635909
9
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/266
Next page
Gebruikershandleiding
Gebruikte Symbolen en Tekens
Veiligheidssymbolen
De documentatie en de projector gebruiken grafische symbolen om te tonen hoe u de projector veilig kunt gebruiken.
Hieronder worden de beschikbare symbolen en hun betekenis beschreven. Zorg ervoor dat u deze begrijpt voordat u deze handleiding gaat doorlezen.
Waarschuwing
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, kan resulteren in persoonlijk letsel of zelfs de dood als gevolg van foutief
handelen.
Let op
Dit symbool duidt informatie aan die, als ze genegeerd wordt, kan resulteren in persoonlijk letsel of fysieke schade als gevolg van foutief
handelen.
Algemene informatiesymbolen
Let op
Dit geeft aan dat de beschreven handeling tot schade of letsel kan leiden als er onvoldoende voorzichtigheid in acht wordt genomen.
a
Dit geeft aan dat er nuttige extra informatie volgt over een bepaald onderwerp.
s Dit geeft aan op welke pagina meer informatie over een onderwerp kan worden gevonden.
g
Dit geeft aan dat de onderstreepte term die gevolgd wordt door dit symbool in de woordenlijst te vinden is. Zie "Woordenlijst" onder
"Bijlagen".
s "Woordenlijst" pag.263
[Naam] Dit verwijst naar de naam van een knop op de afstandsbediening of het bedieningspaneel.
Bijvoorbeeld: de knop [Esc]
Menunaam Dit verwijst naar de naam van een item in het menu Configuratie.
Bijvoorbeeld:
Selecteer Helderheid onder Beeld.
Beeld - Helderheid
Gebruikte Symbolen en Tekens ...................... 2
Inleiding
Kenmerken van de Projector ................................. 9
Interactieve functies (Easy Interactive Function) ..........................9
Eenvoudig handelingen uitvoeren vanaf het Control Pad...................9
Projecteer twee beelden tegelijkertijd (Split Screen).......................9
Verbinding maken met een netwerk en het beeldscherm van de computer
projecteren..................................................10
Namen van Onderdelen en Functies ......................... 11
Voorkant/zijkant..............................................11
Bovenkant/zijkant .............................................12
Interface ................................................... 13
Onderkant ..................................................15
De pootjes bevestigen (alleen modellen waarbij pootjes zijn geleverd).......15
Bedieningspaneel.............................................16
Afstandsbediening ............................................17
De batterijen van de afstandsbediening vervangen....................20
Bedieningsbereik van de afstandsbediening.........................21
Interactieve pen..............................................21
De batterij van de interactieve pen vervangen........................ 22
De punt van de interactieve pen vervangen.........................23
Pennenbak ..................................................24
Control Pad.................................................25
De batterijen vervangen van het Control Pad .........................26
Aanraakeenheid (alleen EB-1430Wi) .................................27
Voorkant.................................................27
Achterkant ................................................28
De projector voorbereiden
De projector installeren .................................... 31
Installatiemethoden............................................31
De interactieve functies gebruiken................................32
De aanraakeenheid installeren (alleen EB-1430Wi) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Apparatuur aansluiten ..................................... 34
Op de projector aansluiten .......................................36
Een computer aansluiten......................................36
Een smartphone of tablet aansluiten..............................38
Beeldbronnen aansluiten......................................39
USB-apparaten aansluiten.....................................41
Externe apparatuur aansluiten ................................... 43
Een LAN-kabel aansluiten......................................45
De draadloze LAN-unit installeren................................46
Meerdere beamers verbinden ...................................47
Verbinding maken met het Control Pad..............................49
Verbindingen bij projecteren met USB Display en bij het uitvoeren van
muishandelingen met de interactive functie.........................49
Verbinding maken met PC Free..................................51
Een printer aansluiten........................................52
Basisprojectiemethoden
Beelden projecteren ....................................... 54
Van installatie tot projectie.......................................54
Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld
wijzigen (Bron zoeken) .......................................... 55
Projecteren met USB Display ...................................... 56
Benodigde instellingen .......................................56
Systeemvereisten........................................... 56
De eerste keer aansluiten......................................57
De installatie ongedaan maken..................................59
Geprojecteerde beelden bijstellen .......................... 60
Keystone-vervorming (trapeziumvormige vertekening) corrigeren............60
H/V-Keystone..............................................60
Quick Corner...............................................61
De beeldgrootte bijstellen.......................................62
Instellen van de positie van het beeld (Beeldverschuiving) . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Inhoudsopgave
3
Instellen van de verticale positie van het beeld (alleen modellen die pootjes hebben)
..........................................................64
Verhogen van de hoogte van het beeld............................64
Verlagen van de hoogte van het beeld.............................64
Instellen van de horizontale positie van het beeld (alleen modellen die pootjes
hebben) ....................................................64
Scherpstellen ................................................65
Het volume bijstellen ...........................................67
Het beeld bijstellen ............................................68
Instelling Tint, Verzadiging en Helderheid ...........................68
Gamma-aanpassing ..........................................68
De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)..................69
Autom. iris instellen ............................................69
De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen.........70
Methode wijzigen...........................................70
De hoogte-breedteverhouding wijzigen............................71
De interactieve functies gebruiken
Interactieve functiemodi ................................... 74
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden .......... 76
Veiligheidsinstructies voor interactieve functies .........................76
De interactieve pennen gebruiken..................................76
Penkalibratie..............................................78
Automatisch kalibreren.......................................78
Handmatig kalibreren........................................79
De interactieve aanraakbediening gebruiken met uw vinger (EB-1430Wi) .......81
Kalibreren voor aanraakbediening met uw vinger.....................83
Veiligheidsvoorschriften voor interactieve aanraakbediening..............86
Laserwaarschuwingslabels ..................................... 87
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus) . . . . . 88
De Whiteboard modus starten .....................................88
Veiligheidsinstructies voor de Whiteboard modus.....................89
Werkbalk Whiteboard modus.....................................89
Onderste werkbalk Whiteboard modus ...............................93
Gescande afbeeldingen in de Whiteboardmodus projecteren...............94
Compatibele bestandstypen voor openen in de Whiteboardmodus...........96
Tekeningen delen die in de Whiteboardmodus gemaakt zijn................96
De inhoud van tekeningen in de Whiteboardmodus opslaan..............96
Beschikbare bestandsindeling in de Whiteboardmodus.................97
Tekeningen in de Whiteboardmodus afdrukken.......................98
Beschikbare printerstuuropdrachten in de Whiteboard-modus............99
E-mails verzenden in de Whiteboardmodus..........................99
Tekeningen met andere apparaten delen............................ 100
Het Whiteboardscherm met andere apparaten delen.................. 101
Door de gedeelde tekeninhoud bladeren.......................... 103
Vanaf andere beamers verbinding maken met een Whiteboardscherm...... 103
Beschikbare functies bij verbinding met een whiteboardscherm . . . . . . . . . . . 104
Verbinding maken met een whiteboardscherm vanaf een tablet-pc of een
computer via een webbrowser ................................. 105
Eisen voor aansluitbare webbrowsers voor het whiteboardscherm......... 106
Werkbalk voor whiteboardscherm verbonden via een webbrowser.........106
Tekenen op een geprojecteerd beeld (annotatiemodus) . . . . . 110
De annotatiemodus starten ......................................110
Werkbalk annotatiemodus...................................... 111
Onderste werkbalk annotatiemodus ................................113
Tekeninginhoud van de annotatiemodus gebruiken .....................114
De inhoud van tekeningen in de annotatiemodus opslaan ...............114
Tekeningen in de annotatiemodus afdrukken....................... 115
Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd scherm
(Modus Computer interactief) ............................. 116
De modus Computer interactief gebruiken........................... 116
Instellen van het gebied voor gebruik van de pen.......................119
Easy Interactive Driver-systeemvereisten (alleen voor OS X)................ 120
Easy Interactive Driver installeren op OS X ............................ 121
De interactieve modus schakelen .......................... 122
De beamer bedienen vanaf geprojecteerd scherm ........... 123
Weergave van netwerkapparatuur selecteren vanaf de
projectorbedieningswerkbalk.................................... 123
Inhoudsopgave
4
De interactieve functies via een netwerk gebruiken ......... 125
Voorzorgsmaatregelen bij het verbinden met een beamer op een ander subnet
..........................................................125
Windows-hulpmiddelen voor peninvoer en inkt ............. 127
Peninvoer- en inktfuncties voor Windows inschakelen................... 127
Peninvoer- en inktfuncties van Windows gebruiken..................... 128
Interactieve functies gebruiken bij het gelijktijdig projecteren
van twee beelden ......................................... 129
Projectie met gesplitst scherm wisselen............................. 129
Modus Computer interactief op een gesplitst scherm gebruiken .............131
Nuttige Functies
Projectiefuncties ......................................... 133
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen) ....................... 133
Invoerbronnen voor projectie op een gesplitst scherm ................. 134
Hoe gaat u te werk? ......................................... 135
Beperkingen tijdens projectie met een gesplitst scherm................ 137
Afbeeldingen projecteren die zijn opgeslagen op een USB-opslagapparaat (PC Free)
..........................................................137
Specificaties van bestanden die met behulp van PC Free kunnen worden
geprojecteerd ............................................. 138
PC Free Voorbeelden........................................ 139
PC Free-bedieningsmethoden..................................139
De geselecteerde beelden of films projecteren .......................142
PDF-bestanden projecteren ................................... 142
De beeldbestanden in een map achter elkaar projecteren (Dia show)....... 144
Weergave-instellingen voor beeldbestanden en bewerkingsinstellingen van een
Dia show................................................ 145
Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen) ..............146
Het beeld bevriezen (Bevriezen)...................................146
Aanwijzerfunctie (Aanwijzer) .....................................147
Een gedeelte van het beeld weergeven (E-Zoom) .......................148
De muisaanwijzer bedienen met de afstandsbediening (Draadloze muis).......149
Een gebruikerslogo opslaan ..................................... 150
Het gebruikerspatroon opslaan ................................... 152
Beveiligingsfuncties ...................................... 154
Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging).........................154
Soorten Wachtwoordbeveiliging ................................ 154
Instellen van Wachtwoordbeveiliging .............................154
Wachtwoord invoeren....................................... 155
Bediening beperken (Toetsvergrendeling)............................156
Antidiefstalvergrendeling ....................................... 157
Het draadslot installeren ......................................157
Controle en bediening . . . . . ............................... 158
Over EasyMP Monitor .......................................... 158
Message Broadcasting....................................... 158
Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole) ................. 158
Configuratie van de beamer................................... 158
Het scherm Webcontrole weergeven............................. 159
Het scherm Web Remote weergeven............................. 159
Certificaten instellen........................................ 161
Een adresboek maken....................................... 162
Opmerkingen bij veilige HTTP .................................. 162
Lijst van ondersteunde certificaten...............................163
Problemen rapporteren via een E-mailmelding........................ 163
Inhoud van een foutmelding in een e-mail......................... 163
Beheer via SNMP............................................. 164
ESC/VP21-opdrachten......................................... 164
Opdrachtenlijst............................................ 164
Kabelindelingen........................................... 165
Info over PJLink ..............................................166
Over Crestron RoomView
®
...................................... 166
De projector vanaf een computer bedienen .........................167
Instellen van het schema ........................................ 170
Instellen van de tijd ......................................... 170
Een schema opslaan .........................................172
Het schema controleren...................................... 173
Een schema bewerken ....................................... 175
Inhoudsopgave
5
Configuratie menu
Het Configuratie menu gebruiken ......................... 178
Lijst met Functies ......................................... 179
Tabel van het Configuratiemenu.................................. 179
Menu Netwerk............................................ 180
Menu Beeld................................................ 181
Menu Signaal ............................................... 183
Menu Instellingen ............................................ 185
Menu Uitgebreid ............................................. 186
Instellingen voor Easy Interactive Function......................... 188
Scherm Whiteboardinstelling.................................. 190
Menu Netwerk.............................................. 195
Opmerkingen over het gebruik van het menu Netwerk ................. 196
bewerkingen met het schermtoetsenbord..........................196
Menu Basis ............................................... 197
Menu Draadloos LAN ........................................ 197
Menu Beveiliging .......................................... 200
Menu Vast netwerk......................................... 202
Menu Beheerdersinstelling.................................... 204
Menu Resetten ............................................ 208
Menu ECO................................................. 208
Menu Informatie (alleen weergave)................................ 209
Menu Resetten .............................................. 211
Batch-instelling voor meerdere projectors uitvoeren . . . . . . . . 212
Problemen oplossen
De Help-functie gebruiken ................................ 214
Problemen oplossen ...................................... 215
De indicatielampjes aflezen......................................215
Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden ......................... 220
Problemen met het beeld ....................................... 221
Geen beeld ...............................................221
Bewegende beelden worden niet weergegeven (alleen het deel met bewegend
beeld wordt zwart)..........................................222
De projectie stopt automatisch ................................. 223
Het bericht Niet ondersteund. wordt weergegeven................... 223
Het bericht Geen signaal wordt weergegeven....................... 223
Vaag, onscherp of vervormd beeld...............................224
Interferentie of vervormd beeld ................................. 225
De muisaanwijzer knippert (alleen bij projectie met USB Display).......... 225
Het beeld is afgesneden (breed) of klein, de beeldverhouding is verkeerd of het
beeld is omgedraaid........................................ 226
De beeldkleuren zijn niet juist .................................. 227
Donker beeld............................................. 227
Problemen bij het starten van de projectie........................... 228
De beamer gaat niet aan ......................................228
Problemen met de interactieve functies ............................. 229
Teken op het geprojecteerde scherm niet mogelijk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 229
Kan de computer niet bedienen vanaf het geprojecteerde scherm nadat het is
aangesloten op de computer...................................229
Het bericht Er is een fout opgetreden in Easy Interactive Function. wordt
weergegeven ............................................. 230
De muis van de computer werkt niet goed......................... 230
De interactieve pen werkt niet ..................................230
De reactietijd voor de interactieve pen is langzaam (alleen bij projectie met USB
Display) ................................................. 231
U kunt de aanraakbewerkingen niet juist uitvoeren (alleen EB-1430Wi)...... 231
De stip verplaatst zich automatisch of verplaatst zich niet naar de volgende positie
bij het handmatig kalibreren ................................... 232
Kan geen verbinding maken met het whiteboard van een gedeelde beamer
........................................................232
Kan de inhoud van de gedeelde tekening niet weergeven...............232
Kan het scherm voor een gedeeld whiteboard niet opslaan in een webbrowser
........................................................233
Kan geen handelingen uitvoeren tijdens opnames maken, afdrukken of opslaan
........................................................233
Kan het opgenomen projectiescherm niet goed plakken . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Kan niet normaal afdrukken................................... 233
Kan niet normaal scannen.....................................234
De tijd loopt niet synchroon, instellingen voor de interne opslag worden niet goed
weergegeven ............................................. 234
Kan de bron niet wijzigen ..................................... 234
Inhoudsopgave
6
Overige problemen........................................... 234
Geen geluid of zwak geluid ....................................234
Ruis in het geluid (alleen bij projectie met USB-display).................235
De afstandsbediening werkt niet................................ 235
Ik wil de taal van meldingen en menu's wijzigen......................236
De authenticatie-instelling van het draadloze LAN is mislukt . . . . . . . . . . . . . 236
Er wordt geen mail ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de beamer . . . . . 236
Het bericht De batterij voor de tijd is bijna leeg. wordt weergegeven . . . . . . . 237
Instellingen kunnen niet met een webbrowser worden veranderd . . . . . . . . . 237
Over Event ID ............................................ 238
Onderhoud
Reinigen ................................................. 241
Het oppervlak van de projector reinigen............................. 241
Het projectievenster reinigen.................................... 241
Reinigen van de obstakelsensor ...................................241
Reinigen van het luchtfilter ...................................... 242
Verbruiksmateriaal Vervangen ............................ 245
De Lamp Vervangen ...........................................245
Vervangingsperiode van beamerlamp ............................ 245
Het vervangen van de beamerlamp.............................. 246
Resetten van de lampuren.................................... 248
De luchtfilter Vervangen ........................................249
Vervangingsperiode van luchtfilter ...............................249
Procedure voor het vervangen van het luchtfilter.....................249
Bijlage
Optionele Accessoires en Verbruiksmateriaal ............... 253
Optionele Accessoires......................................... 253
Verbruiksmateriaal............................................253
Schermgrootte en projectieafstand ........................ 254
Ondersteunde Monitorbeeldschermen ..................... 256
Ondersteunde resoluties........................................256
Computersignalen (RGB analoog)............................... 256
Video-component.......................................... 256
Composite-video ...........................................256
Ingangssignalen vanaf de HDMI-ingang ........................... 256
Ingangssignalen vanaf de MHL-ingang............................ 257
Technische gegevens ..................................... 258
Algemene specificatie van de projector..............................258
Afmetingen .............................................. 261
Woordenlijst ............................................. 263
Algemene Opmerkingen .................................. 265
Wireless Telegraphy Act reglementen............................... 265
Betreffende de benamingen..................................... 265
Algemene opmerking:......................................... 266
Inhoudsopgave
7
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de kenmerken en de namen van onderdelen van de projector besproken.
Interactieve functies (Easy Interactive Function)
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren met de interactieve pen.
Als de aanraakeenheid geïnstalleerd is, kunt u met uw vinger dezelfde
handelingen verrichten als met de interactieve pen (alleen EB-1430Wi).
Whiteboard modus
Op eenvoudige schermen tekenen zoals whiteboards
Het whiteboard delen met andere apparaten
Het whiteboardscherm vanaf andere beamers weergeven
Papieren documenten van een scanner lezen
Het geprojecteerde scherm opslaan
Het geprojecteerde scherm afdrukken
Het geprojecteerde scherm aan een e-mail toevoegen en verzenden
Annotatiemodus
Op geprojecteerde documenten tekenen
Het geprojecteerde scherm opslaan
Het geprojecteerde scherm afdrukken
Muishandelingen met de computer uitvoeren op het geprojecteerde
beeld
De beamer op afstand bedienen vanaf het geprojecteerde scherm
Apparaten op het geprojecteerde scherm selecteren die zijn aangesloten
op het netwerk met behulp van de meegeleverde EasyMP Multi PC
Projection
Een computer over een netwerk bedienen met de meegeleverde EasyMP
Network Projection of de Quick Wireless
s "De interactieve functies gebruiken" pag.73
Eenvoudig handelingen uitvoeren vanaf het
Control Pad
Door het meegeleverde Control Pad te installeren, kunt u eenvoudig
veelgebruikte handelingen verrichten, zoals de projector in- en uitschakelen
en van bron veranderen. U kunt ook USB-opslag of USB-kabels voor een
printer aansluiten, enzovoorts.
s "Control Pad" pag.25
s
"Verbinding maken met het Control Pad" pag.49
Projecteer twee beelden tegelijkertijd (Split
Screen)
Deze functie deelt het scherm in twee delen
zodat u twee verschillende beelden naast elkaar
kunt projecteren. Door beelden uit
verschillende bronnen tegelijk te projecteren,
kunt u uw boodschap of voorstel nog
overtuigender overbrengen tijdens een
videoconferentie of presentatie.
s "Projecteer twee beelden simultaan (Split
Screen)" pag.133
Kenmerken van de Projector
9
Verbinding maken met een netwerk en het
beeldscherm van de computer projecteren
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren met behulp van EasyMP
Network Projection en EasyMP Multi PC Projection op de bijgeleverde
EPSON Projector Software CD-ROM.
De projector delen via een netwerk
Door EasyMP Network Projection te
gebruiken kunt u de projector verbinden met
een netwerk en delen met meerdere
computers. Hierdoor kunt u afbeeldingen en
documenten te projecteren vanaf elke
computer zonder dat kabels moeten worden
gewisseld. U kunt ook projecteren vanaf een
computer naar meerdere projectoren.
s Bedieningshandleiding voor EasyMP
Network Projection
Meerdere computerschermen tegelijk projecteren
Door EasyMP Multi PC Projection te
gebruiken kunt u maximaal vier schermen
tegelijk projecteren vanaf computers in het
netwerk of via smartphones of tablets waarop
Epson iProjection is geïnstalleerd.
s Bedieningshandleiding voor EasyMP
Multi PC Projection
Het scherm van uw computer draadloos projecteren
Door de meegeleverde draadloze LAN-
eenheid te installeren, kunt u het scherm van
een computer projecteren via een netwerk.
s "De draadloze LAN-unit installeren"
pag.46
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren met behulp van optionele
producten en toepassingen.
Gemakkelijk verbinden met een computer met Quick Wireless
Door gewoon verbinding te maken met de
optionele Quick Wireless Connection USB
Key op een computer, kunt u automatisch
netwerkinstellingen uitvoeren voor een
draadloze LAN-verbinding en het
computerscherm projecteren.
Beeld projecteren van draagbare apparaten over een netwerk
Als Epson iProjection is geïnstalleerd op uw
smartphone of tablet, kunt u gegevens
draadloos projecteren vanaf dat apparaat. U
kunt Epson iProjection gratis downloaden via
de App Store of via Google play. Voor
eventuele kosten voor de communicatie met
de App Store of Google play is de gebruiker
verantwoordelijk.
Kenmerken van de Projector
10
Voorkant/zijkant
Naam Functie
A
Externe receiver
Hiermee worden signalen vanaf de afstandsbediening
ontvangen.
B
Lampdeksel
Open deze deksel als u de projectorlamp wilt vervangen.
s "De Lamp Vervangen" pag.245
C
Lampdeksel-
bevestigingsschroef
Schroef om de lampdeksel op zijn plaats te bevestigen.
s "De Lamp Vervangen" pag.245
Naam Functie
D
Luchtafvoerventiel
Afvoerventilator voor lucht die is gebruikt voor het
afkoelen van het binnenste van de projector.
Let op
Houd tijdens de projectie gezicht noch handen
voor de luchtuitlaat; plaats evenmin voorwerpen
die door de warmte kunnen vervormen of bescha‐
digd raken in de buurt van de uitlaat. De hete lucht
uit de luchtuitlaat kan brandwonden veroorzaken,
voorwerpen doen kromtrekken en ongevallen ver‐
oorzaken.
E
Kabeldeksel-
bevestigingsschroeve
n
Schroeven om de kabeldeksel op zijn plaats te bevestigen.
F
Kabeldeksel
Draai de twee schroeven los en open het deksel wanneer u
kabels aansluit voor externe apparaten of de draadloze
LAN-eenheid installeert.
G
Bedieningspaneel
Hiermee bedient u de projector.
s "Bedieningspaneel" pag.16
H
Luidspreker
Geeft het geluid weer.
Namen van Onderdelen en Functies
11
Bovenkant/zijkant
Naam Functie
A
Hendel voor het
sluiten van de
luchtfilterklep
Hiermee wordt de deksel van het luchtfilter geopend en
gesloten.
B
Draadloze LAN-
indicator
Toont de toegangsstatus van de meegeleverde draadloze
LAN-unit.
Naam Functie
C
Ontvanger voor Easy
Interactive Function
Ontvangt signalen van de interactieve pen.
s "De interactieve functies gebruiken" pag.73
D
Obstakelsensor
Deze sensor detecteert obstakels in het projectiegebied.
s "Reinigen van de obstakelsensor" pag.241
E
Externe receiver
Hiermee worden signalen vanaf de afstandsbediening
ontvangen.
F
Projectievenster
Projecteert beelden.
Waarschuwing
Kijk tijdens het projecteren niet in het projectie‐
venster.
Plaats geen voorwerpen of uw handen in de
buurt van het projectievenster. Dat kan brand‐
wonden of brand veroorzaken en voorwerpen
kunnen vervormen omdat de geconcentreerde
lichtbundel erg heet is.
G
Beveiligingssleuf
De beveiligingssleuf is compatibel met het door
Kensington geproduceerde Microsaver Security System.
s "Antidiefstalvergrendeling" pag.157
H
Luchtfilterdeksel
Open voor het vervangen van het luchtfilter of het gebruik
van de scherpstelhendel.
I
Luchttoevoerventilat
or
(luchtfilter)
Voert lucht in om de projector intern te koelen.
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.242
s
"De luchtfilter Vervangen" pag.249
J
Hendel voor
scherpteregeling
Hiermee wordt de beeldscherpte ingesteld.
Open het luchtfilterdeksel voor gebruik.
Namen van Onderdelen en Functies
12
Interface
De volgende poorten bevinden zich onder de kabeldeksel.
Naam Functie
A
Installatiegedeelte
draadloze LAN-
eenheid
Installeer hier de meegeleverde draadloze LAN-unit.
s "De draadloze LAN-unit installeren" pag.46
B
Audio1-ingang
Ingang voor het geluidssignaal van apparatuur die op de
Computer-ingang is aangesloten.
Ingang voor geluidssignalen van andere toestellen
wanneer beeld wordt geprojecteerd van het toestel dat is
aangesloten op de USB-A-ingang.
C
Computer-ingang
Ingang voor beeldsignalen van een computer en
componentvideosignalen van andere videobronnen.
D
Audio Out-uitgang
Verstuurt het geluidssignaal bij het geprojecteerde beeld
naar een externe luidspreker.
Naam Functie
E
USB-B-ingang
Sluit de projector op een computer aan via de
meegeleverde USB-kabel en projecteert beelden op de
computer.
s "Projecteren met USB Display" pag.56
Hier sluit u de projector via de meegeleverde USB-kabel
aan op een computer om een draadloze muis te
gebruiken.
s "De muisaanwijzer bedienen met de
afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.149
Sluit de beamer aan op een computer via de bijgeleverde
USB-kabel om de interactieve pen te gebruiken als muis.
s "Computerfuncties bedienen vanaf een
geprojecteerd scherm (Modus Computer interactief)"
pag.116
Verbind de beamer met het Control Pad via de
meegeleverde USB-kabel om het Control Pad te
gebruiken.
s "Verbinding maken met het Control Pad"
pag.49
F
Monitor Out-uitgang
Verstuurt analoge RGB-signalen van de Computer-
ingang naar een externe monitor. U kunt geen
ingangssignalen van andere ingangspoorten versturen
noch componentvideosignalen.
G
LAN-poort
Hier sluit u een netwerkkabel aan om de projector te
verbinden met een netwerk.
H
HDMI2-aansluiting
Ingangen voor videosignalen van met HDMI compatibele
videoapparatuur en computers. Deze projector is
compatibel met
HDCP
g
.
s "Apparatuur aansluiten" pag.34
I
HDMI1/MHL-ingang
Ingangen voor videosignalen van met HDMI
compatibele videoapparatuur en computers. Deze
projector is compatibel met
HDCP
g
.
Ingangssignalen van smartphones en tablets die
MHL
g
ondersteunen (mobiele HD-link).
Namen van Onderdelen en Functies
13
Naam Functie
J
Ingang Audio3
In Uitgebreid - A/V-instellingen, stel Audio-uitvoer,
HDMI1-audio-uitvoer, of HDMI2-audio-uitvoer in als
Audio3 om audio via deze aansluiting in te voeren.
s Uitgebreid - A/V-instellingen pag.186
K
RS-232C-poort
Als u de projector vanaf een computer bedient, sluit de
computer dan aan met een RS-232C-kabel. Deze poort
dient voor besturing en wordt normaliter niet gebruikt.
s "ESC/VP21-opdrachten" pag.164
L
SYNC IN/OUT-
aansluiting
Bij gebruik van de interactieve functies in dezelfde ruimte
als meerdere versies van dezelfde projector, moet u de
optionele afstandsbedieningskabelset (ELPKC28)
aansluiten op de projectors. Als de kabelset is aangesloten,
werkt de interactieve pen vlot.
s "Meerdere beamers verbinden" pag.47
M
Voedingsingang
Hierop sluit u het netsnoer van de projector aan.
s "Van installatie tot projectie" pag.54
N
TCH-aansluiting
(alleen EB-1430Wi)
Voor het aansluiten van bijgeleverde verbindingskabel op
de aanraakeenheid.
s Installatiehandleiding
Naam Functie
O
USB-A-ingang
Hier sluit u een USB-opslagapparaat of een digitale
camera aan om PDF-bestanden, films of afbeeldingen te
projecteren via PC Free.
s "Afbeeldingen projecteren die zijn opgeslagen op
een USB-opslagapparaat (PC Free)" pag.137
Door USB-geheugen aan te sluiten, kunt u gegevens, die
zijn getekend met de interactieve functie, opslaan en
weergeven.
s "De inhoud van tekeningen in de
Whiteboardmodus opslaan" pag.96
s "De inhoud van tekeningen in de
annotatiemodus opslaan" pag.114
U kunt USB-printers aansluiten.
Verbind de beamer met het Control Pad via de
meegeleverde USB-kabel om USB-geheugen of een
printer met het Control Pad te verbinden.
s
"Verbinding maken met het Control Pad"
pag.49
P
USB-A-ingang
Projecteert beelden van de optionele Documentcamera.
Deze ingang kan niet voor projectie van andere toestellen
worden gebruikt.
Q
Video-ingang
Ingang voor Composite Video-signalen van
videobronnen.
R
Audio2-ingang
Ingang voor het geluidssignaal van apparatuur die op de
Video-ingang is aangesloten.
S
Remote poort
Verbind met het Control Pad met de apart leverbare
Kabelset afstandsbediening.
s "Control Pad" pag.25
Namen van Onderdelen en Functies
14
Onderkant
Naam Functie
A
Bevestigingspunten
voor plafondmontage
(vijf punten)
Bevestig de optionele Ophangbeugel hier als u de
projector aan het plafond wilt ophangen.
s "De projector installeren" pag.31
s "Optionele Accessoires" pag.253
Naam Functie
B
Installatiepunt van
beveiligingskabel
Leid hier een in de handel verkrijgbaar draadslot
doorheen en sluit het af.
Voer hier geen stroomuitvalpreventiedraden door als u de
projector aan een wand monteert of ophangt aan het
plafond.
s "Het draadslot installeren" pag.157
C
Bevestigingspunten
voor achterpoot (twee
punten)
Bevestig de pootjes wanneer u de projector op een
oppervlak, bijvoorbeeld een bureau, gebruikt. (Alleen
modellen waarbij pootjes zijn geleverd)
s "De pootjes bevestigen (alleen modellen waarbij
pootjes zijn geleverd)" pag.15
D
Bevestigingspunten
voor wandmontage
(vier punten)
Bevestig de meegeleverde of optionele instelplaat voor
montage aan een muur.
s Installatiehandleiding
s "Optionele Accessoires" pag.253
E
Verlichtingsensor
Detecteert de helderheid van de omgeving en past
automatisch de helderheid van het scherm aan. Stel
Stroomverbruik in op Automatisch in het menu
Configuratie.
s ECO - Stroomverbruik pag.208
F
Bevestigingspunt
voor voorpoot
Bevestig de poot met een tussenring wanneer u de
projector op een oppervlak, bijvoorbeeld een bureau,
gebruikt. (Alleen modellen waarbij pootjes zijn geleverd)
s "De pootjes bevestigen (alleen modellen waarbij
pootjes zijn geleverd)" pag.15
De pootjes bevestigen (alleen modellen waarbij pootjes zijn
geleverd)
Steek de pootjes in de bevestingspunten voor de pootjes.
Namen van Onderdelen en Functies
15
A
Steek de poot met de tussenring in het bevestigingspunt voor de voorpoot.
B
Steek de achterpootjes (x2) in de bevestingspunten voor de pootjes.
Bedieningspaneel
Naam Functie
A
Indicatielampjes
Toont de status van de projector met een kleur en door op
te lichten of te knipperen.
s "De indicatielampjes aflezen" pag.215
B
[Source Search]-knop
Schakelt over naar het beeld van de ingangspoort die
videosignalen ontvangt.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en
het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)"
pag.55
C
[Enter]-knop
[
]
Als het menu Configuratie of het Help-scherm wordt
weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie
en gaat verder naar het volgende niveau.
Indien deze wordt ingedrukt tijdens de projectie van
analoge RGB-signalen van de Computer-ingang, kunt u
Tracking, Sync. en Positie automatisch optimaliseren.
Namen van Onderdelen en Functies
16
Naam Functie
D
[w][v]-knoppen
Voert keystone-correctie uit.
s "H/V-Keystone" pag.60
Als het menu Configuratie of de Help wordt
weergegeven, kunt u met deze knoppen menuopties en
instellingswaarden selecteren.
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
s "De Help-functie gebruiken" pag.214
E
[Help]-knop
Druk op deze knop om het hulpscherm weer te geven en te
sluiten. Het hulpscherm geeft aan hoe u problemen kunt
oplossen.
s "De Help-functie gebruiken" pag.214
F
[Esc]-knop
Druk op deze knop om de huidige functie te stoppen.
Als deze knop wordt ingedrukt terwijl het menu
Configuratie wordt weergegeven, geeft de projector het
vorige menu weer.
s
"Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
G
[Tele]/[Wide]-
knoppen
Hiermee wordt de grootte van het projectiescherm
aangepast. Druk op de knop [Tele] om het
projectiescherm kleiner te maken en druk op de
knop [Wide] om het projectiescherm groter te maken.
Hiermee wordt de keystonevervorming in horizontale
richting gecorrigeerd als het scherm Keystone wordt
weergegeven.
s "H/V-Keystone" pag.60
Als het menu Configuratie of de Help wordt
weergegeven, kunt u met deze knoppen menuopties en
instellingswaarden selecteren.
s
"Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
s "De Help-functie gebruiken" pag.214
H
[Menu]-knop
Hiermee wordt het menu Configuratie weergegeven en
gesloten.
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
I
[Power]-knop
[t]
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
s "Van installatie tot projectie" pag.54
Afstandsbediening
Namen van Onderdelen en Functies
17
Naam Functie
A
[Power]-knop
[
t
]
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
s "Van installatie tot projectie" pag.54
B
[Capture]-knop
Maakt een opname van het geprojecteerde scherm.
Daarna wordt de opname in een nieuwe pagina geplakt in
de Whiteboard modus. (Deze knop is niet bruikbaar in de
Whiteboard modus.)
s "Werkbalk Whiteboard modus" pag.89
s
"Onderste werkbalk annotatiemodus" pag.113
C
[Print]-knop
Drukt het geprojecteerde scherm af.
s "Tekeningen in de Whiteboardmodus afdrukken"
pag.98
s "Tekeningen in de annotatiemodus afdrukken"
pag.115
D
Numerieke knoppen
Het wachtwoord instellen.
s "Instellen van Wachtwoordbeveiliging" pag.154
Gebruik deze knoppen om getallen in te voeren in de
Netwerk instellingen van het menu Configuratie.
E
[Auto]-knop
Indien deze wordt ingedrukt tijdens de projectie van
analoge RGB-signalen van de Computer-ingang, kunt u
Tracking, Sync. en Positie automatisch optimaliseren.
F
[Aspect]-knop
Bij iedere druk op deze knop verandert de hoogte-
breedteverhouding.
s "De hoogte-breedteverhouding van het
geprojecteerde beeld wijzigen" pag.70
G
[Num]-knop
Houd deze knop ingedrukt en gebruik de numerieke
knoppen om wachtwoorden en cijfers in te voeren.
s
"Instellen van Wachtwoordbeveiliging" pag.154
H
[Menu]-knop
Hiermee wordt het menu Configuratie weergegeven en
gesloten.
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Naam Functie
I
[ ][ ][ ][ ]-
knoppen
Als het menu Configuratie of het hulpscherm wordt
weergegeven, kunt u met deze knoppen menu-items en
instellingen selecteren.
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Tijdens de projectie van een PC Free kunt u met deze
knoppen de vorige/volgende afbeelding weergeven, de
afbeelding draaien, enz.
s "Afbeeldingen projecteren die zijn opgeslagen op
een USB-opslagapparaat (PC Free)" pag.137
Tijdens het gebruik van de Draadloze muis-functie
wordt de muisaanwijzer verplaatst in de richting waarin
de knop wordt geduwd.
s "De muisaanwijzer bedienen met de
afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.149
J
[Enter]-knop
[
]
Als het menu Configuratie of het Help-scherm wordt
weergegeven, accepteert de projector de huidige selectie
en gaat verder naar het volgende niveau.
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Als u de Draadloze muis functie gebruikt, werkt de knop
als linkermuisknop.
s "De muisaanwijzer bedienen met de
afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.149
K
[User]-knop
Selecteer een veelgebruikt item uit de zeven beschikbare
items in het Configuratie menu en wijs het toe aan deze
knop. Wanneer u op de knop [User] drukt, wordt de
geselecteerde menuoptie of het geselecteerde
aanpassingsscherm weergegeven, zodat u snel
instellingen/aanpassingen kunt opgeven.
s "Menu Instellingen" pag.185
Standaard is de functie Autom. kalibreren toegewezen.
Namen van Onderdelen en Functies
18
Naam Functie
L
[Page]-knoppen
[
[
][
]
]
Hiermee schakelt u naar een andere pagina over, bv. in
PowerPoint-bestanden, wanneer u gebruik maakt van de
volgende projectiemethoden.
(Deze knop is niet bruikbaar in de Whiteboard modus.)
Als u de Draadloze muis gebruikt
s "De muisaanwijzer bedienen met de
afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.149
Als u USB Display gebruikt
s
"Projecteren met USB Display" pag.56
Als op een netwerk wordt aangesloten
Wanneer u beelden projecteert met PC Free, geeft u met
deze knoppen het vorige/volgende scherm weer.
M
[E-Zoom]-knoppen
[
z
][
x
]
Vergroot of verkleint het beeld zonder de projectiegrootte
te wijzigen.
(Deze knop is niet bruikbaar in de Whiteboard modus.)
s "Een gedeelte van het beeld weergeven (E-Zoom)"
pag.148
N
[A/V Mute]-knop
Hiermee schakelt u video en audio in en uit.
s "Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven
(A/V dempen)" pag.146
Als u deze knop ongeveer vijf seconden ingedrukt
houdt, kunt u de Projectie modus als volgt wijzigen.
VoorkantWVoor/Ondersteboven
AchterkantWAchter/Ondersteboven
O
[Split]-knop
Druk op deze knop om over te schakelen tussen projectie
van twee beelden tegelijkertijd op een gedeeld scherm en
gewone, enkelvoudige projectie.
s "Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)"
pag.133
P
Riembevestigingsgat
Hiermee kunt u een in de handel verkrijgbare riem
bevestigen aan de afstandsbediening.
Naam Functie
Q
[Help]-knop
Druk op deze knop om het hulpscherm weer te geven en te
sluiten. Het hulpscherm geeft aan hoe u problemen kunt
oplossen.
s "De Help-functie gebruiken" pag.214
R
[Freeze]-knop
Druk op deze knop om het afspelen van beelden te
onderbreken of hervatten.
s "Het beeld bevriezen (Bevriezen)" pag.146
S
[Volume]-knoppen
[a][b]
[a] Verlaagt het volume.
[b] Verhoogt het volume.
s "Het volume bijstellen" pag.67
T
[Pointer]-knop
Druk op deze knop om de schermaanwijzer te activeren.
s "Aanwijzerfunctie (Aanwijzer)" pag.147
U
[Esc]-knop
Druk op deze knop om de huidige functie te stoppen.
Als deze knop wordt ingedrukt terwijl het menu
Configuratie wordt weergegeven, geeft de projector het
vorige niveau weer.
s
"Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Als u de Draadloze muis functie gebruikt, werkt de knop
als rechtermuisknop.
s "De muisaanwijzer bedienen met de
afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.149
V
[Pen Mode]-knop
Schakelt tussen het bedienen van de computer of het
tekenen met behulp van de interactieve pen. (Deze knop is
niet bruikbaar in de Whiteboard modus.)
s "Interactieve functiemodi" pag.74
W
[Color Mode]-knop
Telkens wanneer op deze knop wordt gedrukt, verandert
de kleurmodus.
s "De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus
selecteren)" pag.69
X
[MHL Menu]-knop
Toont het menu met de instellingen voor het apparaat dat
is gekoppeld aan de MHL-aansluiting van de beamer.
Namen van Onderdelen en Functies
19
Naam Functie
Y
[Whiteboard]-knop
Druk, als de beamer uitgeschakeld is, op deze knop om
de beamer in te schakelen en de interactieve functie te
starten in de Whiteboard modus.
Druk hierop als de projector is ingeschakeld om naar de
Whiteboard modus te gaan. Bij indrukken in de
Whiteboard modus schakelt u naar de vorige
invoerbron.
s "De Whiteboard modus starten" pag.88
Z
[Save]-knop
Slaat het geprojecteerde beeld op de USB-opslag of in een
netwerkmap op.
s "De inhoud van tekeningen in de Whiteboardmodus
opslaan" pag.96
s "De inhoud van tekeningen in de annotatiemodus
opslaan" pag.114
a
[Source Search]-knop
Schakelt over naar het beeld van de ingangspoort die
videosignalen ontvangt.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en
het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)"
pag.55
b
LED
afstandsbediening
Zendt signalen van de afstandsbediening naar de
projector.
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
Als de afstandsbediening niet langer reageert of niet meer werkt nadat deze
enige tijd is gebruikt, hebben de batterijen mogelijk het einde van hun
nuttige levensduur bereikt. Vervang in dat geval de batterijen. Schaf twee
mangaan- of alkalinebatterijen van AA-formaat aan. Het is niet mogelijk
om andere batterijen dan mangaan- of alkaline batterijen van AA-formaat
te gebruiken.
Let op
Lees de volgende handleiding voordat u aan de slag gaat met de batterijen.
s Veiligheidsvoorschriften
a
Verwijder de batterijklep.
Houd het haakje van de batterijklep ingedrukt en til de klep omhoog.
b
Vervang de oude batterij door een nieuwe.
Schuif de batterijen naar binnen met de negatieve kant eerst.
Namen van Onderdelen en Functies
20
Let op
Plaats de batterij aan de hand van de plus- (+) en mintekens (-) op de
juiste manier in de batterijhouder.
Als de batterijen verkeerd gebruikt worden, kunnen ze exploderen of
gaan lekken en brand, letsel of productschade veroorzaken.
c
Plaats de batterijklep terug.
Druk de batterijklep goed aan tot deze vastklikt.
Bedieningsbereik van de afstandsbediening
Interactieve pen
Er zijn twee typen interactieve pennen met een onderste gedeelte in een
andere kleur. U kunt niet tegelijkertijd interactieve pennen gebruiken die
dezelfde kleur voor het onderste gedeelte hebben.
s "De interactieve pennen gebruiken" pag.76
Namen van Onderdelen en Functies
21
Naam Functie
A
Penpunt
Druk op de penpunt om de interactieve pen in te
schakelen. Wanneer deze is ingeschakeld, duurt het
ongeveer een seconde voordat de interactieve pen
operationeel is.
Houd de pen dichtbij het geprojecteerde scherm en
druk om het te gebruiken.
s "De interactieve functies gebruiken" pag.73
s "Optionele Accessoires" pag.253
B
Batterijlampje
Druk op de knop aan de zijkant van de pen om de
resterende batterijlading aan te geven.
Als de batterij is opgeladen, licht het lampje groen op
totdat u de knop weer loslaat.
Als de batterij bijna leeg is, knippert het lampje groen
totdat u de knop weer loslaat.
Licht niet op wanneer de batterij geheel leeg is. Vervang
de batterij.
s "De batterij van de interactieve pen vervangen"
pag.22
Naam Functie
C
Knop
Druk op de knop op de zijkant van de pen om de
interactieve pen in te schakelen. Wanneer deze is
ingeschakeld, duurt het ongeveer een seconde voordat
de interactieve pen operationeel is.
Druk op de knop om de functie van de punt te schakelen
tussen pen en gum terwijl u tekent. U kunt de
instellingen voor de werking van de knop wijzigen in de
Actie voor penknop in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - Easy Interactive Function -
Geavanceerd - Actie voor penknop pag.186
Druk op de knop om een rechtsklikbewerking uit te
voeren terwijl u de pen gebruikt als een muis.
D
Bevestiging voor
optionele riem of
koord
U kunt hier een los verkrijgbare riem bevestigen.
E
Batterijdeksel
Open het deksel voor het vervangen van de batterij.
s "De batterij van de interactieve pen vervangen"
pag.22
a
De interactieve pen wordt automatisch uitgeschakeld na 20 minuten
inactiviteit.
Om de pen opnieuw te gebruiken, tikt u op de penpunt of drukt u op
de knop aan de zijkant om deze in te schakelen.
De batterij van de interactieve pen vervangen
Wanneer u op de knop drukt, gaat het batterijlampje op de interactieve pen
branden of knipperen. Licht niet op en knippert niet wanneer de batterij
geheel leeg is. Wanneer het lampje niet meer brandt of knippert, vervangt u
de batterij. Gebruik een van de volgende soorten batterij. Overige
oplaadbare batterijen kunnen niet worden gebruikt.
AA-formaat mangaanbatterij
Namen van Onderdelen en Functies
22
AA-formaat alkaline-mangaanbatterij
eneloop
®
*
(HR-3UTG/HR-3UTGA/HR-3UTGB/BK-3MCC)
* eneloop
®
is een gedeponeerd handelsmerk van de Panasonic Group.
Let op
Lees de volgende handleiding voordat u aan de slag gaat met batterijen.
s Veiligheidsvoorschriften
a
Verwijder de batterijklep.
Houd het haakje van de batterijklep ingedrukt en til de klep omhoog.
b
Vervang de oude batterij door een nieuwe.
Schuif de batterijen naar binnen met de negatieve kant eerst.
Let op
Plaats de batterij aan de hand van de plus- (+) en mintekens (-) op de
juiste manier in de batterijhouder.
Als de batterijen verkeerd gebruikt worden, kunnen ze exploderen of
gaan lekken en brand, letsel of productschade veroorzaken.
c
Zet de batterijklep terug.
Druk de batterijklep goed aan tot deze vastklikt.
De punt van de interactieve pen vervangen
Vervang de punt van de interactieve pen wanneer deze is versleten.
s "Optionele Accessoires" pag.253
a
Draai de punt van de pen om te verwijderen.
Namen van Onderdelen en Functies
23
b
Draai de nieuwe punt vast.
Pennenbak
Naam Functie
A
Bevestigingspunten
Bevestig de penhouder aan een whiteboard of muur.
B
Beveiligingsgat
Plaats hierdoor een los verkrijgbaar slot.
a
Zet bij voorkeur de penhouder met twee los verkrijgbare M5 bouten
vast.
Namen van Onderdelen en Functies
24
Control Pad
Naam Functie
A
[Power]-knop [t]
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
s "Van installatie tot projectie" pag.54
B
[Whiteboard]-knop
Druk, als de beamer uitgeschakeld is, op deze knop om
de beamer in te schakelen en de interactieve functie te
starten in de Whiteboard modus.
Druk hierop als de projector is ingeschakeld om naar de
Whiteboard modus te gaan. Bij indrukken in de
Whiteboard modus schakelt u naar de vorige
invoerbron.
s "De Whiteboard modus starten" pag.88
C
[Source Search]-knop
Schakelt over naar het beeld van de ingangspoort die
videosignalen ontvangt.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en
het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)"
pag.55
Naam Functie
D
[Capture]-knop
Maakt een opname van het geprojecteerde scherm.
