10. Selecteer Start en wanneer u gevraagd wordt om de resultaten af te drukken, drukt u op de knop
x
.
Een rapport met de resultaten van de verbindingscontrole wordt afgedrukt.
Opmerking:
❏ Als er fouten gemeld worden, volg dan de instructies op het rapport om ze te corrigeren.
❏ Als u wordt gevraagd om het lijntype te selecteren, selecteert u het lijntype. Als u de printer aansluit op een PBX
telefoonsysteem of terminaladapter selecteert u PBX.
❏ Als het scherm aangee dat de kiestoon niet gedetecteerd is, drukt u op de knop
u
om de functie kiestoondetectie uit
te schakelen.
De functie kiestoondetectie uitschakelen kan er wel voor zorgen dat het eerste cijfer van een faxnummer mogelijk
wordt overgeslagen waardoor het bericht naar een foutief nummer wordt verzonden.
❏ In het scherm Instel. bevestigen drukt u op de knop OK en controleert u de instellingen die u
hee
gecongureerd.
Selecteer Gereed wanneer het scherm aangee dat de verbindingscontrole van de fax is begonnen.
Gerelateerde informatie
& “De printer aansluiten op een telefoonlijn” op pagina 64
& “De ontvangstmodus instellen” op pagina 72
& “Instellingen congureren voor een PBX-telefoonsysteem” op pagina 69
& “Faxinstellingen” op pagina 21
Basisinstellingen voor faxberichten afzonderlijk congureren
U kunt de faxinstellingen congureren zonder gebruik te maken van de wizard, door elke instelling afzonderlijk te
congureren. De instellingen die d.m.v. de wizard gecongureerd zijn, kunt u ook wijzigen. Voor meer details,
raadpleeg de lijst met menu's in de faxinstellingen.
Gerelateerde informatie
& “Faxinstellingen” op pagina 21
Instellingen
congureren
voor een PBX-telefoonsysteem
Congureer de volgende instellingen als u de printer gebruikt in kantoren die gebruik maken van extensies met
externe toegangscodes, zoals een 0 en 9 voor het verkrijgen van een buitenlijn.
1. Ga naar de modus Instellen via het hoofdscherm.
2. Selecteer Faxinstellingen > Basisinstellingen > Lijntype.
3. Selecteer PBX.
4. Selecteer Gebruik als de toegangscode.
5.
Op het scherm To e g a n gs c o d e voert u de externe toegangscode in die door uw telefoonsysteem wordt gebruikt
en drukt u op de knop OK.
De toegangscode wordt opgeslagen in uw printer. Als u een fax naar een extern faxtoestel zendt, voer dan een
hekje (#) in i.p.v. de toegangscode.
Gebruikershandleiding
Faxen
69