstuurprogramma niet goed geïnstalleerd. Doe dit vanuit het volgende menu.
Selecteer Systeemvoorkeuren in het menu Apple > Printers en scanners (of Afdrukken en scannen, Afdrukken en
faxen), verwijder de printer en voeg de printer opnieuw toe.
macOS Mojave (10.14) hee geen toegang tot Printerinstellingen in toepassingen van Apple, zoals TextEdit.
5. Wijzig indien nodig de instellingen.
Zie de menuopties voor het printerstuurprogramma voor meer informatie.
6. Klik op Druk af.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 47
&“Papier in de Papiertoevoer achter laden” op pagina 50
&“Menuopties voor Printerinstellingen” op pagina 108
&“De printer toevoegen (alleen voor Mac OS)” op pagina 177
Dubbelzijdig afdrukken
U kunt dubbelzijdig afdrukken.
Opmerking:
Deze functie is niet beschikbaar voor randloos afdrukken.
Als u geen papier gebruikt dat geschikt is voor dubbelzijdig afdrukken, kan de afdrukkwaliteit achteruitgaan en kan het
papier vastlopen.
Aankelijk van het papier en de gegevens, kan inkt doorlekken naar de andere zijde van het papier.
Gerelateerde informatie
&“Beschikbaar papier en capaciteiten” op pagina 47
Afdrukken
>
Afdrukken vanuit het printerstuurprogramma in Mac OS
>
Dubbelzijdig afdrukken
103
Provincie Bedrijfsnaam Adres Telefoon
E-mail
SURABAYA Epson Sales &
Service Surabaya
(barat)
Jl. Haji Abdul Wahab Saimin, Ruko
Villa Bukit Mas RM-11, Kec. Dukuh
Pakis, Surabaya - 60225
031- 5120994
sby-technical@epson-indonesia.co.id
sby-admin@epson-indonesia.co.id
YOGYAKARTA Epson Service
Center Yogyakarta
YAP Square, Block A No. 6 Jl. C
Simanjutak Yogyakarta - DIY
0274 581 065
ygy-technical@epson-indonesia.co.id
ygy-admin@epson-indonesia.co.id
JEMBER Epson Service
Center Jember
JL. Panglima Besar Sudirman Ruko
no.1D Jember-Jawa Timur (Depan
Balai Penelitian & Pengolahan
Kakao)
0331- 488373 / 486468
jmr-admin@epson-indonesia.co.id
jmr-technical@epson-indonesia.co.id
MANADO EPSON SALES AND
SERVICE Manado
Jl. Piere Tendean Blok D No 4
Kawasan Mega Mas Boulevard -
Manado 95111
0431- 8805896
MND-ADMIN@EPSON-INDONESIA.CO.ID
MND-TECHNICAL@EPSON-
INDONESIA.CO.ID
CIREBON EPSON SERVICE
CENTER Cirebon
Jl. Tuparev No. 04 ( Depan Hotel
Apita ) Cirebon, JAWA BARAT
0231– 8800846
cbn-technical@epson-indonesia.co.id
CIKARANG EPSON SALES AND
SERVICE CIKARANG
Ruko Metro Boulevard B1
Jababeka cikarang - Jawa Barat,
021- 89844301 / 29082424
ckg-admin@epson-indonesia.co.id
ckg-technical@epson-indonesia.co.id
MADIUN EPSON SERVICE
CENTER MADIUN
Jl. Diponegoro No.56, MADIUN -
JAWA TIMUR
0351- 4770248
mun-admin@epson-indonesia.co.id
mun-technical@epson-indonesia.co.id
PURWOKERTO EPSON SALES AND
SERVICE Purwokerto
Jl. Jendral Sudirman No. 4 Kranji
Purwokerto - JAWA TENGAH
0281- 6512213
pwt-admin@epson-indonesia.co.id
pwt-technical@epson-indonesia.co.id
BOGOR EPSON SALES AND
SERVICE Bogor
Jl.Pajajaran No 15B Kel Bantarjati
Kec Bogor Utara - JAWA BARAT
16153
0251- 8310026
bgr-admin@epson-indonesia.co.id
bgr-technical@epson-indonesia.co.id
SERANG EPSON SERVICE
CENTER Serang
Jl. Ahmad Yani No.45C, SERANG -
BANTEN
0254- 7912503
srg-admin@epson-indonesia.co.id
srg-technical@epson-indonesia.co.id
PALU EPSON SALES AND
SERVICE Palu
Jl. Juanda No. 58, Palu - Sulteng 0451- 4012 881
plw-admin@epson-indonesia.co.id
plw-technical@epson-indonesia.co.id
Bijlage
>
Hulp vragen
>
Contact opnemen met de klantenservice van Epson
232
232


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Epson WF-2820 series - WorkForce at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Epson WF-2820 series - WorkForce in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 5.08 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Epson WF-2820 series - WorkForce

Epson WF-2820 series - WorkForce User Manual - English - 225 pages

Epson WF-2820 series - WorkForce User Manual - German - 239 pages

Epson WF-2820 series - WorkForce User Manual - French - 238 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info