Daarna wordt de opname in een nieuwe pagina geplakt in
de Whiteboard modus. (Deze knop is niet bruikbaar in de
Whiteboard modus.)
s "De interactieve functies gebruiken" pag.73
E
[Print]-knop
Drukt het geprojecteerde scherm af.
s "Tekeningen in de Whiteboardmodus afdrukken"
pag.98
s "Tekeningen in de annotatiemodus afdrukken"
pag.115
F
[Save]-knop
Slaat het geprojecteerde beeld op de USB-opslag of in een
netwerkmap op.
s "De inhoud van tekeningen in de Whiteboardmodus
opslaan" pag.96
s "De inhoud van tekeningen in de annotatiemodus
opslaan" pag.114
G
USB-B-ingang (voor
aansluiting op een
computer)
Maakt verbinding met een computer via een USB-kabel
om de interactieve functie of USB Display te gebruiken.
s "Verbinding maken met het Control Pad" pag.49
H
USB-A-ingang (voor
aansluiting van USB-
opslag)
Sluit een USB-opslagapparaat aan.
s "Verbinding maken met het Control Pad" pag.49
I
USB-A-ingang (voor
aansluiting van een
printer)
Sluit een printer aan met een USB-kabel.
s "Verbinding maken met het Control Pad" pag.49
J
USB-B-ingang (voor
aansluiting op een
projector)
Maakt verbinding met de projector via een USB-kabel als
een USB-opslagapparaat of printer is aangesloten op het
Control Pad.
s "Verbinding maken met het Control Pad" pag.49
K
USB-A-ingang (voor
aansluiting van een
projector)
Maakt verbinding met een beamer via een USB-kabel om
de interactieve functie of USB Display te gebruiken.
s "Verbinding maken met het Control Pad" pag.49
Namen van Onderdelen en Functies
25
Naam Functie
L
Remote poort
Als het Control Pad is verbonden met de beamer via de
apart leverbare kabelset afstandsbediening, wordt de
voeding geleverd door de beamer.
a
Als er geen verbinding is via de Kabelset
afstandsbediening, wordt de voeding
door batterijen geleverd. Handelingen
met de beamer worden met infrarode
signalen uitgevoerd.
M
LED
afstandsbediening
Zendt signalen van de afstandsbediening naar de
projector.
N
Onderste klep
Open deze om een USB-opslagapparaat aan te sluiten.
O
Bovenste klep
Open deze om kabels aan te sluiten en batterijen te
vervangen.
P
Kabelafdekking
Open deze afdekking als kabels langs een muur worden
geleid.
De batterijen vervangen van het Control Pad
Als de Control Pad niet langer reageert of niet meer werkt nadat deze enige
tijd is gebruikt, hebben de batterijen mogelijk het einde van hun nuttige
levensduur bereikt. Vervang in dat geval de batterijen. Schaf twee mangaan-
of alkalinebatterijen van AA-formaat aan. We raden het gebruik van
alkalinebatterijen aan voor het Control Pad. Het is niet mogelijk om andere
batterijen dan mangaan- of alkaline batterijen van AA-formaat te gebruiken.
Let op
Lees de volgende handleiding voordat u aan de slag gaat met de batterijen.
s Veiligheidsvoorschriften
a
Omdat het Control Pad van stroom wordt voorzien als het verbonden
is met de projector via de Kabelset afstandsbediening, hebt u geen
batterijen nodig.
a
Open de bovenste klep.
Plaats uw vinger in de groef op de bovenste klep en licht deze op en
eruit.
b
Vervang de oude batterijen door nieuwe.
Namen van Onderdelen en Functies
26
Let op
Plaats de batterijen aan de hand van de plus- (+) en mintekens (-) in de
batterijhouder.
c
Plaats de klep terug.
Druk de batterijklep goed aan tot deze vastklikt.
a
Zie hierna voor het bedieningsbereik voor het Control Pad.
s Installatiehandleiding
Aanraakeenheid (alleen EB-1430Wi)
Voorkant
Wanneer de regelaarsklep niet is bevestigd
Naam Functie
A
Regelaarsklep
Verwijderen om de regelaars te gebruiken.
B
TCH-poort
Sluit de projector aan op de aanraakeenheid met de
overeenkomende verbindingskabel.
C
Beveiligingssleuf
De beveiligingssleuf is compatibel met het door
Kensington geproduceerde Microsaver Security System.
Namen van Onderdelen en Functies
27
Naam Functie
D
Regelaars
Voert hoekaanpassingen uit.
E
Indicator
Licht op wanneer de aanraakeenheid wordt ingeschakeld.
F
Schroefgaten (voor
installatie)
De schroefgaten voor het vastzetten van de
aanraakeenheid met M4-schroeven (uitsluitend bij
installatie op een niet-magnetisch oppervlak).
Achterkant
Naam Functie
A
Laserdiffusiepoort
Verspreidt laserlicht om vingerposities te detecteren.
B
Installatiemagneet
Magneet die wordt gebruikt voor de installatie.
C
Markering
Plaats de markeringen op het scherm bij het uitvoeren van
hoekaanpassing.
Waarschuwing
Volg de stappen in de Installatiehandleiding om de aanraakeenheid te
installeren. Als deze niet juist is geïnstalleerd, kan dit schade aan uw ogen
veroorzaken door het krachtige uitgestraalde licht.
Gebruik de aanraakeenheid niet in de buurt van medische apparatuur, zoals
pacemakers. Wanneer u de aanraakeenheid gebruikt, moet u ook controleren
of er geen medische apparatuur, zoals pacemakers, in de omgeving is. Als
gevolg van elektromagnetische storing kan medische apparatuur ontregeld
raken.
Let op
Gebruik de aanraakeenheid niet in de buurt van magnetische opslagmedia,
zoals magneetkaarten of elektronische precisieapparatuur, zoals computers,
digitale horloges of mobiele telefoons. De gegevens kunnen worden
beschadigd of er kan een storing optreden.
Bij het installeren van de aanraakeenheid op een magnetisch oppervlak moet
u oppassen dat uw vingers of een ander deel van uw lichaam niet vast komt
te zitten tussen de magneet en het installatievlak.
Let op
Sluit de aanraakeenheid niet aan op enige apparatuur, behalve de EB-1430Wi.
Het apparaat kan defect raken of er kan laserlicht lekken die de limiet
overschrijdt.
Zorg ervoor dat u de bijgeleverde aansluitkabel van de aanraakeenheid
gebruikt. Bewerkingen zijn niet mogelijk met een in de handel verkrijgbare
kabel.
Demonteer de aanraakeenheid niet als u deze weggooit. Weggooien volgens
de lokale of nationale wetten en regelgeving.
Namen van Onderdelen en Functies
28
a
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor de installatiemethoden van de
aanraakeenheid en hoekaanpassingsmethoden.
s Installatiehandleiding
Namen van Onderdelen en Functies
29
De projector voorbereiden
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de projector installeert en er projectiebronnen op aansluit.
Installatiemethoden
De projector ondersteunt de volgende zes verschillende installatiemethoden.
Gebruik de juiste installatiemethode voor uw omstandigheden.
Schakel de projector uit bij het installeren van de projector of het wijzigen
van de installatiemethode. Schakel de stroom weer in na het voltooien van
de installatie.
Waarschuwing
Om de projector aan een wand of plafond op te hangen, moet u de projector
op een speciale manier monteren. Als u de projector niet goed monteert, kan
hij naar beneden vallen en letsel veroorzaken.
Als u tape plakt op de bevestigingspunten van de plaat voor wandmontage of
op de bevestigingspunten van de ophangbeugel om te voorkomen dat de
schroeven losraken, of als u bijvoorbeeld smeermiddel of olie op de projector
aanbrengt, kan de behuizing van de projector breken waardoor deze uit de
beugel kan vallen. Hierdoor kan iemand die zich onder de beugel bevindt
ernstig gewond raken en kan de projector worden beschadigd.
Als u de beugel monteert of afstelt, gebruik dan geen tape om te voorkomen
dat de schroeven los gaan zitten en gebruik geen smeermiddel, olie of iets
dergelijks.
Dek de luchtin- en -uitlaten van de projector niet af. Als een
ventilatieopening afgedekt wordt, kan de binnentemperatuur stijgen en brand
veroorzaken.
Gebruik de projector niet op een plaats waar zich brandbare of explosieve
gassen bevinden. De projector zou door de hoge interne temperatuur van de
lamp binnen in de projector in brand kunnen vliegen.
a
Wij raden het gebruik van een glad scherm van het whiteboardtype
zonder oneffenheden aan. Als het projectiescherm oneffen is, kunnen
er vervormingen optreden in het geprojecteerde beeld.
Vervormingen kunnen optreden in het geprojecteerde beeld,
afhankelijk van het materiaal van het scherm en de
installatiemethode.
Zorg dat u bij het bevestigen van de projector aan een wand of
plafond of het verticaal plaatsen van de projector het juiste
gereedschap voor de desbetreffende installatiemethode gebruikt.
s "Optionele Accessoires" pag.253
De standaard Projectie-instelling is Voor/Ondersteboven. U kunt
een andere Projectie-instelling kiezen van het Configuratie-menu.
s Uitgebreid - Projectie pag.186
U kunt de Projectie-instelling als volgt wijzigen door de knop [A/V
Mute] op de afstandsbediening ongeveer vijf seconden ingedrukt te
houden.
VoorkantWVoor/Ondersteboven
AchterkantWAchter/Ondersteboven
Bevestig de projector aan een
wand of plafond en projecteer
de beelden door de projector
voor een scherm te plaatsen.
(Projectie Voor/Ondersteboven)
Bevestig de projector aan een
wand of plafond en projecteer
de beelden via de achterzijde
van een doorschijnend scherm.
(Projectie Achter/Onderstebo‐
ven)
De projector installeren
31
Beelden projecteren met de pro‐
jector vóór het scherm. (Projec‐
tie aan Voorkant)
Beelden projecteren met project‐
or achter een doorzichtig
scherm. (Projectie aan Achter‐
kant)
a
Bevestig de pootjes wanneer u de projector op een oppervlak,
bijvoorbeeld een bureau, gebruikt.
s "De pootjes bevestigen (alleen modellen waarbij pootjes zijn
geleverd)" pag.15
Plaats de projector verticaal en
projecteer beelden met de pro‐
jector vóór het scherm. (Projec‐
tie Voor/Ondersteboven)
Plaats de projector verticaal en
projecteer beelden met de pro‐
jector achter het scherm. (Ach‐
ter/Ondersteboven projectie)
De interactieve functies gebruiken
Projecteer vanaf de voorzijde van het scherm bij het gebruik van de
interactieve functies. Stel de projectiemodus in op Voor/Ondersteboven of
Voorkant.
Let op
De interactieve functies werken via infraroodcommunicatie. Let op de
volgende punten bij het installeren van de projector.
Zorg dat er geen fel licht of zonlicht schijnt op de Easy Interactive Function-
ontvanger, het projectiescherm, de projector zelf of de achterkant van de
projector.
Installeer de projector niet in direct zonlicht dat door een raam valt. Dit kan
ertoe leiden dat de interactieve functies niet goed werken.
Installeer de projector zo, dat de ontvanger voor de Easy Interactive Function
niet te dicht bij TL-verlichting staat. Als de omgeving te helder is, werken de
interactieve functies mogelijk niet goed.
Stof op de ontvanger voor de Easy Interactive Function kan de
infraroodcommunicatie storen, waardoor de functies niet normaal kunnen
worden gebruikt. Maak de ontvanger schoon als deze vuil is.
s
"Reinigen" pag.241
Breng geen verf of stickers aan op de klep van de Easy Interactive Function-
ontvanger.
Bij gebruik van de interactieve functies mag u geen
infraroodafstandsbediening of microfoon gebruiken in dezelfde kamer. De
interactieve pen kan defect raken.
Gebruik geen apparaten die sterke ruis genereren, zoals roterende apparaten
of transformators, in de buurt van de projector. U kunt dan de interactieve
functies mogelijk niet gebruiken.
De projector installeren
32
a
Bij gebruik van de interactieve functies moet u de projector zo
installeren dat het geprojecteerde scherm een rechthoek zonder enige
vervorming is.
Bij gebruik van de interactieve functies in dezelfde ruimte met
meerdere projectors kan de interactieve penbediening instabiel
worden. In deze situatie sluit u de optionele
afstandsbedieningskabelset (ELPKC28) aan op de projectors en
verandert u Projectors synchr. in Vast in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - Easy Interactive Function - Geavanceerd -
Projectors synchr. pag.186
De aanraakeenheid installeren (alleen EB-1430Wi)
Bij gebruik van de aanraakeenheid installeert u de projector met behulp van
een van de volgende methoden. De aanraakeenheid kan niet worden
gebruikt als een andere installatiemethode wordt gebruikt.
Monteer de projector aan een wand of hang deze aan het plafond en
projecteer beelden vanaf de voorzijde van het scherm
Installeer verticaal op een bureau en projecteer vanaf de voorkant van
het bureau (de optionele interactieve tafelmontage (ELPMB29) is vereist)
s
"Optionele Accessoires" pag.253
De projector installeren
33
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de projector aansluit op randapparatuur.
U kunt randapparaten rechtstreeks op de beamer aansluiten of via het Control Pad.
Bij het aansluiten van een USB-kabel of USB-opslagapparatuur, raden we het gebruik van het Control Pad aan.
s "Verbinding maken met het Control Pad" pag.49
Bij het aansluiten van andere apparaten dan USB-kabels of USB-opslagapparaten, kunt u rechtstreeks op de projector aansluiten.
s "Op de projector aansluiten" pag.36
Let op
Als u een USB-hub gebruikt, wordt de bewerking mogelijk niet correct uitgevoerd. Sluit rechtstreeks aan op de projector of het Control Pad.
Apparatuur aansluiten
34
a
Verbinding met het netwerk is mogelijk via bedrade of draadloze communicatie.
Om via een kabel verbinding met het netwerk te maken, sluit u een LAN-kabel op de projector aan.
s "Een LAN-kabel aansluiten" pag.45
Om de projector draadloos met het netwerk te verbinden, installeert u de draadloze LAN-eenheid op de projector.
s "De draadloze LAN-unit installeren" pag.46
De naam van de ingang, de locatie, en de oriëntatie van de connector zijn afhankelijk van de bron die wordt aangesloten.
Apparatuur aansluiten
35
Op de projector aansluiten
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u randapparatuur op de projector aansluit.
Een computer aansluiten
Om beelden van een computer te projecteren, sluit u de computer op een van de volgende manieren aan:
A
Als de optionele computerkabel wordt gebruikt
Sluit de schermuitgang van de computer aan op de Computer-ingang van de projector.
U kunt geluid door de luidspreker van de projector sturen door de audio-uitgang van de computer aan te sluiten op de ingang Audio1 van de projector (gebruik hiervoor een in
de handel verkrijgbare audiokabel).
B
Als de meegeleverde USB-kabel wordt gebruikt
Sluit de USB-uitgang van de computer aan op de USB-B-ingang van de projector.
Audio van de computer wordt weergegeven via de projector met het geprojecteerde beeld.
C
Als een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel wordt gebruikt
Verbind de HDMI-aansluiting van de computer met de HDMI1/MHL of HDMI2-aansluiting van de beamer.
Audio van de computer wordt weergegeven via de projector met het geprojecteerde beeld.
Apparatuur aansluiten
36
Audio
Computer
HDMI1/MHL
HDMI2
USB-B
a
Bij het aansluiten op de Audio1, Audio Out- en Computer-poorten, raden wij u aan de kabels in deze volgorde aan te sluiten op de poorten: Audio1, Audio Out
en daarna Computer.
U kunt de poort die wordt gebruikt voor de audio-invoer ook instellen via het menu Configuratie.
s
Uitgebreid - A/V-instellingen - Audio-uitvoer pag.186
Als de audio niet wordt weergegeven terwijl er een HDMI-kabel is aangesloten, sluit dan een in de handel verkrijgbare audiokabel aan op de Audio Input. Na het
aansluiten van de kabel selecteert u de ingang waarop u hebt aangesloten via HDMI1-audio-uitvoer of HDMI2-audio-uitvoer in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - A/V-instellingen - HDMI1-audio-uitvoer/HDMI2-audio-uitvoer pag.186
U kunt met een USB-kabel de projector op een computer aansluiten en beelden van de computer projecteren. Dit wordt USB Display genoemd.
s
"Projecteren met USB Display" pag.56
Apparatuur aansluiten
37
Een smartphone of tablet aansluiten
U kunt smartphones en tablets aansluiten. Door gebruik te maken van een los verkrijgbare MHL-kabel kunt u de MHL-uitgang op uw apparaat aansluiten op de
HDMI1/MHL-poort op de projector. U kunt bij het geprojecteerde beeld audio afspelen.
Als u een smartphone of tablet aansluit op de projector, begint het apparaat op te laden wanneer er beelden worden geprojecteerd.
Let op
U kunt de MHL-kabel mogelijk niet op alle apparaten aansluiten.
Controleer of de aansluitkabel de MHL-normen ondersteunt. Als u een kabel aansluit die de MHL-normen niet ondersteunt, kan de smartphone of tablet oververhitten,
lekken of ontploffen.
Als u verbinding maakt met een in de handel verkrijgbare MHL-HDMI-conversieadapter, werkt het opladen van de smartphone of tablet wellicht niet of bent u mogelijk
niet in staat om bewerkingen uit te voeren vanaf de afstandsbediening van de projector.
a
Als de beelden niet correct worden geprojecteerd, koppelt u de MHL-kabel los en sluit u deze opnieuw aan.
U zult mogelijk niet goed kunnen projecteren afhankelijk van het model en de instellingen van de smartphone of tablet.
Apparatuur aansluiten
38
Beeldbronnen aansluiten
Om beelden van DVD-spelers of VHS-videoapparatuur enz. te projecteren, sluit u deze op een van de volgende manieren op de projector aan:
A
Als een in de handel verkrijgbare videokabel wordt gebruikt
Sluit met een in de handel verkrijgbare videokabel de video-uitgang van de beeldbron aan op de Video-ingang van de projector.
U kunt geluid door de luidspreker van de projector sturen door de audio-uitgang van de beeldbron aan te sluiten op de ingang Audio2 van de projector (gebruik hiervoor een in de
handel verkrijgbare audiokabel).
B
Als de optionele componentvideokabel wordt gebruikt
s "Optionele Accessoires en Verbruiksmateriaal" pag.253
Sluit de componentuitgang van de beeldbron aan op de Computer-ingang van de beamer.
U kunt geluid door de luidspreker van de projector sturen door de audio-uitgang van de beeldbron aan te sluiten op de ingang Audio1 van de projector (gebruik hiervoor een in de
handel verkrijgbare audiokabel).
C
Als een in de handel verkrijgbare HDMI-kabel wordt gebruikt
Verbind de HDMI-poort van de beeldbron met de HDMI1/MHL- of HDMI2-poort van de projector.
Audio van de beeldbron wordt weergegeven via de projector met het geprojecteerde beeld.
Audio
Computer
Audio
Video
HDMI1/MHL
HDMI2
Apparatuur aansluiten
39
Let op
Zet de apparaten die u wilt aansluiten eerst uit. Als de gegevensbron reeds aan staat wanneer u de projector aansluit, kan dit voor een storing zorgen.
Als de oriëntatie of vorm van de stekker anders is, mag u deze niet proberen te forceren. Het toestel kan erdoor beschadigd worden of defect raken.
a
U kunt de poort die wordt gebruikt voor de audio-invoer ook instellen via het menu Configuratie.
s Uitgebreid - A/V-instellingen - Audio-uitvoer pag.186
Als de audio niet wordt weergegeven terwijl er een HDMI-kabel is aangesloten, sluit dan een in de handel verkrijgbare audiokabel aan op de Audio Input. Na het
aansluiten van de kabel selecteert u de ingang waarop u hebt aangesloten via HDMI1-audio-uitvoer of HDMI2-audio-uitvoer in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - A/V-instellingen - HDMI1-audio-uitvoer/HDMI2-audio-uitvoer pag.186
Als de bron die u wilt aansluiten een vreemd gevormde uitgang heeft, gebruikt u de kabel die bij het toestel werd geleverd of een optionele kabel om op de
projector aan te sluiten.
Als u een in de handel verkrijgbare audiokabel met 2RCA(L/R)/stereo mini-aansluiting gebruikt, controleer dan of er "No resistance" (Geen weerstand) op is
aangegeven.
Apparatuur aansluiten
40
USB-apparaten aansluiten
U kunt verschillende apparaten aansluiten zoals een USB-geheugen, de optionele Documentcamera en USB-compatibele harde schijven en digitale camera's.
A
Als u de apart leverbare Documentcamera gebruikt
Sluit de Documentcamera op de
-aansluiting van de computer aan met de USB-kabel die is meegeleverd met de Documentcamera.
B
Als u een USB-apparaat gebruikt (bijvoorbeeld USB-geheugen of een digitale camera)
Sluit de USB-stick aan op de USB-A-aansluiting van de beamer.
C
Bij gebruik van PC interactief voor de interactieve functie
s "De interactieve functies gebruiken" pag.73
Sluit de schermuitgang van de computer met een computerkabel aan op de Computer ingang van de beamer.
Sluit met een USB-kabel de USB-uitgang van de computer aan op de ingang USB-B van de projector.
USB-A
USB-B
Computer
Zodra het USB-apparaat is aangesloten, kunt u beeldbestanden projecteren vanaf het USB-geheugen of digitale camera via PC Free.
Apparatuur aansluiten
41
s "Afbeeldingen projecteren die zijn opgeslagen op een USB-opslagapparaat (PC Free)" pag.137
Als de Documentcamera tijdens de projectie van beelden vanuit een andere ingangspoort wordt aangesloten, drukt u op de knop [Source Search] op de
afstandsbediening, het bedieningspaneel of het Control Pad om over te schakelen naar beelden van de Documentcamera.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
a
Wanneer u beelden van een Documentcamera projecteert en u wilt een audiotoestel aansluiten, sluit u dit toestel aan op Audio1.
Let op
Als u een USB-hub gebruikt, worden de bewerkingen mogelijk niet correct uitgevoerd. Apparaten zoals een digitale camera of een USB-apparaat moeten direct op de
projector worden aangesloten.
Als u een USB-compatibele harde schijf aansluit en gebruikt, zorg dan dat de met de harde schijf geleverde lichtnetadapter is aangesloten.
Sluit een digitale camera of harde schijf op de projector aan met de USB-kabel die is meegeleverd met of gespecificeerd voor het apparaat.
Gebruik een USB-kabel die minder dan 3 m lang is. Als de kabel langer is dan 3 m, werkt PC Free mogelijk niet goed.
USB-apparaten verwijderen
Verwijder de USB-apparaten na afloop van het projecteren uit de projector. Apparaten zoals digitale camera's of harde schijven moeten worden uitgeschakeld
voordat ze van de projector worden losgekoppeld.
Apparatuur aansluiten
42
Externe apparatuur aansluiten
U kunt beelden en geluid weergeven door een externe monitor of luidspreker aan te sluiten.
A
Als beelden worden weergegeven op een externe monitor
Sluit met de kabel die bij de externe monitor werd geleverd de externe monitor aan op de Monitor Out-poort van de projector.
B
Als geluid wordt weergegeven op een externe luidspreker
Sluit met een in de handel verkrijgbare audiokabel de externe luidspreker aan op de Audio Out-poort van de projector.
Audio Out
Monitor Out
Apparatuur aansluiten
43
a
Als Stand-by modus is ingesteld op Communicatie aan, kunt u de volgende bewerkingen uitvoeren, zelfs wanneer de projector is uitgeschakeld (alleen als
A/V-uitvoer is ingesteld op Altijd).
- Beelden uitvoeren naar een externe monitor
- Audio uitvoeren van een externe luidspreker (het geluid dat wordt ingevoerd via de USB-B- en de LAN-poorten kan niet worden uitgevoerd)
s
ECO - Stand-by modus pag.208
s Uitgebreid - A/V-instellingen - A/V-uitvoer pag.186
Alleen analoge RGB-signalen van de Computer-poort kunnen naar een externe monitor worden verstuurd. U kunt geen ingangssignalen van andere
ingangspoorten versturen noch componentvideosignalen.
Gegevens die getekend zijn met behulp van de interactieve functies, worden niet weergegeven op een externe monitor. Inhoud getekend met behulp van de
meegeleverde Easy Interactive Tools kan worden weergegeven op een externe monitor.
Instellingsregelaars voor functies als Keystone, het menu Configuratie of hulpschermen worden niet uitgevoerd op de externe monitor.
Als de aansluiting van de audiokabel in de Audio Out wordt geplaatst, wordt audio niet langer uitgevoerd via de ingebouwde luidspreker van de beamer en wordt
overgeschakeld op externe uitvoer.
Apparatuur aansluiten
44
Een LAN-kabel aansluiten
Sluit met een in de handel verkrijgbare 100BASE-TX of 10BASE-T LAN-kabel de LAN-poort van een hub of andere apparatuur aan op de LAN-poort van de
projector.
Door de projector met een computer te verbinden, kunt u via het netwerk beeld projecteren en de projectorstatus controleren.
a
Voorkom storingen en gebruik een afgeschermde LAN-kabel van categorie 5.
Apparatuur aansluiten
45
De draadloze LAN-unit installeren
a
Verwijder beide bevestigingsschroeven van de kabeldeksel om de
deksel te openen.
b
Sluit de Draadloze LAN-eenheid aan op het installatiegedeelte van
de draadloze LAN-eenheid.
Apparatuur aansluiten
46
Meerdere beamers verbinden
Bij gebruik van de interactieve functies in dezelfde ruimte als meerdere versies van dezelfde projector, moet u de optionele afstandsbedieningskabelset
(ELPKC28) aansluiten op de SYNC-poort op elke projector. Interactieve penbewerkingen worden gestabiliseerd door het koppelen van de projectors met behulp
van kabels.
In
Out
De SYNC-poort heeft een IN- en OUT-aansluiting. Wanneer u het ene uiteinde van de afstandsbedieningskabelset aansluit op een IN-aansluiting, moet u het
andere uiteinde aansluiten op een OUT-aansluiting.
Stel na het aansluiten van de kabels Projectors synchr. in op Vast in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - Easy Interactive Function - Geavanceerd - Projectors synchr. pag.186
Apparatuur aansluiten
47
a
Bij het aansluiten van drie of meer projectors, hoeft u de eerste projector niet aan te sluiten op de laatste projector.
Out
Out
In
In
Als u de projector in dezelfde ruimte gebruikt als een andere projector die geen ondersteuning biedt voor kabelverbinding, stelt u Bekab.synchr.mod. in op
Modus 2 in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - Easy Interactive Function - Geavanceerd - Bekab.synchr.mod. pag.186
Als u niet beschikt over de optionele afstandsbedieningskabelset, verander dan de instelling Afstand projectoren in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - Easy Interactive Function - Geavanceerd - Afstand projectoren pag.186
Apparatuur aansluiten
48
Verbinding maken met het Control Pad
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u randapparatuur aansluit op de projector via het Control Pad.
Verbindingen bij projecteren met USB Display en bij het uitvoeren van muishandelingen met de interactive functie
De instellingen voor USB Type B in het menu Configuratie verschillen, afhankelijk van de functies die u wilt gebruiken. Raadpleeg het volgende gedeelte voor
meer informatie over elke instelling.
s "Projecteren met USB Display" pag.56
s "Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd scherm (Modus Computer interactief)" pag.116
A
Sluit de ingang USB-B van de projector met een USB-kabel aan op de ingang USB-A van het Control Pad.
B
Sluit de ingang USB-B van het Control Pad met een USB-kabel aan op de ingang USB-A van de computer.
Apparatuur aansluiten
49
a
Bij het verrichten van muishandelingen met de interactieve functie en projecteren met een computerkabel, verbindt u de beamer met de computer via de apart
leverbare computerkabel.
s "Een computer aansluiten" pag.36
Apparatuur aansluiten
50
Verbinding maken met PC Free
s "Afbeeldingen projecteren die zijn opgeslagen op een USB-opslagapparaat (PC Free)" pag.137
A
Sluit de ingang USB-A van de projector met een USB-kabel aan op de ingang USB-B van het Control Pad.
B
Sluit het USB-opslagapparaat aan op de ingang USB-A van het Control Pad (voor USB-opslag).
Apparatuur aansluiten
51
Een printer aansluiten
s "Tekeningen in de Whiteboardmodus afdrukken" pag.98
s "Tekeningen in de annotatiemodus afdrukken" pag.115
A
Sluit de ingang USB-A van de projector met een USB-kabel aan op de ingang USB-B van het Control Pad.
B
Sluit de printer aan op de ingang USB-A van het Control Pad (voor printers).
a
U kunt geen documentcamera aansluiten op het Control Pad.
Plak de meegeleverde stickers voor bescherming van de ingangen op de ongebruikte ingangen van het Control Pad.
Apparatuur aansluiten
52
Basisprojectiemethoden
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u beelden projecteert en aanpast.
Van installatie tot projectie
In dit hoofdstuk wordt de procedure uitgelegd voor de aansluiting van de
projector op een computer door middel van een computerkabel en voor de
projectie van beelden.
Let op
Sluit eerst de kabel van de bron aan op de projector en daarna het netsnoer op
de projector.
ON
a
Sluit de projector aan op de computer door middel van de
computerkabel.
b
Sluit het netsnoer van de projector aan op een stopcontact.
c
Zet de projector aan.
Waarschuwing
Wanneer u de projector inschakelt, mag u niet in de projectielens kijken.
Dit kan schade aan het gezichtsvermogen veroorzaken door het krachtige
uitgestraalde licht. Wanneer u de projector vanop een afstand inschakelt
met behulp van de afstandsbediening, moet u ervoor zorgen dat er
niemand in de lens kijkt.
Wees vooral voorzichtig wanneer er kinderen aanwezig zijn.
d
Zet de computer aan.
e
Wijzig de output van het computerscherm.
Als u een laptop gebruikt, moet u de schermoutput van de computer
wijzigen.
Houd de Fn-toets (functietoets) ingedrukt en druk op de b-
toets.
a
De methode voor het wijzigen hangt af van welke computer
wordt gebruikt. Raadpleeg daarvoor de meegeleverde
documentatie bij uw computer.
Druk tweemaal op de [t]-knop om de projector uit te
schakelen.
Als geen beeld wordt weergegeven, drukt u op de knop [Source Search] op
het bedieningspaneel, op de afstandsbediening of het Control Pad. Als geen
ingangssignaal aanwezig is, wordt de Whiteboard modus weergegeven.
Beelden projecteren
54
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde
beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
a
Na projectie van de afbeelding past u indien nodig het beeld aan.
s "Keystone-vervorming (trapeziumvormige vertekening) corrigeren"
pag.60
s "Scherpstellen" pag.65
Automatisch binnenkomende signalen detecteren
en het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron
zoeken)
Druk op de [Source Search]-knop om het beeld te projecteren van de
ingang die op dat ogenblik een beeldsignaal ontvangt.
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
Het Control Pad gebruiken
Beelden projecteren
55
De invoerbron verandert in de volgende volgorde.
ComputerWhiteboard
Video HDMI1
LAN USB DisplayUSB2 USB1
HDMI2
Als twee of meer beeldbronnen zijn aangesloten, druk dan op de
knop [Source Search] totdat het gewenste beeld wordt geprojecteerd.
Als uw videoapparatuur is aangesloten, start het afspelen dan voordat u het
ingangssignaal wijzigt.
a
U kunt de instellingen zo opgeven, dat er beelden worden
geprojecteerd vanaf dezelfde ingang wanneer de projector de
volgende keer wordt ingeschakeld.
s Uitgebreid - Bewerking - Bron zoeken bij start pag.186
Als geen beeldsignaal wordt ontvangen, wordt het volgende scherm
weergegeven.
Wissel naar Whiteboard bij ontbreken van een invoersignaal.
Projecteren met USB Display
U kunt de meegeleverde USB-kabel gebruiken om de projector op een
computer aan te sluiten en beelden van de computer te projecteren.
U kunt bij het geprojecteerde beeld audio van de computer afspelen.
Benodigde instellingen
Stel USB Type B op USB Display/Easy Interactive Function of Draadloze
muis/USB Display voor het gebruik van USB Display.
s
Uitgebreid - USB Type B pag.186
Systeemvereisten
Voor Windows
Besturingssys‐
teem
Windows 2000
*1
Windows XP Professional 32-bits
Home Edition 32-bits
Tablet PC Edition 32-bits
Windows Vista Ultimate 32-bits
Enterprise 32-bits
Business 32-bits
Home Premium 32-bits
Home Basic 32-bits
Windows 7 Ultimate 32/64-bits
Enterprise 32/64-bits
Professional 32/64-bits
Home Premium 32/64-bits
Home Basic 32-bits
Starter 32-bits
Beelden projecteren
56
Windows 8 Windows 8 32 en 64-bits
Windows 8 Pro 32 en 64-bits
Windows 8 Enterprise 32 en 64-
bits
Windows 8.1 Windows 8.1 32 en 64-bits
Windows 8.1 Pro 32 en 64-bits
Windows 8.1 Enterprise 32 en
64-bits
Processor
Mobile Pentium III 1,2 GHz of sneller
Aanbevolen: Pentium M 1,6 GHz of sneller
Geheugen
256 MB of meer
Aanbevolen: 512 MB of meer
Ruimte harde
schijf
20 MB of meer
Weergeven
Resolutie van minimum 640x480 en maximum
1600x1200.
Schermkleuren in 16-bits kleur of meer
*1Alleen Service Pack 4
Voor OS X
Besturingssys‐
teem
Mac OS X 10.5.x 32 bit
Mac OS X 10.6.x 32/64 bit
OS X 10.7.x 32/64 bit
OS X 10.8.x
OS X 10.9.x
Processor
Power PC G4 1 GHz of sneller
Aanbevolen: Core Duo 1,83 GHz of sneller
Geheugen
512 MB of meer
Ruimte harde
schijf
20 MB of meer
Weergeven
Resolutie van minimum 640x480 en maximum 1680x1200.
Schermkleuren in 16-bits kleur of meer
De eerste keer aansluiten
Als u de projector voor de eerste keer op de computer aansluit door middel
van de computerkabel, dient u het stuurprogramma te installeren. De
procedure is verschillend voor Windows en OS X.
a
De volgende keer dat u de projector op de computer aansluit, hoeft
u het stuurprogramma niet opnieuw te installeren.
Als u beelden ontvangt van meerdere bronnen, stelt u de beeldbron
in op USB Display.
Als u een USB-hub gebruikt, worden de bewerkingen mogelijk niet
correct uitgevoerd. Sluit rechtstreeks aan op de projector of het
Control Pad.
U kunt optie-instellingen niet veranderen tijdens gebruik van USB
Display.
Voor Windows
a
Sluit met de meegeleverde USB-kabel de USB-uitgang van de
computer aan op de ingang USB-B van de beamer of het Control
Pad.
a
Als u Windows 2000 of XP gebruikt, wordt mogelijk gevraagd
of u de computer opnieuw wilt opstarten. Selecteer Nee.
Beelden projecteren
57
Voor Windows 2000
Dubbelklik op Computer, EPSON PJ_UD, en vervolgens op
EMP_UDSE.EXE.
Voor Windows XP
De installatie van het stuurprogramma wordt automatisch gestart.
Voor Windows Vista/Windows 7/Windows 8/Windows 8.1
Als het dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op
EMP_UDSE.exe uitvoeren.
b
Als het scherm met de licentieovereenkomst wordt weergegeven,
klikt u op Akkoord.
c
De computerbeelden worden nu geprojecteerd.
Het kan even duren voordat de computerbeelden worden
geprojecteerd. Zolang u geen beelden ziet, moet u de apparatuur
gewoon laten staan en afwachten. Maak de USB-kabel niet los en zet
de projector niet uit.
d
Ontkoppel de USB-kabel wanneer u gereed bent.
Bij het loskoppelen van de USB-kabel hoeft u de functie Hardware
veilig verwijderen niet te gebruiken.
a
Als de software niet automatisch wordt geïnstalleerd,
dubbelklikt u op Deze computer - EPSON_PJ_UD -
EMP_UDSE.EXE op de computer.
Als er om wat voor reden dan ook niets wordt geprojecteerd,
klikt u op Alle programma's - EPSON Projector - Epson
USB Display - Epson USB Display Vx.xx op de computer.
Wanneer u een computer met Windows 2000 gebruikt met
gewone gebruikersrechten, kan een Windows-foutmelding
worden weergegeven en lukt het mogelijk niet om de software
te gebruiken. Installeer alle updates voor Windows, start de
computer opnieuw en sluit alles opnieuw aan.
Neem contact op met uw plaatselijke leverancier of het
dichtstbijzijnde adres dat in het volgende document wordt
opgegeven.
s
Adressenlijst Epson Projector
Voor OS X
a
Sluit met de meegeleverde USB-kabel de USB-uitgang van de
computer aan op de ingang USB-B van de beamer of het Control
Pad.
De map Setup van USB Display wordt weergegeven in de Finder.
b
Dubbelklik op het pictogram van het USB Display-
installatieprogramma.
c
Volg de instructies op het scherm om de installatie uit te voeren.
d
Als het scherm met de licentieovereenkomst wordt weergegeven,
klikt u op Akkoord.
Voer het beheerderswachtwoord in en begin de software te
installeren.
Als de installatie voltooid is zal het pictogram USB Display worden
weergegeven in het Dock en de menubalk.
Beelden projecteren
58
e
De computerbeelden worden nu geprojecteerd.
Het kan even duren voordat de computerbeelden worden
geprojecteerd. Zolang u geen beelden ziet, moet u de apparatuur
gewoon laten staan en afwachten. Maak de USB-kabel niet los en zet
de projector niet uit.
f
Na afloop selecteert u Uitschakelen in de menubalk of bij het
pictogram USB Display in het Dock. U kunt vervolgens de USB-
kabel loskoppelen.
a
Als de USB Display map Setup niet automatisch wordt
weergegeven in de Finder, dubbelklik dan EPSON PJ_UD -
USB Display-installatieprogramma op uw computer.
Als er om een of andere reden niks wordt geprojecteerd, klik
dan op het pictogram USB Display in het Dock.
Als er geen USB Display-pictogram zichtbaar is in het Dock,
dubbelklik dan op USB Display in de map Programma's.
Als u Stop selecteert in het USB Display pictogrammenu in
het Dock, zal USB Display niet automatisch starten wanneer u
de USB-kabel aansluit.
De installatie ongedaan maken
Voor Windows 2000
a
Klik op Start, selecteer Instellingen en klik vervolgens op
Configuratiescherm.
b
Dubbelklik op Programma’s toevoegen/verwijderen.
c
Klik op Programma’s wijzigen of verwijderen.
d
Selecteer Epson USB Display en klik op Wijzigen/Verwijderen.
Voor Windows XP
a
Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
b
Dubbelklik op Programma’s toevoegen of verwijderen.
c
Selecteer Epson USB Display en klik op Verwijderen.
Voor Windows Vista/Windows 7
a
Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
b
Klik op Een programma verwijderen onder Programma's.
c
Selecteer Epson USB Display en klik op Verwijderen.
Voor Windows 8/Windows 8.1
a
Open Charms en selecteer Zoeken. Rechtsklik (houd ingedrukt) op
Epson USB Display Ver.x.xx.
b
Selecteer Verwijderen in de app-balk.
c
Selecteer Epson USB Display en klik op Verwijderen.
d
Volg de instructies op het scherm om de installatie te verwijderen.
Voor OS X
a
Open de map Programma's, dubbelklik op USB Display en
vervolgens op Hulpprogramma.
b
Start het USB Display-verwijderprogramma.
Beelden projecteren
59
Keystone-vervorming (trapeziumvormige
vertekening) corrigeren
U kunt keystonevervorming op een van de volgende manieren corrigeren.
H/V-Keystone
Vertekening in horizontale en verticale richting afzonderlijk van elkaar
corrigeren.
Quick Corner
De vier hoeken afzonderlijk van elkaar corrigeren.
a
Door de correctie van keystonevervorming kan het geprojecteerde
beeld worden verkleind.
H/V-Keystone
Vertekening in horizontale en verticale richting afzonderlijk van elkaar
corrigeren. H/V-Keystone is ideaal voor het bijregelen van
trapeziumvertekening.
U kunt het geprojecteerde beeld onder de volgende omstandigheden met
H/V-Keystone corrigeren.
Correctiehoek: circa rechts en links/circa omhoog en omlaag
a
U geeft het Keystone-scherm weer door tijdens de projectie op de
knoppen [
w
] of [
v
] op het bedieningspaneel te drukken.
b
Druk op de volgende knoppen om de keystonevertekening te
corrigeren.
Druk op [
w] of [v] om de verticale vertekening te corrigeren.
Geprojecteerde beelden bijstellen
60
Druk op de knoppen [Tele] of [Wide] om de horizontale vervorming
te corrigeren.
a
U kunt H/V-Keystone instellen in het menu Configuratie.
s Instellingen - Keystone - H/V-Keystone pag.185
Quick Corner
Hiermee kunt u handmatig elk van de vier hoeken van het geprojecteerde
beeld bijstellen.
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
s
"Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Keystone onder Instellingen.
c
Selecteer Quick Corner en druk op de [ ]-knop.
d
Selecteer de te corrigeren hoek met de knoppen [ ], [ ], [ ]
en [
] op de afstandsbediening of de knoppen [
w
], [
v
], [Wide]
en [Tele] op het bedieningspaneel en druk vervolgens op de knop
[
].
Geprojecteerde beelden bijstellen
61
e
Corrigeer de positie van de hoek met de knoppen [ ], [ ],
[
] en [ ] op de afstandsbediening of de
knoppen [
w], [v ], [Wide] en [Tele] op het bedieningspaneel.
Als u op de [
]-knop drukt, wordt het in stap 4 getoonde scherm
weergegeven.
Als tijdens de aanpassing de melding "Kan niet meer verplaatsen."
verschijnt, kunt u de vorm niet verder aanpassen in de richting
aangegeven door de grijze driehoek.
f
Herhaal procedure 4 en 5 als u nog meer hoeken wilt aanpassen.
g
Druk op de knop [Menu] om te stoppen met correcties te maken.
Omdat Keystone werd gewijzigd in Quick Corner, wordt het
hoekselectiescherm uit stap 4 geopend wanneer u de volgende keer
op de knoppen [
w] of [v] van het bedieningspaneel drukt. Wijzig
Keystone in H/V-Keystone als u horizontale en verticale correcties
wilt uitvoeren met de knoppen [
w] en [v] van het
bedieningspaneel.
s Instellingen - Keystone - H/V-Keystone pag.185
a
Als u de [Esc]-knop ongeveer twee seconden ingedrukt houdt
wanneer het hoekselectiescherm van stap 4 wordt weergegeven,
wordt het volgende scherm getoond.
Quick Corner-reset: maakt de Quick Corner-correcties
ongedaan.
Wijzigen in H/V-Keystone: wisselt de correctiemethode naar
H/V-Keystone.
s
"Menu Instellingen" pag.185
De beeldgrootte bijstellen
Druk op de knoppen [Wide] en [Tele] op het bedieningspaneel om de
grootte van het geprojecteerde beeld aan te passen.
Geprojecteerde beelden bijstellen
62
a
U kunt ook aanpassingen uitvoeren vanuit het menu Configuratie.
s Instellingen - Zoomen pag.185
Instellen van de positie van het beeld
(Beeldverschuiving)
U kunt de positie van het beeld nauwkeurig afstellen zonder de projector te
verplaatsen.
a
Voer Zoom aanpassen of Keystone uit.
s "De beeldgrootte bijstellen" pag.62
s "Keystone-vervorming (trapeziumvormige vertekening)
corrigeren" pag.60
Het Beeldverschuiving scherm wordt getoond nadat u aanpassingen
heeft gemaakt.
b
Stel de positie van het geprojecteerde beeld in.
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
U kunt het beeld diagonaal verschuiven door een druk op een naast
elkaar liggend stel knoppen [
], [ ], [ ] en [ ] of een
combinatie van de knoppen [
w
], [
v
], [Wide] en [Tele].
c
Druk op de [Esc]-knop om het instelscherm te sluiten.
Het instelscherm verdwijnt indien u gedurende ongeveer 10
seconden geen bediening uitvoert.
Geprojecteerde beelden bijstellen
63
a
U kunt de positie van het beeld niet veranderen wanneer Zoom op
de maximale Veraf stand is gesteld.
De ingestelde Beeldverschuiving blijft bewaard wanneer de projector
wordt uitgeschakeld. U moet de positie opnieuw afstellen wanneer u
de installatieplaats of hoek van de projector verandert.
U kunt ook het menu Configuratie gebruiken voor het aanpassen
van de positie van het beeld.
s Instellingen - Beeldverschuiving pag.185
Instellen van de verticale positie van het beeld
(alleen modellen die pootjes hebben)
Trek de pootjes uit. U kunt de verticale beeldpositie bijstellen door de
projector tot 1,5˚ omhoog te kantelen.
a
Hoe groter de kantelhoek, des te moeilijker wordt het om scherp te
stellen. Installeer de projector zo dat hij maar een kleine kantelhoek
hoeft.
Verhogen van de hoogte van het beeld
A
U kunt het beeld verhogen door de achterpoten uit te trekken.
B
Druk de achterpoten weer in om het beeld weer op de oorspronkelijke hoogte te
stellen.
Verlagen van de hoogte van het beeld
A
U kunt het beeld verlagen door de voorpoot uit te trekken.
B
Druk de voorpoot weer in om het beeld weer op de oorspronkelijke hoogte te
stellen.
Instellen van de horizontale positie van het beeld
(alleen modellen die pootjes hebben)
Gebruik de voeten achteraan om de horizontale helling van de projector bij
te stellen.
Geprojecteerde beelden bijstellen
64
A
De achterste voet uitschuiven.
B
De achterste voet intrekken.
Scherpstellen
Geef het testpatroon weer en pas daarna de focus aan.
a
Druk op de [Menu]-knop.
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Patroon onder Instellingen.
c
Selecteer Testpatroon en druk vervolgens op [Enter].
Stel bij projectie van beelden op een 4:3-scherm Patroontype in op
Patroon 5, selecteer Patroonweergave en druk op de
knop [Enter].
Geprojecteerde beelden bijstellen
65
d
Open de klep van het luchtfilter.
e
Focus op de middenonderkant ( ) van het geprojecteerde
scherm.
Beweeg de scherpstelhendel om de scherpte aan te passen.
Geprojecteerde beelden bijstellen
66
f
Controleer of de focus overeenkomt met de hoeken ( ) van het
geprojecteerde scherm.
Als er gebieden onscherp zijn, gebruik dan de focushendel voor het
aanpassen totdat de hoeken dezelfde focus hebben.
g
Druk op [Esc] op de afstandsbediening of het bedieningspaneel
om het testpatroon te verwijderen.
Het volume bijstellen
U kunt het volume op een van de volgende manieren corrigeren.
Druk op de afstandsbediening op de [Volume]-knoppen om het volume
bij te stellen.
[
a] Verlaagt het volume.
[
b] Verhoogt het volume.
Afstandsbediening
Pas het volume aan in het menu Configuratie.
s Instellingen - Volume pag.185
Let op
Ga niet van start als het volume te hoog is ingesteld.
Een plotselinge verhoging van het volume kan doofheid veroorzaken. Verlaag
het volume altijd voordat u het apparaat uitschakelt, zodat u kunt inschakelen
en dan het volume langzaam kunt opvoeren.
Geprojecteerde beelden bijstellen
67
Het beeld bijstellen
Instelling Tint, Verzadiging en Helderheid
De Tint, Verzadiging en Helderheid kunnen worden ingesteld voor elk van
de kleurcomponenten R (rood), G (groen), B (blauw), C (cyaan), M
(magenta) en Y (geel).
Dit kan alleen worden ingesteld als de Kleurmodus is ingesteld op Op
maat.
s
"De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)" pag.69
Voer de instellingen uit in het configuratiemenu.
s Beeld - Geavanceerd - RGBCMY pag.181
Tint Regelt de algehele tint van het beeld, blauwachtig - groenachtig -
roodachtig.
Verzadiging Hiermee wijzigt u de algehele levendigheid van het beeld.
Helderheid Hiermee wijzigt u de algehele helderheid van de kleuren van het
beeld.
Gamma-aanpassing
Hiermee past u kleurverschillen in het geprojecteerde beeld aan die kunnen
optreden afhankelijk van het aangesloten apparaat.
Dit kan alleen worden ingesteld als de Kleurmodus is ingesteld op DICOM
SIM of Op maat.
s "De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)" pag.69
Voer de instellingen uit in het configuratiemenu.
s
Beeld - Geavanceerd - Gamma pag.181
Als u een hogere waarde selecteert, worden de donkere partijen helderder,
maar kunnen de lichtere partijen zwakker worden. Als u een kleinere
waarde selecteert, kunt u de algehele helderheid van het beeld verminderen
om het beeld scherper te maken.
Selecteer de waarde aan de hand van de projectiegrootte.
Projectiegrootte 80 inch (203,20 cm) of minder: selecteer een kleine
waarde.
Projectiegrootte 80 inch (203,20 cm) of meer: selecteer een hoge waarde.
a
Medische beelden worden mogelijk niet correct weergegeven,
afhankelijk van uw instellingen en de specificaties van het scherm.
Geprojecteerde beelden bijstellen
68
De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus
selecteren)
Voor optimale beeldkwaliteit selecteert u de instelling die het beste past bij
de omgeving waarin u projecteert. De helderheid van het beeld is
afhankelijk van de geselecteerde modus.
Modus Toepassing
Dynamisch
Deze modus is ideaal voor goed verlichte kamers.
Dit is de helderste modus.
Presentatie
Deze modus is ideaal voor het geven van
presentaties met kleurmateriaal in goed verlichte
kamers.
Theater
Ideaal voor het kijken naar films in een donkere
kamer. Geeft de beelden een natuurlijke toon.
Foto
*1
Ideaal voor het projecteren van stilstaande beelden,
zoals foto´s, in een goed verlichte kamer. De
beelden zijn goed belicht en hebben een goed
contrast.
Sport
*2
Ideaal voor het kijken naar tv-programma´s in een
goed verlichte kamer. De beelden zijn goed belicht
en levensecht.
sRGB
Ideaal voor beelden die voldoen aan de
sRGB
g
-
kleurenstandaard.
Whiteboard
Ideaal voor het geven van presentaties met een
whiteboard.
DICOM SIM
*1
Ideaal voor het projecteren van röntgenbeelden en
andere medische beelden. Dit geeft beelden met
heldere schaduwen. De projector is geen medisch
apparaat en kan dus niet worden gebruikt voor
medische diagnoses.
Modus Toepassing
Op maat
Stelt de RGBCMY af.
s "Het beeld bijstellen" pag.68
*1 Deze keuze is alleen beschikbaar met RGB als ingangssignaal, of wanneer de
invoerbron USB Display, USB1, USB2 of LAN is.
*2 Deze keuze is alleen beschikbaar met componentvideo als ingangssignaal, of
wanneer de invoerbron Video is.
Bij iedere druk op de knop [Color Mode] wordt de naam van de
Kleurmodus weergegeven en wijzigt de Kleurmodus.
Afstandsbediening
a
U kunt de Kleurmodus vanuit het menu Configuratie instellen.
s Beeld - Kleurmodus pag.181
Autom. iris instellen
Door de luminantie automatisch overeenkomstig de helderheid van het
weergegeven beeld in te stellen, geniet u van diepe en volle beelden.
Geprojecteerde beelden bijstellen
69
a
Druk op de [Menu]-knop.
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Autom. iris onder Beeld.
c
Selecteer Hoge snelheid.
Selecteer Normaal om het geluid te beperken.
De instelling wordt opgeslagen voor elke Kleurmodus.
d
Druk op de [Menu]-knop om af te sluiten.
a
Autom. iris kan alleen worden ingesteld als de Kleurmodus is
ingesteld op Dynamisch, Theater of Op maat.
De hoogte-breedteverhouding van het
geprojecteerde beeld wijzigen
U kunt de hoogte-breedteverhouding
g
van het geprojecteerde beeld
aanpassen aan het type, de hoogte-breedteverhouding en resolutie van de
ontvangen signalen.
Welke hoogte-breedteverhoudingen beschikbaar zijn, hangt af van het beeld
dat op dat ogenblik wordt geprojecteerd.
Methode wijzigen
Ieder keer als u op de knop [Aspect] van de afstandsbediening drukt,
verandert de hoogte-breedteverhouding en wordt de naam ervan op het
scherm weergegeven.
Afstandsbediening
a
U kunt de hoogte-breedteverhouding vanuit het menu Configuratie
instellen.
s Signaal - Hoogte-breedte pag.183
Geprojecteerde beelden bijstellen
70
De hoogte-breedteverhouding wijzigen
Beelden projecteren vanaf videoapparatuur of via de HDMI/MHL-poort
Telkens wanneer u op de afstandsbediening de [Aspect]-knop indrukt,
verandert de hoogte-breedteverhouding in de volgorde Normaal of
Automatisch, 16:9, Volledig, Zoom en Bronformaat.
Voorbeeld: 1080p ingangssignaal (resolutie 1920x1080, beeldverhouding
16:9)
A
Normaal of Automatisch
B
16:9
C
Volledig
D
Zoom
E
Bronformaat
Afbeeldingen projecteren vanaf een computer
In wat volgt ziet u projectievoorbeelden van elke hoogte-breedteverhouding.
Hoogte-
breedtever
houding
Ingangssignaal
XGA 1024x768(4:3) WXGA 1280x800(16:10)
Normaal
16:9
Volledig
Zoom
Bronformaat
Geprojecteerde beelden bijstellen
71
a
Als delen van het beeld ontbreken, stelt u de instelling Resolutie in op
Breed of Normaal in het menu Configuratie, afhankelijk van de
grootte van het computerscherm.
s Signaal - Resolutie pag.183
Geprojecteerde beelden bijstellen
72
De interactieve functies gebruiken
Volg de instructies in deze secties om de interactieve functies te gebruiken.
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren met de interactieve functies.
In de Whiteboard modus kunt u interactieve pennen of uw vinger
gebruiken (EB-1430Wi) om te schrijven op het geprojecteerde
"whiteboard".
s"Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)" pag.88
U hoeft geen computer te gebruiken of extra software te installeren om de
ingebouwde whiteboardtekenfunctie te gebruiken. Dit is handig bij
vergaderingen als vervanging van een whiteboard.
U kunt de inhoud van de gemaakte tekening delen met andere beamers of
tabletten, opslaan als PDF of PNG-bestand, en afdrukken of als e-mail
verzenden.
s"Tekeningen met andere apparaten delen" pag.100
s"De inhoud van tekeningen in de Whiteboardmodus opslaan"
pag.96
s"E-mails verzenden in de Whiteboardmodus" pag.99
s"Tekeningen in de Whiteboardmodus afdrukken" pag.98
In annotatiemodus kunt u interactieve pennen of uw vinger gebruiken
om notities toe te voegen aan de gegevens die geprojecteerd zijn vanaf
een computer, tablet, documentcamera of andere bron.
s"Tekenen op een geprojecteerd beeld (annotatiemodus)" pag.110
Dit helpt u geprojecteerde informatie te benadrukken of aanvullende
notities op te nemen voor effectievere lessen of presentaties.
s"De inhoud van tekeningen in de annotatiemodus opslaan" pag.114
s"Tekeningen in de annotatiemodus afdrukken" pag.115
Interactieve functiemodi
74
In de modus Computer interactief kunt u interactieve pennen of uw
vinger gebruiken zoals u een muis zou gebruiken. Dit stelt u in staat
om te navigeren en te bladeren door de inhoud die is geprojecteerd
vanaf uw computer en om deze te selecteren.
s"Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd scherm (Modus
Computer interactief)" pag.116
a
U kunt de software Easy Interactive Tools ook gebruiken om te zorgen
voor extra interactieve functies, zoals uw annotaties opslaan en
afdrukken. Raadpleeg de in de software opgenomen
Bedieningshandleiding voor Easy Interactive Tools voor instructies.
Interactieve functiemodi
75
Dit hoofdstuk bevat veiligheidsaanwijzingen over het opzetten van en
werken met interactieve pennen of het uitvoeren van aanraakhandelingen
met uw vinger. Lees deze instructies voordat u de interactieve functies
gebruikt.
Veiligheidsinstructies voor interactieve functies
De interactieve functies werken via infraroodcommunicatie. Let op de
volgende belangrijke punten voor het gebruik van deze functie.
Zorg dat er geen fel licht of zonlicht op de Ontvanger voor Easy
Interactive Function en het projectiescherm valt.
Stof op de ontvanger voor de Easy Interactive Function kan de
infraroodcommunicatie storen, waardoor de functies niet normaal
kunnen worden gebruikt. Maak de ontvanger schoon als deze vuil is.
s"Reinigen" pag.241
Breng geen verf of stickers aan op de klep van de Easy Interactive
Function-ontvanger.
Bij gebruik van de interactieve functies mag u geen
infraroodafstandsbediening of microfoon gebruiken in dezelfde kamer.
De interactieve pen kan defect raken.
Gebruik geen infrarood-afstandsbediening of infrarood-microfoon in
dezelfde ruimte, omdat de interactieve pen anders slecht zal werken.
Gebruik geen apparaten die sterke ruis genereren, zoals roterende
apparaten of transformators, in de buurt van de projector. U kunt dan
de interactieve functies mogelijk niet gebruiken.
De interactieve pennen gebruiken
Uw projector wordt geleverd met een blauwe pen en een oranje pen,
aangeduid met de kleur op het uiteinde van de pen. U kunt een van beide
pennen of beide pennen tegelijk gebruiken (één voor elke kleur).
Controleer of penbatterijen zijn geïnstalleerd.
A
Penpunt
B
Batterijlampje
C
Knop
D
Bevestiging voor optionele riem of koord
E
Batterijdeksel
Als u de pen wilt inschakelen, tikt u op de penpunt of drukt u op de knop
aan de zijkant.
Als u de pen niet langer wilt gebruiken, laat de pen dan uit de buurt van
het projectiescherm.
s"Interactieve pen" pag.21
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
76
Let op
Gebruik geen interactieve pennen met natte handen of op plaatsen waar de
pennen nat kunnen worden. De interactieve pennen zijn niet waterdicht.
Anders kan een elektrische schok optreden.
Houd de projector en het projectiescherm buiten het bereik van direct
zonlicht anders zullen de interactieve functies mogelijk niet werken.
a
De pennen worden na 20 minuten inactiviteit automatisch
uitgeschakeld. Als u de pen opnieuw wilt inschakelen, tikt u op de
penpunt of drukt u op de knop aan de zijkant.
Voor de beste prestaties houdt u de pen loodrecht op het bord, zoals
hieronder aangegeven. Dek de zwarte band in de buurt van de punt
van de pen niet af.
U kunt het volgende doen met behulp van de pen:
Schrijven of tekenen op het projectievlak in Whiteboard modus en
annotatiemodus.
Als u een geprojecteerd item wilt selecteren, zoals een pictogram,
tikt u met de penpunt op het projectievlak.
Als u op het geprojecteerde scherm wilt tekenen, tikt u met de
pen op het projectievlak en sleept u ermee zoals nodig is.
Als u de geprojecteerde aanwijzer wilt verplaatsen, zweeft u boven
het oppervlak zonder het aan te raken.
Als u de pen wilt veranderen van een tekengereedschap in een
gum, drukt u op de knop aan de zijkant.
De pen als muis gebruiken in de modus Computer interactief.
Om links te klikken, tikt u met de penpunt op het bord.
Om te dubbelklikken, tikt u twee keer met de penpunt.
Om rechts te klikken, drukt u op de knop aan de zijkant.
Om te klikken en te slepen, tikt en sleept u met de pen.
Als u de cursor wilt verplaatsen, zweeft u boven het bord zonder
het aan te raken.
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
77
c
Selecteer Autom. kalibreren en druk op de knop [Enter].
Het volgende scherm verschijnt.
d
Pas indien nodig de focus aan, door het luchtfilterdeksel aan de
zijkant van de beamer te openen en de scherpstelhendel te
verschuiven.
e
Selecteer Ja en druk op de knop [Enter].
Een patroon verschijnt, verdwijnt terug en het systeem wordt
gekalibreerd. Als u een bericht ziet dat de kalibratie is mislukt, moet
u handmatig kalibreren.
De cursorlocatie en penpositie moeten na de kalibratie overeenkomen.
Indien dat niet zo is, moet u handmatig kalibreren.
Handmatig kalibreren
Als de cursorlocatie en penpositie niet overeenkomen na de automatische
kalibratie, kunt u handmatig kalibreren.
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Uitgebreid en druk
op knop [Enter].
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
79
b
Selecteer de instelling Easy Interactive Function en druk op de
knop [Enter].
c
Selecteer Handmatig kalibreren en druk op de knop [Enter].
Het volgende scherm verschijnt.
d
Pas indien nodig de focus aan, door het luchtfilterdeksel aan de
zijkant van de beamer te openen en de scherpstelhendel te
verschuiven.
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
80
e
Selecteer Ja en druk op de knop [Enter].
Een knipperende groene cirkel verschijnt in de linkerbovenhoek van
het geprojecteerde beeld.
f
Raak het midden van de cirkel aan met de punt van de pen.
De cirkel verdwijnt en u ziet een andere cirkel onder de eerste.
a
Voor de nauwkeurigste kalibratie moet u ervoor zorgen dat u
het midden van de cirkel aanraakt.
g
Raak het midden van de volgende cirkel aan en herhaal dit.
Wanneer u onderaan de kolom bent, verschijnt de volgende cirkel
bovenaan een nieuwe kolom.
a
Zorg ervoor dat u het signaal tussen de pen en de interactieve
ontvanger niet blokkeert.
Als u een fout maakt, drukt u op [Esc] op de
afstandsbediening om terug te keren naar de vorige cirkel.
Als u het kalibreren wilt annuleren, houdt u [Esc] 2 seconden
ingedrukt.
h
Ga door totdat alle cirkels verdwenen zijn.
De interactieve aanraakbediening gebruiken met
uw vinger (EB-1430Wi)
U kunt uw vinger gebruiken om interactief te werken met het
geprojecteerde scherm, net zoals u een interactieve pen zou gebruiken
(EB-1430Wi). U kunt een pen of uw vinger, of beide tegelijk gebruiken.
De projector herkent maximaal zes aanraakpunten in de modus Computer
interactief. Bij aanraakbediening met uw vinger, kunt u twee vingers
gebruiken in de annotatie- en whiteboard-modi.
Doe het volgende voordat u uw vinger gebruikt voor aanraakbediening:
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
81
Installeer de aanraakeenheid
Kalibreer het systeem handmatig voor de pen
Voer hoekafstelling uit voor de aanraakeenheid
Kalibreer het systeem voor aanraakbediening
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie.
sInstallatiehandleiding
De aanraakeenheid wordt ingeschakeld en is klaar voor aanraakbediening
met uw vinger wanneer u de beamer inschakelt en het indicatielampje
blauw oplicht.
a
Controleer het volgende als de aanraakeenheid niet ingeschakeld kan
worden.
- De instelling Voeding in het menu Inst.aanraakeenheid is
ingesteld op Aan.
sUitgebreid - Easy Interactive Function - Inst.aanraakeenheid -
Voeding pag.186
- De aanraakeenheid is met een aanraakeenheid-verbindingskabel
verbonden met de aansluiting TCH van de beamer.
Positioneringsafwijkingen kunnen optreden afhankelijk van de hoek
van of de richting waarin u uw vinger wijst.
Aanraakbediening met uw vinger werkt mogelijk niet goed met lange
of kunstnagels of wanneer uw vingers in verband zijn gewikkeld.
Aanraakbediening wordt misschien niet correct herkend als uw
vingers of pennen te dicht bij elkaar of gekruist zijn.
Als kleding of een ander deel van uw lichaam dicht bij het scherm
komt of dat aanraakt, werkt de aanraakbediening mogelijk niet goed.
Als u het scherm met uw vrije hand aanraakt tijdens de
aanraakbediening, werkt de aanraakbediening mogelijk onjuist.
U kunt de volgende aanrakingbedieningen uitvoeren met uw vinger:
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
82
Uw vinger als muis gebruiken in de modus Computer interactief.
Om links te klikken, tikt u met uw vinger op het bord.
Om te dubbelklikken, tikt u twee keer met uw vinger.
Om te klikken en te slepen, drukt u op een item en sleept u dit
met uw vinger.
a
Als uw apparaat deze functies ondersteunt, kunt u ook het volgende
doen:
- Om in of uit te zoomen, raakt u een item aan met twee vingers en
verplaatst u uw vingers uit elkaar (uitrekken om uit te zoomen) of
naar elkaar toe (samenknijpen om in te zoomen).
- Om het beeld te draaien, raakt u het beeld aan met twee vingers en
draait u vervolgens uw hand.
- Om omhoog of omlaag te scrollen op de pagina, of om voorwaarts
of achterwaarts te bewegen in een browservenster, gebruikt u
gebaren zoals tikjes.
U kunt slechts één tool met één vinger tegelijk gebruiken.
Als u de Whiteboard modus bij projectie met gesplitst scherm
gebruikt, kunt u het volgende niet doen:
- Met uw vingers tekenen en schrijven.
- Het beeld vergroten of verkleinen.
Schrijven of tekenen op het projectievlak in annotatiemodus en
whiteboard modus.
Als u een geprojecteerd item wilt selecteren, zoals een pictogram,
tikt u met uw vinger op het projectievlak.
Om na het inschakelen van de projector de eerste keer op het
geprojecteerde beeld te tekenen, selecteert u een pen in de
werkbalk en tikt u met uw vinger op het projectievlak. Als u dat
niet doet, werkt uw vinger als een gum wanneer u de
aanraakbediening de eerste keer gebruikt.
Om in of uit te zoomen, raakt u een item aan met twee vingers
en verplaatst u uw vingers uit elkaar (uitrekken om uit te
zoomen) of naar elkaar toe (samenknijpen om in te zoomen).
Kalibreren voor aanraakbediening met uw vinger
Kalibratie coördineert de positionering van uw vinger met de locatie van de
cursor (EB-1430Wi). Als de cursorlocatie en uw vingerpositie niet
overeenkomen, moet u opnieuw kalibreren.
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
83
a
De positionering van uw vinger wordt meestal aangepast wanneer de
aanraakeenheid wordt geïnstalleerd. Raadpleeg de
Installatiehandleiding voor meer informatie.
sInstallatiehandleiding
Zorg ervoor dat u het systeem voor de pen hebt gekalibreerd met
Autom. kalibreren of Handmatig kalibreren voordat u gaat
kalibreren voor aanraakbediening met uw vinger.
s"Penkalibratie" pag.78
Kalibreer nogmaals voor aanraakbediening met uw vinger als u enige
afwijking merkt in de positionering na de volgende bewerkingen:
- Het systeem kalibreren voor gebruik met de pen (automatisch of
handmatig)
- Voer hoekafstellingen uit voor de aanraakeenheid
- Uitvoeren van Keystone correctie
- Aanpassen van de beeldgrootte
- Gebruiken van de functie Beeldverschuiving
- De positie van de projector wijzigen
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Uitgebreid en druk
op knop [Enter].
b
Selecteer de instelling Easy Interactive Function en druk op de
knop [Enter].
c
Selecteer Inst.aanraakeenheid en druk op de knop [Enter].
d
Selecteer Aanraakkalibratie en druk op de knop [Enter].
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
84
Het volgende scherm verschijnt.
e
Pas indien nodig de focus aan, door het luchtfilterdeksel aan de
zijkant van de projector te openen en de scherpstelhendel te
verschuiven.
f
Selecteer Ja en druk op de knop [Enter].
Een knipperende groene cirkel verschijnt in de linkerbovenhoek van
het geprojecteerde beeld.
g
Raak het midden van de cirkel met uw vinger aan.
Til uw vinger op als de cirkel verdwijnt en een andere cirkel
verschijnt.
a
Voor de nauwkeurigste kalibratie moet u ervoor zorgen dat u
het midden van de cirkel aanraakt.
Gebruik uitsluitend uw vingertop voor het aanraken van de
cirkel.
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
85
h
Raak het midden van de volgende cirkel aan met uw vinger en
herhaal het proces. Wanneer u onderaan de kolom bent, verschijnt
de volgende cirkel bovenaan een nieuwe kolom.
a
Zorg ervoor dat u het signaal tussen uw vinger en de
interactieve ontvanger niet blokkeert.
Als u de verkeerde positie aanraakt, drukt u op de knop [Esc]
op de afstandsbediening of het bedieningspaneel.
Om de aanraakkalibratie te annuleren, houdt u de knop [Esc]
twee seconden ingedrukt.
i
Ga door totdat alle cirkels verdwenen zijn.
Veiligheidsvoorschriften voor interactieve aanraakbediening
Aanraakbediening met de vinger wordt mogelijk gemaakt door het
installeren van de aanraakeenheid met ingebouwde laser met hoog
vermogen (EB-1430Wi).
De laser straalt vanaf de laserdiffusiepoorten aan de achterzijde van de
aanraakeenheid.
Let op de volgende belangrijke punten bij aanraakhandelingen.
Waarschuwing
Kinderen die de aanraakbediening gebruiken met hun vingers moeten altijd
door een volwassene worden begeleid.
Open nooit een behuizing op de projector of de aanraakeenheid. Probeer
nooit de projector of de aanraakeenheid te demonteren of aan te passen.
Elektrische spanningen in de projector kunnen ernstig letsel veroorzaken.
Kijk niet in de lens van de projector of het laseruitzendende gebied van de
aanraakeenheid als deze is ingeschakeld. De laser kan uw ogen beschadigen.
Schenk bijzondere aandacht aan kleine kinderen wanneer ze de
aanraakbediening gebruiken met hun vingers.
Sta niet toe dat het laserlicht dat uitstraalt vanaf de aanraakeenheid door een
optisch object heengaat of daardoor wordt weerspiegeld, zoals een
vergrootglas of spiegel. Langdurig gebruik van de aanraakeenheid kan leiden
tot brand of ongevallen en kan ook letsel veroorzaken.
Trek de stekker van de beamer uit het stopcontact en laat alle reparaties over
aan bevoegd personeel als er problemen optreden met de beamer of de
aanraakeenheid. Langdurig gebruik van de aanraakeenheid kan leiden tot
brand of ongevallen en kan ook uw ogen beschadigen.
Kijk niet naar het laserlicht via een optisch apparaat (bijvoorbeeld een loep,
vergrootglas of microscoop) binnen een afstand van 70 mm van de
laserdiffusiepoorten van de aanraakeenheid. Dit kan uw ogen beschadigen.
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
86
Laserwaarschuwingslabels
De aanraakeenheid is een Klasse 1 laserproduct conform IEC/
EN60825-1:2007.
De labels met aanduiding van Klasse 1 laserproduct en waarschuwingen
worden op de volgende plaatsen op de aanraakeenheid aangebracht:
De labels geven het volgende aan:
CLASS 1 LASER PRODUCT
WAARSCHUWING: open nooit de afdekkingen van dit toestel. Bevat
laserproduct.
WAARSCHUWING:
OPGELET: KLASSE 3B ONZICHTBARE LASERSTRALING
INDIEN GEOPEND
VERMIJD BLOOTSTELLING AAN DE STRAAL
Het gebruik van interactieve functies voorbereiden
87
U kunt de beamer zonder whiteboard gebruiken door in de Whiteboard
modus een afbeelding van een whiteboard op een gewoon oppervlak te
projecteren. Daarna kunt u de interactieve pennen of uw vinger gebruiken
(EB-1430Wi) om letters en vormen op het beeld te tekenen alsof het een
whiteboard is. Dat is handig in omgevingen waar een whiteboard ontbreekt.
a
In de Whiteboard modus kunt u ook beide pennen, eventueel in
combinatie met uw vinger, (EB-1430Wi) tegelijkertijd gebruiken.
De Whiteboard modus starten
U kunt op het whiteboardscherm tekenen met de whiteboard-werkbalk en
de onderste werkbalk.
a
Als u de interactieve pen wilt inschakelen, tikt u op de penpunt of
drukt u op de knop aan de zijkant.
b
Druk op de knop [Whiteboard] op het Control Pad of op de
afstandsbediening.
Op het projectiescherm worden de werkbalk en de onderste werkbalk
weergegeven.
A
Werkbalk Whiteboard modus
B
Onderste werkbalk Whiteboard modus
Als de werkbalken worden getoond, kunt u op het geprojecteerde
scherm schrijven met de interactieve pen of uw vinger
(EB-1430Wi).
De werkbalk bevat tekengereedschap zoals een pen en vormen.
De onderste werkbalk bevat functies zoals documenten scannen en
het scherm opslaan.
s"Werkbalk Whiteboard modus" pag.89
s"Onderste werkbalk Whiteboard modus" pag.93
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
88
a
U kunt ook op een van de volgende manieren naar de
Whiteboard modus gaan.
- Klik op
op de werkbalk (alleen bij gebruik van de
annotatiemodus).
- Klik
op de onderste werkbalk.
- Selecteer Whiteboard als Bediening via webbrowser-
instelling.
s
"Het scherm Web Remote weergeven" pag.159
Tekeningen die u hebt gemaakt in de Whiteboard modus
blijven bewaard als u wisselt naar de Annotatiemodus of naar
andere beeldbronnen.
Als u op de afstandsbediening op de knop [Whiteboard]
drukt in de Whiteboard modus, wisselt de beeldbron naar de
bron die u het laatste hebt gebruikt voordat u de Whiteboard
modus startte.
Veiligheidsinstructies voor de Whiteboard modus
Let op de volgende belangrijke punten voor het gebruik van deze functie.
Als de voeding onverwacht wordt uitgeschakeld tijdens het tekenen, bijv.
tijdens een stroomuitval of als de voedingskabel per ongeluk wordt
losgekoppeld, slaat de back-upfunctie de tekeningen automatisch op naar
de interne opslag. Gegevens die zijn opgeslagen op de interne opslag
worden echter automatisch verwijderd wanneer de opgegeven tijd nadat
de voeding werd uitgeschakeld, is verstreken. Om de gegevens te
herstellen, moet u de voeding opnieuw inschakelen voordat de
opgegeven tijd is verstreken.
U kunt 10 minuten, 3 uur of Nooit selecteren onder
Whiteboardinstelling als de tijd voor de gegevensback-up. De
standaardinstelling is 3 uur. Stel eventueel de back-uptijd in.
In het scherm Whiteboardinstellingen kunt u instellingen aanbrengen
om gegevenslekkage te voorkomen. Breng de benodigde instellingen aan.
sUitgebreid - Whiteboardinstellingen pag.190
Zorg dat de gegevens die zijn opgeslagen in de interne opslag niet per
ongeluk worden bekendgemaakt (de opgeslagen gegevens zijn
versleuteld). Als Nooit is ingesteld als de tijd voor de gegevensback-up,
wordt het risico dat gegevens worden bekendgemaakt, groter. Wanneer
de beamer wordt gedeeld, geleend, gegeven aan derden, of als de
beamer wordt verwijderd, moet u controleren of er geen belangrijke
gegevens, zoals persoonlijke of vertrouwelijke informatie, zijn opgeslagen
in de interne opslag. In dat geval moet u deze informatie eerst
verwijderen.
De gebruiker is verantwoordelijk voor het beheer van deze gegevens.
Epson aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade,
veroorzaakt door verlies, schade of bekendmaking van
gebruikersgegevens of van gegevens van derde door het gebruik van
deze projector. Zorg dat u deze punten begrijpt voordat u het product
gebruikt.
Werkbalk Whiteboard modus
Met de werkbalk Whiteboard modus kunt u op het geprojecteerde scherm
tekenen en schrijven. De werkbalk Whiteboard modus is hieronder
afgebeeld.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
89
De werkbalk weergeven of verbergen. Het tabblad kan naar boven
en onder worden verplaatst.
Wisselt naar de Annotatiemodus of naar de modus computer
interactief.
Wisselt naar de Whiteboard modus bij het gebruik van de An‐
notatiemodus of naar de modus computer interactief.
Maakt de vorige handeling ongedaan. Per pagina kunt u maximaal
15 handelingen ongedaan maken.
Annuleert het ongedaan maken en herstelt de vorige status.
Selecteert elk object en afbeelding in het gebied dat door het
selectiebereik wordt aangegeven. U kunt het selectiebereik overal
heenslepen.
Klik op een gebied waar geen objecten of afbeeldingen staan om
de huidige selectie ongedaan te maken.
Klik op
rechtsonder het geselecteerde object of afbeelding
om de volgende handelingen uit te voeren:
Knippen
Kopiëren
Groeperen/Groeperen opheffen (beschikbaar bij het selecteren
van meerdere objecten en afbeeldingen)
Automatisch bijsnijden: Verwijdert de zwarte rand rond de
afbeelding (beschikbaar bij het selecteren van een enkele
afbeelding)
Verwijderen
Om het geknipte object of afbeelding te plakken, klikt u op het
scherm, klikt u op
en selecteert u Plakken. Het geknipte of
gekopieerde object of afbeelding wordt in het midden van het
scherm geplakt.
Sleep de rand van het gebied om het object om de afbeelding
groter of kleiner te maken.
Sleep de zijkant van het gebied om de geselecteerde afbeelding bij
te snijden (beschikbaar bij het selecteren van een enkele
afbeelding).
Sleep
bovenaan het gebied om het geselecteerde object of de
geselecteerde afbeelding te draaien.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
90
Selecteert alle objecten en afbeeldingen in het gebied met de
interactieve pen. Tik met de pen op het projectiescherm en
selecteer indien nodig.
Klik op een gebied waar geen objecten of afbeeldingen staan om
de huidige selectie ongedaan te maken.
Klik op
rechtsonder het geselecteerde object of afbeelding
om de volgende handelingen uit te voeren:
Knippen
Kopiëren
Groeperen/Groeperen opheffen (beschikbaar bij het selecteren
van meerdere objecten en afbeeldingen)
Automatisch bijsnijden: Verwijdert de zwarte rand rond de
afbeelding (beschikbaar bij het selecteren van een enkele
afbeelding)
Verwijderen
Om het geknipte object of afbeelding te plakken, klikt u op het
scherm, klikt u op
en selecteert u Plakken. Het geknipte of
gekopieerde object of afbeelding wordt in het midden van het
scherm geplakt.
Sleep de rand van het gebied om het object om de afbeelding
groter of kleiner te maken.
Sleep de zijkant van het gebied om de geselecteerde afbeelding bij
te snijden (beschikbaar bij het selecteren van een enkele
afbeelding).
Sleep
bovenaan het gebied om het geselecteerde object of de
geselecteerde afbeelding te draaien.
Maakt van de pen een aanwijzer zodat u een aanwijspictogram over
het geprojecteerde scherm kunt verplaatsen. Sleep met de pen om
het aanwijspictogram te besturen.
Bij het delen van het scherm over meerdere beamers of tablets,
wordt de aanwijzer op alle daarvan weergegeven. U kunt niet
tegelijkertijd verschillende aanwijshandelingen op meerdere appa‐
raten uitvoeren.
s"Tekeningen met andere apparaten delen" pag.100
a
De aanwijzerfunctie verschilt van die van de bea‐
mer. U kunt de vorm van de aanwijzer niet ver‐
anderen en deze niet besturen met de afstandsbe‐
diening.
U kunt het geselecteerde gebied als afbeelding vastleggen. Klik om
het gebied te selecteren en klik vervolgens op
rechts onder het
geselecteerde gebied.
Om het vastgelegde beeld te plakken, klikt u op het scherm, klikt u
op
en selecteert u Plakken. Het vastgelegde beeld wordt in het
midden van het scherm geplakt.
Hiermee kunt u afbeeldingen selecteren uit het USB-opslagapparaat
of een netwerkmap.
U kunt bestanden selecteren die aan de volgende specificaties
voldoen:
Indeling: PNG, JPEG
Resolutie: 2048 × 2048 maximaal
Aantal pixels: 2 miljoen of minder
Afbeeldingen die groter zijn dan een pagina worden verkleind om
te passen.
Selecteer vormen uit een reeks beschikbare vormen.
U kunt de kleur van de vorm en de dikte van de lijnen selecteren.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
91
Schakelt over naar een pen voor het vrij tekenen.
Klik op
links van het pictogram om de kleur en breedte van
de penstreep te wijzigen.
Schakelt over naar een markeerstift voor het tekenen van door‐
schijnende lijnen.
Klik op
links van het pictogram om de kleur en breedte van
de markeerstift te wijzigen.
Schakelt over naar een zwarte pen.
Klik rechts van het pictogram voor het tekenen van dikke lijnen en
links voor het tekenen van dunne lijnen.
Schakelt over naar een rode pen.
Klik rechts van het pictogram voor het tekenen van dikke lijnen en
links voor het tekenen van dunne lijnen.
Schakelt over naar een blauwe pen.
Klik rechts van het pictogram voor het tekenen van dikke lijnen en
links voor het tekenen van dunne lijnen.
Schakelt over naar een gum.
Klik rechts van het pictogram voor het wissen van grotere gedeeltes
en links voor het wissen van kleinere gedeeltes.
a
Als u op een vorm klikt tijdens het selecteren van
het gummetje, wordt de gehele vorm gewist. U
kunt niet een deel van een vorm verwijderen.
U kunt afbeeldingen en sjablonen niet wissen.
Wist alle tekeningen.
Laat zien welk gereedschap u gebruikt met de pen of
vinger
(EB-1430Wi).
: Pengereedschap gebruiken. De kleur van het pictogram geeft
de kleur van de pen aan.
: Gereedschap gebruiken om het object te selecteren of vast te
leggen, en een aanwijsgereedschap.
: Een vormgereedschap gebruiken.
: Wisgereedschap gebruiken.
Verbergt of toont de werkbalk tijdens het tekenen.
: De werkbalk is verborgen tijdens het tekenen.
: De werkbalk wordt altijd weergegeven.
Sluit de werkbalk.
a
U kunt het volgende aantal afbeeldingen met de volgende afmetingen
op het whiteboard-scherm weergeven (inclusief afbeeldingen die op
het klembord zijn opgeslagen).
- Maximaal 20 bestanden per pagina en 1280 × 800 × 2 pixels
- Maximaal 1280 × 800 × 50 pixels voor alle pagina's
Om een afbeelding te plakken, moet u dezelfde pen gebruiken die u
voor het knippen of kopiëren van de afbeelding hebt gebruikt.
Getekende objecten worden vooraan in het geprojecteerde beeld
weergegeven. Maar met de groepsfunctie kunt u de volgorde
veranderen.
Als objecten of afbeelding vanaf het geprojecteerde scherm worden
verplaatst, kunt u ze misschien niet selecteren.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
92
Onderste werkbalk Whiteboard modus
Met de onderste werkbalk voor de Whiteboard modus kunt u het
geprojecteerde beeld bewerken en functies voor de Whiteboard modus
gebruiken. De onderste werkbalk Whiteboard modus is hieronder afgebeeld.
Deelt getekende inhoud over meerdere apparaten en projecteert
de gedeelde inhoud van de tekening van andere beamers.
s"Tekeningen met andere apparaten delen" pag.100
Voert één van de volgende handelingen uit:
Opslaan: Slaat de inhoud van de huidige tekening op en
herstelt de standaardstatus van de Whiteboard modus.
Nieuwe vergadering: Wist de inhoud van de huidige tekening
en herstelt de standaardstatus van de Whiteboard modus.
Opent een bestand en leest de gegevens in een nieuwe pagina
in.
s"Compatibele bestandstypen voor openen in de Whiteboard‐
modus" pag.96
Legt beelden vast met een scanner en plakt ze op een nieuwe
pagina.
s"Gescande afbeeldingen in de Whiteboardmodus projecteren"
pag.94
Selecteert een achtergrond voor de Whiteboard modus uit een
reeks beschikbare patronen.
Druk op de knop Instellen om de aangepaste sjablonen te lezen
of verwijderen die geregistreerd zijn. U kunt ook aangepaste
sjablonen met een webbrowser instellen.
s"Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.158
a
U kunt de lijndikte veranderen door op het
pictogram voor de liniaal of het pictogram
voor de rasterlijnen te klikken.
Indien de instelling Gebruikerssjablonen be‐
schermen is ingesteld op Aan in het scherm
Whiteboardinstelling, kunt u de aangepaste
sjabloon niet lezen of verwijderen uit het
geprojecteerde beeld.
s"Scherm Whiteboardinstelling" pag.190
Toont een lijst met paginaminiaturen die bewerkt worden.
U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren met de interactieve
pen.
Ga naar de pagina die u wilt weergeven door de miniatuur te
selecteren.
Verander de volgorde van de pagina's door de miniatuur te
verslepen.
Blader door de weergave door over de miniatuur te vegen.
Klik op
om naar de vorige pagina te gaan. Als u het
pictogram een paar seconden ingedrukt houdt, wordt de eerste
pagina in het geprojecteerde beeld weergegeven.
Klik op
om naar de volgende pagina te gaan. Als u het
pictogram een paar seconden ingedrukt houdt, wordt de
laatste pagina in het geprojecteerde beeld weergegeven.
Verwijdert de huidige pagina.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
93
Dupliceert de huidige pagina en voegt deze toe achter de laatste
pagina.
Voegt een nieuwe pagina toe en opent deze.
Drukt het geprojecteerde scherm af.
s"Tekeningen in de Whiteboardmodus afdrukken" pag.98
Slaat het geprojecteerde scherm op het aangesloten USB-op‐
slagapparaat of in een netwerkmap op.
s"De inhoud van tekeningen in de Whiteboardmodus opslaan"
pag.96
Verstuurt het geprojecteerde scherm per e-mail. U moet instel‐
lingen voor de mailserver selecteren voordat u deze functie
gebruikt.
s"E-mails verzenden in de Whiteboardmodus" pag.99
Wijzigt de beeldbron met behulp van de weergegeven lijst.
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
Hiermee schakelt u video en audio uit. Tik op het geprojec‐
teerde scherm om de video en audio weer in te schakelen.
s"Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dem‐
pen)" pag.146
Splitst het scherm om twee beelden tegelijk te projecteren. Druk
nogmaals om terug te keren naar de projectie van een enkel
beeld.
s
"Interactieve functies gebruiken bij het gelijktijdig projecteren
van twee beelden" pag.129
Geeft het helpscherm weer voor de functies op de werkbalk en
de onderste werkbalk. Klik met de interactieve pen ergens op
het geprojecteerde scherm om het hulpscherm te verbergen.
De onderste werkbalk weergeven of verbergen.
a
U kunt gedetailleerde instellingen kiezen voor de Whiteboard modus
in het scherm Whiteboardinstelling vanuit het menu Configuratie.
sUitgebreid - Whiteboardinstellingen pag.190
De volgende functies kunt u niet gebruiken in de Whiteboard
modus.
- E-Zoom
- Pagina omh./oml.
Gescande afbeeldingen in de Whiteboardmodus
projecteren
U kunt papieren documenten scannen en de gegevens als een afbeelding op
een nieuwe pagina projecteren in de Whiteboard modus. Deze functie werkt
voor apparatuur die met een USB-kabel of over het netwerk met uw beamer
zijn verbonden.
s"Een printer aansluiten" pag.52
Stel de scanner in een netwerk in voordat u een beeld in de
Whiteboardmodus scant.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
94
s"Scherm Whiteboardinstelling" pag.190
a
Bepaalde producten, zoals standalone scanners, kunnen deze functie
niet gebruiken. Neem voor een lijst van ondersteunde apparaten
contact op met Epson zoals is beschreven in de Adressenlijst Epson
Projector.
sAdressenlijst Epson Projector
Bij het scannen kunt u de volgende scanfuncties niet gebruiken, ook als ze
beschikbaar zijn:
De scanknop op het apparaat.
Delen van het document scannen.
Dubbelzijdige originelen scannen met een Automatic Document Feeder
(ADF).
a
Leg het origineel in het product.
b
Klik op in de onderste werkbalk.
Het scherm Scannen wordt weergegeven.
c
Selecteer de volgende scaninstellingen op het scanscherm. (Klik op
Geavanceerd om het gedetailleerde menu te openen.)
A
Selecteer Kleur of Monochroom.
B
Selecteer de oriëntatie voor het gescande document.
C
Selecteer waar u het origineel hebt geladen. Als het apparaat geen ADF heeft,
wordt de selectie ADF genegeerd.
D
Selecteer de scanner die u wilt gebruiken.
E
Stel de scankwaliteit in.
d
Klik op Scannen.
Het scherm Scannen wordt weergegeven.
Na het scannen wordt de afbeelding als een nieuwe pagina geprojecteerd in
de Whiteboard modus.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
95
a
Bij gebruik van een scanner met een ingebouwde ADF kunnen
maximaal 10 vellen worden gelezen. Herhaal de procedure als u
documenten met meer dan 10 vellen wilt scannen.
Compatibele bestandstypen voor openen in de
Whiteboardmodus
De volgende bestandstypen kunnen worden geopend en in een pagina
gelezen in de Whiteboardmodus. Afbeeldingen die groter zijn dan een
pagina worden verkleind om te passen.
Type Bestandstype (exten‐
sie)
Opmerkingen
Beeld .jpg Het volgende kan niet worden ingele‐
zen.
Afbeeldingen met een hogere
resolutie dan 2048 x 2048
Bestanden met de extensie ".jpeg"
Bestanden met CMYK-kleurindeling
Progressieve beelden
.png Afbeeldingen met een hogere resolutie
dan 2048 x 2048 kunnen niet worden
gelezen.
PDF .pdf PDF-bestanden van versie 1.7 of eerder
kunnen worden geopend.
Geef de te openen pagina van een
PDF-bestand op. Voer het wachtwoord
in als het bestand met een wachtwoord
is beveiligd.
EWF .ewf Geef de te openen pagina van een
EWF-bestand op.
Voer het wachtwoord in als het be‐
stand met een wachtwoord is beveiligd.
Tekeningen delen die in de Whiteboardmodus
gemaakt zijn
U kunt de inhoud delen van tekeningen die u maakt in de
Whiteboardmodus door ze op te slaan of af te drukken, of door een e-mail
met de inhoud te verzenden.
De inhoud van tekeningen in de Whiteboardmodus opslaan
U kunt de gegevens opslaan die u op het geprojecteerde scherm hebt
gemaakt op een USB-opslagapparaat of een netwerkmap.
Let op
Als u een kaartlezer of USB-hub gebruikt, worden de bewerkingen mogelijk niet
correct uitgevoerd. Voor de beste resultaaten sluit u rechtstreeks aan op de
beamer of het Control Pad.
a
Sommige USB-opslagapparaten met ingebouwde veiligheidsfuncties zijn
mogelijk niet geschikt.
a
Druk op de knop [Save] op het Control Pad of op het pictogram
op de onderste werkbalk.
a
U kunt ook de knop [Save] op de afstandsbediening gebruiken.
Het scherm Opslaan wordt weergegeven.
b
Selecteer de volgende opslaginstellingen op het scherm Opslaan.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
96
A
Geef de bestandsnaam op. Klik in het tekstvak om het schermtoetsenbord te
openen en typ de bestandsnaam.
B
Na indrukken verschijnt een dialoogvenster waarin u de map kunt selecteren
voor opslaan van de afbeelding.
C
(Alleen beschikbaar bij het delen van een whiteboard-scherm)
Selecteer het keuzevakje om het bestand op te slaan in een webbrowser die
met de beamer is verbonden.
De tekening wordt tijdelijk opgeslagen op de beamer en u kunt deze in een
webbrowser downloaden.
Nadat de tekening is gedownload, worden de tijdelijk opgeslagen gegevens
van de beamer verwijderd.
a
U kunt het bestaand opslaan als PDF of PNG.
s"Verbinding maken met een whiteboardscherm
vanaf een tablet-pc of een computer via een web‐
browser" pag.105
D
Selecteer de bestandsindeling (PDF, PNG of EWF). U kunt PDF's en EWF's
versleutelen. Typ een wachtwoord in als u het bestand wilt coderen.
Let op
Als u het wachtwoord invoert, wordt dit op het scherm
getoond.
Zorg er bij het coderen van een bestand voor dat u het
wachtwoord niet vergeet.
E
Stel het bereik in van de pagina's die u wilt opslaan. U kunt niet Alles
selecteren voor de indeling PNG.
c
Klik op Opslaan.
a
Wanneer Verdelen aan de deelnemers. is ingeschakeld in stap 2,
wordt de tekening tijdelijk opgeslagen op de beamer en worden de
volgende dialoogvensters getoond in webbrowsers en de beamer.
Webbrowsers: Een dialoogvenster verschijnt om de tekening op te
slaan.
Projector: Een dialoogvenster verschijnt om de downloadstatus te
volgen. Alle deelnemers voltooien het downloaden en sluiten het
dialoogvenster.
Beschikbare bestandsindeling in de Whiteboardmodus
U kunt in de volgende bestandsindelingen opslaan:
PNG (Resolutie: 1280 × 800)
PDF (stel indien nodig een wachtwoord in)
EWF (alleen beschikbaar voor beamers die de indeling EWF
ondersteunen, stel desgewenst een wachtwoord in)
Wordt het bestand als bewerkbaar opgeslagen, selecteer dan de indeling
EWF. De indeling EWF is alleen bruikbaar met de beamer.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
97
Tekeningen in de Whiteboardmodus afdrukken
U kunt het geprojecteerde scherm naar de printer sturen die met een
USB-kabel is aangesloten of via een netwerk, en de gegevens afdrukken.
s
"Een printer aansluiten" pag.52
Vooraf moet u netwerkprinters instellen.
s"Scherm Whiteboardinstelling" pag.190
a
Druk op de knop [Print] op het Control Pad of op het pictogram
op de onderste werkbalk.
a
U kunt ook de knop [Print] op de afstandsbediening gebruiken.
b
Selecteer de volgende afdrukinstellingen op het scherm Print. (Klik
op Geavanceerd om het gedetailleerde menu te openen.)
A
Stel het aantal exemplaren in. U kunt maximaal 20 vellen opgeven.
B
Stelt de afdrukkleur in.
C
Stelt het bereik in van de pagina's die u wilt afdrukken.
D
Toont een lijst met namen van de aangesloten printers. Selecteer de printer
die u wilt gebruiken.
E
Stel de papiergrootte voor de afdruk in.
F
Stel de afdrukkwaliteit in.
(Alleen beschikbaar bij gebruik van printers met een stuuropdracht ESC/P-
R.)
G
Stel het aantal pagina's in dat per vel wordt afgedrukt.
H
Stel in of elke pagina wel of geen rand krijgt.
I
Stel in of op elke pagina een paginanummer moet worden afgedrukt.
J
Stel in of op elke pagina een datum en tijd moeten worden afgedrukt.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
98
K
Stel in of de pagina's bij het afdrukken ingevoegd moeten worden.
L
Als de printer dubbelzijdig afdrukken ondersteunt, kunt u kiezen of u op
twee kanten wilt afdrukken.
(Niet beschikbaar bij gebruik van printers met een stuuropdracht ESC/P-R.)
c
Klikken Afdrukken.
Beschikbare printerstuuropdrachten in de Whiteboard-modus
De volgende printer*-stuuropdrachten worden ondersteund.
Besturingsopdrachten Verbindingsmethode
ESC/P-R USB of via een netwerk
ESC/Page, ESC/Page-Color Via een netwerk
PCL6
* Niet alle printers worden ondersteund. Neem contact op met uw
plaatselijke leverancier of het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson
Projector voor meer informatie over ondersteunde modellen.
s
Adressenlijst Epson Projector
E-mails verzenden in de Whiteboardmodus
U kunt een afbeelding toevoegen van het scherm dat geprojecteerd wordt in
de Whiteboard modus en deze per e-mail verzenden. U kunt maximaal tien
adressen opgeven.
a
Om e-mail te sturen, moet u vooraf de e-mailserver instellen.
Het adres dat als afzender is ingesteld in de Whiteboard-instellingen
wordt als afzenderadres gebruikt. Als het afzenderadres niet is
ingesteld, wordt het adres dat voor de ontvanger is ingesteld, als
afzender weergegeven.
U kunt de tekst in de e-mail niet bewerken.
a
Klik op in de onderste werkbalk.
Het scherm E-mail verschijnt.
b
Selecteer de volgende e-mailinstellingen op het scherm E-mail.
A
Typ het e-mailadres voor de afzender. Het e-mailadres dat u opgeeft, wordt
opgeslagen tot u een nieuwe vergadering uitvoert.
B
Selecteer het e-mailadres voor de afzender in het geregistreerde adresboek. U
kunt het adresboek met een webbrowser instellen.
s"Een adresboek maken" pag.162
C
Voeg het adres van bestemming toe. U kunt maximaal tien adressen opgeven.
D
Typ het onderwerp voor de e-mail.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
99
E
Voer de bestandsnaam in voor de bijlage.
F
Selecteer de indeling voor het bijgevoegde bestand (PDF, PNG of EWF). U
kunt PDFs en EWFs versleutelen. Typ een wachtwoord in als u het bestand
wilt coderen.
Let op
Als u het wachtwoord invoert, wordt dit op het scherm
getoond.
Zorg er bij het coderen van een bestand voor dat u het
wachtwoord niet vergeet.
G
Stel de pagina in die u wilt verzenden.
c
Klik op Verzenden.
a
Als het geprojecteerde scherm veel inhoud bevat, kan het een
tijd duren om de e-mail te versturen.
Het kan zijn dat u de e-mail niet kunt verzenden, afhankelijk
van de instellingen van de doelmailserver. Neem vooraf
contact op met de netwerkbeheerder over de instellingen van
de mailserver.
Tekeningen met andere apparaten delen
U kunt het whiteboard-scherm met andere apparaten delen die met
hetzelfde netwerk zijn verbonden. Hierdoor kunt u tegelijkertijd op het
whiteboardscherm kijken en tekenen vanaf andere beamers of tablets.
Bij het delen van een whiteboard moet u de beamer met het netwerk
verbinden.
Om via een kabel verbinding met het netwerk te maken, sluit u een LAN-
kabel op de projector aan.
s"Een LAN-kabel aansluiten" pag.45
Om draadloos verbinding te maken met het netwerk moet u de
meegeleverde draadloze LAN-eenheid op de beamer monteren en
vervolgens de instellingen Draadloos LAN instellen in het menu Netwerk.
s"De draadloze LAN-unit installeren" pag.46
s"Menu Draadloos LAN" pag.197
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
100
a
U kunt het whiteboard-scherm delen met beamers die het delen van de
whiteboard-functie ondersteunen.
Het Whiteboardscherm met andere apparaten delen
U kunt uw whiteboardscherm met maximaal 15 externe apparaten delen,
zoals andere beamers en tablets, door de beamer als webserver te gebruiken.
De inhoud wordt met andere externe apparaten gedeeld waar deze kan
worden bekeken en opgeslagen. Vanaf de externe apparaten kunt u ook op
het whiteboardscherm van de beamer tekenen.
Bij het delen van het whiteboardscherm moet u de volgende
netwerkaansluitingen openen:
Poort Protocol Gebruik Communicatie
80 TCP Verbinden/beelden
overbrengen
twee richtingen
443 twee richtingen (met
gebruik van SSL)
a
De communicatiebandbreedte voor het delen van het
whiteboardscherm is afhankelijk van de hoeveelheid getekende inhoud.
Tevens, afhankelijk van de totale hoeveelheid gegevens, kan tijdelijk
een grote bandbreedte nodig zijn bij het starten van de verbinding.
a
Klik op in de onderste werkbalk.
Het scherm Het scherm Gedeeld whiteboard verschijnt.
b
Klik op Start te delen met dit whiteboard.
Een PIN-code verschijnt om verbinding met de beamer te maken
(code van 7 cijfers).
c
Controleer de PIN-code. Verander deze zonodig.
a
Na het instellen van de PIN-code kunt u deze niet wijzigen tot
u whiteboarddelen stopt.
d
Klik op Start.
Delen van het whiteboardscherm met andere apparaten is nu
beschikbaar.
De volgende informatie verschijnt op de onderste werkbalk.
Het aantal gebruikers dat met het whiteboardscherm verbonden is.
De machtigingen voor gebruikersbeheer die u geselecteerd hebt in
Configuratie delen.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
101
e
Klik op op de onderste werkbalk om het adres/PIN-code weer
te geven, en stel het beheer in voor de apparaten die verbinding
maken met de beamer.
A
Toont de informatie die u nodig hebt om verbinding te maken met de
beamer. Om vanaf een extern apparaat verbinding te maken met de beamer,
voert u de volgende items in.
Adres (Wired LAN)/Adres (draadloos LAN): Toont het adres van
de beamer om verbinding te maken.
PIN-code: Toont de PIN-code die u hebt ingesteld in stap 3 (code
van 7 cijfers).
Let op
Als de PIN-code onjuist wordt ingevoerd op het externe
apparaat, kunt u geen verbinding maken met de beamer.
Om het risico te vermijden dat de gegevens verspreid wor‐
den, beperkt u de PIN-code tot de gebruikers die verbinding
maken met de beamer.
B
Stel het beheer in voor externe apparaten die verbinding maken met de
beamer.
Presentatie: U kunt het whiteboardscherm van de beamer bekijken
en opslaan op externe apparaten. U kunt geen pagina's bewerken of
tekenen op het whiteboardscherm.
Discussie: Vanaf de externe apparaten kunt u ook op het white‐
boardscherm van de beamer tekenen. U kunt geen pagina's bewer‐
ken of sjablonen lezen.
Samenwerking: U kunt vanaf externe apparaten de functies van de
beamer besturen behalve de functies voor Nieuwe vergadering.
f
Klikken Sluiten.
g
Voer het adres en de PIN-code van de beamer in op het externe
apparaat.
Het whiteboardscherm van de beamer wordt op het externe apparaat
getoond.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
102
a
Als u klaar bent met delen van het whiteboardscherm, klikt u op de
onderste werkbalk op
en klikt u op Stoppen met delen van het
whiteboard op het weergegeven scherm. Klik als een bericht
verschijnt op OK om het delen van het whiteboardscherm te
beëindigen.
Als het whiteboardscherm veel tekeningen en geplakte afbeeldingen
bevat, kan het even duren voordat dit zichtbaar is op andere
beamers en webbrowsers.
Door de gedeelde tekeninhoud bladeren
U kunt verbinding maken met een gedeelde beamer en het
whiteboardscherm bekijken. U kunt het whiteboardscherm weergeven en
opslaan en op het scherm tekenen vanaf andere beamers en tablets.
Let op
Alle getekende gegevens op het geprojecteerde scherm worden gewist als u
verbinding maakt met een ander whiteboardscherm.
a
Als u verbinding maakt met een andere beamer, moet u een adres
en PIN-code voor de verbonden beamer invoeren. U kunt deze
controleren in Netwerkinfo voor de verbonden beamer.
s"Het Whiteboardscherm met andere apparaten delen" pag.101
De beschikbare functies verschillen, afhankelijk van de instellingen
voor Configuratie delen voor de verbonden beamer.
Indien de Als de instellingen voor Configuratie delen voor de
verbonden beamer veranderen terwijl u verbonden bent met het
whiteboardscherm, veranderen ook de beschikbare functies voor de
beamer.
U kunt vanaf één beamer verbinding maken met 15 beamers.
Vanaf andere beamers verbinding maken met een
Whiteboardscherm
U kunt verbinding maken met een gedeelde beamer en het
whiteboardscherm bekijken.
a
Klik op in de onderste werkbalk.
Het scherm Gedeeld whiteboard verschijnt.
b
Klik op Verbinding maken met het gedeelde whiteboard.
c
Controleer het getoonde bericht en klik vervolgens op OK.
d
Typ het adres en de PIN-code.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
103
A
Voer het adres in voor de verbonden beamer.
Klik op
om de verbindingslogboeken voor maximaal 5 beamers weer te
geven.
Verbindingslogboeken worden ook opgeslagen als de beamer is uitgeschakeld.
B
Typ de PIN-code voor de verbonden beamer (code van 7 cijfers).
a
Als u tienmaal in tien minuten de verkeerde PIN-code
invoert, kunt u gedurende drie minuten geen verbin‐
ding maken met het whiteboard.
e
Klik op Verbinding maken.
De volgende informatie verschijnt op de onderste werkbalk.
Het aantal gebruikers dat met het whiteboardscherm verbonden is.
De machtigingen voor gebruikersbeheer die u geselecteerd hebt in
Configuratie delen.
a
Als u klaar bent met delen van het whiteboardscherm, klikt u
op de onderste werkbalk op
en klikt u op Stoppen met
delen van het whiteboard op het weergegeven scherm. Klik
als een bericht verschijnt op OK om het delen van het
whiteboardscherm te beëindigen.
Als het whiteboardscherm veel tekeningen en geplakte
afbeeldingen bevat, kan het even duren voordat dit zichtbaar
is op andere beamers en webbrowsers.
Beschikbare functies bij verbinding met een whiteboardscherm
De beschikbare functies verschillen, afhankelijk van de instellingen voor
Configuratie delen voor de verbonden beamer.
Beschikbare functies voor alle machtigingen
: Aanwijzer
: Paginaminiaturen
: Afdrukken
: Opslaan
: E-mail verzenden
: Zoomen
Beschikbare functies voor Discussie en Samenwerking
: Ongedaan maken
: Opnieuw
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
104
: Rechthoekselectie
: Vrije selectie
: Afbeelding vastleggen
: Afbeelding lezen
: Vormen
: Pen
: Markeerstift
: Zwarte pen
: Rode pen
: Blauwe pen
: Gum
: Scherm wissen
Beschikbare functies voor Samenwerking
: Bestand plakken
: Van scanner lezen
: Sjabloon
: Pagina verwijderen
: Pagina kopiëren
: Nieuwe pagina
Verbinding maken met een whiteboardscherm vanaf een tablet-pc
of een computer via een webbrowser
U kunt met een webbrowser verbinding maken met een ander
whiteboardscherm vanaf tablets en computers op het netwerk.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
105
a
Verbind het apparaat met hetzelfde netwerk als de verbonden
beamer.
a
De verbindingsmethode is afhankelijk van het apparaat.
Raadpleeg daarvoor de met het apparaat meegeleverde
documentatie. Controleer de Wi-Fi-instellingen bij het gebruik
van een tablet.
b
Start een webbrowser op het apparaat.
c
Voer het adres in voor de verbonden beamer en maak verbinding
met de beamer.
d
Typ de PIN-code voor de verbonden beamer (code van 7 cijfers)
en klik op Join.
Op de verbonden beamer worden het whiteboardscherm en de
werkbalk weergegeven.
a
Klik als u het delen van het whiteboardscherm wilt stoppen op
en vervolgens op Uitschakelen. U kunt het delen ook stoppen door
de webbrowser te sluiten.
Als het whiteboardscherm veel tekeningen en geplakte afbeeldingen
bevat, kan het even duren voordat dit zichtbaar is op andere
beamers en webbrowsers.
Tekeninhoud wordt beveiligd door AES-versleuteling. Sommige
webbrowsers gebruiken SSL-versleuteling. U kunt verbonden blijven
met de webbrowser, ook als een certificaatfout verschijnt.
Eisen voor aansluitbare webbrowsers voor het whiteboardscherm
U kunt met de volgende webbrowsers verbinding maken met een ander
whiteboardscherm vanaf tablets en computers.
Besturingssys‐
teem
Webbrowser Schermgrootte
Windows Internet Explorer 8*/9*/
10/11
Lager dan XGA
OS X Safari 5/6/7 Lager dan 1280 × 800
iOS iOS 6.0/7.0 of later Lager dan 1024 × 768
Android OS Android OS 4.0 of later
(alleen standaardbrow‐
ser)
Beeldverhouding: 4:3 lager dan 1024
× 768
Beeldverhouding: 16:9 lager dan
1280 × 600
Beeldverhouding: 16:10 lager dan
1280 × 720
* SSL-verbinding. Sommige functies zijn beperkt.
a
Het beschikbare tekenbereik is afhankelijk van de schermgrootte van
het apparaat.
Werkbalk voor whiteboardscherm verbonden via een webbrowser
Gebruik de onderstaande werkbalk om het whiteboardscherm te bedienen
vanuit een webbrowser. De beschikbare functies verschillen, afhankelijk van
de instellingen voor Configuratie delen voor de verbonden beamer.
s"Het Whiteboardscherm met andere apparaten delen" pag.101
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
106
Beschikbare functies voor alle machtigingen
(Alleen beschikbaar als Verdelen aan de deelnemers. is geselec‐
teerd bij het opslaan naar de verbonden beamer)
Slaat het whiteboardscherm op als een PDF of PNG, afhankelijk
van de instellingen voor de verbonden beamer.
De aanwijzer weergeven. Dit is handig om de aandacht op be‐
paalde delen van het scherm te richten. U kunt hem verplaatsen
door te slepen. Als de aanwijzer op één apparaat wordt weerge‐
geven, wordt hij ook op alle verbonden apparaten weergegeven.
Past de weergaveomstandigheden aan het apparaat aan.
De volgende handelingen zijn beschikbaar:
Aanpassen aan pagina
Breedte aanpassen
Hoogte aanpassen
Breder
Verkleinen
Geeft het gehele gebied van het whiteboardscherm weer.
Beschikbare functies voor Discussie en Samenwerking
Schakelt over naar een pen voor het vrij tekenen.
Schakelt over naar een markeerstift voor het tekenen van door‐
schijnende lijnen.
Selecteer vormen uit een reeks beschikbare vormen.
Schakelt over naar een gum. Om inhoud van een tekening te
verwijderen, klikt u om de inhoud te selecteren waarna u op OK
klikt in het bericht dat verschijnt. U kunt niet een deel van de
inhoud van een tekening verwijderen.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
107
Klik om een object of afbeelding te selecteren. Bij het slepen
verschijnt een kader dat het geselecteerde bereik weergeeft. U kunt
binnen het kader objecten en afbeeldingen selecteren.
U kunt de volgende handelingen verrichten als een object of
afbeelding geselecteerd is:
Door te slepen kunt u de objecten en afbeeldingen binnen het
kader verplaatsen.
Als u nogmaals op
klikt, kunt u het volgende doen:
Knippen
Kopiëren
Plakken
Groeperen
Gedegroepeerd
Verwijderen
Door een rand van het kader te verslepen, kunt u de objecten en
afbeeldingen binnen het kader groter of kleiner maken.
Als u
bovenaan het kader versleept, draait u de objecten en
afbeeldingen binnen het frame.
Selecteer de dikte van de lijnen voor de geselecteerde pen of
vorm.
Selecteer de kleur voor de geselecteerde pen of vorm.
U kunt ook andere kleuren selecteren die in de werkbalk worden
weergegeven door op
te klikken.
Leest PNG/JPEG-bestand in het whiteboard.
U kunt bestanden selecteren die aan de volgende specificaties
voldoen:
Indeling: PNG, JPEG
Resolutie: 2048 × 2048 maximaal
Aantal pixels: 2 miljoen of minder
Afbeeldingen die groter zijn dan een pagina worden verkleind om
te passen.
Beschikbare functies voor Samenwerking
Selecteer een achtergrond voor het whiteboard uit een reeks be‐
schikbare patronen.
Stel een weergavepagina in.
Uit: Toont een pagina die afwijkt van de verbonden beamer. U
kunt alleen op pagina's tekenen die met de verbonden beamer
worden weergegeven.
Aan: Synchroniseert de pagina met de verbonden beamer. Als u
van pagina wisselt in de webbrowser, is de verandering zichtbaar
in de verbonden beamer.
Toont een lijst met paginaminiaturen die bewerkt worden.
Klik op
om naar de vorige pagina te gaan.
Klik op
om naar de volgende pagina te gaan.
Opent een nieuwe pagina.
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
108
a
U kunt de volgende functies niet gebruiken:
Schakelen naar Annotatiemodus
Ongedaan maken / Opnieuw
Scherm wissen
Objecten vrij selecteren
Geselecteerde afbeeldingen bijsnijden
Aangepaste sjablonen lezen
PDF/EWF-bestanden lezen
Nieuwe vergaderingen aanmaken
Scannen
Afdrukken
E-mail verzenden
De pagina verwijderen
Tools voor projectorbediening
Help
Tekenen op een whiteboard-scherm (Whiteboard modus)
109
In de annotatiemodus kunt u projecteren vanaf een computer, tablet,
videoapparaat of andere bron en notities toevoegen aan uw geprojecteerde
gegevens met behulp van de interactieve pennen of uw vinger (EB-1430Wi).
U kunt beide pennen tegelijkertijd gebruiken. U kunt ook beide pennen en
uw vinger tegelijkertijd gebruiken (EB-1430Wi).
De annotatiemodus starten
Om in de annotatiemodus op het geprojecteerde scherm te tekenen, moet u
de werkbalk voor de annotatiemodus en de onderste werkbalk weergeven.
a
Een beeld projecteren van een aangesloten apparaat.
s"Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het
geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
b
Als u de interactieve pen wilt inschakelen, tikt u op de penpunt of
drukt u op de knop aan de zijkant.
c
Houd de interactieve pen dicht bij het geprojecteerde scherm.
Op het projectiescherm worden de werkbalk en de onderste werkbalk
weergegeven.
A
Werkbalk annotatiemodus
B
Onderste werkbalk annotatiemodus (klik op om te tonen)
Als de werkbalken worden getoond, kunt u op het geprojecteerde
scherm schrijven met de interactieve pen.
De werkbalk bevat tekengereedschap zoals een pen en ander
gereedschap.
De onderste werkbalk bevat extra gereedschap, bijvoorbeeld voor het
opslaan van het scherm.
s"Werkbalk annotatiemodus" pag.111
s"Onderste werkbalk annotatiemodus" pag.113
Tekenen op een geprojecteerd beeld (annotatiemodus)
110
a
Om naar de Annotatiemodus of de Whiteboardmodus te
gaan, drukt u op de knop [Whiteboard] op de
afstandsbediening of het Control Pad, of u klikt op de
op de werkbalk.
U kunt ook van modus computer interactief overgaan naar
annotatiemodus.
s"De modus Computer interactief gebruiken" pag.116
Bij het projecteren vanaf een computer naar twee beamers
(meerdere weergaven) kunt u niet op meerdere schermen
schrijven of tekenen.
Wanneer u meerdere beeldschermen gebruikt met Windows 7
en de interactieve functies op het secundaire scherm gebruikt,
geeft u de volgende instellingen op:
- Stel de instelling Gebruiksmodus pen in op Eén gebr./pen
in de instelling Easy Interactive Function in het menu
Uitgebreid van de beamer (EB-1420Wi).
- Stel de instelling Gebruiksmodus pen in op Modus 2 in de
instelling Easy Interactive Function in het menu Uitgebreid
van de beamer (EB-1430Wi).
- Ga naar Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Tablet PC-instellingen > Installatie om het
installatieprogramma te starten en de interactieve functies te
configureren.
Als u een derde beeldscherm installeert, kunt u met dat
scherm geen interactieve functies gebruiken.
Werkbalk annotatiemodus
Met de werkbalk annotatiemodus kunt u op het geprojecteerde scherm
tekenen en schrijven. De werkbalk annotatiemodus is hieronder afgebeeld.
De werkbalk weergeven of verbergen. Het tabblad kan naar
boven en onder worden verplaatst.
Gaat naar de Annotatiemodus bij het gebruik van de Whi‐
teboard modus.
Tekenen op een geprojecteerd beeld (annotatiemodus)
111
Voor het overschakelen naar de Whiteboard modus.
Maakt de vorige handeling ongedaan.
Annuleert het ongedaan maken en herstelt de vorige status.
Schakelt over naar een pen voor het vrij tekenen.
Klik op
links van het pictogram om de kleur en
breedte van de penstreep te wijzigen.
Schakelt over naar een markeerstift voor het tekenen van
doorschijnende lijnen.
Klik op
links van het pictogram om de kleur en
breedte van de markeerstift te wijzigen.
Schakelt over naar een zwarte pen.
Klik rechts van het pictogram voor het tekenen van dikke
lijnen en links voor het tekenen van dunne lijnen.
Schakelt over naar een rode pen.
Klik rechts van het pictogram voor het tekenen van dikke
lijnen en links voor het tekenen van dunne lijnen.
Schakelt over naar een blauwe pen.
Klik rechts van het pictogram voor het tekenen van dikke
lijnen en links voor het tekenen van dunne lijnen.
Schakelt over naar een gum.
Klik rechts van het pictogram voor het wissen van grotere
gedeeltes en links voor het wissen van kleinere gedeeltes.
Wist alle tekeningen.
Laat zien welk gereedschap u gebruikt met de pen
of vinger (EB-1430Wi).
: Pengereedschap gebruiken. De kleur van het picto‐
gram geeft de kleur van de pen aan.
: Wisgereedschap gebruiken.
Verbergt of toont de werkbalk tijdens het tekenen.
: De werkbalk is verborgen tijdens het tekenen.
: De werkbalk wordt altijd weergegeven.
Sluit de werkbalk.
Tekenen op een geprojecteerd beeld (annotatiemodus)
112
Gaat van de annotatiemodus naar de modus computer
interactief als u de computer tijdens het tekenen wilt be‐
dienen.
Druk om van de annotatiemodus te wisselen naar de
modus computer interactief op het pictogram
en
selecteer het pictogram
. Nadat u naar de modus
Computer interactief bent geschakeld, wordt de inhoud
die is getekend met de annotatiemodus behouden.
Druk om van de modus computer interactief te wisselen
naar de annotatiemodus op het pictogram
en
selecteer het pictogram
.
s"De modus Computer interactief gebruiken" pag.116
a
Als het pictogram niet wordt weer‐
gegeven, stelt u de instelling Pictogram
penmodus in op Aan in het menu Uit‐
gebreid van de projector.
sUitgebreid - Weergeven - Pictogram
penmodus pag.186
U kunt ook op de volgende manieren van
de annotatiemodus naar de modus com‐
puter interactief gaan:
- Druk op de knop [Pen Mode] op de
afstandsbediening.
- Wijzig de instelingen Penmodus in het
menu Configuratie.
sUitgebreid - Easy Interactive Functi‐
on - Penmodus pag.186
Onderste werkbalk annotatiemodus
Met de onderste werkbalk annotatiemodus kunt u de beamer op dezelfde
manier bedienen als met het Control Pad of de afstandsbediening. De
onderste werkbalk annotatiemodus is hieronder afgebeeld.
Maakt een opname van het geprojecteerde scherm. Daarna wordt
de opname in een nieuwe pagina geplakt in de Whiteboard mo‐
dus.
Stuurt het geprojecteerde scherm naar de printer.
Objecten die kunnen worden ingesteld, verschillen van de opslag‐
functie van de Whiteboard modus.
s"Tekeningen in de annotatiemodus afdrukken" pag.115
Tekenen op een geprojecteerd beeld (annotatiemodus)
113
Slaat het geprojecteerde scherm op als PNG.
Objecten die kunnen worden ingesteld, verschillen van de opslag‐
functie van de Whiteboard modus.
s"De inhoud van tekeningen in de annotatiemodus opslaan"
pag.114
Wijzigt de beeldbron met behulp van de weergegeven lijst.
Om de bronlijst te sluiten, selecteert u het pictogram
onderaan de lijst.
Zoomt in en uit op het beeld met behulp van de schaal of de
pictogrammen + en - in de weergegeven lijst. U kunt het volgende
doen:
Het beeld kan 1 tot 4 keer worden vergroot. Als u wilt
terugkeren naar het originele beeldformaat, selecteert u x1.
U kunt snel vergroten en verkleinen door het pictogram + of -
ingedrukt te houden.
Om de schaallijst te sluiten, selecteert u het pictogram
onderaan de lijst.
Schakelt beeld en geluid uit. Tik op het geprojecteerde scherm om
de video en audio in te schakelen.
s"Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen)"
pag.146
Pauzeert de video.
Splitst het scherm om twee beelden tegelijk te projecteren. Druk
nogmaals om terug te keren naar de projectie van een enkel beeld.
s"Interactieve functies gebruiken bij het gelijktijdig projecteren
van twee beelden" pag.129
De onderste werkbalk weergeven of verbergen.
a
U kunt geen beelden vastleggen of afdrukken en inhoud opslaan die
beschermd is door HDCP.
Tekeninginhoud van de annotatiemodus
gebruiken
U kunt tekeninginhoud delen die in de annotatiemodus gemaakt is door de
gegevens op te slaan en af te drukken.
De inhoud van tekeningen in de annotatiemodus opslaan
U kunt de inhoud van tekeningen opslaan die u op het geprojecteerde
scherm hebt gemaakt op een USB-opslagapparaat of een netwerkmap. U
kunt opslaan als PNG. Het bestand wordt opgeslagen op de locatie die is
ingesteld in het menu Opslaan in Whiteboardinstelling. Als u de ingestelde
locatie niet kunt gebruiken, verschijnt een foutmelding. De bestandsnaam
wordt automatisch ingesteld.
s"Menu Opslaan" pag.193
Druk op de knop [Save] op het Control Pad of op het pictogram
op
de onderste werkbalk.
a
U kunt ook de knop [Save] op de afstandsbediening gebruiken.
Het bestand wordt automatisch opgeslagen.
Tekenen op een geprojecteerd beeld (annotatiemodus)
114
Tekeningen in de annotatiemodus afdrukken
U kunt de gemaakte tekeningen afdrukken met de printerinstellingen in het
menu Afdrukken in de Whiteboardinstelling. Als de printer niet is
aangesloten, verschijnt een foutmelding.
s"Menu Afdrukken" pag.192
a
Druk op de knop [Print] op het Control Pad of op het pictogram
op de onderste werkbalk.
a
U kunt ook de knop [Print] op de afstandsbediening gebruiken.
Het scherm Het scherm Afdrukken verschijnt.
b
Geef het aantal exemplaren op het scherm Afdrukken op
(maximaal 20 bladen).
c
Klik op Afdrukken.
Tekenen op een geprojecteerd beeld (annotatiemodus)
115
Als de beamer is verbonden met een computer via een USB-kabel, kunt u
de computer vanaf het geprojecteerde scherm bedienen met de interactieve
pennen of met uw vinger (EB-1430Wi), op dezelfde manier als met een
muis. U kunt navigeren, opslaan en met de computerprogramma's werken
vanaf het geprojecteerde scherm.
a
Wanneer u meerdere beeldschermen gebruikt met Windows 7 en de
interactieve functies op het secundaire scherm gebruikt, geeft u de
volgende instellingen op:
- Stel de instelling Gebruiksmodus pen in op Eén gebr./pen in de
instelling Easy Interactive Function in het menu Uitgebreid van de
beamer (EB-1420Wi).
- Stel de instelling Gebruiksmodus pen in op Modus 2 in de
instelling Easy Interactive Function in het menu Uitgebreid van de
beamer (EB-1430Wi).
- Ga naar Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Tablet
PC-instellingen > Installatie om het installatieprogramma te starten
en de interactieve functies te configureren.
Als u een derde beeldscherm installeert, kunt u met dat scherm geen
interactieve functies gebruiken.
Om de modus Computer interactief te gebruiken via een netwerk,
moet u EasyMP Network Projection versie 2.85 of later (voor
Windows) of 2.83 of later (voor OS X) of Quick Wireless versie 1.32
of later installeren.
Als de bron Video, USB1 of USB2 is, kunt u de modus computer
interactief niet gebruiken.
De modus Computer interactief gebruiken
U kunt uw computerprogramma's bedienen met het geprojecteerde scherm
met behulp van de modus Computer interactief.
a
Als u met OS X werkt, moet u de Easy Interactive Driver op uw
computer installeren wanneer u de interactieve functies de eerste
keer gebruikt.
s
"Easy Interactive Driver-systeemvereisten (alleen voor OS X)"
pag.120
s"Easy Interactive Driver installeren op OS X" pag.121
b
Sluit de projector aan op uw computer met een USB-kabel.
Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd scherm (Modus Computer interactief)
116
a
Bij het gebruik van het Control Pad moet u de beamer, het
Control Pad en uw computer met USB-kabels verbinden.
s"Verbindingen bij projecteren met USB Display en bij het
uitvoeren van muishandelingen met de interactive functie"
pag.49
U hebt geen USB-kabel nodig als u gebruik maakt van de
modus Computer interactief via een netwerk.
s"De interactieve functies via een netwerk gebruiken"
pag.125
c
Zet de projector aan.
d
Projecteer uw computerscherm.
e
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Uitgebreid en druk
op knop [Enter].
f
Selecteer de instelling USB Type B en druk op de knop [Enter].
g
Selecteer een van de volgende opties:
Selecteer Easy Interactive Function om de modus computer
interactief te gebruiken met een computerkabel, een HDMI-kabel of
over een netwerk.
Als u de modus Computer interactief en USB Display tegelijkertijd
wilt gebruiken, selecteert u USB Display/Easy Interactive
Function.
Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd scherm (Modus Computer interactief)
117
a
Bij projectie met behulp van USB Display, kan de responstijd
langer duren.
Het gelijktijdige gebruik van twee interactieve pennen kan
storing veroorzaken in sommige toepassingen. Plaats de niet-
gebruikte interactieve pen uit de buurt van het
projectiescherm.
Selecteer de instelling Gebruiksmodus pen in de instelling
Easy Interactive Function in het menu Uitgebreid
overeenkomstig het besturingssysteem van de verbonden
computer (EB-1430Wi).
- Windows XP of eerder: selecteer Modus 1.
- Windows Vista, Windows 7, Windows 8 en OS X: selecteer
Modus 2.
- Linux: selecteer Modus 3.
h
Druk op de knop [Menu] om het menu af te sluiten.
i
Zorg ervoor dat u de projector hebt gekalibreerd bij het eerste
gebruik.
s"Penkalibratie" pag.78
s"Kalibreren voor aanraakbediening met uw vinger" pag.83
j
Houd een interactieve pen of uw vinger dicht bij het
geprojecteerde scherm.
Het pictogram
wordt weergegeven op het geprojecteerde
scherm.
a
Het pictogram wordt voor de eerste keer weergegeven
aan de rechterkant. De volgende keer wordt het weergegeven
aan de kant vanaf waar u de werkbalk het laatst hebt
geopend.
Als het pictogram
niet wordt weergegeven, stelt u de
instelling Pictogram penmodus in op Aan in het menu
Uitgebreid van de projector.
sUitgebreid - Weergeven - Pictogram penmodus
pag.186
k
Selecteer het pictogram en selecteer daarna het pictogram
.
Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd scherm (Modus Computer interactief)
118
a
U kunt ook schakelen naar de modus Computer interactief door
het volgende te doen:
Op de knop [Pen Mode] op de afstandsbediening drukken.
De instelling voor Penmodus in het menu Uitgebreid
wijzigen naar Interactief met pc.
sUitgebreid - Easy Interactive Function - Penmodus
pag.186
U kunt nu de computer bedienen met behulp van de interactieve pen of uw
vinger. U kunt ook het volgende doen:
Het invoerpaneel van de Tablet PC in Windows 7 of Windows Vista.
De Hulpmiddelen voor inkt voor annotatie in Microsoft Office-
toepassingen.
s
"Windows-hulpmiddelen voor peninvoer en inkt" pag.127
Instellen van het gebied voor gebruik van de pen
Het pengebruikgebied wordt normaal automatisch aangepast als u een
andere computer aansluit of de resolutie van de computer aanpast. Als u
merkt dat de penpositie onjuist is wanneer u de computer bedient vanaf het
geprojecteerde scherm (modus Computer interactief), kunt u het pengebied
handmatig aanpassen.
a
Handmatige aanpassing is niet beschikbaar bij het projecteren vanaf
een LAN-bron.
a
Schakel over naar de modus Computer interactief, indien nodig.
s"De modus Computer interactief gebruiken" pag.116
b
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Uitgebreid en druk
op knop [Enter].
c
Selecteer de instelling Easy Interactive Function en druk op de
knop [Enter].
d
In de sectie Interactief met pc, selecteert u Geavanceerd en
drukt u op de knop [Enter].
Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd scherm (Modus Computer interactief)
119
e
Selecteer Handmatig pengebied en druk op de knop [Enter].
a
Als Autom. pengebied is ingesteld op AAN, wijzigen in UIT.
f
Selecteer Ja en druk op de knop [Enter].
De muisaanwijzer verplaatst naar de linkerbovenhoek.
g
Wanneer de muisaanwijzer stopt in de linkerbovenhoek van het
beeld, raakt u de punt van de aanwijzer aan met de pen.
De muisaanwijzer verplaatst naar rechterbenedenhoek.
h
Wanneer de muisaanwijzer stopt in de rechterbenedenhoek van
het beeld, raakt u de punt van de aanwijzer aan met de pen.
Easy Interactive Driver-systeemvereisten (alleen
voor OS X)
Als u de modus Computer interactief wilt gebruiken, moet u de Easy
Interactive Driver op uw computer installeren. Controleer de
systeemvereisten die nodig zijn om de software uit te voeren.
Besturingssysteem Mac OS X 10.5.x
Mac OS X 10.6.x
OS X 10.7.x
OS X 10.8.x
OS X 10.9.x
Processor Power PC G4 1 GHz of sneller
CoreDuo 1,83 GHz of sneller aanbevolen
Geheugen 512 MB of meer
Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd scherm (Modus Computer interactief)
120
Ruimte harde schijf 100 MB of meer
Weergeven Resolutie tussen 1024 x 768 (XGA) en 1920 × 1200
(WUXGA)
16-bits kleuren of meer (ongeveer 32.000 weergavekleu‐
ren)
Easy Interactive Driver installeren op OS X
Installeer Easy Interactive Driver op uw computer om de modus Computer
interactief te gebruiken.
a
U hebt Easy Interactive Tools mogelijk al geïnstalleerd met behulp van
de optie Easy Install die ook de Easy Interactive Driver installeert.
Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor Easy Interactive Tools op de
Document CD-ROM voor meer informatie.
a
Zet de computer aan.
b
Steek de CD 'EPSON Projector Software for Easy Interactive
Function' in de computer.
U ziet het EPSON-venster.
c
Dubbelklik op het pictogram Install Navi in het EPSON-venster.
d
Selecteer Custom Install.
e
Volg de instructies op het scherm om de software te installeren.
f
Start de computer opnieuw.
Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd scherm (Modus Computer interactief)
121
U kunt de interactieve modus eenvoudig veranderen met het pictogram op
het geprojecteerde scherm.
Om te schakelen tussen de modus Computer interactief en de
annotatiemodus, selecteert u een van de volgende pictogrammen:
Om van annotatiemodus naar modus computer interactief te gaan:
Om van modus computer interactief naar annotatiemodus te gaan:
Om te schakelen tussen de annotatiemodus en whiteboard modus,
selecteert u het volgende pictogram in de werkbalk.
a
U kunt de interactieve modus ook schakelen op de volgende manier:
- Op de knop [Pen Mode] op de afstandsbediening drukken.
- Schakelen naar PC Free-annotatie of Interactief met pc in de
instelling Penmodus in het menu Uitgebreid van de projector.
sUitgebreid - Easy Interactive Function - Penmodus pag.188
U kunt naar de modus computer interactief gaan als de beeldbron
Computer, HDMI1, HDMI2, USB Display of LAN is.
U kunt niet overschakelen naar de modus Computer interactief
wanneer de instelling USB Type B in het menu Uitgebreid van de
projector is ingesteld op Draadloze muis/USB Display.
Nadat u naar de modus Computer interactief bent geschakeld, wordt
de inhoud die is getekend met de annotatiemodus behouden.
De interactieve modus schakelen
122
Via de werkbalk voor de projectorbediening kunt u de projector bedienen
vanaf het geprojecteerde scherm, net zoals u dat zou doen met de
afstandsbediening.
Als uw netwerkapparaat is aangesloten op de projector met behulp van
EasyMP Multi PC Projection, kunt u de werkbalk ook gebruiken om het
netwerkapparaat te selecteren waarvan u wilt projecteren.
De beschikbare functies zijn afhankelijk van de gebruikte modus.
s"Onderste werkbalk Whiteboard modus" pag.93
s"Onderste werkbalk annotatiemodus" pag.113
Weergave van netwerkapparatuur selecteren
vanaf de projectorbedieningswerkbalk
Als u apparaten via een netwerk hebt verbonden met de projector, kunt u
kiezen om een beeld vanaf die apparaten te projecteren met behulp van de
projectorbedieningswerkbalk. U kunt de beeldbron selecteren vanaf
computers waarop EasyMP Multi PC Projection wordt uitgevoerd en vanaf
smartphones of tablets met Epson iProjection.
a
U kunt elk aangesloten netwerkapparaat selecteren voor projectie, zelfs
als de gebruiker verbinding heeft gemaakt met behulp van de EasyMP
Multi PC Projection-software terwijl de moderatorfunctie is
ingeschakeld. Zie de Bedieningshandleiding voor EasyMP Multi PC
Projection voor meer informatie over de moderatorfunctie.
a
Selecteer het pictogram op de projectorbedieningswerkbalk
en selecteer vervolgens Deelnemerslijst in de beeldbronlijst.
b
Selecteer de gebruikersnaam voor het apparaat waarvan u wilt
projecteren.
A
Geeft de gebruikersnamen weer voor netwerkapparaten die met de projector
zijn verbonden.
Het pictogram
wordt naast de gebruikersnaam van het momenteel
geprojecteerde apparaat weergegeven.
De beamer bedienen vanaf geprojecteerd scherm
123
B
Sluit het gebruikersselectiescherm en keert terug naar het vorige scherm.
C
Vernieuwt de gebruikerslijst.
Als een extra gebruiker verbinding maakt met de projector via een netwerk,
selecteert u deze knop om de gebruikerslijst bij te werken.
a
Als er geen gebruikers meer verbonden zijn met de beamer,
sluit het gebruikersselectiescherm automatisch na 20 minuten.
Terwijl het gebruikersselectiescherm wordt weergegeven, is het
volgende niet mogelijk:
- Een andere beeldbron selecteren
- Andere interactieve functies gebruiken
- De projector bedienen vanaf de projectorbedieningswerkbalk
- Verbinding maken met meerdere projectors
- Het geluid van de projector horen (het is tijdelijk
uitgeschakeld)
- De instellingen wijzigen via het configuratiemenu van de
beamer
- Een beeld projecteren met behulp van EasyMP Multi PC
Projection of Epson iProjection
U ziet het schermbeeld van de geselecteerde gebruiker.
Herhaal deze stappen wanneer u de gebruiker wijzigt.
a
U hebt geen toegang tot het gebruikersselectiescherm wanneer u
verbinding maakt met meerdere projectors met de hulp van EasyMP
Multi PC Projection en hetzelfde beeld projecteert (spiegelen).
Als de interactieve functies niet werken, kunt u terugkeren naar het
vorige scherm door te drukken op [Esc] op de afstandsbediening of
het bedieningspaneel.
De beamer bedienen vanaf geprojecteerd scherm
124
U kunt de projector in de modus Computer interactief gebruiken via een
netwerk.
Als u aantekeningen wilt maken tijdens het gebruik van de modus
Computer interactief via een netwerk, moet u Easy Interactive Tools (of een
ander annotatieprogramma) gebruiken. Met Easy Interactive Tools kunt u
verschillende tekengereedschappen gebruiken, het tekengebied als pagina
behandelen en uw tekeningen opslaan als een bestand voor later gebruik. U
kunt Easy Interactive Tools installeren vanaf de CD 'EPSON Projector
Software for Easy Interactive Function'. U kunt de software ook
downloaden van de website van Epson.
Gebruik een van de volgende softwaretoepassingen om uw projector te
installeren op een computernetwerk en de modus Computer interactief
te gebruiken via het netwerk:
EasyMP Network Projection versie 2.85 of later (voor Windows)
of 2.83 of later (voor OS X)
Raadpleeg de Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor EasyMP Net‐
work Projection voor instructies.
sBedieningshandleiding voor EasyMP Network Projection
Quick Wireless versie 1.32 of later (alleen Windows)
Raadpleeg de instructies bij de optionele Quick Wireless Connecti‐
on USB Key.
Selecteer bij beide toepassingen Interactieve pen gebruiken op het
tabblad Algemene instellingen en Gelaagd venster verzenden op het
tabblad Prestaties aanpassen.
a
U kunt slechts één pen of één vinger (EB-1430Wi) per keer
gebruiken.
De reactie is mogelijk trager via het netwerk.
Als u de modus Computer interactief gebruikt via een netwerk, kunt
u de instelling voor Penmodus niet wijzigen via de
afstandsbediening of het menu Uitgebreid van de projector. Het
pictogram
is evenmin beschikbaar.
U kunt het inktgereedschap niet gebruiken in Microsoft Office.
U kunt de instelling voor Gebruiksmodus pen niet wijzigen via het
menu Uitgebreid van de projector.
U kunt maximaal vier projectors tegelijk verbinden met behulp van
EasyMP Network Projection. Bij aansluiting op meerdere projectors,
werkt de modus Computer interactief voor elke projector.
Als u de Annotatiemodus wilt gebruiken via het netwerk, verwijdert
u Interactieve pen gebruiken op het tabblad Algemene instellingen
en Gelaagd venster verzenden op het tabblad Prestaties aanpassen
in EasyMP Network Projection of Quick Wireless Connection. Maak
vervolgens opnieuw verbinding met het netwerk.
Voorzorgsmaatregelen bij het verbinden met een
beamer op een ander subnet
Volg deze voorzorgsmaatregelen wanneer u verbinding maakt met een
projector op een ander subnet met behulp van EasyMP Network Projection
en gebruik maakt van interactieve functies:
Zoek de projector op het netwerk door het IP-adres van de projector op
te geven. U kunt deze niet zoeken door de naam van de projector op te
geven.
De interactieve functies via een netwerk gebruiken
125
Als u Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 of Windows Vista gebruikt,
kunt u de peninvoer- en inktopties gebruiken om handgeschreven invoer en
aantekeningen toe te voegen aan uw werk.
Peninvoer- en inktfuncties voor Windows
inschakelen
Als u de peninvoer- en inktfuncties wilt gebruiken in Windows 8.1,
Windows 8, Windows 7 of Windows Vista, moet u de peninstellingen
aanpassen in het menu Uitgebreid van de projector.
a
Druk op de knop [Menu], selecteer het menu Uitgebreid en druk
op knop [Enter].
b
Selecteer de instelling Easy Interactive Function en druk op de
knop [Enter].
c
Selecteer de instelling Gebruiksmodus pen en druk op de
knop [Enter].
d
Selecteer een van de volgende opties:
Selecteer Eén gebr./pen en druk op de knop [Enter](EB-1420Wi).
Wanneer u peninvoer gebruikt, selecteert u Modus 2 en drukt u op
de knop [Enter](EB-1430Wi).
Windows-hulpmiddelen voor peninvoer en inkt
127
U kunt beelden uit twee bronnen tegelijkertijd links en rechts op het
scherm projecteren en de interactieve functie gebruiken.
s"Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)" pag.133
Als één scherm de Whiteboard modus staat, kunt u op het andere
scherm alleen de modus computer interactief gebruiken.
Als u op één scherm de modus computer interactief gebruikt, kunt u
het andere scherm alleen als whiteboard gebruiken.
Als u op beide schermen de annotatiemodus gebruikt, kunt u op de
schermen schrijven en tekenen.
a
Bij het gebruik van de interactieve functies over een netwerk kunt u
op beide schermen de annotatiemodus of de modus computer
interactief gebruiken.
U kunt met een kader het gebied weergeven waar u kunt schrijven
en tekenen. Druk bij het gelijktijdig projecteren van twee beelden op
de knop [Menu] en stel de instelling Tekengebied tonen in op
Aan.
De responstijd kan lager liggen.
Projectie met gesplitst scherm wisselen
U kunt met de werkbalk het scherm splitsen om twee beelden tegelijk te
projecteren. U kunt de functie gesplitst scherm ook met de
afstandsbediening bedienen.
s"Op een gesplitst scherm projecteren" pag.135
a
Selecteer in de onderste werkbalk.
Interactieve functies gebruiken bij het gelijktijdig projecteren van twee beelden
129
Het beeld van de huidige bron wordt links in het scherm
geprojecteerd.
b
Selecteer in de onderste werkbalk.
Het scherm bron selecteren verschijnt.
c
Selecteer de invoerbronnen voor het linker- en rechterscherm.
a
U kunt uitsluitend invoerbronnen selecteren die gecombineerd
kunnen worden.
s"Invoerbronnen voor projectie op een gesplitst scherm"
pag.134
d
Selecteer Van bron wisselen.
e
Selecteer om de geprojecteerde beelden links en rechts
te verwisselen.
Interactieve functies gebruiken bij het gelijktijdig projecteren van twee beelden
130
Modus Computer interactief op een gesplitst
scherm gebruiken
Op beide schermen kunt u de pen of uw vinger als muis gebruiken.
a
Druk tijdens projectie op een gesplitst scherm op de
afstandsbediening op [Menu].
Het menu Split Screen inst. wordt weergegeven.
b
Selecteer de instelling Penmodus doel en druk op de
knop [Enter].
c
Selecteer het scherm dat u voor de modus computer interactief
wilt gebruiken en druk op de knop [Enter].
a
Als de bron voor het geselecteerde scherm Video, USB1 of
USB2 is, kunt u de modus computer interactief niet gebruiken.
d
Druk op de knop [Menu] om het scherm af te sluiten.
a
Als u het scherm geselecteerd in Penmodus doel vanaf een computer
in het netwerk projecteert, kunt u alleen de modus computer
interactief gebruiken.
Interactieve functies gebruiken bij het gelijktijdig projecteren van twee beelden
131
Nuttige Functies
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op nuttige functies voor het geven van presentaties en dergelijke en op de beveiligingsfuncties.
Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)
Beeld uit twee bronnen kan tegelijkertijd links en rechts op het scherm worden geprojecteerd.
U kunt de interactieve functie ook gebruiken voor de functie gesplitst scherm.
s "Interactieve functies gebruiken bij het gelijktijdig projecteren van twee beelden" pag.129
Projectiefuncties
133
Invoerbronnen voor projectie op een gesplitst scherm
De combinaties van invoerbronnen die op een gesplitst scherm kunnen worden geprojecteerd, worden hieronder vermeld.
Linkerscherm Rechterscherm
Computer Video HDMI1 HDMI2 USB Display USB1 USB2 LAN Whiteboard
Computer -
Video -
HDMI1 --
HDMI2 --
USB Display -----
USB1
-----
USB2
-----
LAN
-----
Whiteboard
-----
Projectiefuncties
134
Hoe gaat u te werk?
Op een gesplitst scherm projecteren
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Split].
Het beeld van de huidige bron wordt links in het scherm
geprojecteerd.
Afstandsbediening
a
Bij het gebruik van de interactieve functie kunt u dezelfde
handelingen ook uitvoeren vanuit de onderste werkbalk.
s "Onderste werkbalk Whiteboard modus" pag.93
s "Onderste werkbalk annotatiemodus" pag.113
U kunt hetzelfde doen via het configuratiemenu.
s Instellingen - Split Screen pag.185
b
Druk op de [Menu]-knop.
Het scherm Split Screen inst. wordt weergegeven.
c
Selecteer de Bron en druk op [ ].
d
Selecteer de gewenste invoerbron voor Links en Rechts.
Projectiefuncties
135
U kunt alleen bronnen selecteren die te combineren zijn.
s "Invoerbronnen voor projectie op een gesplitst scherm"
pag.134
Zie hieronder voor beschikbare combinatie bij het gebruik van de
interactieve functie bij projectie op een gesplitst scherm.
s "Interactieve functies gebruiken bij het gelijktijdig projecteren van
twee beelden" pag.129
a
Het scherm Bron wordt ook weergegeven als u tijdens de
projectie op een gesplitst scherm op de knop [Source Search]
drukt.
e
Selecteer Uitvoeren en druk op de knop [ ].
Als u de bron wilt wijzigen tijdens de projectie met een gesplitst
scherm, start u de procedure bij stap 2.
Wisselen tussen de linker- en rechterschermen
Ga als volgt te werk om het linker- en rechterbeeld om te wisselen.
a
Druk tijdens projectie op een gesplitst scherm op [Menu].
b
Selecteer Omwisselen Schermen en druk op de knop [ ].
Het beeld links en rechts wordt omgewisseld.
Wisselen tussen de beeldgroottes links en rechts
a
Druk tijdens projectie op een gesplitst scherm op [Menu].
b
Selecteer Schermgrootte en druk op de knop [ ].
c
Selecteer de gewenste weergavegrootte en druk op de knop
[
].
Nadat de schermgrootte is ingesteld, zullen de geprojecteerde beelden
verschijnen zoals hieronder weergegeven.
Gelijk Links groter
Projectiefuncties
136
Rechts groter
a
U kunt niet op hetzelfde moment de beelden op zowel het linker- als
het rechterscherm vergroten.
Als één beeld wordt vergroot, wordt het andere verkleind.
Afhankelijk van het ingevoerde videosignaal, is het mogelijk dat de
beelden links en rechts niet even groot zijn, zelfs al is Gelijk
ingesteld.
Het gesplitste scherm stoppen
Druk op de [Esc]-knop om het gesplitste scherm te sluiten.
U kunt de volgende stappen gebruiken om het gesplitste scherm te stoppen.
Druk op de knop [Split]sen op de afstandsbediening.
Selecteer Split Screen afsl. in het configuratiemenu.
s Instellingen - Split Screen Split Screen inst. pag.185
Beperkingen tijdens projectie met een gesplitst scherm
Beperkingen in bediening
De volgende handelingen kunt u niet uitvoeren tijdens de projectie met
gesplitst scherm.
Het configuratiemenu instellen
E-Zoom
De hoogte-breedteverhouding wijzigen (De hoogte-breedteverhouding
wordt ingesteld op Normaal).
Handelingen met de knop [User] op de afstandsbediening
Autom. iris
Lichtoptimalisatie
Beeldverwerking
Bevriezen (alleen als een van de schermen is ingesteld op Whiteboard)
Er kan alleen hulp worden weergegeven als er geen beeldsignalen worden
ingevoerd of als er een fout- of waarschuwingsmelding wordt weergegeven.
Beperkingen met het beeld
De standaardwaarden voor het menu Beeld worden toegepast op het
beeld in het rechterscherm. De volgende instellingen voor het
linkerbeeld worden echter toegepast op het rechterbeeld: Kleurmodus,
Abs. kleurtemperatuur en Geavanceerd.
De ingestelde waarden Uit voor Progressief en Ruisvermindering
worden toegepast op het beeld in het rechterscherm.
s "Menu Signaal" pag.183
Wanneer er geen beeldsignaal binnenkomt, heeft het scherm de kleur
die is ingesteld in Achtergrond weerg. Als Logo is geselecteerd, is het
scherm Blauw.
Als A/V dempen actief is, is het scherm Zwart.
Afbeeldingen projecteren die zijn opgeslagen op
een USB-opslagapparaat (PC Free)
Door op de projector een USB-opslagapparaat, zoals een USB-stick of harde
schijf, aan te sluiten, kunt u de bestanden die op het USB-apparaat zijn
opgeslagen projecteren zonder van een computer gebruik te maken. Deze
functie wordt PC Free genoemd.
Projectiefuncties
137
Let op
Als u een kaartlezer of USB-hub gebruikt, worden de bewerkingen mogelijk
niet correct uitgevoerd. Sluit het USB-opslagapparaat rechtstreeks aan op de
beamer of het Control Pad.
a
Sommige USB-opslagapparaten met ingebouwde veiligheidsfuncties
zijn mogelijk niet geschikt.
U kunt trapeziumvervorming niet corrigeren tijdens de projectie PC
Free, ook niet als u op de knoppen [w] en [v] op het
bedieningspaneel drukt.
Specificaties van bestanden die met behulp van PC Free kunnen
worden geprojecteerd
Type Bestandstype
(extensie)
Opmerkingen
Beeld .jpg Het volgende kan niet worden geprojecteerd.
Afbeeldingen met een hogere resolutie dan 8.192 x
8.192
Afbeeldingen met een bestandsgrootte van meer
dan 12 MB
Bestanden met de extensie ".jpeg"
Bestanden met CMYK-kleurindeling
Progressieve beelden
Door de eigenschappen van JPEG-bestanden kunnen
bepaalde beelden niet duidelijk worden
geprojecteerd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als de
compressie te hoog is.
.bmp U kunt geen beelden projecteren met een resolutie die
hoger is dan 2048 x 2048.
.gif U kunt geen beelden projecteren met een resolutie
die hoger is dan 2048 x 2048.
GIF-animaties kunnen niet worden geprojecteerd.
Type Bestandstype
(extensie)
Opmerkingen
.png U kunt geen beelden projecteren met een resolutie die
hoger is dan 2048 x 2048.
PDF .pdf PDF-bestanden van versie 1.7 of eerder kunnen
worden geprojecteerd.
Gecodeerde PDF-bestanden kunnen niet worden
geprojecteerd.
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over het projecteren
van elk bestandstype.
Afbeeldingbestanden projecteren
s "De geselecteerde beelden of films projecteren" pag.142
PDF-bestanden projecteren
s "PDF-bestanden projecteren" pag.142
Ondersteunde filmbestanden
Bestand
Type
(Exten‐
sie)
Film
Codec
Audio-codec Opnamekwaliteit
.mpg
*
MPEG-2 MPEG-1 Layer1/2
MPEG-materiaal zonder
geluid kan worden
afgespeeld.
Lineair PCM- en AC-3-
geluid kan niet worden
afgespeeld.
Maximale bitsnelheid:
12 Mb/s
Maximumresolutie:
1280×720
.mp4
*
MPEG-4 ASP
MPEG-4 AVC
MPEG-4 AAC-LC
.wmv WMV9 WMA
Projectiefuncties
138
Bestand
Type
(Exten‐
sie)
Film
Codec
Audio-codec Opnamekwaliteit
.avi Bewegende
JPEG
Lineaire PCM
ADPCM
* Bestanden met de extensie .mpeg kunnen niet worden geprojecteerd.
Zie het volgende voor meer informatie over het projecteren van
filmbestanden.
s
"De geselecteerde beelden of films projecteren" pag.142
a
Als u een USB-compatibele harde schijf aansluit en gebruikt, zorg
dan dat de met de harde schijf geleverde lichtnetadapter is
aangesloten.
Sommige USB-opslagapparaten met ingebouwde veiligheidsfuncties
zijn mogelijk niet geschikt.
Bestanden waarop DRM (Digital Rights Management) is toegepast,
kunnen niet worden geprojecteerd.
Als u gebruik maakt van een USB-opslagapparaat met een lage
toegangssnelheid bij het afspelen van films (terwijl u deze op hoge
bitsnelheden verzendt), worden de filmbestanden mogelijk niet goed
afgespeeld of kan het geluid haperen of niet worden uitgevoerd.
De projector ondersteunt geen media die op bepaalde
bestandsystemen zijn geformatteerd. Als u problemen hebt bij het
projecteren, moet u media gebruiken die onder Windows zijn
geformatteerd.
Formatteer de media onder FAT16/32.
PC Free Voorbeelden
Afbeeldingen en films vanaf een USB-opslagapparaat projecteren
mpg
mp4
wmv
avi
bmp
gif
jpg
png
pdf
U kunt PC Free gebruiken om individuele film- of afbeeldingbestanden te
projecteren of om continu een Dia show te projecteren met meer dan één
bestand.
s "De geselecteerde beelden of films projecteren" pag.142
s "De beeldbestanden in een map achter elkaar projecteren (Dia show)"
pag.144
PC Free-bedieningsmethoden
De volgende stappen worden verklaard met de afstandsbediening als
voorbeeld, als het USB-opslagapparaat is aangesloten op het Control Pad.
USB-opslagapparaten kunnen ook direct op de projector worden
aangesloten. U kunt ook op afstand bedienen vanaf het bedieningspaneel
van de projector.
Projectiefuncties
139
a
Tijdens de projectie van een bestand met PC Free kunt u de volgende
functies gebruiken.
Bevriezen
s
"Het beeld bevriezen (Bevriezen)" pag.146
A/V dempen
s
"Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen)"
pag.146
E-Zoom
s
"Een gedeelte van het beeld weergeven (E-Zoom)" pag.148
Aanwijzer
s
"Aanwijzerfunctie (Aanwijzer)" pag.147
PC Free starten
a
Sluit het USB-opslagapparaat of de digitale camera op het Control
Pad aan.
s "Verbinding maken met het Control Pad" pag.49
b
Druk op de knop [Source Search] om de bron te wijzigen in
USB1.
s
"Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het
geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
PC Free wordt gestart en de lijst met bestanden wordt weergegeven.
De volgende bestanden worden als miniaturen weergegeven (de
bestandsinhoud wordt als een kleine afbeelding weergegeven).
- JPEG-bestanden
- PDF-bestanden (afbeelding van de eerste pagina)
- MPEG/WMV/AVI-bestanden (afbeelding van het beeld 15 seconden na
het begin van de film)
Andere bestanden of mappen worden als pictogrammen weergegeven,
zoals in onderstaande tabel getoond.
Picto‐
gram
Bestand Pictogram Bestand
MPEG-bestanden WMV-bestanden
JPEG-bestanden
*
PFX-bestanden
(Clientcertificaat/
Webserver-certificaat)
BMP-bestanden P12-bestanden
(Clientcertificaat/
Webserver-certificaat)
GIF-bestanden CER-bestanden
(CA-certificaat)
PNG-bestanden DER-bestanden
(CA-certificaat)
AVI (Motion JPEG)-
bestanden
*
PEM-bestanden
(CA-certificaat)
PDF-bestanden
*
* Als het bestand niet kan worden weergegeven als een miniatuur, wordt het
weergegeven als een pictogram.
Projectiefuncties
140
Beelden projecteren
a
Gebruik de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] om het bestand of
de map te selecteren die u wilt projecteren.
a
Als niet alle bestanden en mappen in het huidige venster
worden weergegeven, drukt u op de afstandsbediening op de
knop []] of plaatst u de cursor onderaan de pagina op
Volgende pagina en drukt u op de knop [
].
Als u naar het vorige scherm wilt terugkeren, drukt u op de
afstandsbediening op de knop [
[
] of plaatst u de cursor
bovenaan de pagina op Vorige pagina en drukt u op de knop
[
].
b
Druk op de [ ]-knop.
De geselecteerde afbeelding wordt weergegeven.
Als u een map selecteert, worden de bestanden in de map
weergegeven. Om terug te keren naar het scherm dat werd getoond
alvorens de map te openen, plaatst u de cursor op Trg nr bov. en
drukt u op de knop [
].
Afbeeldingen draaien
U kunt het beeld in stappen van 90˚ draaien als u een afbeeldingbestand
projecteert met PC Free.
a
Geef de afbeeldingen weer of voer PC Free uit.
b
Druk tijdens het projecteren op de knop [ ] of [ ].
PC Free stoppen
Als u PC Free wilt sluiten, verwijdert u het USB-opslagapparaat uit de
USB-poort op het Control Pad. Apparaten zoals digitale camera's of harde
schijven moeten worden uitgeschakeld voordat ze van de projector worden
losgekoppeld.
Projectiefuncties
141
De geselecteerde beelden of films projecteren
Let op
U mag het USB-opslagapparaat niet losmaken als het wordt geopend. PC Free
werkt dan misschien niet juist.
a
Start PC Free.
Het scherm met de bestandenlijst wordt weergegeven.
s "PC Free starten" pag.140
b
Gebruik de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] om het
afbeeldingsbestand te selecteren dat u wilt projecteren.
c
Druk op de [ ]-knop.
Het beeld wordt weergegeven of de film wordt afgespeeld.
a
Gebruik de knoppen [ ][ ] om naar het volgende of vorige
afbeeldingsbestand te gaan.
d
U kunt de projectie als volgt beëindigen.
Projectie van afbeeldingen: Druk op [Esc].
Projectie van een film: druk op [Esc] om het berichtenvenster te
openen, selecteer Afsluiten en druk op [
].
Na beëindiging van de projectie keert u terug naar het scherm met
de bestandenlijst.
PDF-bestanden projecteren
PDF-bestanden kunnen geprojecteerd worden met PC Free. In PDF-
bestanden kunt u pagina's vooruit en achteruit bladeren, en pagina's
vergroten en draaien.
a
Start PC Free.
Het scherm met de bestandenlijst wordt weergegeven.
s "PC Free starten" pag.140
b
Selecteer met [ ], [ ], [ ] of [ ] het PDF-bestand dat u wilt
projecteren.
Projectiefuncties
142
a
Alleen bestanden met de extensie .pdf worden in de lijst
weergegeven.
c
Druk op de [ ]-knop.
De eerste pagina in het PDF-bestand wordt weergegeven op
schermgrootte.
Tijdens de weergave van een PDF-bestand kunt u de volgende functies
gebruiken.
Pagina omhoog/omlaag
Wanneer de pagina op schermgrootte wordt weergegeven, kunt u naar de
vorige of volgende pagina gaan door op [
] of [ ] te drukken.
Een pagina selecteren
Druk op [Esc] om de geselecteerde menupagina weer te geven.
Selecteer met [ ] of [ ] de pagina die u wilt projecteren en druk op [ ]
om die weer te geven.
Als u op [Esc] drukt terwijl het menu Pagina selecteren wordt
weergegeven, wordt het menu afgesloten.
Een pagina vergroten
Wanneer de pagina op schermgrootte wordt weergegeven, kunt u die
vergroten door op [
] te drukken.
Staande pagina's worden horizontaal verbreed tot schermbreedte en
liggende pagina's worden verticaal verhoogd tot schermhoogte.
U brengt een vergrote pagina terug naar standaard schermgrootte door op
[
] te drukken.
Projectiefuncties
143
Door een pagina scrollen
U kunt door een vergrote pagina scrollen door op [
][ ][ ][ ] te
drukken.
Een pagina draaien
Wanneer een pagina op schermgrootte wordt weergegeven, kunt u alle
pagina's in het PDF-bestand 90 graden draaien door op [
] of [ ] te
drukken.
De PDF-weergave beëindigen
a
Druk tijdens de weergave van het PDF-bestand op [Esc].
Het menu Pagina selecteren wordt weergegeven.
b
Selecteer Afsluiten met de knop [ ] of [ ].
c
Druk op de [ ]-knop.
Het PDF-bestand wordt gesloten en u keert terug naar het
bestandsselectiescherm.
a
De volgende functies zijn niet beschikbaar tijdens de weergave van een
PDF-bestand in PC Free.
- De wachtwoordbeveiliging opheffen
- Een elektronische handtekening weergeven
- Transparantie-effecten weergeven
- Multimedia-inhoud afspelen
- 3D-illustraties weergeven
- Opmerkingen weergeven
De beeldbestanden in een map achter elkaar projecteren (Dia
show)
U kunt de beeldbestanden in een map stuk voor stuk achter elkaar een voor
een afspelen. Deze functie wordt een Dia show genoemd. Gebruik de
volgende procedure om de Dia show in te stellen.
a
U kunt voorwaarden voor de weergave instellen, zoals herhaald
projecteren en overgangseffecten toevoegen bij het wisselen van
bestand. Als u wilt dat tijdens een Dia show automatisch een ander
bestand wordt weergegeven, stelt u voor Wisseltijd onder Optie PC
Free een andere waarde in dan Nee. De standaardinstelling is Nee.
s "Weergave-instellingen voor beeldbestanden en
bewerkingsinstellingen van een Dia show" pag.145
a
Start PC Free.
s "PC Free starten" pag.140
Het scherm met de bestandenlijst wordt weergegeven.
b
Plaats de cursor met de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] op de
map met de Dia show die u wilt afspelen en druk op de [
]-
knop.
Projectiefuncties
144
c
Selecteer Dia show onderaan in het scherm met de bestandenlijst
en druk vervolgens op de [
]-knop.
De Dia show start en de afbeeldings- en filmbestanden in de map
worden automatisch één voor één, in de juiste volgorde, afgespeeld.
Wanneer het laatste bestand is geprojecteerd, wordt de bestandslijst
automatisch opnieuw weergegeven. Als u Continu afspelen in het
venster Optie instelt op Aan, wordt de diavoorstelling vanaf het
begin afgespeeld als het einde is bereikt.
s "Weergave-instellingen voor beeldbestanden en
bewerkingsinstellingen van een Dia show" pag.145
Tijdens Dia show kunt u verder gaan naar het volgende scherm,
terugkeren naar het vorige scherm of het afspelen stoppen.
a
Als de optie Wisseltijd in het scherm Optie is ingesteld op Nee, wordt
er niet automatisch een andere afbeelding weergegeven als u de functie
Diavoorstelling afspelen selecteert. Druk op de knoppen [
], [ ]
of []] om naar het volgende bestand te gaan.
Weergave-instellingen voor beeldbestanden en
bewerkingsinstellingen van een Dia show
U kunt de weergavevolgorde en de instellingen voor Dia show in het
scherm Optie opgeven.
a
Selecteer Optie onderaan in het scherm met de bestandenlijst en
druk op de knop [
].
b
Als het scherm Optie wordt weergegeven, kunt u de gewenste
instellingen opgeven.
Activeer de instellingen door de cursor op het doelonderdeel te
plaatsen en op de knop [
] te drukken.
In de volgende tabel wordt meer informatie over elk item gegeven.
Weergave‐
volgorde
U kunt de bestanden op basis van Volgrd:naam of
Volgd:datum weergeven.
Sorteervolgor
de
U kunt de bestanden Oplopend of Aflopend sorteren.
Continu afspe
len
U kunt instellen of u de Dia show wilt herhalen.
Wisseltijd
U kunt in Diavoorstelling afspelen opgeven hoe lang een
bestand moet worden weergegeven. U kunt een tijd
opgeven tussen Nee (0) en 60 Seconden. Als u Nee kiest,
wordt automatisch afspelen uitgeschakeld.
Effect
U kunt instellen welke schermeffecten bij het wisselen van
dia's worden weergegeven.
Projectiefuncties
145
c
Plaats de cursor met de knoppen [ ], [ ], [ ] en [ ] op OK
en druk vervolgens op de [
]-knop.
De instellingen worden toegepast.
Als u de instellingen niet wilt toepassen, plaatst u de cursor op
Annuleren en drukt u op [
].
Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven
(A/V dempen)
U kunt het beeld op het scherm uitschakelen indien u de aandacht wilt
leggen op wat u zegt of wanneer u geen bedieningen, bijvoorbeeld het
veranderen van bestand, op het beeld wilt laten zien.
Telkens wanneer u op de [A/V Mute]-knop drukt, wordt A/V dempen in-
of uitgeschakeld.
Afstandsbediening
a
Als u deze functie gebruikt terwijl u bewegende beelden projecteert,
worden de beelden en het geluid niet stopgezet en kunt u niet
terugkeren naar het punt waar A/V dempen werd ingeschakeld.
U kunt selecteren welk scherm wordt weergegeven wanneer de [A/V
Mute]-knop wordt ingedrukt in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - Weergeven - A/V dempen pag.186
Als A/V dempen is ingeschakeld met de knop [A/V Mute], start de
Timer A/V dempen en wordt de stroom na ongeveer 30 minuten
automatisch uitgeschakeld. Als u de Timer A/V dempen niet wilt
gebruiken, stelt u Timer A/V dempen in op Uit.
s
ECO - Timer A/V dempen pag.208
De lamp blijft branden tijdens A/V dempen, dus de lampuren blijven
oplopen.
Het beeld bevriezen (Bevriezen)
Als de functie Bevriezen wordt ingeschakeld tijdens bewegend beeld, blijft
het bevroren beeld geprojecteerd worden en kunt u een bewegend beeld
frame voor frame, als foto projecteren. U kunt de functie Bevriezen ook
gebruiken om tussentijds handelingen uit te voeren, bijvoorbeeld als u
tijdens presentaties vanaf een computer bestanden wilt wisselen zonder
beeld te projecteren.
Elke keer dat u op de knop [Freeze] drukt, wordt de bevriesfunctie in- of
uitgeschakeld.
Afstandsbediening
Projectiefuncties
146
a
Het afspelen van de audio stopt niet.
Bij bewegende beelden zullen de beelden nog steeds afgespeeld
worden als het scherm bevroren is U kunt de projectie dus niet
hervatten vanaf het punt waar het scherm was bevroren.
Als u op de knop [Freeze] drukt terwijl het menu Configuratie of
een hulpscherm wordt afgebeeld, wordt het weergegeven menu of
scherm gesloten.
De bevriesfunctie (Bevriezen) werkt ook als E-Zoom wordt gebruikt.
Aanwijzerfunctie (Aanwijzer)
Hierdoor kunt u de aanwijzer op het geprojecteerde beeld verplaatsen en zo
de aandacht vestigen op het onderwerp waarover u spreekt.
a
De aanwijzer weergeven.
Elke keer dat u op de [Pointer]-knop drukt, verschijnt de aanwijzer
of verdwijnt hij.
Afstandsbediening
b
Verplaats het aanwijzerpictogram ( ).
Afstandsbediening
Als u een knoppenpaar [ ], [ ], [ ] of [ ] tegelijk indrukt,
kunt u de aanwijzer diagonaal verplaatsen.
a
U kunt onder Configuratie de vorm van de muisaanwijzer
selecteren.
s
Instellingen - Aanwijzervorm pag.185
Projectiefuncties
147
Een gedeelte van het beeld weergeven (E-Zoom)
Met deze functie kunt u het beeld vergroten om het in detail te kunnen
bekijken. Dit kan vooral handig zijn bij grafieken en tabellen.
a
Start E-Zoom.
Druk op de [
z]-knop om het kruis ( ) weer te geven.
Afstandsbediening
b
Verplaats het ( ) naar het gebied van het beeld dat u wilt
vergroten.
Afstandsbediening
Als u een knoppenpaar [ ], [ ], [ ] of [ ] tegelijk indrukt,
kunt u de aanwijzer diagonaal verplaatsen.
c
Vergroten.
Afstandsbediening
[z]-knop: Vergroot het gebied telkens
als deze wordt ingedrukt. U kunt
versneld vergroten door de knop
ingedrukt te houden.
[x]-knop: Verkleint afbeeldingen die
reeds werden vergroot.
[Esc]-knop: Annuleert E-Zoom.
a
De vergrotingsverhouding verschijnt in beeld. Het
geselecteerde gebied kan in 25 stappen 1 tot 4 keer worden
vergroot.
Druk tijdens een uitvergrote projectie op de knoppen [
],
[
], [ ] en [ ] om door het beeld te bladeren.
Projectiefuncties
148
De muisaanwijzer bedienen met de
afstandsbediening (Draadloze muis)
U kunt de muisaanwijzer van de computer bedienen vanaf de
afstandsbediening van de projector. Deze functie wordt Draadloze muis
genoemd.
De volgende besturingssystemen ondersteunen de functie draadloze muis.
Windows OS X
Besturingssys‐
teem
Windows 2000
Windows XP
Windows Vista
Windows 7
Windows 8
Windows 8.1
Mac OS X 10.3.x
Mac OS X 10.4.x
Mac OS X 10.5.x
Mac OS X 10.6.x
OS X 10.7.x
OS X 10.8.x
OS X 10.9.x
* Het is mogelijk dat de functie voor de Draadloze muis niet werkt onder
sommige versies van de besturingssystemen.
Gebruik de volgende procedure om de Draadloze muis te activeren.
a
Stel USB Type B op Draadloze muis/USB Display in het menu
Configuratie in.
s Uitgebreid - USB Type B pag.186
b
Sluit de projector aan op de computer met de meegeleverde
USB-kabel.
s
"Een computer aansluiten" pag.36
c
Schakel de bron over naar een van de volgende.
USB Display
Computer
HDMI1
HDMI2
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het
geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
Nadat de verbinding tot stand is gebracht, kunt u de muisaanwijzer als
volgt bedienen.
De muisaanwijzer verplaatsen
[ ][ ][ ][ ]-knoppen:
Verplaatst de muisaanwijzer.
Muisklikken
[Esc]-knop: Klikken met de
rechtermuisknop.
[
]-knop: Klikken met de
linkermuisknop. Klik tweemaal om te
dubbelklikken.
Slepen en neerzetten
Houd de [ ]-knop ingedrukt en druk
tegelijkertijd op de knoppen [
],
[
], [ ] of [ ] om te verslepen.
Laat de [
]-knop los om het gesleepte
item op de gewenste positie neer te
zetten.
Projectiefuncties
149
Pagina omhoog/omlaag
[[]-knop: Hiermee gaat u terug naar de
vorige pagina.
[]]-knop: Hiermee gaat u naar de
volgende pagina.
a
Als u een knoppenpaar [ ], [ ], [ ] of [ ] tegelijk indrukt,
kunt u de aanwijzer diagonaal verplaatsen.
Als de muisknopinstellingen op de computer zijn omgekeerd, dan
worden ze automatisch ook omgekeerd op de afstandbediening.
De draadloze muisfunctie werkt niet onder de volgende
omstandigheden.
- Als Uitgebreid - USB Type B op een andere optie is gesteld dan
Draadloze muis/USB Display,
- Bij de projectie van beelden vanaf een apparaat dat is aangesloten
op de HDMI1/MHL-aansluitingen met behulp van een MHL-kabel.
- Als het menu Configuratie of Help wordt weergegeven.
- Wanneer een andere functie dan de draadloze muisfunctie wordt
gebruikt (bijvoorbeeld volume-aanpassing).
Als u de functies E-Zoom of Aanwijzer gebruikt, kunt u wel naar
omhoog en beneden bladeren.
Een gebruikerslogo opslaan
U kunt het beeld dat momenteel wordt geprojecteerd als gebruikerslogo
opslaan.
U kunt het logo van de geregistreerde gebruiker gebruiken als scherm bij de
start van de projectie of zolang er geen beeldsignaal wordt uitgevoerd.
s Uitgebreid - Weergeven pag.186
a
Als het gebruikerslogo eenmaal is opgeslagen, kunt u het
standaardlogo niet meer terugzetten.
Als de inhoud van het menu Configuratie wordt ingesteld vanaf een
andere projector met behulp van de batch-installatiefunctie, wordt
het geregistreerde gebruikerslogo ingesteld voor de andere projectors.
Registreer geen vertrouwelijke informatie en dergelijke, zoals het
gebruikerslogo.
s "Batch-instelling voor meerdere projectors uitvoeren" pag.212
a
Projecteer het beeld dat u als gebruikerslogo wilt gebruiken en
druk vervolgens op de [Menu]-knop.
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Gebruikerslogo onder Uitgebreid.
Projectiefuncties
150
a
Als Gebr. logo beveil. onder Wachtwoordbeveiliging is
ingesteld op Aan, wordt er een melding weergegeven en kan
het gebruikerslogo niet worden gewijzigd. U kunt wijzigingen
doorvoeren nadat u Gebr. logo beveil. op Uit hebt gezet.
s "Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)" pag.154
Als Gebruikerslogo wordt geselecteerd terwijl Keystone, E-
Zoom, Hoogte-breedte of Zoom aanpassen wordt uitgevoerd,
wordt de op dat moment uitgevoerde functie geannuleerd.
c
Als de melding "Dit beeld kiezen als gebruikerslogo?" wordt
weergegeven, selecteer dan Ja.
a
Als u op de [ ]-knop op de afstandsbediening of het
bedieningspaneel drukt, is het mogelijk dat de schermgrootte
wijzigt overeenkomstig de resolutie van het beeldsignaal.
d
Verplaats het kader om het deel van het beeld dat u als
gebruikerslogo wilt gebruiken, te selecteren.
U kunt dezelfde handelingen uitvoeren vanaf het bedieningspaneel
van de projector.
Afstandsbediening
a
U kunt een beeld opslaan met een afmeting van 400x300
beeldpunten.
e
Als u op de [ ]-knop drukt en het bericht "Dit beeld kiezen?"
wordt weergegeven, selecteert u Ja.
Projectiefuncties
151
f
Selecteer de zoomfactor in het instellingsvenster voor zoom.
g
Als de melding "Dit beeld opslaan als gebruikerslogo?" wordt
weergegeven, selecteert u Ja.
Het beeld wordt opgeslagen. Nadat het beeld is opgeslagen, wordt de
melding "Voltooid." weergegeven.
a
Als een gebruikerslogo wordt opgeslagen, wordt het vorige
gebruikerslogo gewist.
Het gebruikerspatroon opslaan
Er zijn vijf typen patronen geregistreerd voor de beamer, zoals liniaallijnen
en rasterpatronen.
s Instellingen - Patroon - Patroontype pag.185
U kunt het beeld dat momenteel wordt geprojecteerd ook opslaan als
gebruikerspatroon.
a
Als een gebruikerspatroon wordt opgeslagen, wordt het vorige
gebruikerspatroon gewist.
a
Projecteer het beeld dat u als gebruikerspatroon wilt gebruiken en
druk vervolgens op de [Menu]-knop.
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Patroon onder Instellingen.
c
Selecteer Gebruikerspatroon.
Projectiefuncties
152
a
Als Gebruikerspatroon wordt geselecteerd terwijl Keystone, E-
Zoom, Hoogte-breedte, Zoom aanpassen of Beeldverschuiving
wordt uitgevoerd, wordt de op dat moment uitgevoerde functie
tijdelijk geannuleerd.
d
Als "Wilt u het nu geprojecteerde beeld gebruiken als
Gebruikerspatroon?" wordt weergegeven, selecteer u Ja.
e
Wanneer u op de [ ]-toets drukt, wordt de vraag "Slaat u deze
afbeelding op als het Gebruikerspatroon?" weergegeven. Selecteer
Ja.
Het beeld wordt opgeslagen. Zodra het beeld is opgeslagen wordt de
melding "Gebruikerspatroon is nu ingesteld." weergegeven.
a
Als het gebruikerspatroon eenmaal is opgeslagen, kunt u het
standaard gebruikerspatroon niet meer terugzetten.
Projectiefuncties
153
De projector beschikt over de volgende geavanceerde beveiligingsfuncties.
Wachtwoordbeveiliging
U kunt het aantal gebruikers van de projector beperken.
Toetsvergrendeling
U kunt voorkomen dat personen zonder toestemming de instellingen op
de projector wijzigen.
s "Bediening beperken (Toetsvergrendeling)" pag.156
Antidiefstalvergrendeling
De projector is uitgerust met de volgende antidiefstalbeveiliging.
s "Antidiefstalvergrendeling" pag.157
Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)
Als Wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld, kunnen personen die het
wachtwoord niet kennen de projector niet gebruiken voor het projecteren
van beelden, zelfs niet als de projector is ingeschakeld. Bovendien kan het
gebruikerslogo dat wordt weergegeven als u de projector inschakelt, niet
worden gewijzigd. Dit heeft een antidiefstalfunctie omdat de projector ook
na diefstal niet kan worden gebruikt. Bij aanschaf van de projector is
Wachtwoordbeveiliging niet ingeschakeld.
Soorten Wachtwoordbeveiliging
Er zijn drie manieren om wachtwoordbeveiliging in te stellen, afhankelijk
van het gebruik van de projector.
Inschakelbeveiliging
Als Inschakelbeveiliging Aan is, dient u een vooraf ingesteld wachtwoord
in te voeren nadat de projector is aangesloten en aangezet (dit geldt
tevens voor Dir. Inschakelen). Als het verkeerde wachtwoord wordt
ingevoerd, zal de projectie niet starten.
Gebr. logo beveil.
Iemand die het gebruikerslogo wil wijzigen dat door de eigenaar van de
projector is vastgelegd, zal merken dat dit niet gaat. Als Gebr. logo beveil.
op Aan staat, zijn de volgende instellingswijzigingen voor het
Gebruikerslogo verboden.
Een gebruikerslogo opnemen
Instellingen voor Achtergrond weerg., Opstartscherm en A/V
dempen onder Weergeven
s Uitgebreid - Weergeven pag.186
Netwerkbeveil.
Als Netwerkbeveil. op Aan staat, mogen er geen instellingen worden
gewijzigd voor Netwerk.
s "Menu Netwerk" pag.180
Besch. Tijd/rooster
Als Besch. Tijd/rooster is ingesteld op Aan, is het wijzigen van
instellingen voor de systeemtijd of planningen van de beamer verboden.
Instellen van Wachtwoordbeveiliging
Gebruik de volgende procedure om de wachtwoordbeveiliging in te stellen.
a
Houd tijdens het projecteren de [Freeze]-knop ongeveer vijf
seconden ingedrukt.
Het instellingsmenu Wachtwoordbeveiliging wordt weergegeven.
Afstandsbediening
Beveiligingsfuncties
154
a
Als Wachtwoordbeveiliging al is ingeschakeld, moet u het
wachtwoord invoeren.
Als het ingevoerde wachtwoord juist is, wordt het
instellingsmenu Wachtwoordbeveiliging weergegeven.
s "Wachtwoord invoeren" pag.155
Als het wachtwoord is ingesteld, plak dan de Beveiligd-met-
wachtwoord-sticker als extra afschrikmiddel op een zichtbare
plaats op de projector.
s Beveiligd-Met-Wachtwoord-Sticker
b
Selecteer het type wachtwoordbeveiliging dat u wilt instellen en
druk op de [
]-knop.
c
Selecteer Aan en druk op de [ ]-knop.
Als u op de [Esc]-knop drukt, wordt het in stap 2 getoonde scherm
opnieuw weergegeven.
d
Het wachtwoord instellen.
(1)
Selecteer Wachtwoord en druk op de [
]-knop.
(2)
Het bericht "Wachtwoord wijzigen?" wordt weergegeven. Selecteer Ja en
druk op de [
]-knop. Het standaardwachtwoord is "0000". Wijzig dit in
het door u gekozen wachtwoord. Als u Nee selecteert, wordt het in stap 2
getoonde scherm opnieuw weergegeven.
(3) Houd de [Num]-knop ingedrukt en voer met de numerieke knoppen een
getal van vier cijfers in. Het ingevoerde nummer wordt weergegeven als "*
* * *". Als u het vierde cijfer invoert, wordt het bevestigingsscherm
weergegeven.
Afstandsbediening
(4) Voer het wachtwoord opnieuw in.
De melding "Het nieuwe wachtwoord is opgeslagen." wordt
weergegeven.
Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een melding dat u het
wachtwoord opnieuw moet invoeren.
Wachtwoord invoeren
Als het wachtwoordinvoerscherm wordt weergegeven, voert u met de
afstandsbediening het wachtwoord in.
Houd de [Num]-knop ingedrukt en voer met de numerieke knoppen het
wachtwoord in.
Beveiligingsfuncties
155
Zodra het correcte wachtwoord is ingevoerd, wordt de
wachtwoordbeveiliging tijdelijk opgeheven.
Let op
Als u drie keer achter elkaar een onjuist wachtwoord invoert, wordt de
melding "De projector wordt vergrendeld." ongeveer vijf minuten lang
weergegeven, waarna de projector in stand-by modus gaat. Als dit gebeurt,
haal dan de voedingskabel van de projector uit het stopcontact, steek de kabel
er vervolgens weer in en schakel de projector weer in. De projector geeft het
wachtwoordinvoerscherm opnieuw weer zodat u het juiste wachtwoord kunt
invoeren.
Als u het wachtwoord bent vergeten, schrijf dan het nummer dat achter
"Code opvragen: xxxxx" op het scherm verschijnt op en neem contact op met
het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Als u bovenstaande handeling blijft herhalen en het onjuiste wachtwoord
dertig keer achter elkaar invoert, dan wordt de volgende melding weergegeven
en zal de beamer geen wachtwoorden meer accepteren. "De projector wordt
vergrendeld. Neem contact op met Epson - zie de documentatie."
s Adressenlijst Epson Projector
Bediening beperken (Toetsvergrendeling)
Ga als volgt te werk om de knoppen op het bedieningspaneel te blokkeren.
Voll. vergrend.
Alle knoppen op het bedieningspaneel zijn geblokkeerd. U kunt de
projector via het bedieningspaneel niet meer bedienen, inclusief in- en
uitschakelen.
Toetsvergrend.
Alle knoppen op het bedieningspaneel, behalve de [
t
]-knop, zijn
vergrendeld.
Dit is nuttig op evenementen of shows waar u alle knoppen wilt deactiveren
tijdens projectie, of op scholen waar u de knopbediening wilt beperken. De
projector kan nog steeds bediend worden met de afstandsbediening.
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Toetsvergrendeling in Instellingen.
Beveiligingsfuncties
156
c
Kies ofwel Voll. vergrend. of Toetsvergrend. afhankelijk van uw
bedoeling.
d
Selecteer Ja als het bevestigingsbericht wordt weergegeven.
De knoppen op het bedieningspaneel worden geblokkeerd volgens de
door u gekozen instellingen.
a
Er zijn twee manieren om de blokkering van het
bedieningspaneel op te heffen.
Selecteer Uit onder Toetsvergrendeling.
s Instellingen - Toetsvergrendeling pag.185
Houd de [
]-knop op het bedieningspaneel ongeveer zeven
seconden ingedrukt. Vervolgens verschijnt er een melding en
wordt de blokkering opgeheven.
Antidiefstalvergrendeling
De projector is uitgerust met de volgende soorten antidiefstalbeveiliging.
Beveiligingssleuf
De beveiligingssleuf is compatibel met het door Kensington geproduceerde
Microsaver Security System.
U vindt meer informatie over het Microsaver Security System op:
s
http://www.kensington.com/
Installatiepunt van beveiligingskabel
Een in de handel verkrijgbaar draadslot ter voorkoming van diefstal kan
door het installatiepunt worden geleid om de projector aan een bureau of
pilaar te bevestigen. Voer hier geen stroomuitvalpreventiedraden door als
u de projector aan een wand monteert of ophangt aan het plafond.
Het draadslot installeren
Leid een draadslot ter voorkoming van diefstal door het installatiepunt.
Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd met het draadslot voor
instructies bij het vastzetten.
Beveiligingsfuncties
157
Over EasyMP Monitor
Met EasyMP Monitor kunt u handelingen uitvoeren zoals het controleren
op een computermonitor van de status van meerdere Epson-projectoren die
zijn aangesloten op een netwerk, en het bedienen van de projectoren vanaf
de computer.
U kunt EasyMP Monitor downloaden van de volgende website:
http://www.epson.com
In wat volgt vindt u korte beschrijvingen van de controle- en
bedieningsfuncties die met EasyMP Monitor kunnen worden uitgevoerd.
Projectors registreren voor controle en beheer
Groepsregistratie voor geregistreerde projectors
De status van geregistreerde projectors controleren
Geregistreerde projectors bedienen
Instellingen voor e-mailmeldingen
Berichten verzenden naar geregistreerde projectors
Message Broadcasting
Message Broadcasting is plugin-software voor EasyMP Monitor. Message
Broadcasting kan worden gebruikt om een bericht (JPEG-bestand) te sturen
om te projecteren op alle Epson-projectors of op opgegeven projectors die
zijn verbonden met het netwerk.
De gegevens kunnen handmatig worden verzonden of automatisch met
behulp van Timerinstellingen van EasyMP Monitor.
Download de software Message Broadcasting van de volgende website.
http://www.epson.com
Instellingen wijzigen met een webbrowser
(Webcontrole)
De functies van de projector kunnen worden ingesteld en de projector kan
worden bediend via een computer met de webbrowser die is aangesloten op
het netwerk. Met deze functie kunt u de configuratie- en
controlebewerkingen op afstand uitvoeren. Bovendien is het invoeren van
tekst voor de configuratie eenvoudiger omdat u het toetsenbord van de
computer kunt gebruiken.
Gebruik als webbrowser Microsoft Internet Explorer 8.0 of later. Gebruik
Safari voor OS X.
a
Als u de Stand-by modus instelt op Communicatie aan, kunt u een
webbrowser gebruiken om instellingen in te voeren en controle uit te
oefenen zelfs als de projector in stand-by staat (als de voeding is
uitgeschakeld).
s ECO - Stand-by modus pag.208
Configuratie van de beamer
U kunt via een webbrowser items aanpassen die u normaal via het menu
Configuratie van de projector wijzigt. De wijzigingen worden in het menu
Configuratie doorgevoerd. Er zijn ook onderdelen die alleen kunnen
worden ingesteld in een webbrowser.
Opties in het menu Configuratie die niet met een webbrowser kunnen worden
gewijzigd
Menu Instellingen - Beeldverschuiving
Menu Instellingen - Aanwijzervorm
Menu Instellingen - Knop gebruiker
Menu Instellingen - Patroon (uitgezonderd Patroontype)
Menu Uitgebreid - Easy Interactive Function
Controle en bediening
158
Menu Uitgebreid - Weergeven - Werkbalken
Menu Uitgebreid - Omschak. - Pictogram penmodus
Menu Uitgebreid - Weergeven - Projectorbediening
Menu Uitgebreid - Gebruikerslogo
Menu Uitgebreid - Bewerking - Hoogtemodus
Menu Uitgebreid - USB Type B
Menu Uitgebreid - Taal
Menu Resetten - Alle standaardw. en Lampuren terugzetten
De beschikbare instellingen komen overeen met die van het menu
Configuratie van de projector.
s "Configuratie menu" pag.177
Items die alleen kunnen worden ingesteld in een webbrowser
Menu Whiteboardinstelling - Adresboek
Het scherm Webcontrole weergeven
Gebruik onderstaande procedure om het scherm Webcontrole te openen.
Controleer of de computer en de projector op het netwerk zijn aangesloten.
Zet Aansluitmodus op Geavanceerd in het menu Configuratie.
s
Netwerk - Draadloos LAN - Aansluitmodus pag.195
a
Als uw webbrowser is ingesteld om verbinding te maken via een
proxyserver, kan het scherm Webcontrole niet worden geopend. Om
webcontrole weer te geven, dient u de instellingen aan te passen zodat
de verbinding niet via een proxyserver verloopt.
a
Start een webbrowser op de computer.
b
Voer het IP-adres van de projector in de adresbalk van de
webbrowser in en druk op het toetsenbord van de computer op
Enter.
Het scherm Webcontrole wordt geopend.
Wanneer Wachtwoord webctrl is ingesteld in het menu Netwerk van
het Configuratie menu van de projector, wordt het scherm
wachtwoordinvoer geopend.
c
Het invoerscherm voor de gebruikersnaam en het wachtwoord
verschijnt.
Voer "EPSONWEB" als gebruikernaam in.
Het standaardwachtwoord is "admin".
a
Voer ook wanneer de wachtwoordinstelling is uitgeschakeld
de gebruikersnaam in. De gebruikersnaam kan niet worden
veranderd.
Het wachtwoord kan worden gewijzigd in het menu Netwerk
in het menu Configuratie .
s Netwerk - Beheerdersinstelling - Wachtwoord webctrl
pag.195
Voer het volgende in als u verbinding maakt met het menu
Beheerdersinstelling en het Beheerderswachtwoord is ingesteld.
- Gebruikers-ID: EPSONADMIN
- Wachtwoord: Het ingestelde beheerderwachtwoord
s Netwerk - Beheerdersinstelling - Beheerderswachtwoord
pag.195
Het scherm Web Remote weergeven
Dankzij de functie Web Remote (Bediening via webbrowser) kunt u de
bewerkingen van de projector bedienen via een webbrowser.
a
Open het scherm Webcontrole.
Controle en bediening
159
b
Klik op Web Remote.
Als Wachtwoord Web Remote is ingesteld in het menu Netwerk
typt u "EPSONREMOTE" als gebruikers-ID.
c
Het scherm Web Remote wordt weergegeven.
Naam Functie
A
[t]-knoppen
Hiermee schakelt u de projector in of uit.
s "Van installatie tot projectie" pag.54
Naam Functie
B
[Capture]-knop
Maakt een opname van het geprojecteerde scherm.
Daarna wordt de opname in een nieuwe pagina geplakt in
de Whiteboard modus. (Deze knop is niet bruikbaar in de
Whiteboard modus.)
s "De beamer bedienen vanaf geprojecteerd scherm"
pag.123
C
[Print]-knop
Drukt het geprojecteerde scherm af.
s "Tekeningen in de Whiteboardmodus afdrukken"
pag.98
s "Tekeningen in de annotatiemodus afdrukken"
pag.115
D
[Freeze]-knop
Druk op deze knop om het afspelen van beelden te
onderbreken of hervatten.
s "Het beeld bevriezen (Bevriezen)" pag.146
E
[A/V Mute]-knop
Hiermee schakelt u video en audio in en uit.
s "Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V
dempen)" pag.146
F
[Page]-knoppen
[Up] [Down]
Hiermee schakelt u naar een andere pagina over, bv. in
PowerPoint-bestanden, wanneer u gebruik maakt van de
volgende projectiemethoden.
Als u de Draadloze muis gebruikt
s "De muisaanwijzer bedienen met de
afstandsbediening (Draadloze muis)" pag.149
Als u USB Display gebruikt
s "Projecteren met USB Display" pag.56
Als op een netwerk wordt aangesloten
Wanneer u beelden projecteert met PC Free, geeft u met
deze knoppen het vorige/volgende scherm weer.
G
[Source Search]-knop
Schakelt over naar het beeld van de ingangspoort die
videosignalen ontvangt.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en
het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
Controle en bediening
160
Naam Functie
H
[Whiteboard]-knop
Druk, als de beamer uitgeschakeld is, op deze knop om
de beamer in te schakelen en de interactieve functie te
starten in de Whiteboard modus.
Druk hierop als de projector is ingeschakeld om naar de
Whiteboard modus te gaan. Bij indrukken in de
Whiteboard modus schakelt u naar de vorige
invoerbron.
s "Het gebruik van interactieve functies voorbereiden"
pag.76
I
[Save]-knop
Slaat het geprojecteerde scherm op.
s "De inhoud van tekeningen in de Whiteboardmodus
opslaan" pag.96
s "De inhoud van tekeningen in de annotatiemodus
opslaan" pag.114
J
[Volume]-knoppen
[a][b]
[a] Verlaagt het volume.
[b] Verhoogt het volume.
s "Het volume bijstellen" pag.67
Certificaten instellen
U kunt een webbrowser gebruiken om certificaten in te stellen voor de
verificatie van een draadloze LAN.
Clientcertificaat en CA-certificaat voor de beveiligingsinstellingen voor een
draadloos LAN, en Webservercertificaat voor de functie Beveiligde HTTP.
a
Open Webcontrole.
s "Het scherm Webcontrole weergeven" pag.159
b
Klik op Beheerdersinstelling - Certificaatbeheer in Netwerk.
c
Het scherm Certificaatbeheer wordt weergegeven.
Leg de instellingen vast volgens het geïnstalleerde certificaat.
Naam submenu Items of instellingswaarden
Clientcertificaat
Opfrissen/Wissen
Uitgereikt aan
Uitgereikt door
Geldigheidsduur
CA-certificaat
Opfrissen/Wissen
Uitgereikt aan
Uitgereikt door
Geldigheidsduur
Zelfondertekend
certificaat
Opfrissen/Wissen
Uitgereikt aan
Uitgereikt door
Geldigheidsduur
Webservercertificaat
Opfrissen/Wissen
Uitgereikt aan
Uitgereikt door
Geldigheidsduur
d
Klik op Toepassen als de instellingen klaar zijn.
Controle en bediening
161
a
Controleer of de projector het formaat ondersteunt wanneer u een
certificaat installeert.
s "Lijst van ondersteunde certificaten" pag.163
U kunt ook digitale certificaten van een USB-opslagapparaat op de
projector installeren. Een certificaat wordt echter wellicht niet correct
geïnstalleerd als u het zowel van een USB-opslagapparaat als van het
netwerk installeert.
s "Afbeeldingen projecteren die zijn opgeslagen op een USB-
opslagapparaat (PC Free)" pag.137
Een adresboek maken
Door een adresboek te maken, kunt u eenvoudig adressen selecteren bij het
verzenden van e-mail in de Whiteboard modus. Maak het adresboek in de
volgende indeling. Adressen worden weergegeven in de volgorde waarin ze
in het gemaakte bestand zijn ingevoerd.
Selecteer bij het importeren van een adresboek in de beamer
Whiteboardinstelling - Beheerdersinstelling - Instellingen adresboek -
Adresboekbestand op het scherm Webcontrole.
Item Uitleg
Bestandsindeling Door tabs gescheiden tekst
Veld Gebruik tabs om informatie in de volgorde van
Naam en Adres te scheiden. Gebruik regels om
informatie te scheiden als het veld alleen een naam
bevat.
Maximaal aantal
adressen
999
Extensie .txt
Tekencode Unicode
Opmerkingen bij veilige HTTP
Het beveiligde HTTPS-protocol wordt automatisch gebruikt als Beveiligde
HTTP in Beheerdersinstelling in het menu Netwerk is ingeschakeld (Aan).
U kunt deze functie gebruiken om de communicatie tussen de projector en
de webbrowser beter te beveiligen.
Tijdens communicatie via het HTTPS-protocol wordt een certificaat
gebruikt om de betrouwbaarheid van de server te controleren. Maak een
servercertificaat en installeer het op de projector om de betrouwbaarheid
ervan door de webbrowser te laten controleren.
Als er geen servercertificaat is, communiceert de projector met een
automatisch zelfondertekend certificaat. Omdat dit zelfondertekende
certificaat geen waarborg is voor de betrouwbaarheid van de server, wordt
een waarschuwing gemaakt als de browser met de projector communiceert.
Hoewel het beveiligingsniveau lager wordt dan bij communicatie met een
servercertificaat, kunt u de waarschuwing negeren en de communicatie
voortzetten.
Controle en bediening
162
Lijst van ondersteunde certificaten
Clientcertificaat (PEAP-TLS/EAP-TLS)
Item Uitleg
Ondersteund formaat PKCS#12
Extensie PKCS, P12
Codering RSA
Hashes MD5/SHA-1/SHA-256/SHA-384/SHA-512
Sleutellengte 512/1024/2048/4096 bit
Wachtwoord Vereist. Maximaal 32 alfanumerieke tekens
Servercertificaat (PEAP/PEAP-TLS/EAP-TLS/EAP-Fast)
Item Uitleg
Ondersteund formaat X509v3
Extensie DER/CER/PEM
Codering RSA
Hashes MD5/SHA-1/SHA-256/SHA-384/SHA-512
Sleutellengte 512/1024/2048/4096 bit
Codering BASE64/Binair
Webservercertificaat (Beveiligde HTTP)
Item Uitleg
Ondersteund formaat PKCS#12
Extensie PKCS, P12
Codering RSA
Hashes MD5/SHA-1/SHA-256/SHA-384/SHA-512
Item Uitleg
Sleutellengte 512/1024/2048/4096 bit
Gedeelde naam Netwerkhostnaam
Organisatie Optioneel
Wachtwoord Vereist. Maximaal 32 alfanumerieke tekens
Problemen rapporteren via een E-mailmelding
Als u de functie E-mailmelding instelt, wordt er, wanneer zich met de
projector een probleem voordoet, een e-mailmelding verstuurd naar de e-
mailadressen die u vooraf hebt opgegeven. Hierdoor wordt de beheerder op
de hoogte gesteld van problemen met projectoren, zelfs als deze zich op
afstand bevinden.
s Netwerk - Beheerdersinstelling - E-mailmelding pag.195
a
U kunt maximaal drie bestemmingen (adressen) voor de e-
mailmelding opgeven en de e-mailmeldingen kunnen naar alle drie
de bestemmingen tegelijk worden verstuurd.
Als zich een ernstig probleem met de projector voordoet en deze
plotseling stopt met werken, kan deze mogelijk geen melding meer
naar de beheerder verzenden.
Bediening is mogelijk als de Stand-by modus is ingesteld op
Communicatie aan, zelfs als de projector in stand-by staat (als de
voeding is uitgeschakeld).
s ECO - Stand-by modus pag.208
Inhoud van een foutmelding in een e-mail
Wanneer de functie e-mailmelding op Aan staat en er doet zich een
probleem of waarschuwing voor in de projector, wordt het volgende e-
mailbericht verzonden.
Controle en bediening
163
Afzender: Adres voor Adres 1
Onderwerp: EPSON Projector
Regel 1: De naam van de projector met een probleem
Regel 2: Het IP-adres van de projector met een probleem.
Regel 3 en verder: Nadere bijzonderheden van het probleem
De details van het probleem worden regel voor regel weergegeven.
Hieronder ziet u de belangrijkste meldingen.
Internal error
Fan related error
Sensor error
Lamp timer failure
Lamp out
Internal temperature error
High-speed cooling in progress
Lamp replacement notification
No-signal
De projector krijgt geen signaal. Controleer de aansluitingen en controleer
of de signaalbron wel is ingeschakeld.
Auto Iris Error
Power Err. (Ballast)
Interactive Warning
Obstacle Detection Error
Zie onderstaande om problemen of waarschuwingen op te vangen.
s "De indicatielampjes aflezen" pag.215
Beheer via SNMP
Door SNMP in te stellen op Aan in het menu Configuratie wordt wanneer
zich een probleem of waarschuwing voordoet een e-mailmelding verstuurd
naar de gespecificeerde computer. Hierdoor wordt de beheerder op de
hoogte gesteld van problemen met projectoren, zelfs als deze zich op
afstand bevinden.
s
Netwerk - Beheerdersinstelling - SNMP pag.195
a
SNMP moet worden beheerd door een netwerkbeheerder of door
iemand die kennis heeft van het netwerk.
Om de projector met SNMP te kunnen beheren moet u het SNMP-
beheerprogramma op de computer installeren.
De SNMP-agent voor deze projector voldoet aan versie 1 (SNMPv1).
Beheer van een projector via SNMP is niet mogelijk via een
draadloos netwerk in de aansluitmodus Snel.
U kunt maximaal twee bestemmings-IP-adressen opslaan.
ESC/VP21-opdrachten
Met ESC/VP21 kunt u de projector vanaf een extern apparaat bedienen.
Opdrachtenlijst
Als het commando power ON naar de projector wordt gestuurd, schakelt de
projector in en gaat hij over in opwarmmodus. Als de projector is
ingeschakeld, wordt een dubbele punt ":" (3Ah) teruggestuurd.
Als een commando wordt ingevoerd, voert de projector het commando uit
en stuurt een ":" terug. Vervolgens accepteert hij het volgende commando.
Als het commando dat wordt verwerkt op een abnormale manier wordt
afgebroken, wordt er een foutmelding doorgegeven en wordt ":"
teruggestuurd.
Controle en bediening
164
Hieronder ziet u de belangrijkste inhoud.
Item Commando
Power ON/OFF Aan PWR ON
Uit PWR OFF
Signaalselectie Computer Automatisch SOURCE 1F
RGB SOURCE 11
Component SOURCE 14
HDMI1/MHL SOURCE 30
HDMI2 SOURCE A0
Video SOURCE 41
USB Display SOURCE 51
USB1 SOURCE 52
LAN SOURCE 53
USB2 SOURCE 54
Whiteboard SOURCE 55
A/V dempen AAN/
UIT
Aan MUTE ON
Uit MUTE OFF
Voeg een harde-returncode (CR) (0Dh) in aan het eind van elk commando en
verzend de code.
Neem contact op met uw plaatselijke leverancier of het dichtstbijzijnde
adres in de Adressenlijst Epson Projector voor meer informatie.
s Adressenlijst Epson Projector
Kabelindelingen
Seriële aansluiting
Soort connector: D-Sub 9-pens (mannetje)
Naam projectoringang: RS-232C
<Op de projector> <Op de computer>
<Op de projector> (Seriële pc-kabel) <Op de computer>
Signaalnaam Functie
GND Aarde signaaldraad
TD Gegevens verzenden
RD Gegevens ontvangen
Communicatieprotocol
Standaardinstelling voor baudrate: 9600 bps
Gegevenslengte: 8 bits
Pariteit: Geen
Stopbit: 1 bit
Flowbesturing: Geen
Controle en bediening
165
Info over PJLink
PJLink Class1 is ingesteld door de JBMIA (Japan Business Machine and
Information System Industries Association) als standaardprotocol voor het
beheren van netwerkcompatibele projectors in het kader van het
standaardiseren van beheerprotocollen voor projectors.
De projector voldoet aan de PJLink Class1-standaard ingesteld door de
JBMIA.
U moet de netwerkinstellingen maken voordat u PJLink kunt gebruiken.
Raadpleeg het volgende gedeelte voor meer informatie over de
netwerkinstellingen.
s "Menu Netwerk" pag.195
Hij voldoet aan alle commando's, behalve aan de volgende door PJLink
Class1 gedefinieerde commando's, en de overeenkomst is bevestigd door de
standaardcompatibiliteitstest van PJLink.
URL:http://pjlink.jbmia.or.jp/english/
Niet-compatibele commando's
Functie PJLink-commando
Instellingen voor
dempen
Beeld dempen instellen AVMT 11
Audio dempen instellen AVMT 21
Inputnamen gedefinieerd door PJLink en bijbehorende
projectorbronnen
Bron PJLink-commando
Computer INPT 11
Video INPT 21
HDMI1/MHL INPT 32
HDMI2 INPT 33
Bron PJLink-commando
USB1 INPT 41
USB2 INPT 42
LAN INPT 52
USB Display INPT 53
Whiteboard INPT 55
De naam van de fabrikant voor "informatieverzoeken"
EPSON
De modelnaam voor "informatieverzoeken over producten"
EPSON 1420
EPSON 1430
Over Crestron RoomView
®
Crestron RoomView
®
is een geïntegreerd controlesysteem dat wordt
geleverd door Crestron
®
. Het kan worden gebruikt om meerdere apparaten
die op een netwerk zijn aangesloten te monitoren en te bedienen.
De projector ondersteunt het controleprotocol en kan daarom worden
gebruikt in een systeem dat werd gebouwd met Crestron RoomView
®
.
Bezoek de website van Crestron
®
voor meer informatie over Crestron
RoomView
®
. (Alleen Engelstalige displays worden ondersteund.)
http://www.crestron.com
Hieronder vindt u een overzicht van Crestron RoomView
®
.
Bediening op afstand via een browser
U kunt een projector vanaf uw computer bedienen net alsof u een
afstandsbediening gebruikt.
Controle en bediening
166
Controle en bediening met toepassingssoftware
U kunt Crestron RoomView
®
Express of Crestron RoomView
®
Server
Edition van Crestron
®
gebruiken om apparaten in het systeem te
controleren, om met de helpdesk te communiceren en om dringende
berichten te versturen. Zie onderstaande website voor meer informatie.
http://www.crestron.com/getroomview
In deze handleiding wordt beschreven hoe u met een browser handelingen
vanaf uw computer kunt uitvoeren.
a
U kunt alleen alfanumerieke tekens en symbolen invoeren.
De volgende functies kunnen niet worden gebruikt terwijl Crestron
RoomView
®
wordt gebruikt.
s "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.158
Message Broadcasting (invoegtoepassing van EasyMP Monitor)
Bediening is mogelijk als de Stand-by modus is ingesteld op
Communicatie aan, zelfs als de projector in stand-by staat (als de
voeding is uitgeschakeld).
s ECO - Stand-by modus pag.208
De projector vanaf een computer bedienen
Het bedieningsvenster weergeven
Controleer het volgende voordat u bedieningshandelingen uitvoert.
Controleer of de computer en de projector op het netwerk zijn
aangesloten. Als de communicatie langs een draadloos LAN verloopt,
maakt u verbinding in de Geavanceerd aansluitingsmodus.
s "Menu Draadloos LAN" pag.197
Stel Crestron RoomView in op Aan in het menu Netwerk.
s Netwerk - Beheerdersinstelling - Crestron RoomView pag.195
a
Start een webbrowser op de computer.
b
Voer het IP-adres van de projector in de adresbalk van de
webbrowser in en druk op de Enter-toets.
Het bedieningsvenster wordt weergegeven.
Het bedieningsvenster gebruiken
A
U kunt de volgende handelingen uitvoeren door op de knoppen te klikken.
Knop Functie
Power Hiermee schakelt u de projector in of uit.
Vol-/Vol+ Hiermee wordt het volume aangepast.
Controle en bediening
167
Tabblad Functie
Tools Wijzigt instellingen in de projector die op dat ogenblik
verbonden is. Zie het volgende gedeelte.
Het venster Tools gebruiken
Het volgende venster wordt weergegeven als u op het tabblad Tools klikt in
het bedieningsvenster. U kunt dit venster gebruiken om instellingen te
wijzigen in de projector die op dat ogenblik verbonden is.
A
Crestron Control
Maak instellingen voor Crestron
®
centrale bedieningselementen.
B
Projector
De volgende items kunnen worden ingesteld.
Item Functie
Projector Name Geef een naam op om de projector die op dat ogenblik
verbonden is te differentiëren van de andere
netwerkprojectors. (U kunt maximaal 15 alfanumerieke
tekens invoeren.)
Location Geef een naam op voor de installatielocatie voor de
projector die op dat ogenblik verbonden is met het
netwerk. (U kunt maximaal 32 alfanumerieke tekens en
symbolen invoeren.)
Assigned To Geef een gebruikersnaam op voor de projector. (U kunt
maximaal 32 alfanumerieke tekens en symbolen
invoeren.)
Controle en bediening
169
Item Functie
DHCP Schakel het selectievakje Enabled in om DHCP te
gebruiken. U kunt geen IP-adres invoeren met DHCP
ingeschakeld.
IP Address Voer het IP-adres in dat aan de projector die op dat
ogenblik verbonden is moet worden toegewezen.
Subnet Mask Voer het subnetmasker in dat aan de projector die op dat
ogenblik verbonden is moet worden toegewezen.
Default Gateway Voer het gatewayadres in dat aan de projector die op dat
ogenblik verbonden is moet worden toegewezen.
Send Klik op deze knop om de aan de Projector gemaakte
wijzigingen te bevestigen.
C
Admin Password
Schakel het selectievakje Enabled in om een wachtwoord te vereisen om het
venster Tools te openen.
De volgende items kunnen worden ingesteld.
Item Functie
New Password Voer het nieuwe wachtwoord in als het wachtwoord
wordt gewijzigd om het venster Tools te openen. (U
kunt maximaal 26 alfanumerieke tekens invoeren.)
Confirm Voer hetzelfde wachtwoord in als u hebt ingevoerd
onder New Password. Als de wachtwoorden niet
dezelfde zijn, wordt een fout weergegeven.
Send Klik op deze knop om de aan Admin Password
gemaakte wijzigingen te bevestigen.
D
User Password
Schakel het selectievakje Enabled in om een wachtwoord te vereisen om het
bedieningsvenster via de computer te openen.
De volgende items kunnen worden ingesteld.
Item Functie
New Password Voer het nieuwe wachtwoord in als het wachtwoord
wordt gewijzigd om het bedieningsvenster te openen.
(Maximaal 26 enkele-byte alfanumerieke tekens)
Confirm Voer hetzelfde wachtwoord in als u hebt ingevoerd
onder New Password. Als de wachtwoorden niet
dezelfde zijn, wordt een fout weergegeven.
Send Klik op deze knop om de User Password gemaakte
wijzigingen te bevestigen.
Instellen van het schema
U kunt de projector aan-/uitzetten en de invoerbron omschakelen volgens
een vooraf ingesteld schema door deze handelingen op te nemen als
voorvallen in het schema. Geregistreerde voorvallen worden automatisch
uitgevoerd op de opgegeven tijd en de opgegeven data of wekelijks. U kunt
maximaal 30 voorvallen registreren.
Waarschuwing
Plaats geen brandbare voorwerpen voor de lens. Als u de projector in het
schema hebt ingesteld om op een bepaald tijdstip automatisch aan te gaan, kan
brand ontstaan als er een brandbaar voorwerp in de buurt van de lens staat.
Instellen van de tijd
U kunt de datum en tijd instellen voor de beamer. U moet de tijd instellen
om de planningsfunctie en verificatie voor draadloos LAN te gebruiken.
Controle en bediening
170
a
Als u de beamer voor het eerst inschakelt, verschijnt het bericht Tijd
instellen?. Als u Ja kiest, gaat u naar stap 4.
Als Besch. Tijd/rooster is ingesteld op Aan onder
Wachtwoordbeveiliging, kunnen de instellingen voor datum en tijd
niet worden gewijzigd. U kunt wijzigingen doorvoeren nadat u
Besch. Tijd/rooster op Uit hebt gezet.
s
"Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)" pag.154
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Instellingen tijd/rooster onder Uitgebreid.
c
Selecteer Datum & tijd.
d
Selecteer het object dat u wilt instellen.
Gebruik het schermtoetsenbord om de datum en tijd in te voeren.
s "bewerkingen met het schermtoetsenbord" pag.196
Naam submenu Functie
Datum
Stel op de projector de juiste datum in.
Tijd
Stel op de projector de juiste tijd in.
Tijdsverschil (UTC)
Stel het tijdverschil in met de gecoördineerde
wereldtijd (UTC).
a
Als het tijdverschil on‐
juist is ingesteld en u slaat
een scherm op in de Whi‐
teboard modus, zijn de
opgeslagen datum en tijd
misschien onjuist.
Naar
zomertijdinstelling
Toont het scherm om de zomertijd in te stellen.
Internettijd
Zet deze functie op Aan om de tijd automatisch bij
te werken via een internettijdserver.
Controle en bediening
171
Naam submenu Functie
Internettijdserver
Voer het IP-adres van een internettijdserver in.
Scherm Zomertijd
Selecteer na het wijzigen van de instellingen Opslaan en druk op de
knop [
].
Naam submenu Functie
Zomertijd
Stel in of zomertijd wel of niet moet worden
gebruikt (Aan/Uit).
Begin zomertijd*
Stel de datum en tijd in om de zomertijd van
start te laten gaan.
Einde zomertijd*
Stel de datum en tijd in om de zomertijd te
laten beëindigen.
Aanpassing zomertijd
(min.)
Stelt het tijdverschil in tussen de standaardtijd
en de zomertijd.
* Als u dit instelt voor de laatste zondag van de maand, stelt u Week in op
5.
e
Selecteer Installatie voltooid en klik op Ja om de instelling voor
datum en tijd op te slaan.
Een schema opslaan
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
s
"Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Instellingen tijd/rooster onder Uitgebreid.
c
Selecteer Nieuw toevoegen in Schema.
Controle en bediening
172
d
Stel de Instelling Datum & tijd/rooster in.
Naam submenu Functie
Gebeurtenis instellen
Selecteer een handeling voor de projector
wanneer het voorval moet worden uitgevoerd.
Selecteer Niet gewijzigd voor items die u niet wilt
wijzigen als de gebeurtenis plaatsvindt.
U kunt de volgende instellingen maken.
Power
Bron
Stroomverbruik
A/V Mute
Volume
Datum/tijd instellen
Stel de datum, de dag van de week en de tijd in
wanneer het voorval moet worden uitgevoerd.
Gebruik het schermtoetsenbord om de datum en
tijd in te voeren.
s "bewerkingen met het schermtoetsenbord"
pag.196
e
Selecteer Opslaan en druk op de [ ]-knop.
Herhaal de stappen 3 tot 5 om extra roosters te registreren.
f
Selecteer Installatie voltooid en klik op Ja om het opslaan te
voltooien.
Het schema controleren
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
s "Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Instellingen tijd/rooster onder Uitgebreid.
Controle en bediening
173
c
Selecteer Schema en druk op de knop [ ].
Het scherm Instellingen rooster wordt weergegeven. De indicator
verschijnt op het tijdstip waarop een gebeurtenis is opgeslagen.
(Zeeblauw): Enkele gebeurtenis
(Oranje): Standaardgebeurtenis
(Groen): Bewaking van communicatie AAN/UIT
(Grijs): Gebeurtenis uitgeschakeld
d
Gebruik de knoppen [ ] [ ] op de afstandsbediening of de
knoppen [Tele]/[Wide] op het bedieningspaneel om de datum te
markeren die je wilt controleren.
De details van de op die dag geregistreerde gebeurtenissen worden
weergegeven.
(Blauw): Ingeschakelde gebeurtenis
(Grijs): Gebeurtenis uitgeschakeld
: Standaardgebeurtenis
Controle en bediening
174
Een schema bewerken
a
Druk tijdens de projectie op de knop [Menu].
s
"Het Configuratie menu gebruiken" pag.178
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer Instellingen tijd/rooster onder Uitgebreid.
c
Selecteer Schema en druk op de knop [ ].
d
Gebruik de knoppen [ ][ ] om de datum te markeren die het
rooster bevat dat u wilt bewerken.
e
Gebruik de knoppen [ ][ ] om het rooster te selecteren dat
u wilt bewerken en druk op de knop [Esc].
Het menu wordt weergegeven.
Controle en bediening
175
f
Selecteer Bewerken en druk op de knop [ ].
Naam submenu Functie
Aan/Uitgeschakeld
Schakelt het geselecteerde rooster in of uit.
Bewerken
De inhoud van het geselecteerde rooster
bewerken. Selecteer Opslaan en druk op de [
]-
knop om het bewerken af te ronden.
Verwijderen
Verwijdert het geselecteerde rooster.
g
Selecteer Installatie voltooid en klik op Ja om het bewerken te
voltooien.
a
Om alle geregistreerde roosters te wissen, selecteert u eerst Schema
opnieuw instellen en vervolgens Ja. Selecteer Installatie voltooid en
klik op Ja om de roosters te verwijderen.
Controle en bediening
176
Configuratie menu
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik van het Configuratie menu en de daarin opgenomen functies.
In dit gedeelte wordt ingegaan op het gebruik van het menu
Configuratie.
Hoewel de stappen worden uitgelegd aan de hand van de afstandsbediening,
kunt u dezelfde handelingen ook via het bedieningspaneel uitvoeren. In de
help bij het menu vindt u uitleg bij de beschikbare knoppen.
a
Open het Configuratie.
b
Selecteer een item uit een hoofdmenu.
c
Selecteer een item uit een submenu.
d
Wijzig de instellingen.
e
Druk op de [Menu]-knop om af te sluiten.
Het Configuratie menu gebruiken
178
Tabel van het Configuratiemenu
De instelbare items hangen af van het gebruikte model en het beeldsignaal
en de beeldbron die wordt geprojecteerd.
Naam hoofdmenu Naam submenu Items of instellingswaarden
Menu Beeld
s pag.181
Kleurmodus Dynamisch, Presentatie, Theater,
Foto, Sport, sRGB, Whiteboard,
DICOM SIM en Op maat
Helderheid -24 tot 24
Contrast -24 tot 24
Kleurverzadiging -32 tot 32
Tint -32 tot 32
Scherpte -5 tot 5
Kleurtemperatuur 5000K tot 10000K, -3 tot 6
Geavanceerd Gamma, RGB en RGBCMY
Autom. iris Uit, Normaal en Hoge snelheid
Menu Signaal
s pag.183
Autom. configuratie Aan en Uit
Resolutie Automatisch, Breed en Normaal
Tracking -
Sync. -
Positie Omhoog, Omlaag, Links en
Rechts
Progressief Uit, Video en Film/Automatisch
Ruisvermindering Uit, NR1 en NR2
Videobereik HDMI Automatisch, Normaal en
Uitgebreid
Ingangssignaal Automatisch, RGB en
Component
Naam hoofdmenu Naam submenu Items of instellingswaarden
Videosignaal Automatisch, NTSC, NTSC4.43,
PAL, M-PAL, N-PAL, PAL60 en
SECAM
Hoogte-breedte Normaal, Automatisch, 16:9,
Volledig, Zoom en Bronformaat
Overscannen Automatisch, Uit, 4% en 8%
Beeldverwerking Fijn, Snel
Menu Instellingen
s pag.185
Keystone H/V-Keystone en Quick Corner
Split Screen -
Zoomen 0 (Veraf) tot 40 (Kortbij)
Beeldverschuiving -
Toetsvergrendeling Voll. vergrend., Toetsvergrend.
en Uit
Aanwijzervorm Aanwijzer 1, Aanwijzer 2,
Aanwijzer 3
Volume 0 tot 20
Externe receiver Voor/achter, Voorkant,
Achterkant en Uit
Knop gebruiker Stroomverbruik, Informatie,
Progressief, Testpatroon,
Resolutie, Patroonweergave en
Autom. kalibreren
Patroon Patroonweergave, Patroontype,
Gebruikerspatroon en
Testpatroon
Lijst met Functies
179
Naam hoofdmenu Naam submenu Items of instellingswaarden
Menu Uitgebreid
s pag.186
Easy Interactive Func‐
tion
Items in Algemeen
Autom. kalibreren, Handmatig
kalibreren, Inst.aanraakeenheid,
Penmodus, Zwevend,
Geavanceerd
Items in Interactief met pc
Gebruiksmodus pen,
Rechtsklikken aan, Geavanceerd
Whiteboardinstellingen -
Weergeven Bericht, Achtergrond weerg.,
Opstartscherm, A/V dempen,
Werkbalken, Pictogram
penmodus, Projectorbediening
Gebruikerslogo -
Projectie Voorkant, Voor/Ondersteboven,
Achterkant en
Achter/Ondersteboven
Bewerking Dir. Inschakelen, Hoogtemodus,
Bron zoeken bij start, Autom.
inschakeling
A/V-instellingen A/V-uitvoer, Audio-uitvoer,
HDMI1-audio-uitvoer, HDMI2-
audio-uitvoer
USB Type B Easy Interactive Function, USB
Display/Easy Interactive
Function, Draadloze muis/USB
Display
Instellingen tijd/roos‐
ter
-
Taal 15 of 35 talen
*
Menu ECO
s pag.208
Stroomverbruik Automatisch, Normaal, ECO
Lichtoptimalisatie Aan en Uit
Naam hoofdmenu Naam submenu Items of instellingswaarden
Sluimerstand Aan en Uit
Tijd sluimerstand 1 tot 30
Timer A/V dempen Aan en Uit
Stand-by modus Communicatie aan en
Communicatie uit
ECO-weergave Aan en Uit
Menu Informatie
s pag.209
Beamerinfo Lampuren, Bron, Ingangssignaal,
Resolutie, Videosignaal,
Vernieuwingssnelh., Sync. info,
Status, Serienummer, EventID
Versie Main, Main2
Menu Resetten
s pag.211
Alle standaardw. -
Lampuren terugzetten -
* Het aantal ondersteunde talen verschilt, afhankelijk van de regio waar de beamer
wordt gebruikt.
Menu Netwerk
Naam hoofdmenu Naam submenu Items of
instellingswaarden
Menu Basis s pag.197 Projectornaam -
Wachtwoord Web
Remote
-
Trefwoord projector Aan en Uit
Menu Draadloos LAN s
pag.197
Voeding draadl.LAN Aan en Uit
Wi-Fi Protected Setup -
Aansluitmodus Snel en Geavanceerd
Autom. SSID-inst. Aan en Uit
SSID -
Lijst met Functies
180
Naam hoofdmenu Naam submenu Items of
instellingswaarden
Toegangspunt zoeken -
Kanaal 1ch, 6ch en 11ch
SSID-display Aan en Uit
DHCP Aan en Uit
IP-adres -
Subnetmasker -
Gateway-adres -
WINS-server -
DNS-server -
Weergave IP-adres Aan en Uit
Menu Beveiliging s
pag.200
Beveiliging Open, WPA/WPA2-PSK,
WPA/WPA2-EAP
Menu Vast netwerk s
pag.202
DHCP Aan en Uit
IP-adres -
Subnetmasker -
Gateway-adres -
WINS-server -
DNS-server -
Weergave IP-adres Aan en Uit
Menu
Beheerdersinstelling s
pag.204
Beheerderwachtwoord -
Netwerkhostnaam -
Wachtwoord PJLink -
Wachtwoord webctrl -
Monitor-wachtwoord -
Beveiligde HTTP Aan en Uit
E-mailmelding -
Naam hoofdmenu Naam submenu Items of
instellingswaarden
Certificaatbeheer -
SNMP -
Gateway met prioriteit Vast, Draadloos
AMX Device Discovery Aan en Uit
Crestron RoomView Aan en Uit
Bonjour Aan en Uit
EPSON Message
Broadcasting
Aan en Uit
Menu Beeld
De instelbare items hangen af van het beeldsignaal en de beeldbron die
wordt geprojecteerd. De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal
opgeslagen.
Lijst met Functies
181
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde
beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
Submenu Functie
Kleurmodus
Stel hier de beeldkwaliteit in die bij uw omgeving past.
s "De projectiekwaliteit selecteren (Kleurmodus selecteren)"
pag.69
Helderheid
Stel hier de helderheid van het beeld in.
Contrast
Stel hier het verschil in tussen licht en donker in het beeld.
Kleurverzadi
ging
(U kunt deze alleen aanpassen als beeld wordt ingevoerd van
componentvideo of composietvideo.)
Stel hier de kleurverzadiging voor het beeld in.
Tint
(U kunt deze aanpassen als componentvideosignalen worden
ingevoerd. In geval van een composietvideosignaal is aanpassing
alleen mogelijk bij een NTSC-signaal.)
Stel hier de kleurschakering in.
Scherpte
Stel hier de scherpte van het beeld in.
Submenu Functie
Kleurtempera
tuur
U stelt hier de algehele kleurschakering voor het beeld in. Een
hoge waarde geeft het beeld een blauwe tint; een lage waarde geeft
het beeld een rode tint. Waarden kunnen worden aangepast
afhankelijk van de instellingen voor Kleurmodus.
Voor
sRGB
g
: van 5000 K tot 10000 K in 10 stappen
Voor andere instellingen: van -3 tot 6 in 10 stappen
Geavanceerd
(Dit item kunt u niet selecteren als Kleurmodus is ingesteld op
sRGB
g
.)
U kunt aanpassingen maken door middel van de volgende items.
Gamma: U kunt de kleurweergave aanpassen door een van de
gammacorrectiewaarden te selecteren, of direct aan de hand van
het geprojecteerde beeld of een gammagrafiek.
RGB: U kunt de individuele componenten R (rood), G (groen)
en B (blauw) van de verschuiving en de versterking instellen.
RGBCMY: U kunt de tint, verzadiging en helderheid aanpassen
voor elk van de kleuren R (rood), G (groen), B (blauw), C (cyaan),
M (magenta) en Y (geel) afzonderlijk.
Autom. iris
(Dit item kunt u alleen selecteren als Kleurmodus is ingesteld op
Dynamisch, Theater of Op maat.)
Stel in op Normaal of Hoge snelheid als u de iris wilt aanpassen
voor een optimale belichting van de geprojecteerde beelden.
Selecteer Hoge snelheid om snellere correcties aan de iris te
maken om de snelheid van de scène te volgen.
De instelling wordt opgeslagen voor elke Kleurmodus.
s "Autom. iris instellen" pag.69
Resetten
Hier kunt u alle correctiewaarden die u hebt ingesteld in het
menu Beeld herstellen naar hun standaardwaarden. U vindt
meer informatie over het herstellen van de standaardwaarden
voor de menu-items in:
s "Menu Resetten" pag.211
Lijst met Functies
182
Menu Signaal
De instelbare items hangen af van het beeldsignaal en de beeldbron die
wordt geprojecteerd. De instellingsgegevens worden voor elk beeldsignaal
opgeslagen.
U kunt geen instellingen opgeven in het menu Signaal wanneer de bron
Whiteboard, USB Display, USB1, USB2 of LAN is.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde
beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
Submenu Functie
Autom. configu‐
ratie
(Alleen beschikbaar wanneer analoge RGB-computersignalen
worden ingevoerd.)
Stel dit in op Aan om Tracking, Sync. en Positie automatisch aan
de optimale status aan te passen als het ontvangen signaal
verandert.
Submenu Functie
Resolutie
(Alleen beschikbaar wanneer analoge RGB-computersignalen
worden ingevoerd.)
Stel dit in op Automatisch om automatisch de resolutie van het
ontvangen signaal te bepalen. Als het beeld in de stand
Automatisch niet goed wordt geprojecteerd (er ontbreekt
bijvoorbeeld een deel van het beeld), gebruik dan Breed voor
breedbeeld of Normaal voor schermen met een verhouding van
4:3 of 5:4 naargelang van de aangesloten computer.
Tracking
(Alleen beschikbaar wanneer analoge RGB-computersignalen
worden ingevoerd.)
Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als er verticale strepen
in het beeld verschijnen.
Sync.
(Alleen beschikbaar wanneer analoge RGB-computersignalen
worden ingevoerd.)
Hier kunt u het computerbeeld aanpassen als het beeld flikkert of
wazig is, of als er interferentie optreedt.
Positie
(Dit onderdeel kan niet worden ingesteld als de bron HDMI1 of
HDMI2 is.)
Hier kunt u de positie van het venster naar boven, naar beneden,
naar links en naar rechts bijstellen als een deel van het beeld niet
wordt geprojecteerd.
Progressief
Geïnterlinieerd
g
(i) signaal wordt omgezet naar Progressief
g
(p). (IP-conversie)
Uit: Ideaal voor beelden met veel beweging.
Video: Ideaal voor gewone videobeelden.
Film/Auto: Dit is ideaal voor films, computerbeelden en
animatie.
Ruisverminde‐
ring
(Dit onderdeel kan niet worden ingesteld als Beeldverwerking is
ingesteld op Snel.)
Hiermee worden beelden met ruis 'opgeschoond' omgezet met
behulp van Progressief. Er zijn twee modi. Selecteer uw favoriete
instelling. Het wordt aanbevolen deze optie in te stellen op Uit bij
het bekijken van beeldbronnen met weinig ruis, zoals dvd's.
Lijst met Functies
183
Submenu Functie
Videobereik
HDMI
Wanneer de HDMI1- of HDMI2-poort van de projector is
aangesloten op een DVD-speler, wordt het videobereik van de
projector ingesteld op basis van de instelling van het videobereik
van de DVD-speler. Als u zich zorgen maakt over zwevende
zwarte vlekken of verkleurde delen in het beeld, selecteert u
Uitgebreid.
Ingangssignaal
U kunt ingangssignaal van Computer-ingang kiezen.
Als hier Automatisch is geselecteerd, wordt het ingangssignaal
automatisch volgens het aangesloten apparaat ingesteld.
Als de kleuren niet juist worden weergegeven bij de instelling
Automatisch, selecteer dan het signaal van het aangesloten
apparaat.
Videosignaal
U kunt het ingangssignaal van de Video-ingang kiezen. Als hier
Automatisch is geselecteerd, worden videosignalen automatisch
herkend. Als de instelling Automatisch leidt tot problemen zoals
interferentie of het ontbreken van beeld, selecteer dan het signaal
van het aangesloten apparaat.
Hoogte-breedte
U kunt hier de
Hoogte-breedteverh.
g
voor geprojecteerde
beelden instellen.
s "De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld
wijzigen" pag.70
Overscannen
(Deze instelling kunt u alleen aanpassen als een
componentvideosignaal wordt ingevoerd.)
Wijzigt de beeldverhouding (het bereik van het geprojecteerde
beeld). U kunt bijsnijden instellen op Uit, 4% of 8%. U kunt
Automatisch selecteren als de bron HDMI1 of HDMI2 is. Als u
Automatisch selecteert, wordt deze instelling automatisch
gewijzigd, afhankelijk van de signaalbron.
Submenu Functie
Beeldverwer
king
(Dit item kunt u niet selecteren als Penmodus in Easy
Interactive Function is ingesteld op Interactief met pc.)
Als Fijn is geselecteerd, wordt prioriteit gegeven aan de
beeldkwaliteit en wordt het beeld geprojecteerd.
Als Snel is geselecteerd, wordt prioriteit gegeven aan de
verwerkingssnelheid en wordt het beeld geprojecteerd. Het
traceervermogen van de pen wordt hierdoor verbeterd bij
gebruik van de interactieve functies.
Resetten
U kunt hier alle functies die u in het menu Signaal hebt ingesteld
herstellen naar hun standaardwaarden, behalve Ingangssignaal
en Beeldverwerking.
U vindt meer informatie over het herstellen van de
standaardwaarden voor de menu-items in:
s "Menu Resetten" pag.211
Lijst met Functies
184
Menu Instellingen
Submenu Functie
Keystone
U kunt keystonevertekening corrigeren.
Als H/V-Keystone is geselecteerd:
Pas V-Keystone en H-Keystone aan om horizontale en
verticale keystonevervorming te corrigeren.
Als Quick Corner is geselecteerd:
Selecteer en corrigeer de vier hoeken van het
geprojecteerde beeld.
s "Quick Corner" pag.61
Split Screen
Veranderingen aan projectie op gesplitst scherm.
s "Projecteer twee beelden simultaan (Split Screen)" pag.133
Zoomen
Hiermee wordt de geprojecteerde beeldgrootte aangepast.
Beeldverschui‐
ving
U kunt de positie van het beeld afstellen zonder de projector te
verplaatsen.
s "Instellen van de positie van het beeld (Beeldverschuiving)"
pag.63
Toetsvergrende‐
ling
U kunt dit gebruiken om het gebruik van het bedieningspaneel
van de projector te beperken.
s "Bediening beperken (Toetsvergrendeling)" pag.156
Submenu Functie
Aanwijzervorm
U kunt hier de vorm van de aanwijzer selecteren.
Aanwijzer 1:
Aanwijzer 2:
Aanwijzer 3:
s
"Aanwijzerfunctie (Aanwijzer)" pag.147
Volume
(Dit onderdeel kan niet worden ingesteld als de bron Whiteboard
is.)
U kunt hier het volume aanpassen. De instelwaarden worden
voor elke bron opgeslagen.
Externe receiver
U kunt de ontvangst van het werkingssignaal van de
afstandsbediening begrenzen.
Als deze is ingesteld op Uit, kunt u de afstandsbediening niet
gebruiken. Als u de afstandsbediening toch wilt gebruiken,
houdt u op de afstandsbediening de [Menu]-knop ten minste 15
seconden ingedrukt om de instelling terug te zetten naar de
standaardwaarde.
Knop gebruiker
U kunt het item selecteren in het menu Configuratie dat u aan de
knop [User] van de afstandsbediening wilt toewijzen. Wanneer u
op de knop [User] drukt, wordt de geselecteerde menuoptie of
het geselecteerde aanpassingsscherm weergegeven, zodat u snel
instellingen/aanpassingen kunt opgeven. U kunt een van de
volgende items toewijzen aan de knop [User].
Stroomverbruik, Informatie, Progressief, Testpatroon,
Resolutie, Patroonweergave en Autom. kalibreren
Lijst met Functies
185
Submenu Functie
Patroon
Patroonweergave: Geeft een patroon weer.
Patroontype: U heeft de keuze uit patronen 1 tot 5 of het
gebruikerspatroon. Patronen 1 tot 4 stellen de projectielijnen
voor als liniaallijnen of een raster. Patroon 5 geeft een testpatroon
weer voor het instellen van de scherpte voor 4:3-schermen.
Patroon 1:
Patroon 2:
Patroon 3:
Patroon 4:
Patroon 5:
Gebruikerspatroon: Slaat een gebruikerspatroon op.
s "Het gebruikerspatroon opslaan" pag.152
Testpatroon: Als de projector wordt ingesteld, verschijnt een
testpatroon zodat u de projectie kunnen bijstellen zonder andere
apparatuur aan te sluiten. Terwijl het testpatroon wordt
weergegeven, kunnen zoom, scherpstelling en keystone worden
aangepast en gecorrigeerd. Druk op [Esc] op de
afstandsbediening of het bedieningspaneel om het testpatroon te
annuleren.
Let op
Als een patroon voor een lange tijd werd weergege‐
ven kan een restbeeld zichtbaar zijn in de geprojec‐
teerde beelden.
Submenu Functie
Resetten
U kunt alle waarden die u in het menu Instellingen hebt
ingesteld, herstellen naar hun standaardwaarden, behalve
Zoomen, Beeldverschuiving en Knop gebruiker.
U vindt meer informatie over het herstellen van de
standaardwaarden voor de menu-items in:
s "Menu Resetten" pag.211
Menu Uitgebreid
Submenu Functie
Easy Interactive
Function
Hiermee kunt u de interactieve functies gebruiken en
instellen.
s "Interactieve functiemodi" pag.74
Zie de volgende tabel voor meer informatie.
s "Instellingen voor Easy Interactive Function" pag.188
Whiteboardin‐
stellingen
Stelt de Whiteboard modus in.
s "Scherm Whiteboardinstelling" pag.190
Lijst met Functies
186
Submenu Functie
Weergeven
Hier kunt u instellingen vastleggen voor het venster van de
projector.
Bericht: Indien ingesteld op Uit, worden de volgende items
niet weergegeven.
Itemnamen wanneer de Bron, Kleurmodus of Hoogte-
breedteverh. wordt gewijzigd, berichten indien geen signaal
wordt ontvangen, en waarschuwingen zoals Waarsch.: hoge
temp.
Achtergrond weerg.
*1
: U kunt hier de schermstatus instellen
op Zwart, Blauw of Logo als er geen signaal wordt
ontvangen.
Opstartscherm
*1
: Stel in op Aan om het Gebruikerslogo
weer te geven bij de start van de projectie.
A/V dempen
*1
: Tijdens [A/V Mute] (dempen) kunt u het
scherm dat uw wilt weergeven instellen op Zwart, Blauw of
Logo.
Werkbalken: Stel in of het tabblad werkbalk altijd zichtbaar
is bij het gebruik van de Annotatiemodus.
Pictogram penmodus: Stel de weergavepositie in voor het
pictogram penmodus bij gebruik van de interactieve
functies. Het pictogram is verborgen bij Uit.
Projectorbediening: Stel de weergavepositie in voor het
gereedschap Projectorbediening bij gebruik van de
interactieve functies. De standaardwaarde is Onder. Uit wil
zeggen dat de gereedschappen voor Projectorbediening
verborgen zijn.
Gebruikerslo‐
go
*1
U kunt het Gebruikerslogo wijzigen dat als achtergrond
wordt weergegeven bij Achtergrond weerg., A/V dempen
enz.
s "Een gebruikerslogo opslaan" pag.150
Submenu Functie
Projectie
Selecteer een van de volgende projectiemethoden afhankelijk
van hoe de projector is geïnstalleerd.
Voorkant, Voor/Ondersteboven, Achterkant en
Achter/Ondersteboven
U kunt de Projectie-instelling als volgt wijzigen door de
knop [A/V Mute] op de afstandsbediening ongeveer vijf
seconden ingedrukt te houden.
VoorkantWVoor/Ondersteboven
AchterkantWAchter/Ondersteboven
s "Installatiemethoden" pag.31
Bewerking
Dir. Inschakelen: Als u dit instelt op Aan wordt de
projector ingeschakeld wanneer u de stekker insteekt.
Als het netsnoer is aangesloten, moet u er rekening mee
houden dat de projector automatisch opnieuw wordt
ingeschakeld nadat bijvoorbeeld een stroomstoring is
verholpen.
Hoogtemodus: stel deze optie in op Aan als u de projector
op een hoogte van meer dan 1500 meter gebruikt.
Bron zoeken bij start: stel deze optie in op Uit om beelden
te projecteren van dezelfde bron als de laatste keer dat de
projector werd gebruikt.
Autom. inschakeling: (alleen mogelijk wanneer Stand-by
modus is ingesteld op Communicatie aan.) Als dit is
ingesteld op Computer, schakelt de beamer in als signalen
worden ontvangen van de aansluiting Computer, ook als de
beamer stand-by staat. De standaardwaarde is Uit.
Lijst met Functies
187
Submenu Functie
A/V-instellingen
A/V-uitvoer: (alleen mogelijk wanneer Stand-by modus is
ingesteld op Communicatie aan.)
Stel dit in op Altijd om geluid en beeld uit te voeren naar
externe apparaten terwijl de beamer stand-by staat.
a
Hoewel de ventilator kan draaien in de
stand-by modus, is dit niet abnormaal.
Audio-uitvoer: stel de audio-ingang in als u beelden
projecteert via de poorten Computer, Video en USB-A.
Indien ingesteld op Audio1, Audio2 of Audio3, wordt
audio uitgevoerd over de geselecteerde aansluiting ongeacht
de bron.
HDMI1-audio-uitvoer/HDMI2-audio-uitvoer: stelt de
ingevoerde audio in bij het projecteren van beelden via de
HDMI1- of HDMI2-poort. Indien ingesteld op Audio1,
Audio2 of Audio3, wordt audio uitgevoerd over de
geselecteerde audio-ingangsaansluiting.
USB Type B
Easy Interactive Function: hiermee kunt u de interactieve
functies gebruiken om computers te bedienen (modus
Computer interactief). USB Display en Draadloze muis
functies kunnen niet worden gebruikt.
USB Display/Easy Interactive Function: hiermee kunt u de
interactieve functies gebruikers om computers te bedienen
(modus Computer interactief) en USB Display. De
Draadloze muis functie kan niet worden gebruikt.
Draadloze muis/USB Display: Maakt het gebruik mogelijk
van de Draadloze muis functie en USB Display. U kunt de
interactieve functies niet gebruiken om computers te
bedienen (modus Computer interactief).
s "Projecteren met USB Display" pag.56
s "De muisaanwijzer bedienen met de afstandsbediening
(Draadloze muis)" pag.149
s
"Computerfuncties bedienen vanaf een geprojecteerd
scherm (Modus Computer interactief)" pag.116
Submenu Functie
Instellingen
tijd/rooster
U kunt op de projector de datum en de tijd en een
tijdschema instellen zodat bepaalde functies op de geplande
tijd worden uitgevoerd.
s "Instellen van het schema" pag.170
Taal
U kunt de taal voor meldingen en menu's instellen.
Resetten
U kunt hier Weergeven
*1
, Bewerking
*2
en A/V-
instellingen
*3
herstellen naar hun standaardwaarden via het
menu Uitgebreid.
U vindt meer informatie over het herstellen van de
standaardwaarden voor de menu-items in:
s
"Menu Resetten" pag.211
*1Behalve Werkbalken, Pictogram penmodus en Projectorbediening. Als Gebr.
logo beveil. is ingesteld op Aan in Wachtwoordbeveiliging, kunnen de
instellingen voor het gebruikerslogo niet worden gewijzigd. U kunt wijzigingen
doorvoeren nadat u Gebr. logo beveil. op Uit hebt gezet.
s
"Gebruikers beheren (Wachtwoordbeveiliging)" pag.154
*2 Behalve voor Hoogtemodus en Bron zoeken bij start.
*3Behalve A/V-uitvoer.
Instellingen voor Easy Interactive Function
Algemeen
Submenu Functie
Autom. kalibre
ren
Start automatisch kalibreren.
s "Automatisch kalibreren" pag.78
Handmatig kali‐
breren
Start handmatig kalibreren.
s "Handmatig kalibreren" pag.79
Lijst met Functies
188
Submenu Functie
Inst.aanraakeen‐
heid (alleen
EB-1430Wi)
Installatiepatroon: geeft referentiepunten weer om u te
helpen de installatiepositie voor de aanraakeenheid te bepalen.
Voeding: stel deze optie in op Aan om de aanraakeenheid in te
schakelen.
Hoekaanpassing: voert hoekaanpassing voor laserdiffusie uit.
Aanraakkalibratie: voert kalibratie uit voor de
aanraakbewerkingen.
Zie hieronder voor de installatiemethoden van de
aanraakeenheid.
s Installatiehandleiding
Penmodus
(Alleen beschikbaar als de bron Computer, HDMI1, HDMI2,
USB Display of LAN is.)
Wijzigt de functie van de interactieve pen. Als dit is ingesteld op
PC Free-annotatie (standaard), kunt u tekenen op het
geprojecteerde scherm. Als dit is ingesteld op Interactief met pc,
kunt u de computer bedienen vanaf het geprojecteerde scherm.
U kunt de interactieve penfunctie veranderen met de knop [Pen
Mode] op de afstandsbediening, of met het penmoduspictogram
op het geprojecteerde scherm.
Zwevend
Als dit is ingesteld op Aan (standaardinstelling), volgt de
aanwijzer de penpunt als u deze over het scherm laat zweven en
verplaatst.
Submenu Functie
Geavanceerd
Afstand projectoren: bij het gebruik van meerdere projectors
in dezelfde ruimte, past u de interactieve penbewerkingen aan
volgens de afstand tussen de projectors. Als de interactieve
penbewerkingen instabiel zijn, moet u een andere modus
proberen. De standaard afstand die is ingesteld voor Modus 1
is 2 m.
Projectors synchr.: bij het gebruik van meerdere projectors in
dezelfde ruimte, selecteert u de methode voor het controleren
van de interactieve peninterferentie. Als dit is ingesteld op
Infrarood (standaardinstelling), wordt alleen infrarood
gebruikt voor het synchroniseren. Stel in op Vast als u de
projectors verbindt met behulp van kabels.
s "Meerdere beamers verbinden" pag.47
Bekab.synchr.mod.: als dit is ingesteld op Modus 1
(standaardinstelling), worden alleen kabelverbindingen
gebruikt voor het synchroniseren. Als dit is ingesteld op
Modus 2 wordt tegelijkertijd ook infrarood-synchronisatie
uitgevoerd ook als Projectors synchr. is ingesteld op Vast. Stel
in op Modus 2 bij gebruik in dezelfde ruimte als projectors die
geen kabelaansluitingen ondersteunen.
Actie voor penknop: als dit is ingesteld op Gum
(standaardinstelling), wisselt de functie van de punt tussen pen
en gum wanneer u op de knop aan de zijkant van de
interactieve pen drukt.
Contr. gewist scherm: als dit is ingesteld op Aan
(standaardinstelling), wordt een bevestigingsscherm getoond
voordat alle op het geprojecteerde scherm getekende inhoud
wordt gewist.
Kleurenpalet: als dit is ingesteld op Palet 2, wordt geschakeld
naar een kleurenpalet dat geschikt is voor mensen die
kleurenblind zijn. Probeer Palet 2 uit als u het standaard
kleurenpalet moeilijk kunt zien.
Lijst met Functies
189
Interactief met pc
Stel dit in als u een computer wilt bedienen vanaf het geprojecteerde
scherm.
Submenu Functie
Gebruiksmodus
pen
Voor EB-1430Wi
Stel de gebruiksmodi voor de interactieve pen of de
aanraakbediening in, afhankelijk van het besturingssysteem op
de aangesloten computer.
Modus 1 (standaardinstelling): hiermee kunt muisbewerkingen
uitvoeren met behulp van de interactieve pen of met uw vinger.
Selecteer deze optie wanneer de aangesloten computer werkt met
Windows XP of eerder. De multi-aanraak- en inktfuncties zijn
beschikbaar in Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 en
Windows Vista. De peninvoer is niet beschikbaar.
Modus 2: hiermee kunt muisbewerkingen uitvoeren met behulp
van de interactieve pen of uw vinger. Selecteer dit als de
aangesloten computer draait onder Windows Vista of later, of
Mac OS X. Multi-touch, inktfunctie en peninvoer zijn
beschikbaar in Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 en
Windows Vista.
Modus 3: hiermee kunt u muisbewerkingen uitvoeren. Selecteer
deze optie wanneer de aangesloten computer draait op Linux.
Voor EB-1420Wi
Stel de gebruiksmodus en het aantal gebruikers van de
interactieve pen in.
Twee gebr./muis (standaardinstelling)/Eén gebr./muis:
hiermee kunt u muisbewerkingen uitvoeren met behulp van de
interactieve pen.
Eén gebr./pen: de peninvoer- en inktfuncties zijn beschikbaar in
Windows 8.1, Windows 8, Windows 7 en Windows Vista.
Rechtsklikken
aan
(Alleen beschikbaar als Gebruiksmodus pen is ingesteld op
Modus 1/Modus 3 of Twee gebr./muis of Eén gebr./muis.)
Als dit is ingesteld op Aan, werkt een lange druk op de pen als een
rechtsklik.
Submenu Functie
Geavanceerd
Knop voor penpunt: hiermee kunt u bewerkingen instellen
voor de penpunt van de interactieve pen. De
standaardinstelling is Linksklikken.
Autom. pengebied: met Aan ingesteld (standaardinstelling),
wordt het gebied voor de pen automatisch aangepast wanneer
de resolutie van de computer verandert. Stel dit in op Uit als u
het gebied voor de pen dat handmatig is afgesteld, niet
automatisch wilt aanpassen.
Handmatig pengebied: hiermee kunt u het pengebied
handmatig aanpassen.
Scherm Whiteboardinstelling
De waarschuwingen voor het gebruik en de notatie voor alfanumerieke tekst
voor het scherm Whiteboardinstellingen is hetzelfde voor het menu
Netwerk.
s "Opmerkingen over het gebruik van het menu Netwerk" pag.196
s "bewerkingen met het schermtoetsenbord" pag.196
Lijst met Functies
190
Menu Basis
Submenu Functie
Beheerdersin‐
stelling
Beheerderswachtwoord: Stelt het beheerderwachtwoord in. U
kunt tot 16 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren.
Het Beheerderwachtwoord wordt ook gebruikt voor het menu
Netwerk.
s "Menu Beheerdersinstelling" pag.204
Klokinstellingen
Stelt de indeling van de klok in die op de onderste werkbalk wordt
weergegeven. Stel de datum en tijd in Datum & tijd in van
Instellingen rooster.
s "Instellen van de tijd" pag.170
Toetsenbordin‐
stellingen
Stel de toetsenbordindeling voor het softwaretoetsenbord in dat
in whiteboard gebruikt wordt. U kunt kiezen tussen QWERTY,
QWERTZ en AZERTY.
Interne opslag
Alle interne gegevens verwijderen: verwijdert alle gegevens in
de interne opslag. Het verwijderen van gegevens in de interne
opslag kan niet worden verhinderd. Sjablooninformatie,
adresboek en logboeken voor whiteboardverbindingen worden
verwijderd. Gebruik deze functie als problemen optreden met de
interne opslag of bij herstel of verwijderen van de projector.
Menu Beleid
Submenu Functie
Beleidsinstelling
Schakelt functies in of uit zoals Opname maken, Afdrukken en
Scannen.
Sjablooninstel‐
lingen
Gebruikerssjablonen beschermen: Als dit Aan staat, kunnen
aangepaste sjablonen alleen worden ingesteld vanuit een
webbrowser. Als dit Uit staat, kunnen ze tevens worden ingesteld
in de Whiteboard modus.
Lijst met Functies
191
Submenu Functie
Interne opslag
Interne opslag gebruiken: als dit Aan staat, worden
tekeninggegevens die gemaakt zijn in de Whiteboard modus
opgeslagen in de interne opslag. Als dit Uit staat, kunt u slechts
één pagina tegelijk bewerken en is de werking van de interne
opslag beperkt. Normaal gesproken raden we aan om deze
instelling Aan te zetten.
Opslaggegevens automatisch verwijderen: als dit is ingesteld op
Wissen, worden alle tekeninggegevens uit de interne opslag
gewist als de beamer wordt uitgeschakeld. Normaal gesproken
raden we aan om deze instelling op Behouden te zetten.
Opslagtijd gegevens: stelt de tijd in voor opslag van een back-up
van tekeninggegevens als de stroom per ongeluk wordt
uitgeschakeld. Een back-up wordt ook uitgevoerd als
Opslaggegevens automatisch verwijderen is ingesteld op
Wissen.
Menu Afdrukken
Submenu Functie
Standaardprin‐
ter
Stel de standaardprinter voor afdrukken in.
De geselecteerde printer wordt als standaardprinter
weergegeven in de Whiteboard modus.
In de Annotatiemodus wordt deze printer automatisch gebruikt.
Kwaliteit
Stelt de afdrukkwaliteit in.
Papierformaat
Stelt de papiergrootte in.
Gebruikersnaam
taak
Stel de gebruikersnaam in die moet worden gebruikt voor de
afdruktaak. Als er niets is ingesteld, wordt de projectornaam
weergegeven.
U kunt maximaal 64 alfanumerieke tekens van één byte invoeren
bij het bewerken (u kunt " *+ , / ; < = > ?[ \ ] ` : | en spaties niet
gebruiken).
IP-adres
Voer het IP-adres voor de netwerkprinter in.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 192.0.2.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een
getal van 0 tot 255 is)
Lijst met Functies
192
Menu E-mail
Submenu Functie
SMTP-server
Selecteer de mailserver door een hostnaam of IP-adres op te
geven. U kunt maximaal 63 alfanumerieke tekens van één byte
invoeren (u kunt " * + , ; < = > ?[ \ ] ` : | en spaties niet gebruiken).
Bij het opgeven van een hostnaam hebt u een DNS-server nodig
in het netwerk.
s "Menu Draadloos LAN" pag.197
s
"Menu Vast netwerk" pag.202
Bij het opgeven van een IP-adres kunt u in elk veld een getal van 0
tot 255 invoeren. De volgende IP-adressen kunnen echter niet
gebruikt worden.
127.x.x.x, 192.0.2.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een
getal van 0 tot 255 is)
Authenticatie
Stel de verificatiemethode voor de mailserver in.
Poortnummer
U kunt het poortnummer voor de SMTP-server invoeren. De
standaardwaarde is 25. U kunt getallen tussen 1 en 65.535
invoeren.
Submenu Functie
Gebruikersnaam
Voer een gebruikersnaam in voor de verificatie van de
mailserver. U kunt maximaal 64 alfanumerieke tekens van één
byte invoeren (spaties mogen niet worden gebruikt).
Wachtwoord
Voer een wachtwoord voor de gebruikersnaam in. U kunt
maximaal 64 alfanumerieke tekens van één byte invoeren
(spaties mogen niet worden gebruikt).
Van
Typ het e-mailadres dat voor de afzender wordt getoond. U kunt
maximaal 64 alfanumerieke tekens van één byte voor het e-
mailadres invoeren (u kunt " ( ) , ; < > [ \ ] : en spaties niet
gebruiken).
Standaard-e-
mailadres
Voer het standaard e-mailadres in dat voor het verzenden van e-
mails wordt gebruikt. U kunt maximaal 64 alfanumerieke tekens
van één byte voor het e-mailadres invoeren (u kunt " ( ) , ; < > [ \ ] :
en spaties niet gebruiken).
Test-e-mailbe
richt verzenden
Maakt verbinding met de SMTP-server en stuurt een test-e-mail
naar het Standaard-e-mailadres.
Menu Resetten
Lijst met Functies
194
Zet de standaardinstellingen terug voor de Whiteboardinstellingen. De
volgende in de interne opslag opgeslagen gegevens worden verwijderd.
Sjablooninformatie
Adresboek
Gedeelde whiteboard-verbindingslogboeken
Menu Netwerk
Als Netwerkbeveil. is ingesteld op Aan onder Wachtwoordbeveiliging,
wordt er een melding weergegeven en kunnen de instellingen niet worden
gewijzigd. Stel Netwerkbeveil. in op Uit en configureer vervolgens het
netwerk.
s "Instellen van Wachtwoordbeveiliging" pag.154
Stel de tijd van de beamer in voordat u het menu Netwerk instelt. Als de
tijd niet is ingesteld, wordt het draadloze LAN misschien niet goed
ingesteld.
s "Instellen van de tijd" pag.170
Submenu Functie
Netwerkinfo -
Draadloos
Hier wordt de volgende statusinformatie over de
netwerkinstellingen gegeven.
Aansluitmodus
Draadl. LAN-syst.
Antenneniveau
Projectornaam
SSID
DHCP
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
MAC-adres
Netwerkinfo -
Vast
Hier wordt de volgende statusinformatie over de
netwerkinstellingen gegeven.
Projectornaam
DHCP
IP-adres
Subnetmasker
Gateway-adres
MAC-adres
Lijst met Functies
195
Submenu Functie
Netwerkconfigu‐
ratie
De volgende menu's zijn beschikbaar voor netwerkinstellingen.
Basis, Draadloos LAN, Beveiliging, Vast netwerk,
Beheerdersinstelling en Resetten
Opmerkingen over het gebruik van het menu Netwerk
De procedures voor het selecteren uit het hoofdmenu en uit submenu's en
het wijzigen van geselecteerde opties zijn dezelfde als in het Configuratie
menu.
Ga na afloop naar het menu Installatie voltooid en selecteer Ja, Nee of
Annuleren Met Ja of Nee keert u terug naar het menu Configuratie.
Ja: Slaat de instellingen op en sluit het menu Netwerk af.
Nee: Slaat de instellingen niet op en sluit het menu Netwerk af.
Annuleren: U blijft in het menu Netwerk.
bewerkingen met het schermtoetsenbord
Het menu Netwerk bevat opties waarvoor invoer van alfanumerieke tekens
vereist is tijdens het instellen. In dat geval wordt het volgende
softwarematige toetsenbord weergegeven. Verplaats de cursor naar de
gewenste toets met de knoppen [
], [ ], [ ] en [ ] op de
afstandsbediening of [
w], [v], [a] en [b] op het bedieningspaneel. Druk
vervolgens op [
] om de alfanumerieke waarde in te voeren. Voer cijfers
in door de knop [Num] op de afstandsbediening ingedrukt te houden en op
de cijfertoetsen te drukken. Druk na uw invoer op Finish op het
toetsenbord ter bevestiging. Druk op Cancel op het toetsenbord om uw
invoer te annuleren.
Wanneer de CAPS-knop wordt geselecteerd en op de [ ]-knop wordt
gedrukt, worden afwisselend hoofdletters en kleine letters gebruikt.
Wanneer de SYM1/2-knop wordt geselecteerd en op de [
]-knop
wordt gedrukt, wijzigen de symbooltoetsen voor het omkaderde gedeelte.
De volgende tekst kan worden ingevoerd.
Cijfers 0123456789
Alfabet ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ
abcdefghijklmnopqrstuvwxyz
Symbolen ! # $ % & ' ( ) + - . / < = > ? @ ^ _ ` { | } ~
a
Behalve voor de SSID, kunnen geen dubbele punten en spaties
worden ingevoerd in het menu Netwerk.
Sommige symbolen (" * , ; [ \ ] ^) kunnen niet worden ingevoerd
met behulp van het schermtoetsenbord. Gebruik de webbrowser voor
de tekstinvoer.
s "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.158
Lijst met Functies
196
Menu Basis
Submenu Functie
Projectornaam
Geeft de naam van de beamer weer op de geleverde EasyMP
Network Projection en EasyMP Multi PC Projection.
U kunt maximaal 16 alfanumerieke tekens van één byte invoeren
bij het bewerken (u kunt " *+ , / ; < = > ? [ \ ] ` |).
Wachtwoord
Web Remote
Stel een wachtwoord in voor Web Remote. U kunt maximaal acht
alfanumerieke tekens van één byte invoeren (* mag niet worden
gebruikt).
Web Remote is een computerfunctie waarmee u de projector
kunt bedienen via de webbrowser op een netwerkcomputer.
s "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.158
Trefwoord pro
jector
Wanneer deze functie op Aan staat, moet u een trefwoord
invoeren wanneer u de projector probeert te verbinden met een
computer via het netwerk. Op deze manier kan onderbreking van
presentaties door een computer die verbinding maakt, worden
voorkomen.
Deze functie dient normaal gesproken op Aan te staan.
s Bedieningshandleiding voor EasyMP Network Projection
Menu Draadloos LAN
Installeer de draadloze LAN-unit om de beamer op een computer aan te
sluiten via een draadloos LAN.
s
"De draadloze LAN-unit installeren" pag.46
Submenu Functie
Voeding
draadl.LAN
Stel deze parameter in op Aan als u de projector en een computer
verbindt via een draadloze LAN. Als u niet via draadloos LAN
wilt verbinden, zet dit dan Uit om ongeoorloofde toegang door
anderen te voorkomen.
Wi-Fi Protected
Setup
Stel deze functie in als u met het netwerk verbinding maakt via
een draadloos toegangspunt dat compatibel is met
WPS (Wi-Fi
Protected Setup)
g
. U kunt de projector gemakkelijk op het
toegangspunt aansluiten en de beveiligingsinstellingen opgeven.
Volg de instructies op het scherm.
Lijst met Functies
197
Submenu Functie
Aansluitmodus
Stel deze verbindingsmodus in als u de projector en een
computer aansluit via draadloze LAN.
Als u Snel selecteert, wordt er automatisch een klein netwerk
aangemaakt door de projector en de computer. Dit wordt
gebruikt met EasyMP Network Projection. Als Autom. SSID-
inst. op Aan staat, functioneert de projector als gemakkelijk
toegangspunt. Als deze instelling op Uit staat, wordt het netwerk
gemaakt in de
ad hoc-modus
g
.
Als u Geavanceerd selecteert, wordt de verbinding gemaakt in de
infrastructuurstand
g
via het geïnstalleerde toegangspunt. Stel in
op Geavanceerd bij het bewaken en bedienen van de beamer over
een netwerk.
Autom. SSID-
inst.
Als Aansluitmodus is ingesteld op Snel en u deze op Aan zet,
kunt u sneller naar de projector zoeken als er meerdere
projectoren zijn. De SSID wordt automatisch ingesteld.
Bij aansluiting van meerdere projectoren op één computer in
Snelle modus, moet u deze optie op Uit zetten en dezelfde SSID
instellen op alle aan te sluiten projectoren.
SSID
Voer een SSID in. Als het draadloze LAN-systeem waarvan de
projector deel uitmaakt, beschikt over een SSID, voert u de SSID
in.
U kunt maximaal 32 alfanumerieke tekens van één byte invoeren
(^ kan alleen in een webbrowser worden ingevoerd). Stel een
blanco SSID of ANY in om een ANY-verbinding tot stand te
brengen.
Toegangspunt
zoeken
Als Aansluitmodus is ingesteld op Geavanceerd, kunt u zoeken
naar toegangspunten in de buurt en de SSID instellen om
verbinding te maken met die toegangspunten. Afhankelijk van
de instellingen van het toegangspunt, is het mogelijk dat dit niet
in de lijst wordt weergegeven. U moet de beveiliging apart
instellen.
s "Scherm Toegangspunt zoeken" pag.199
Kanaal
U kunt de kanalen selecteren die worden gebruikt voor de snelle
verbinding. Gebruik een ander kanaal als u storing van andere
signalen ondervindt.
Submenu Functie
SSID-display
Om te vermijden dat de SSID op het stand-by-scherm van LAN
wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
DHCP
U kunt instellen of
DHCP
g
wel of niet (Aan/Uit) wordt
gebruikt.
Als deze functie op Aan staat, kunt u geen adressen meer
invoeren.
IP-adres
Hier kunt u het
IP-adres
g
invoeren dat is toegewezen aan de
projector.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 192.0.2.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255
(waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
Subnetmasker
U kunt het
subnetmasker
g
voor de projector invoeren. U kunt in
elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren. De
volgende subnetmaskers kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 255.255.255.255
Gateway-adres
U kunt het IP-adres voor de gateway voor de projector invoeren.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende
Gateway-adressen
g
kunnen echter niet worden
gebruikt.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x een
getal van 0 t/m 255 is)
DNS-server
Door een mailserver en hostnaam in te stellen, staat de DNS-
server toe dat u e-mail met annotaties stuurt die met de
interactieve functie gemaakt zijn.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 192.9.2.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x
staat voor een getal van 0 t/m 255)
Als DHCP is ingesteld op Aan, wordt de DNS-serverinformatie
opgehaald via DHCP. In dat geval krijgen deze instellingen
prioriteit.
Lijst met Functies
198
Submenu Functie
WINS-server
Door een netwerkmap als opslaglocatie in te stellen, staat de
WINS-server toe om de annotatieinhoud op te slaan die gemaakt
is met de interactieve functies. Stel dit in bij het gebruik van een
WINS-server en bij opgave van een netwerkmap in een ander
subnet.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 192.9.2.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x
staat voor een getal van 0 t/m 255)
Als u geen WINS-server gebruikt, stelt u 0.0.0.0 in.
Als DHCP is ingesteld op Aan, wordt de WINS-serverinformatie
opgehaald via DHCP. In dat geval krijgen deze instellingen
prioriteit.
Weergave IP-
adres
Om te voorkomen dat het IP-adres op het scherm LAN stand-by
wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
Scherm Toegangspunt zoeken
De gedetecteerde toegangspunten worden in een lijst weergegeven.
Submenu Functie
Opfrissen
Het toegangspunt opnieuw zoeken.
Geeft een reeds ingesteld toegangspunt aan.
Geeft toegangspunten met beveiliging aan.
Als u een toegangspunt selecteert waarvoor geen
beveiligingsinstellingen zijn ingesteld, wordt het menu
Draadloos LAN weergegeven.
Als u een toegangspunt selecteert waarvoor wel
beveiligingsinstellingen zijn ingesteld, wordt het menu
Beveiliging weergegeven. Selecteer het type beveiliging dat
overeenkomt met de instelling van het toegangspunt.
Lijst met Functies
199
Menu Beveiliging
Wanneer de draadloze LAN-unit is geïnstalleerd, raden we u sterk aan de
beveiliging in te stellen.
Submenu Functie
Beveiliging
U kunt een type beveiliging selecteren.
Wanneer Snel is geselecteerd
Openen: Beveiliging is niet ingesteld.
WPA2-PSK(AES) (alleen als Autom. SSID-inst. is
ingesteld op Aan): communicatie wordt beveiligd met
WPA2. Gebruikt AES-coderingsmethode. Wanneer u een
verbinding tot stand brengt tussen een computer en de
projector, moet u het wachtwoord invoeren.
Wanneer Geavanceerd is geselecteerd
Openen: Beveiliging is niet ingesteld.
WPA/WPA2-PSK: Maakt verbinding in de persoonlijke
WPA-modus. De coderingsmethode wordt automatisch
geselecteerd aan de hand van de instellingen van het
toegangspunt. Stel een wachtwoord in dat hetzelfde is voor
het toegangspunt.
WPA/WPA2-EAP: Maakt verbinding in de WPA-
bedrijfsmodus. De coderingsmethode wordt automatisch
geselecteerd aan de hand van de instellingen van het
toegangspunt. Selecteer deze optie als LEAP wordt
gebruikt.
a
U kunt WEP niet als coderingsmethode instellen voor deze projector.
Lijst met Functies
200
Als WPA/WPA2-PSK is geselecteerd
Submenu Functie
Wachtwoordzin
Voer het wachtwoord in. U moet minimaal 8 en maximaal 63
enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren. Wanneer u de
wachtwoordzin hebt ingevoerd en op [
] drukt, wordt het
ingesteld en weergegeven met een sterretje (*).
Bij gebruik met EasyMP Network Projection hoeft u het
standaardwachtwoord (de begininstelling) niet in te voeren op
de computer.
Voor de veiligheid moet u uw wachtwoordzin regelmatig
veranderen. Als de netwerkinstellingen worden gestart, keert de
instelling terug naar het standaardwachtwoord.
s "Menu Resetten" pag.208
U kunt maximaal 32 tekens invoeren in het configuratiemenu.
Gebruik de webbrowser voor tekstinvoer als u meer dan 32
tekens wilt invoeren.
s "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.158
In de Snelle modus wordt het standaardwachtwoord ingesteld.
De aanvankelijke wachtwoordzin is verborgen. Verander de
wachtwoordzin om Epson iProjection te gebruiken.
Als WPA/WPA2-EAP is geselecteerd
Submenu Functie
EAP-instelling
Stel het verificatieprotocol in.
PEAP: verificatieprotocol dat veel gebruikt wordt bij Windows
Server.
PEAP-TLS: verificatieprotocol dat gebruikt wordt bij Windows
Server. Stel dit in bij gebruik van een clientcertificaat.
EAP-TLS: verificatieprotocol dat veel gebruikt wordt met een
clientcertificaat.
EAP-Fast, LEAP: selecteer dit als deze verificatieprotocollen
gebruikt worden.
Lijst met Functies
201
Submenu Functie
Gebruikersnaam
Voer de gebruikersnaam in die wordt gebruikt voor verificatie. U
kunt tot 64 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren.
Als u PEAP-TLS of EAP-TLS selecteert, wordt de
gebruikersnaam weergegeven die automatisch werd verkregen
van het clientcertificaat. U kunt de gebruikersnaam veranderen
als de verificatieserver een andere gebruikersnaam vereist.
U kunt maximaal 32 tekens invoeren in het configuratiemenu.
Gebruik de webbrowser voor tekstinvoer als u meer dan 32
tekens wilt invoeren.
s
"Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.158
Als u ook de domeinnaam moet invoeren, voegt u de
domeinnaam toe vóór de gebruikersnaam en scheidt beiden met
een backslash.
Wachtwoord
Voer het wachtwoord in dat wordt gebruikt voor verificatie. U
kunt tot 64 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren. Wanneer u
het wachtwoord hebt ingevoerd en op Finish drukt, wordt het
ingesteld en weergegeven met een sterretje (*).
U kunt maximaal 32 tekens invoeren in het configuratiemenu.
Gebruik de webbrowser voor tekstinvoer als u meer dan 32
tekens wilt invoeren.
s "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.158
Clientcertificaat
Hier worden de gegevens Uitgereikt aan, Uitgereikt door en
Geldigheidsduur van het opgeslagen clientcertificaat
weergegeven. Dit is blanco als het certificaat niet is ingesteld.
Servercertificaat
verifiëren
Zet deze functie Aan om verificatie van het servercertificaat in te
schakelen. Voor verificatie van een servercertificaat moet CA-
certificaat ingesteld zijn.
s "Certificaten instellen" pag.161
CA-certificaat
Hier worden de gegevens Uitgereikt aan, Uitgereikt door en
Geldigheidsduur van het opgeslagen CA-certificaat
weergegeven. Dit is blanco als het certificaat niet is ingesteld.
Submenu Functie
Naam RADIUS-
server instellen
Zet deze functie Aan om de servernaam te verifiëren tijdens
controle van het servercertificaat. Door een servernaam op te
geven, beperkt u het risico dat verbinding wordt gemaakt met
een ongeldige verificatieserver.
Naam RADIUS-
server
Specificeer de naam van de verificatieserver.
U kunt maximaal 32 alfanumerieke tekens van één byte invoeren
(^ mag niet worden gebruikt).
Einddatum ser‐
vercert. verifi‐
eren
Zet deze functie Aan om de geldigheidsduur van het certificaat te
verifiëren tijdens controle van het servercertificaat.
Menu Vast netwerk
Submenu Functie
DHCP
U kunt instellen of
DHCP
g
wel of niet (Aan/Uit) wordt
gebruikt.
Als deze functie op Aan staat, kunt u geen adressen meer
invoeren.
Lijst met Functies
202
Submenu Functie
IP-adres
Hier kunt u het
IP-adres
g
invoeren dat is toegewezen aan de
projector.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 192.0.2.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255
(waarbij x een getal van 0 tot 255 is)
Subnetmasker
U kunt het
subnetmasker
g
voor de projector invoeren. U kunt in
elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren. De
volgende subnetmaskers kunnen echter niet gebruikt worden.
0.0.0.0, 255.255.255.255
Gateway-adres
U kunt het IP-adres voor de gateway voor de projector invoeren.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende
Gateway-adressen
g
kunnen echter niet worden
gebruikt.
0.0.0.0, 127.x.x.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x een
getal van 0 t/m 255 is)
DNS-server
Door een mailserver en hostnaam in te stellen, staat de DNS-
server toe dat u e-mail met annotaties stuurt die met de
interactieve functie gemaakt zijn.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 192.9.2.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x
staat voor een getal van 0 t/m 255)
Als DHCP is ingesteld op Aan, wordt de DNS-serverinformatie
opgehaald via DHCP. In dat geval krijgen deze instellingen
prioriteit.
Submenu Functie
WINS-server
Door een netwerkmap als opslaglocatie in te stellen, staat de
WINS-server toe om de annotatieinhoud op te slaan die gemaakt
is met de interactieve functies. Stel dit in bij het gebruik van een
WINS-server en bij opgave van een netwerkmap in een ander
subnet.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 192.9.2.x, 224.0.0.0 t/m 255.255.255.255 (waarbij x
staat voor een getal van 0 t/m 255)
Als u geen WINS-server instelt, stelt u 0.0.0.0 in.
Als DHCP is ingesteld op Aan, wordt de WINS-serverinformatie
opgehaald via DHCP. In dat geval krijgen deze instellingen
prioriteit.
Weergave IP-
adres
Om te voorkomen dat het IP-adres op het scherm LAN stand-by
wordt weergegeven, stelt u dit in op Uit.
Lijst met Functies
203
Menu Beheerdersinstelling
Submenu Functie
Beheerder
wachtwoord
Voer hier het wachtwoord in voor het menu
beheerderinstellingen van de netwerkinstellingen.
U kunt maximaal zestien alfanumerieke tekens van één byte
invoeren (* mag niet worden gebruikt).
Als er geen beheerderwachtwoord is ingesteld, klikt u op OK met
een leeg wachtwoordvak.
Het Beheerderswachtwoord wordt ook gebruikt voor de
Whiteboardinstelling.
s
"Menu Basis" pag.191
Netwerkhost‐
naam
Deze naam wordt gebruikt om de beamer in de webcontrole te
identificeren. U kunt tot 15 enkelbyte alfanumerieke tekens
invoeren. De enige symbolen die u kunt gebruiken, zijn -
(afbreekstreepje) en _ (underscore). (Het eerste teken moet
echter een alfabetisch teken zijn en het laatste teken een
alfanumeriek teken.)
Wachtwoord
PJLink
Voer hier een wachtwoord in om te gebruiken wanneer u
toegang wilt tot de projector met compatibele PJLink-software.
U kunt tot 32 enkelbyte alfanumerieke tekens invoeren
(symbolen mogen niet worden gebruikt).
s "Info over PJLink" pag.166
Submenu Functie
Wachtwoord
webctrl
Stel een wachtwoord in om te gebruiken bij het maken van de
instellingen en het controleren van de projector met Web
Control. U kunt maximaal acht alfanumerieke tekens van één
byte invoeren (* mag niet worden gebruikt). Web Control is een
computerfunctie waarmee u de projector kunt instellen en
beheren via de webbrowser op een computer die op een netwerk
is aangesloten.
s "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.158
Monitor-wacht‐
woord
Stel een wachtwoord in voor gebruik van EasyMP Monitor.
U kunt maximaal zestien alfanumerieke tekens van één byte
invoeren (* mag niet worden gebruikt).
Beveiligde HTTP
Voor een betere veiligheid wordt de communicatie tussen de
projector en de computer in Web Control gecodeerd. Als de
beveiliging wordt ingesteld met Web Control, verdient het
aanbeveling deze optie in te schakelen (Aan).
E-mailmelding
Gaat naar het instellingenmenu E-mailmelding.
s "Menu E-mailmelding" pag.205
Certificaatbe
heer
Gaat naar het instellingenmenu Certificaatbeheer.
s "Menu Certificaatbeheer" pag.206
SNMP
Gaat naar het SNMP-instellingenmenu.
s "Menu SNMP" pag.207
Gateway met pri
oriteit
Selecteer voor de gateway met prioriteit de optie Vast of
Draadloos.
AMX Device Dis‐
covery
Schakel deze optie in (Aan) als u wilt dat de projector
gedetecteerd kan worden door
AMX Device Discovery
g
. Zet
deze instelling op Uit als de projector niet is aangesloten op een
omgeving waarin een controller van AMX of AMX Device
Discovery wordt gebruikt.
Lijst met Functies
204
Submenu Functie
Crestron Room
View
Stel dit alleen op Aan in bij controle of beheer van de projector
over het netwerk door middel van Crestron RoomView
®
. Deze
functie wordt doorgaans op Uit ingesteld.
s "Over Crestron RoomView
®
" pag.166
Wijzigingen in projectorinstellingen worden actief na
herstarten.
Als dit op Aan is ingesteld, zijn de volgende functies niet
beschikbaar.
Webcontrole
Message Broadcasting (EasyMP Monitor-plugin)
Bonjour
Zet deze instelling op Aan als u verbinding maakt met een
netwerk dat Bonjour gebruikt. Raadpleeg de website van Apple
voor meer informatie over het gebruik van de Bonjour-service.
http://www.apple.com/
EPSON Message
Broadcasting
U kunt de EPSON Message Broadcasting-functie in- of
uitschakelen.
U kunt Message Broadcasting en de bijbehorende handleiding
downloaden van de volgende website.
http://www.epson.com
Menu E-mailmelding
Wanneer deze functie is ingesteld, krijgt u een e-mailbericht als er een
probleem is met de projector of als de projector een waarschuwing geeft.
s "Inhoud van een foutmelding in een e-mail" pag.163
Submenu Functie
E-mailmelding
Stel in op Aan om een e-mailbericht te versturen naar de vooraf
ingestelde adressen wanneer zich een probleem voordoet of een
melding wordt gegeven met betrekking tot een projector.
SMTP-server
U kunt het
IP-adres
g
voor de SMTP-server voor de projector
invoeren.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 192.0.2.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een
getal van 0 tot 255 is)
Poortnummer
U kunt het poortnummer voor de SMTP-server invoeren. De
standaardwaarde is 25. U kunt getallen tussen 1 en 65.535
invoeren.
Lijst met Functies
205
Submenu Functie
E-mailadres 1/E-
mailadres 2/E-
mailadres 3
Voer het e-mailadres in van de bestemming waar de e-
mailmelding heen moet. U kunt maximaal drie bestemmingen
registreren. U kunt maximaal 64 alfanumerieke tekens van één
byte voor het e-mailadres invoeren (u kunt * ( ) , ; < > [ \ ]).
U kunt maximaal 32 tekens invoeren in het configuratiemenu.
Gebruik de webbrowser voor tekstinvoer als u meer dan 32
tekens wilt invoeren.
s "Instellingen wijzigen met een webbrowser (Webcontrole)"
pag.158
Het adres voor bestemming 1 is het adres van de afzender van de
e-mailmelding.
Melding instel‐
len
U kunt instellen bij welke problemen of waarschuwingen een e-
mailmelding wordt gestuurd. Als het probleem of de
waarschuwing optreedt in de projector, wordt dat met een
bericht gemeld aan het opgegeven E-mailadres. U kunt
meerdere van de vermelde opties selecteren.
Menu Certificaatbeheer
Submenu Functie
Clientcertificaat
Hier worden de gegevens Uitgereikt aan, Uitgereikt door en
Geldigheidsduur van het opgeslagen clientcertificaat
weergegeven. Dit is blanco als het certificaat niet is ingesteld. U
moet Clientcertificaat instellen als WPA/WPA2-EAP is
geselecteerd in Beveiliging en PEAP-TLS of EAP-TLS is
geselecteerd voor EAP-instelling.
Selecteer Wissen om het opgeslagen certificaat te verwijderen.
CA-certificaat
Hier worden de gegevens Uitgereikt aan, Uitgereikt door en
Geldigheidsduur van het opgeslagen CA-certificaat
weergegeven. Dit is blanco als het certificaat niet is ingesteld. U
moet CA-certificaat instellen als WPA/WPA2-EAP is
geselecteerd in Beveiliging wanneer het
verificatieservercertificaat wordt gecontroleerd.
Selecteer Wissen om het opgeslagen certificaat te verwijderen.
Lijst met Functies
206
Submenu Functie
Zelfondertekend
certificaat
(Deze optie kan alleen worden ingesteld als Beveiligde HTTP is
ingesteld op Aan.)
Hier worden de gegevens Uitgereikt aan, Uitgereikt door en
Geldigheidsduur weergegeven van het certificaat van de
serverfunctie van de projector. Deze informatie wordt niet
getoond als Webservercertificaat is ingesteld.
Selecteer Opfrissen om het zelfondertekend certificaat bij te
werken.
Webservercerti
ficaat
(Deze optie kan alleen worden ingesteld als Beveiligde HTTP is
ingesteld op Aan.)
Hier worden de gegevens Uitgereikt aan, Uitgereikt door en
Geldigheidsduur weergegeven van het certificaat dat in de
projector is ingesteld. Deze informatie wordt niet getoond als
Zelfondertekend certificaat is ingesteld.
Selecteer Wissen om het opgeslagen certificaat te verwijderen.
a
Web Control wordt gebruikt om certificaten in te stellen.
s "Certificaten instellen" pag.161
U kunt ook digitale certificaten van een USB-opslagapparaat op de
projector installeren. Een certificaat wordt echter wellicht niet correct
geïnstalleerd als u het zowel van een USB-opslagapparaat als van het
netwerk installeert.
Menu SNMP
Submenu Functie
SNMP
Zet deze functie op Aan om de projector te controleren via
SNMP
g
. Om de projector te monitoren, moet u het SNMP-
beheerprogramma op uw computer installeren. SNMP moet
door een netwerkbeheerder worden beheerd. De
standaardwaarde is Uit.
Trap IP Adres 1/
Trap IP Adres 2/
U kunt maximaal twee IP-adressen registreren voor de melding
van SNMP-traps.
U kunt in elk veld van het adres een getal van 0 t/m 255 invoeren.
De volgende IP-adressen kunnen echter niet gebruikt worden.
127.x.x.x, 192.0.2.x, 224.0.0.0 tot 255.255.255.255 (waarbij x een
getal van 0 tot 255 is)
Gemeenschap
Stel de SNMP-gemeenschapsnaam in. U kunt maximaal 32
alfanumerieke tekens van één byte invoeren (u kunt alleen het
symbool @ gebruiken).
Lijst met Functies
207
Menu Resetten
Hiermee stelt u alle netwerkinstellingen opnieuw in.
Submenu Functie
Netwerkinstel‐
lingen resetten.
Om alle netwerkinstellingen opnieuw in te stellen, selecteert u
Ja.
Als u de netwerkinstellingen terugzet, worden de instellingen
Wachtwoordzin, Beheerderwachtwoord en Certificaatbeheer
teruggezet naar de standaardwaarde en worden de certificaten
verwijderd.
Nadat u alle instellingen opnieuw hebt ingesteld, verschijnt het
menu Basis.
Menu ECO
Als u instellingen invoert in het menu ECO, voert de projector functies uit
om energie te sparen. Als instellingen voor energiebesparing zijn
ingeschakeld. wordt naast elk submenu het pictogram van een blad
weergegeven.
Submenu Functie
Stroomverbruik
U kunt hier de helderheid van de projectorlamp op een of twee
manieren regelen. Selecteer ECO als de geprojecteerde beelden
te helder zijn, zoals wanneer de geprojecteerde beelden in een
donkere kamer of op een klein scherm worden geprojecteerd.
Met ECO geselecteerd, neemt het energieverbruik tijdens het
projecteren af. Ook hoort u de ventilator minder.
Wanneer Autom. is ingesteld, wordt de omgevende helderheid
gedetecteerd door de lichtsensor en wordt de helderheid van de
lamp automatisch aangepast.
Wanneer u op grote hoogte bent of u zich op een locatie bevindt
die onderhevig is aan hoge temperaturen, zult u mogelijk de
instellingen niet kunnen wijzigen.
Lijst met Functies
208
Submenu Functie
Lichtoptimalisa‐
tie
(Dit onderdeel kan alleen worden ingesteld als Stroomverbruik
is ingesteld op Normaal of Automatisch.)
Als dit is ingesteld op Aan, wordt de helderheid van de lamp
aangepast aan het geprojecteerde beeld. Dit helpt bij het
beperken van de hoeveelheid elektriciteit die wordt gebruikt
door de helderheid van de lamp te verminderen aan de hand van
de geprojecteerde scène.
De instelling wordt opgeslagen voor elke kleurmodus.
Sluimerstand
Wanneer deze functie op Aan staat, wordt het projecteren
automatisch gestopt als er geen beeldsignaal meer binnenkomt
en er gedurende een bepaalde tijd geen bewerkingen worden
uitgevoerd. Als gedurende ongeveer vijf minuten geen
beeldsignaal binnenkomt, dimt de lamp tot de stroom
uitschakelt. Bij binnenkomst van een beeldsignaal keert de
projector terug naar de normale bedrijfsstatus.
Tijd sluimer‐
stand
Als Sluimerstand is ingesteld op Aan, kunt u instellen na
hoeveel tijd de projector wordt uitgeschakeld binnen een bereik
van 1 tot 30 minuten.
Timer A/V dem
pen
Als deze optie is ingesteld op Aan, wordt de projector 30 minuten
na het inschakelen van A/V dempen automatisch uitgeschakeld.
En als A/V dempen is ingeschakeld en een bepaalde tijd
voorbijgaat, dimt de lamp tot de stroom uitgaat. Bij het
uitschakelen van A/V dempen keert de projector terug naar de
normale bedrijfsstatus.
Submenu Functie
Stand-by modus
Als u de Communicatie aan instelt, kunt u de volgende
handelingen nog uitvoeren zelfs als de projector in stand-by
staat.
De projector vanaf een computer via het netwerk controleren
en bedienen
Geluid en beelden weergeven op een extern apparaat (alleen
als A/V-uitvoer is ingesteld op Altijd)
a
Stel Aansluitmodus in op Geavanceerd bij het
bewaken en bedienen van de beamer over het
draadloos LAN.
s Netwerk - Draadloos LAN - Aansluitmo‐
dus pag.197
ECO-weergave
Als dit is ingesteld op Aan en de helderheid van de lamp
verandert van normaal naar laag of van laag naar normaal,
worden pictogrammen van bladeren linksonder op het
geprojecteerde scherm weergegeven om de status van
energiebesparing aan te geven.
Resetten
U kunt alle aanpassingswaarden in het menu ECO opnieuw
instellen naar standaardwaarden, behalve Stand-by modus. U
vindt meer informatie over het herstellen van de
standaardwaarden voor de menu-items in:
s "Menu Resetten" pag.194
Menu Informatie (alleen weergave)
Hier kunt u de status van de beeldsignalen die worden geprojecteerd en de
status van de projector controleren. Welke items kunnen worden
weergegeven is afhankelijk van de bron die wordt geprojecteerd. Afhankelijk
van het gebruikte model, worden sommige invoerbronnen niet ondersteund.
Lijst met Functies
209
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde
beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
Submenu Functie
Beamerinfo
Lampuren: geeft de totale brandduur van de lamp weer
*
.
Als de lamp aan vervanging toe is, worden de tekens geel
weergegeven.
Bron: Hiermee geeft u de bronnaam weer van het
apparaat waarmee u momenteel projecteert.
Ingangssignaal: geeft de inhoud weer van Ingangssignaal
zoals ingesteld in het menu Signaal afhankelijk van de
bron.
Resolutie: Hiermee geeft u de resolutie weer.
Videosignaal: hiermee geeft u de instellingen weer voor
Videosignaal in het menu Signaal.
Vernieuwingssnelh.: geeft de
vernieuwingssnelheid
g
weer.
Sync. info: hiermee geeft u informatie over het
beeldsignaal weer. Deze kan van belang zijn als u service
nodig hebt.
Status: geeft informatie weer over fouten die zich hebben
voorgedaan met de beamer. Deze kan van belang zijn als
u service nodig hebt.
Serienummer: hiermee wordt het serienummer van de
beamer weergegeven.
Event ID: geeft de problemen weer die zijn opgetreden in
de beamer met de Event IDs als de beamer en de
computer over het netwerk zijn verbonden. Zie de
volgende pagina voor gedetailleerde informatie over het
event-ID.
s "Over Event ID" pag.238
Versie
Main/Main2: geeft informatie weer over de firmwareversie
van de beamer.
* De totale gebruikstijd van de beamerlamp wordt tijdens de eerste 10 uur
weergegeven als "0H". 10 uur en meer wordt weergegeven als "10H", "11H"
enzovoort.
Lijst met Functies
210
Menu Resetten
Submenu Functie
Alle standaardw.
Hier kunt u alle items uit het menu Configuratie terugzetten naar
hun standaardwaarden.
De volgende onderdelen worden niet teruggezet naar hun
standaardwaarden: Ingangssignaal, Zoomen,
Beeldverschuiving, Gebruikerslogo, alle regels in het menu
Netwerk, Lampuren, Taal en Wachtwoord.
Lampuren terug‐
zetten
Wist de totale gebruiksduur van de lampen. Herstel deze waarde
als u de projectorlamp vervangt.
Lijst met Functies
211
Nadat de inhoud van het menu Configuratie is ingesteld voor een projector,
kunt u deze gebruiken om een batch-instelling uit te voeren voor meerdere
projectors (batchinstellingsfunctie).
Gebruik een van de volgende methoden.
Instellen met behulp van een USB-geheugen.
Instellen met behulp van EasyMP Network Updater.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie.
s Installatiehandleiding
Batch-instelling voor meerdere projectors uitvoeren
212
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u problemen kunt opsporen en hoe u ze kunt oplossen.
Als er een probleem optreedt met de projector, kunt u gebruikmaken van
de Help-functie om het probleem op te lossen. Hiertoe drukt u op de
Help-knop. U kunt een probleem oplossen door antwoord te geven op de
vragen.
a
Druk op de [Help]-knop.
Het Help-scherm wordt weergegeven.
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
b
Selecteer een menuoptie.
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
c
Bevestig de selectie.
Via de afstandsbediening Via het bedieningspaneel
Vragen en oplossingen worden op het onderstaande scherm
weergegeven.
Druk op de [Help]-knop om de Help af te sluiten.
a
Als de Help-functie geen oplossing biedt voor uw probleem,
vindt u meer informatie in:
s
"Problemen oplossen" pag.215
De Help-functie gebruiken
214
Als u een probleem hebt met de projector, controleer dan eerst de indicatielampjes op de projector en raadpleeg "De indicatielampjes aflezen" voor meer
informatie.
Zie onderstaande als de indicatielampjes niet duidelijk maken wat het probleem is.
s "Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden" pag.220
De indicatielampjes aflezen
De projector bevat de volgende vier indicatoren. De kleur en oplichtstatus van de indicatoren geven de status van de projector aan.
A
Voedingsindicatielampje Geeft de projectorstatus weer.
B
Statusindicatielampje Geeft de projectorstatus weer.
C
Indicatielampje projectorlamp Geeft de status van de projectorlamp weer.
Problemen oplossen
215
D
Temperatuurindicatielampje Geeft de interne temperatuur van de projector weer.
Indicatielampjes Status Uitleg
Voeding Status
Blauw - licht
op
Uit
Standby De projector krijgt stroom. Als u op de knop [t] drukt en de projector is in stand-bymodus, dan start de
projectie.
Status netwerkbewaking De projector wordt bewaakt en bediend over een netwerk (als Stand-by modus is ingesteld op
Communicatie aan). Als de voedingskabel in deze status wordt losgekoppeld en opnieuw aangesloten,
knippert de voedingsindicator blauw.
Blauw - licht
op
Blauw - knip‐
pert
Opwarmstatus Dit is de status direct na het inschakelen van de projector. Opwarmen duurt ongeveer 30 seconden na het
inschakelen van de lamp. In deze status kunt u de projector niet uitschakelen, zelfs als u op de aan/uitknop
[
t
] drukt.
Afkoelstatus Dit is de status direct na het uitschakelen van de projector. In deze status zijn alle knoppen uitgeschakeld.
Blauw - licht
op
Blauw - licht
op
Normale status De projector projecteert.
In de volgende tabel wordt de status van de indicatielampjes weergegeven en wordt aangegeven hoe u de bijbehorende problemen kunt oplossen.
Als geen van de indicatielampjes brandt, controleer dan of het netsnoer op de juiste manier is aangesloten en of de stroomvoorziening normaal is.
Het lampje [
t
] blijft mogelijk nog even branden nadat u de voedingskabel loskoppelt. Dit is geen defect.
Indicatielampjes Oorzaak Oplossing of status
Voeding Status Lamp Temp
Uit Blauw - knip‐
pert
Oranje -
knippert
Uit
Interne fout Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op
met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Uit Blauw - knip‐
pert
Uit Oranje -
knippert
Fout: ventilator
Fout: sensor
Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op
met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Problemen oplossen
216
Indicatielampjes Oorzaak Oplossing of status
Voeding Status Lamp Temp
Uit Blauw - knip‐
pert
Uit Oranje - licht
op
Fout: hoge temp.
(oververhitting)
De projectorlamp wordt automatisch uitgeschakeld en de projectie stopt. Wacht ongeveer vijf
minuten. Na ongeveer vijf minuten schakelt de projector over in standby-modus. Controleer dan de
twee volgende punten.
Controleer of het luchtfilter en de luchtafvoerventiel schoon zijn en dat de projector niet tegen een
muur is geplaatst.
Als het luchtfilter verstopt is, reinig het dan of vervang het.
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.242, "De luchtfilter Vervangen" pag.249
Als de fout zich blijft voordoen nadat u de bovenstaande punten hebt gecontroleerd, schakel dan de
projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met uw
plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Als u de projector op een hoogte van 1.500 m of hoger gebruikt, stel dan Hoogtemodus in op
Aan.
sUitgebreid - Bewerking - Hoogtemodus pag.186
Uit Blauw - knip‐
pert
Oranje - licht
op
Uit
Fout: lamp
Lamp defect
Controleer de volgende twee punten.
Haal de lamp uit de projector en controleer of hij gebroken is.
s "De Lamp Vervangen" pag.245
Reinig het luchtfilter.
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.242
Als de lamp niet stuk is: plaats de lamp terug en sluit de voedingskabel aan.
Als het probleem zich blijft voordoen: Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel
uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in
de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Indien de lamp stuk is: Neem dan contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde
adres in de Adressenlijst Epson Projector. (Er kunnen geen beelden worden geprojecteerd zolang de
lamp niet werd vervangen.)
s Adressenlijst Epson Projector
Als u de projector op een hoogte van 1.500 m of hoger gebruikt, stel dan Hoogtemodus in op
Aan.
sUitgebreid - Bewerking - Hoogtemodus pag.186
Problemen oplossen
217
Indicatielampjes Oorzaak Oplossing of status
Voeding Status Lamp Temp
Afdekking lamp
open
Controleer of de lamp en het lampdeksel goed zijn geïnstalleerd.
Als de lampdeksel of de beamerlamp niet goed zijn geïnstalleerd, kunt u de lamp niet inschakelen.
s "De Lamp Vervangen" pag.245
Uit Blauw - knip‐
pert
Oranje -
knippert
Oranje -
knippert
Fout: autom. iris Schakel de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op
met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Uit Blauw - knip‐
pert
Oranje - licht
op
Oranje - licht
op
Fout:voed.
Blauw - knip‐
pert
Statusafhan‐
kelijke indi‐
catie
Statusafhan‐
kelijke indi‐
catie
Oranje -
knippert
Waarsch.: hoge
temp.
(Dit is niet abnormaal. Als de temperatuur echter opnieuw te hoog wordt, stopt de projectie
automatisch.)
Controleer of het luchtfilter en de luchtafvoerventiel schoon zijn en dat de projector niet tegen een
muur is geplaatst.
Als het luchtfilter verstopt is, reinig het dan of vervang het.
s
"Reinigen van het luchtfilter" pag.242, "De luchtfilter Vervangen" pag.249
Blauw - knip‐
pert
Statusafhan‐
kelijke indi‐
catie
Oranje -
knippert
Statusafhan‐
kelijke indi‐
catie
Lamp vervangen Vervang de projectorlamp door een nieuwe.
s "De Lamp Vervangen" pag.245
Als u de lamp blijft gebruiken nadat de vervangingsperiode is afgelopen, neemt de kans toe dat de
lamp kan exploderen. Vervang de projectorlamp zo snel mogelijk door een nieuwe.
Uit Blauw - knip‐
pert
Oranje - licht
op
Oranje - licht
op
Obstakeldetectie
fout
Er klinkt een pieptoon en het bericht "Verwijder alle obstakels die het projectiegebied hinderen."
wordt weergegeven. De projector wordt automatisch uitgeschakeld indien u geen aktie onderneemt.
Controleer de volgende twee punten.
Controleer of er geen obstakels zijn die het projectievenster storen. Verwijder eventuele obstakels.
Reinig de obstakelsensor indien er geen obstakels zijn.
s
"Reinigen van de obstakelsensor" pag.241
Als het probleem zich blijft voordoen: schakel de projector uit, trek de stekker van de voedingskabel
uit het stopcontact en neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in
de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Problemen oplossen
218
a
Zie onderstaande als de projector niet naar behoren werkt, zelfs al geven alle indicatielampjes aan dat alles normaal is.
s "Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden" pag.220
Als de fout niet wordt weergegeven in deze tabel, schakel dan de projector uit, haal de stekker van de voedingskabel uit het stopcontact en neem contact op met
uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Problemen oplossen
219
Als de indicatielampjes geen uitkomst bieden
Als een van hieronder beschreven problemen zich voordoet en de
indicatielampjes geen oplossing bieden, raadpleeg dan de betreffende pagina.
Problemen met het beeld
Geen beeld
Projectie start niet, het projectiegebied is geheel leeg.
s
pag.221
Bewegende beelden worden niet weergegeven (alleen het deel met
bewegend beeld wordt zwart)
De door de computer doorgegeven bewegende beelden worden
zwart weergegeven en er wordt niets geprojecteerd
s
pag.222
De projectie stopt automatisch s
pag.223
Het bericht "Niet ondersteund." wordt weergegeven s
pag.223
Het bericht "Geen signaal" wordt weergegeven s
pag.223
Vaag, onscherp of vervormd beeld s
pag.224
Interferentie of vervormd beeld s
pag.225
De muisaanwijzer knippert (alleen bij projectie met USB Display) s
pag.225
Het beeld is afgesneden (breed) of klein, de beeldverhouding is
verkeerd of het beeld is omgedraaid
Slechts een deel van het beeld wordt weergegeven, of de hoogte-
breedteverhouding van het beeld is onjuist
s
pag.226
De beeldkleuren zijn niet juist
Het hele beeld heeft een paarsachtige of groenachtige kleur, de
beelden zijn zwart-wit, of de kleuren zijn mat
s
pag.227
Donker beeld s
pag.227
Problemen bij het starten van de projectie
De beamer gaat niet aan s
pag.228
Problemen met de interactieve functies
Teken op het geprojecteerde scherm niet mogelijk s
pag.229
Kan de computer niet bedienen vanaf het geprojecteerde scherm
nadat het is aangesloten op de computer
s
pag.229
Het bericht "Er is een fout opgetreden in Easy Interactive
Function." wordt weergegeven
s
pag.230
De muis van de computer werkt niet goed s
pag.230
De interactieve pen werkt niet s
pag.230
De reactietijd voor de interactieve pen is langzaam (alleen bij
projectie met USB Display)
s
pag.231
U kunt de aanraakbewerkingen niet juist uitvoeren (alleen
EB-1430Wi)
s
pag.231
De stip verplaatst zich automatisch of verplaatst zich niet naar de
volgende positie bij het handmatig kalibreren
s
pag.232
Kan geen verbinding maken met het whiteboard van een gedeelde
beamer
s
pag.232
Kan de inhoud van de gedeelde tekening niet weergeven s
pag.232
Kan het scherm voor een gedeeld whiteboard niet opslaan in een
webbrowser
s
pag.233
Kan geen handelingen uitvoeren tijdens opnames maken,
afdrukken of opslaan
s
pag.233
Kan het opgenomen projectiescherm niet goed plakken s
pag.233
Problemen oplossen
220
Kan niet normaal afdrukken s
pag.233
Kan niet normaal scannen s
pag.234
De tijd loopt niet synchroon, instellingen voor de interne opslag
worden niet goed weergegeven
s
pag.234
Kan de bron niet wijzigen s
pag.234
Overige problemen
Geen geluid of zwak geluid s
pag.234
Ruis in het geluid (alleen bij projectie met USB-display) s
pag.235
De afstandsbediening werkt niet s
pag.235
Ik wil de taal van meldingen en menu's wijzigen s
pag.236
De authenticatie-instelling van het draadloze LAN is mislukt s
pag.236
Er wordt geen mail ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de
beamer
s
pag.236
Het bericht "De batterij voor de tijd is bijna leeg." wordt
weergegeven
s
pag.237
Instellingen kunnen niet met een webbrowser worden veranderd s
pag.237
Problemen met het beeld
Geen beeld
Controleer het volgende Oplossing
Hebt u op de [t]-knop gedrukt? Druk op de [t]-knop om de projector in te schakelen.
Zijn alle indicatielampjes uitgeschakeld? Het netsnoer is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening.
Sluit het netnsoer van de projector correct aan.
s "Van installatie tot projectie" pag.54
Controleer de stroomonderbreker, enz. om te controleren of de stroomvoorziening in orde is.
Is A/V dempen ingeschakeld? Druk op de [A/V Mute]-knop op de afstandsbediening om A/V dempen te annuleren.
s "Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen)" pag.146
Zijn de instellingen in het menu Configuratie correct? Herstel alle standaardinstellingen.
s Resetten - Alle standaardw. pag.211
Problemen oplossen
221
Controleer het volgende Oplossing
Is het geprojecteerde beeld volledig zwart?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Sommige beelden die worden doorgegeven, zoals schermbeveiliging, kunnen geheel zwart zijn.
Is de instelling voor het beeldsignaal juist?
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat.
s Signaal - Videosignaal pag.183
Is de USB-kabel juist aangesloten?
(Alleen als u USB Display gebruikt voor de projectie)
Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten. Sluit de kabel opnieuw aan als deze niet of niet goed is aangesloten.
Wordt Windows Media Center weergegeven op volledig scherm?
(Alleen als u USB Display of een netwerkverbinding gebruikt voor
de projectie)
Als Windows Media Center wordt weergegeven op volledig scherm, kunt u niet projecteren met USB Display of
netwerkverbinding. Verlaag de schermgrootte.
Wordt een toepassing weergegeven die gebruik maakt van de
Windows-functionaliteit DirectX?
(Alleen als u USB Display of een netwerkverbinding gebruikt voor
de projectie)
Bij toepassingen die gebruik maken van de DirectX functie worden beelden wellicht niet correct weergegeven.
Bewegende beelden worden niet weergegeven (alleen het deel met bewegend beeld wordt zwart)
Controleer het volgende Oplossing
Wordt het beeldsignaal van de computer op het LCD-scherm en de
monitor weergegeven?
Alleen als er beelden van een laptopcomputer of een computer met
ingebouwd LCD-scherm worden geprojecteerd
Stel het beeldsignaal van de computer op uitsluitend externe uitvoer in. Kijk dit na in de documentatie bij uw computer
of neem contact op met de computerfabrikant.
Is de film die u wilt projecteren auteursrechtelijk beschermd? De projector kan mogelijk geen auteursrechtelijk beschermd filmmateriaal weergeven dat op een computer wordt
afgespeeld. Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding van de speler.
Problemen oplossen
222
De projectie stopt automatisch
Controleer het volgende Oplossing
Is Sluimerstand of Timer A/V dempen ingesteld op Aan? Als een van deze is ingesteld op Aan, schakelt de projector automatisch uit in de volgende situaties:
Als Sluimerstand is ingesteld op Aan: als gedurende een ingestelde periode geen handelingen worden verricht en geen
beeldsignaal wordt ingevoerd.
Als Timer A/V dempen is ingesteld op Aan: als ongeveer 30 minuten zijn verstreken sinds A/V dempen is
ingeschakeld.
Om te voorkomen dat de beamer automatisch uitschakelt, moet elke instelling op Uit zijn ingesteld.
s ECO - Sluimerstand, Timer A/V dempen pag.208
Staat de computer in de energiebesparingsmodus? Als de computer in de energiebesparingsmodus staat en gedurende een bepaalde periode worden geen handelingen
verricht, kan het beeld verdwijnen. Voer een handeling uit op de computer om het beeld opnieuw weer te geven.
Het bericht "Niet ondersteund." wordt weergegeven
Controleer het volgende Oplossing
Is de instelling voor het beeldsignaal juist?
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat.
s Signaal - Videosignaal pag.183
Komen de resolutie van het beeldsignaal en de verversingsfrequentie
overeen met de modus?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Raadpleeg de bij de computer geleverde documentatie voor informatie over het wijzigen van de resolutie van het
beeldsignaal en de verversingsfrequentie van de computer.
s "Ondersteunde Monitorbeeldschermen" pag.256
Het bericht "Geen signaal" wordt weergegeven
Controleer het volgende Oplossing
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten.
s "Van installatie tot projectie" pag.54
Is de juiste poort geselecteerd? Verander het beeld door op de knkop [Source Search] op de afstandsbediening, het Control Pad.
s "Automatisch binnenkomende signalen detecteren en het geprojecteerde beeld wijzigen (Bron zoeken)" pag.55
Is de stroom van de aangesloten computer of videoapparatuur
ingeschakeld?
Schakel het apparaat in.
Problemen oplossen
223
Controleer het volgende Oplossing
Worden de beeldsignalen doorgegeven naar de projector?
Alleen als er beelden van een laptopcomputer of een computer met
ingebouwd LCD-scherm worden geprojecteerd
Als de beeldsignalen alleen naar de LCD-monitor van de computer of naar de extra monitor worden doorgegeven, moet
u de instellingen wijzigen zodat de beeldsignalen naar een externe bestemming worden doorgegeven. Als bij sommige
computermodellen de beeldsignalen extern worden uitgevoerd, worden zij niet langer weergegeven op de LCD-monitor
of de extra monitor.
Als u de externe apparatuur aansluit terwijl de projector of computer al is ingeschakeld, is het mogelijk dat de [Fn]-
functietoets waarmee u het beeldsignaal van de computer naar een extern apparaat kunt verplaatsen, niet werkt. Schakel
de projector en de computer uit en vervolgens opnieuw in.
s "Van installatie tot projectie" pag.54
s
Documentatie van de computer
Staat de computer in de energiebesparingsmodus? Als de computer in de energiebesparingsmodus staat en gedurende een bepaalde periode worden geen handelingen
verricht, kan het beeld verdwijnen. Voer een handeling uit op de computer om het beeld opnieuw weer te geven.
Vaag, onscherp of vervormd beeld
Controleer het volgende Oplossing
Is de scherpte juist ingesteld? Beweeg de scherpstelhendel om de scherpte aan te passen.
s "Scherpstellen" pag.65
Is de projector op de juiste afstand opgesteld? Staat de projector niet op de juiste afstand?
Stel de projector op binnen het aanbevolen bereik.
s
"Schermgrootte en projectieafstand" pag.254
Is de Keystone correctiewaarde te groot? Verminder de projectiehoek om de Keystone correctiewaarde te verminderen.
s "Instellen van de verticale positie van het beeld (alleen modellen die pootjes hebben)" pag.64
Is de
Hoogte-breedteverh.
g
juist ingesteld? U kunt de hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld aanpassen aan het type, de hoogte-
breedteverhouding en resolutie van de ontvangen signalen.
s "De hoogte-breedteverhouding van het geprojecteerde beeld wijzigen" pag.70
Heeft zich condens op de lens gevormd? Als u de projector plotseling van een koude omgeving naar een warme omgeving verplaatst, of als de
omgevingstemperatuur plotseling verandert, kan er condensvorming op de lens optreden. Hierdoor kan het beeld vaag
overkomen. Plaats de projector ongeveer één uur voordat u hem wilt gebruiken in de kamer. Als zich condens op de lens
vormt, schakelt u de projector uit en wacht u totdat de condens is verdwenen.
Problemen oplossen
224
Interferentie of vervormd beeld
Controleer het volgende Oplossing
Is de instelling voor het beeldsignaal juist?
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat.
s Signaal - Videosignaal pag.183
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten.
s "Apparatuur aansluiten" pag.34
Gebruikt u een verlengsnoer? Als u een verlengsnoer gebruikt kunnen de signalen door elektrische interferentie worden vervormd. Gebruik de met de
projector meegeleverde kabels om te controleren of de kabels die u gebruikt het probleem veroorzaken.
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Stel de computer zodanig in dat de uitgevoerde signalen compatibel zijn met de projector.
s "Ondersteunde Monitorbeeldschermen" pag.256
s Documentatie van de computer
Zijn de instellingen voor
Sync.
g
en Tracking
g
juist ingesteld?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Druk op de [Auto]-knop op de afstandsbediening of de [
]-knop op het bedieningspaneel om de instellingen
automatisch te laten uitvoeren. Als de beeldinstellingen na deze automatische instelling toch niet goed zijn, kunt u ze ook
in het menu Configuratie instellen.
s
Signaal - Tracking, Sync. pag.183
Staat Resolutie op een andere waarde dan Automatisch?
(Alleen bij projectie op een gesplitst scherm)
Het beeld kan vertekend worden als de instelling Resolutie in het menu Configuratie niet overeenkomt met de resolutie
van het geprojecteerde beeld.
Als het beeld vertekend is, moet u de Resolutie op Automatisch zetten.
s Signaal - Resolutie pag.183
Is Gelaagd venster verzenden geselecteerd?
(Alleen als u USB Display gebruikt voor de projectie)
Klik op Alle programma's - EPSON Projector - Epson USB Display - Instellingen Epson USB Display Ver.x.xx en
schakel het selectievakje Gelaagd venster verzenden uit.
De muisaanwijzer knippert (alleen bij projectie met USB Display)
Controleer het volgende Oplossing
Is Zorg ervoor dat de beweging van de muisaanwijzer vloeiend
verloopt. geselecteerd?
Klik op Alle programma's - EPSON-projector - Epson USB Display - Instellingen Epson USB Display Ver.x.xx en
selecteer vervolgens Zorg ervoor dat de beweging van de muisaanwijzer vloeiend verloopt. (Windows 2000 is niet
beschikbaar.)
Windows Aero kan niet worden gebruikt indien dit in Windows Vista/7 is geselecteerd.
Problemen oplossen
225
Het beeld is afgesneden (breed) of klein, de beeldverhouding is verkeerd of het beeld is omgedraaid
Controleer het volgende Oplossing
Wordt er een breedbeeldsignaal van de computer geprojecteerd?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Wijzig de instelling overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat.
s Signaal - Resolutie pag.183
Wordt het beeld nog steeds vergroot door E-Zoom? Druk op de knop [Esc] op de afstandsbediening om E-Zoom te annuleren.
s "Een gedeelte van het beeld weergeven (E-Zoom)" pag.148
Is de beeldpositie juist ingesteld? (Alleen voor projectie van analoge RGB-signalen van de Computer-poort.)
Druk op de [Auto]-knop op de afstandsbediening of de [
]-knop op het bedieningspaneel om de positie aan te passen.
U kunt de positie ook vanuit het menu Configuratie aanpassen.
s Signaal - Positie pag.183
Kunnen er op de computer twee beeldschermen worden
aangesloten?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Indien het gebruik van twee beeldschermen is geactiveerd in Eigenschappen voor beeldscherm van het
Configuratiescherm van de computer, wordt slechts de helft van het beeld op het computerscherm geprojecteerd. Als u
het gehele beeld op het computerscherm wilt weergeven, schakel dan de instelling voor het gebruik van twee
beeldschermen uit.
s Documentatie bij videostuurprogramma van computer
Hebt u de juiste resolutie geselecteerd?
Alleen als er computerbeelden worden geprojecteerd
Stel de computer zodanig in dat de uitgevoerde signalen compatibel zijn met de projector.
s "Ondersteunde Monitorbeeldschermen" pag.256
s
Documentatie van de computer
Heeft u de beeldpositie ingesteld na gebruik van Zoom aanpassen of
Keystone?
Voer Beeldverschuiving uit om de beeldpositie in te stellen na gebruik van Zoom- of trapeziumcorrectie.
s "Instellen van de positie van het beeld (Beeldverschuiving)" pag.63
Is de projectiestand correct? Stel, afhankelijk van de installatie van de beamer, de projectiemodus in als: Voorkant, Voor/Ondersteboven,
Achterkant en Achter/Ondersteboven.
s Uitgebreid - Projectie pag.186
s "Installatiemethoden" pag.31
Problemen oplossen
226
De beeldkleuren zijn niet juist
Controleer het volgende Oplossing
Komen de instellingen van de invoersignalen overeen met de
signalen van het aangesloten apparaat?
Wijzig de volgende instellingen overeenkomstig het signaal van het aangesloten apparaat.
Als het beeld van een apparaat komt dat op de Computer-ingang is aangesloten
s Signaal - Ingangssignaal pag.183
Als het beeld van een apparaat komt dat op de Video-ingang is aangesloten
s Signaal - Videosignaal pag.183
Is de helderheid van het beeld juist ingesteld? Pas de instelling voor Helderheid aan in het menu Configuratie.
s Beeld - Helderheid pag.181
Zijn de kabels op de juiste manier aangesloten? Controleer of alle benodigde kabels goed zijn aangesloten.
s "Apparatuur aansluiten" pag.34
Is het
Contrast
g
juist ingesteld? Pas de instelling voor Contrast in het Configuratie menu aan.
s Beeld - Contrast pag.181
Is de kleuraanpassing ingesteld op een geschikte waarde? Pas de instellingen voor Gamma, RGB of RGBCMY aan in het menu Configuratie.
s Beeld - Geavanceerd pag.181
s "Het beeld bijstellen" pag.68
Zijn de instellingen voor kleurverzadiging en tint juist ingesteld?
Alleen als er videobeelden worden geprojecteerd
Pas de instellingen voor Kleurverzadiging en Tint in het Configuratie menu aan.
s Beeld - Kleurverzadiging, Tint pag.181
Donker beeld
Controleer het volgende Oplossing
Is de helderheid van het beeld juist ingesteld? Pas de Helderheid en Stroomverbruik-instellingen aan in het menu Configuratie.
s Beeld - Helderheid pag.181
s ECO - Stroomverbruik pag.208
Is het
Contrast
g
juist ingesteld? Pas de instelling voor Contrast in het Configuratie menu aan.
s Beeld - Contrast pag.181
Is het tijd om de lamp te vervangen? Als de projectorlamp aan vervanging toe is, wordt het beeld donkerder en de kleurkwaliteit minder. Vervang de lamp
door een nieuwe.
s "De Lamp Vervangen" pag.245
Problemen oplossen
227
Controleer het volgende Oplossing
Gebruikt u de projector op een grote hoogte of op een locatie die
onderhevig is aan hoge temperaturen?
Het scherm kan donker worden wanneer u het gebruikt op een grote hoogte of op een locatie die onderhevig is aan hoge
temperaturen. Hoewel u momenteel geen instellingen voor Stroomverbruik kuntinstellen, kunt u doorgaan met het
gebruik van de projector.
Problemen bij het starten van de projectie
De beamer gaat niet aan
Controleer het volgende Oplossing
Hebt u op de [t]-knop gedrukt? Druk op de [t]-knop om de projector in te schakelen.
Zijn alle indicatielampjes uitgeschakeld? Het netsnoer is niet op de juiste manier aangesloten of er zijn problemen met de stroomvoorziening.
Ontkoppel het netsnoer en sluit vervolgens opnieuw aan.
s "Van installatie tot projectie" pag.54
Controleer de stroomonderbreker, enz. om te controleren of de stroomvoorziening in orde is.
Gaan de indicatielampjes aan en uit als het netsnoer wordt
aangeraakt?
Er is waarschijnlijk een los contact in het netsnoer of het netsnoer is defect. Sluit het netsnoer opnieuw aan. Als het
probleem hiermee niet is opgelost, schakel dan de projector uit, haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en
neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Is Toetsvergrendeling ingesteld op Voll. vergrend.? Druk op de knop [t] op de afstandsbediening. Als u Toetsvergrendeling niet wilt gebruiken, wijzigt u de instelling in
Uit.
s Instellingen - Toetsvergrendeling pag.185
Is de externe receiver juist ingesteld? Controleer de instelling voor Externe receiver in het Configuratie menu.
s Instellingen - Externe receiver pag.185
Problemen oplossen
228
Problemen met de interactieve functies
Teken op het geprojecteerde scherm niet mogelijk
Controleer het volgende Oplossing
Is de pen juist gekalibreerd? Zorg ervoor dat u de pen kalibreert alvorens de interactieve pen voor het eerst te gebruiken, zodat de projector de positie
van de pen op de juiste manier herkent.
Kalibreer de pen nogmaals indien er afwijkingen in de positionering zijn.
s "Automatisch kalibreren" pag.78
Is de Penmodus ingesteld op Interactief met pc?Stel de Penmodus in op PC Free-annotatie in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - Easy Interactive Function - Penmodus pag.186
Kan de computer niet bedienen vanaf het geprojecteerde scherm nadat het is aangesloten op de computer
Controleer het volgende Oplossing
Is Uitgebreid juist ingesteld? Geef de volgende instellingen op:
Stel de Penmodus in op Interactief met pc in het menu Configuratie.
Stel Uitgebreid - USB Type B in op Easy Interactive Function of USB Display/Easy Interactive Function van het
configuratiemenu. Bij het gebruik van USB Display, USB-display/Easy Interactive Function instellen.
s Uitgebreid - USB Type B pag.186
Is Gebruiksmodus pen juist ingesteld? Voor EB-1420Wi: wanneer u interactieve pennen gebruikt zoals een muis, stelt u Gebruiksmodus pen in op Twee
gebr./muis of Eén gebr./muis in het menu Configuratie.
Voor EB-1430Wi: als u interactieve pennen of uw vinger gebruikt zoals een muis, stelt u Gebruiksmodus pen in het
menu Configuratie in volgens het besturingssysteem van de aangesloten computer.
s Uitgebreid - Easy Interactive Function - Gebruiksmodus pen pag.186
Is de USB-kabel juist aangesloten? Controleer de verbinding van de USB-kabel. Het probleem kan mogelijk worden opgelost door de USB-kabel even te
ontkoppelen en dan weer aan te sluiten.
Indien u een notebook-computer gebruikt en de batterij bijna leeg is,
werkt de USB-ingang mogelijk niet meer en kunt u geen USB-
apparatuur gebruiken.
Verbind de computer met een stroombron.
Problemen oplossen
229
Het bericht "Er is een fout opgetreden in Easy Interactive Function." wordt weergegeven
Controleer het volgende Oplossing
Er is een fout opgetreden in de interactieve functies. Neem contact op met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
De muis van de computer werkt niet goed
Controleer het volgende Oplossing
Is de interactieve pen op het projectiescherm geplaatst? Verwijder de Easy Interactive Pen van het scherm of zet hem uit.
De interactieve pen werkt niet
Controleer het volgende Oplossing
Er is een obstakel in het signaalpad tussen de interactieve pen en de
projector.
Verwijder het obstakel. Blokkeer het signaalpad tevens niet wanneer u voor het projectiescherm staat.
Het signaal wordt door andere faktoren gestoord, bijvoorbeeld een
lichtbron die infrarood-stralen gebruikt.
Gebruik geen infrarood-afstandsbediening of infrarood-microfoon in dezelfde ruimte, omdat de interactieve pen
anders slecht zal werken. Schakel de storende apparatuur, bijvoorbeeld een lichtbron die infrarood-stralen gebruikt,
uit.
De batterij is leeg. Vervang de batterij.
De omgeving is te licht. Zorg dat er geen schel licht op het geprojecteerde scherm of op de ontvanger van de Ontvanger voor Easy Interactive
Function valt.
Is de pen juist gekalibreerd? Zorg ervoor dat u de pen kalibreert alvorens de interactieve pen voor het eerst te gebruiken, zodat de projector de positie
van de pen op de juiste manier herkent.
Kalibreer de pen nogmaals indien er afwijkingen in de positionering zijn.
s "Automatisch kalibreren" pag.78
Worden meerdere projectoren gebruikt in dezelfde ruimte? Wanneer u de interactieve pen gebruikt in dezelfde ruimte als meerdere projectors, kunnen storingen een onstabiele
werking van de pen veroorzaken. Sluit de optionele kabelset voor afstandsbediening aan (ELPKC28). Als u niet beschikt
over een afstandsbedieningskabelset, wijzigt u de instelling Afstand projectoren in het menu Configuratie.
s "Meerdere beamers verbinden" pag.47
s Uitgebreid - Easy Interactive Function - Afstand projectoren pag.186
Problemen oplossen
230
De reactietijd voor de interactieve pen is langzaam (alleen bij projectie met USB Display)
Controleer het volgende Oplossing
Is Windows Aero geactiveerd?
(Alleen Windows Vista/7)
Interactieve pen bewerkingen kunnen traag zijn als Windows Aero is ingeschakeld. Schakel de functie Windows Aero op
de gebruikte computer uit.
Klik op Alle programma's - EPSON Projector - Epson USB Display - Instellingen Epson USB Display Ver.x.xx en
selecteer vervolgens Schakel Windows Aero uit en verbeter de traceerfunctie van de interactieve pen.
U kunt de aanraakbewerkingen niet juist uitvoeren (alleen EB-1430Wi)
Controleer het volgende Oplossing
Is de aanraakeenheid juist geïnstalleerd? De aanraakeenheid is mogelijk niet juist geïnstalleerd. Raadpleeg de meegeleverde Installatiehandleiding voor meer
informatie.
s Installatiehandleiding
Is de aanraakeenheid ingeschakeld? Controleer of de indicator op de aanraakeenheid blauw oplicht. Als de indicator op de aanraakeenheid niet oplicht,
controleer dan of Inst.aanraakeenheid - Voeding is ingesteld op Aan in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - Easy Interactive Function - Inst.aanraakeenheid - Voeding pag.186
s Installatiehandleiding
Is de hoekaanpassing uitgevoerd voor de aanraakeenheid? Voer de hoekaanpassing uit voor de aanraakeenheid via het menu Configuratie. Raadpleeg de meegeleverde
Installatiehandleiding voor meer informatie.
s Uitgebreid - Easy Interactive Function - Inst.aanraakeenheid - Hoekaanpassing pag.186
s Installatiehandleiding
Is het systeem gekalibreerd voor aanraakbewerkingen? Als de positie die u aanraakt en de op het scherm aangeraakte plaats niet overeenkomen, moet u Aanraakkalibratie
uitvoeren in het menu Configuratie.
s "Kalibreren voor aanraakbediening met uw vinger" pag.83
Zijn er obstakels zoals kabels die in de weg liggen in de omgeving van
de aanraakeenheid of het scherm?
Als er obstakels de laserdiffusie-ingangen van de aanraakeenheid of het scherm hinderen, kan de projector de
aanraakopdrachten niet goed herkennen. Verwijder eventuele obstakels in de buurt van de aanraakeenheid of het
scherm.
Problemen oplossen
231
De stip verplaatst zich automatisch of verplaatst zich niet naar de volgende positie bij het handmatig kalibreren
Controleer het volgende Oplossing
Informatie van het projectiescherm wordt niet juist ontvangen
vanwege andere faktoren, bijvoorbeeld een lichtbron die infrarood-
stralen gebruikt.
Plaats de storende apparatuur, bijvoorbeeld de lichtbron die infrarood-stralen gebruikt, uit de buurt van de projector of
verplaats de projector.
Informatie van het projectiescherm wordt mogelijk niet juist
ontvangen indien de projector te dicht bij het scherm staat.
Installeer de projector binnen het aanbevolen projectiebereik.
s "Schermgrootte en projectieafstand" pag.254
De interactieve pen is uitgeschakeld vanwege een instabiele
omgeving, zoals een lichtbron die infrarood-stralen uitzendt.
Verplaats de projector of schakel de storende apparatuur, bijvoorbeeld een lichtbron die infrarood-stralen gebruikt,
uit.
Kan geen verbinding maken met het whiteboard van een gedeelde beamer
Controleer het volgende Oplossing
Is de beamer goed aangesloten op het netwerk? Om een whiteboard te delen, moet u de beamer met hetzelfde netwerk verbinden als de doelprojector.
s "Een LAN-kabel aansluiten" pag.45
s "De draadloze LAN-unit installeren" pag.46
Hebt u de juiste PIN-code ingevoerd? Als u tienmaal in tien minuten de verkeerde PIN-code invoert, kunt u gedurende drie minuten geen verbinding maken
met het whiteboard. Probeer het over drie minuten nogmaals.
Kan de inhoud van de gedeelde tekening niet weergeven
Controleer het volgende Oplossing
Is de beamer goed aangesloten op het netwerk? Om een whiteboard te delen, moet u deze beamer met hetzelfde netwerk verbinden als de doelbeamer.
s "Een LAN-kabel aansluiten" pag.45
s "De draadloze LAN-unit installeren" pag.46
Is de netwerkverbinding met het gedeelde whiteboard verbroken?
Klik op [
] in de onderste werkbalk. Als u goed verbonden bent met het whiteboard, worden het adres voor de
verbinding en de knop Stoppen met delen van het whiteboard weergegeven. Als de knop Start te delen met dit
whiteboard en de knop Verbinding maken met het gedeelde whiteboard worden weergegeven, is de verbinding met
het whiteboard verbroken. Maak opnieuw verbinding.
s
"Tekeningen met andere apparaten delen" pag.100
Problemen oplossen
232
Kan het scherm voor een gedeeld whiteboard niet opslaan in een webbrowser
Controleer het volgende Oplossing
Heeft het gedeelde whiteboard toestemming om op de opgegeven
locatie op te slaan?
Het gedeelde whiteboardscherm kan alleen worden opgeslagen door een webbrowser als Verdelen aan de deelnemers.
is ingesteld voor de verbonden beamer bij het opslaan van whiteboardschermen.
s "De inhoud van tekeningen in de Whiteboardmodus opslaan" pag.96
Kan geen handelingen uitvoeren tijdens opnames maken, afdrukken of opslaan
Controleer het volgende Oplossing
Bent u naar handelingen gegaan met de afstandsbediening of het
Control Pad terwijl u handelingen uitvoerde met de interactieve pen
of omgekeerd?
Als u handelingen start met de interactieve pen, moet u alle handelingen met de interactieve pen uitvoeren.
Als u handelingen start met de afstandsbediening of het Control Pad, moet u alle handelingen uitvoeren met de
afstandsbediening of het Control Pad.
Kan het opgenomen projectiescherm niet goed plakken
Controleer het volgende Oplossing
Is het geprojecteerde beeld beschermd? Beschermde inhoud kan niet worden vastgelegd.
Kan niet normaal afdrukken
Controleer het volgende Oplossing
Is de printer op de juiste manier aangesloten? Controleer voor USB-aansluitingen of de USB-A-poort van de printer is aangesloten op de USB-A-poort van het
Control Pad (voor printers). Controleer bij netwerkverbindingen de huidige instelling in het scherm
Whiteboardinstellingen. Voer vervolgens Testafdruk uit om te controleren of u normaal kunt afdrukken.
Zijn twee USB-printers aangesloten? Sluit slechts één USB-printer aan.
Is een fout opgetreden in de printer? Bedien de printer en los de fout op.
Problemen oplossen
233
Kan niet normaal scannen
Controleer het volgende Oplossing
Is de printer op de juiste manier aangesloten? Als de printer niet goed is aangesloten, werkt de scannerfunctie niet. Autonome scanners worden niet ondersteund.
Is een fout opgetreden in de printer? Bedien de printer en los de fout op.
Als in de printer een fout is opgetreden, werkt de scannerfunctie van de printer niet.
Is papier geladen in de ADF bij het scannen met de ADF? Zorg er bij scannen met de ADF voor dat deze vooraf is geladen.
De tijd loopt niet synchroon, instellingen voor de interne opslag worden niet goed weergegeven
Controleer het volgende Oplossing
Is de tijd op de juiste manier ingesteld? De tijd moet worden ingesteld om de instellingen voor klok en interne opslag goed weer te geven voor de Whiteboard
modus.
s "Instellen van het schema" pag.170
Kan de bron niet wijzigen
Controleer het volgende Oplossing
Worden de functies Openen, Scannen, Opslaan of Afdrukken
uitgevoerd?
Dit kan even duren. Tijdens de verwerking kunt u de bron niet wijzigen. Als u de bron tijdens het verwerken wilt
wijzigen, moet u de huidige handeling annuleren.
Overige problemen
Geen geluid of zwak geluid
Controleer het volgende Oplossing
Controleer of de beeld-/geluidskabel goed vastzit aan zowel de
projector als de audiobron.
Trek de kabel uit de audio-ingangspoort en sluit de kabel vervolgens opnieuw aan.
Problemen oplossen
234
Controleer het volgende Oplossing
Staat het volume van de projector laag? Pas het volume aan zodat er geluid hoorbaar is.
s Instellingen - Volume pag.185
s "Het volume bijstellen" pag.67
Staat het volume van de computer of de beeldbron laag? Pas het volume aan zodat er geluid hoorbaar is.
Is A/V dempen ingeschakeld? Druk op de [A/V Mute]-knop op de afstandsbediening om A/V dempen te annuleren.
s "Het beeld en het geluid tijdelijk niet weergeven (A/V dempen)" pag.146
Is de waarde voor de audiokabel "No resistance" (Geen weerstand)? Als u een reguliere audiokabel gebruikt, controleer dan of er "No resistance" (Geen weerstand) op is aangegeven.
Is het apparaat aangesloten met een HDMI-kabel? Als u geen geluid hoort wanneer het apparaat met een HDMI-kabel is aangesloten, moet u de aangesloten apparatuur het
geluid laten uitvoeren in de vorm van PCM.
Is Audio weergeven op projector geselecteerd?
(Alleen als u USB Display gebruikt voor de projectie)
Klik op Alle programma's - EPSON Projector - Epson USB Display - Instellingen Epson USB Display Ver.x.xx en
selecteer vervolgens Audio weergeven op projector.
Is de juiste audio-ingang geselecteerd? Controleer de instellingen voor Audio-uitvoer, HDMI1-audio-uitvoer en HDMI2-audio-uitvoer in het menu
Configuratie.
s Uitgebreid - A/V-instellingen pag.186
Ruis in het geluid (alleen bij projectie met USB-display)
Controleer het volgende Oplossing
Is het volume voor de computer ingesteld op minimaal terwijl het
volume van de projector is ingesteld op maximaal?
Het geluid kan ruis bevatten als het volume voor de computer is ingesteld op minimaal terwijl het volume van de
projector is ingesteld op maximaal. Verhoog het volume voor de computer en verlaag het volume voor de projector.
s Instellingen - Volume pag.185
De afstandsbediening werkt niet
Controleer het volgende Oplossing
Wijst de LED van de afstandsbediening naar de
afstandsbedieningsontvanger op de projector als deze wordt
bediend?
Richt de afstandsbediening tijdens het gebruik op de externe ontvanger.
s "Bedieningsbereik van de afstandsbediening" pag.21
Is de afstandsbediening te ver van de projector verwijderd? De afstandsbediening heeft een bereik van ongeveer 6 m.
s "Bedieningsbereik van de afstandsbediening" pag.21
Problemen oplossen
235
Controleer het volgende Oplossing
Schijnt er rechtstreeks zonlicht of fel licht van tl-lampen op de
afstandsbedieningsontvanger?
Plaats de projector op een locatie waar geen fel licht op de afstandsbedieningsontvanger schijnt. Of stel de externe
receiver in op Uit onder Externe receiver in het Configuratiemenu.
s Instellingen - Externe receiver pag.185
Is de juiste instelling voor de Externe receiver geselecteerd? Controleer de instelling voor Externe receiver in het Configuratie menu.
s Instellingen - Externe receiver pag.185
Zijn de batterijen leeg of verkeerd geplaatst? Plaats nieuwe batterijen in de juiste richting.
s "De batterijen van de afstandsbediening vervangen" pag.20
Ik wil de taal van meldingen en menu's wijzigen
Controleer het volgende Oplossing
Wijzig de taalinstelling. Pas de taalinstelling aan in het menu Configuratie.
s Uitgebreid - Taal pag.186
De authenticatie-instelling van het draadloze LAN is mislukt
Controleer het volgende Oplossing
Is de tijd op de juiste manier ingesteld? Als het draadloze LAN op de juiste manier is ingesteld, maar de verificatie-instelling mislukt, is het mogelijk
dat de tijd niet op de juiste manier is ingesteld. Controleer of deze instelling correct is.
s Uitgebreid - Instellingen tijd/rooster pag.186
Er wordt geen mail ontvangen, zelfs niet bij een probleem in de beamer
Controleer het volgende Oplossing
Is Stand-by modus ingesteld op Communicatie aan? Om de functie E-mailmelding te kunnen gebruiken als de projector stand-by staat, schakelt u Communicatie aan in
onder Stand-by modus in het Configuratie menu.
s ECO - Stand-by modus pag.208
Problemen oplossen
236
Controleer het volgende Oplossing
Is er een fatale fout opgetreden waardoor de projector er plotseling
mee ophield?
Als de projector abrupt wordt gestopt, kan geen e-mailmelding worden verzonden.
Als de abnormale toestand blijft voortduren, neem dan contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde
adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Is de projector ingeschakeld? Controleer of het stopcontact en de voedingsbron goed werken.
Is de functie E-mailmelding goed ingesteld in het Configuratie
menu?
E-mailmelding van problemen gebeurt volgens de instellingen bij E-mailmelding in het menu Configuratie. Controleer
of deze instelling correct is.
s "Menu Beheerdersinstelling" pag.204
Het bericht "De batterij voor de tijd is bijna leeg." wordt weergegeven
Controleer het volgende Oplossing
De interne stroomvoorziening die uw klokinstellingen bewaart,
is bijna leeg.
Neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson
Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Instellingen kunnen niet met een webbrowser worden veranderd
Controleer het volgende Oplossing
Zijn de gebruikersnaam en het wachtwoord juist? Voer "EPSONWEB" als gebruikernaam in. Dit kan niet worden veranderd. Voer ook wanneer de
wachtwoordinstelling is uitgeschakeld de gebruikersnaam in.
Voer het wachtwoord in dat u heeft ingesteld bij Wachtwoord webctrl. Het standaardwachtwoord is
"admin".
Voer het volgende in als u verbinding maakt met het menu Beheerdersinstelling en het Beheerderswachtwoord
is ingesteld.
Gebruikers-ID: EPSONADMIN
Wachtwoord: Het ingestelde Beheerderswachtwoord
Problemen oplossen
237
Controleer het identificatienummer en pas de volgende tegenmaatregelen toe. Als u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met uw
netwerkbeheerder, of met uw plaatselijke dealer of het dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Event ID Oorzaak Oplossing
0432
0435
Kon EasyMP Network Projection niet opstarten. Start de projector opnieuw op.
0434
0482
0484
0485
Netwerkcommunicatie is instabiel. Controleer de status van de netwerkcommunicatie en sluit na enkele
ogenblikken opnieuw aan.
0433 Kan ontvangen beelden niet weergeven. Start EasyMP Network Projection opnieuw op.
0481 Communicatie met de computer werd onderbroken.
0483
04FE
EasyMP Network Projection werd onverwachts afgesloten. Controleer de netwerkcommunicatiestatus en start vervolgens de projector
opnieuw op.
0479
04FF
Er is een systeemfout opgetreden in de projector. Start de projector opnieuw op.
0891 Kan geen toegangspunt vinden met hetzelfde SSID. Stel de computer, het toegangspunt en de projector in op dezelfde SSID.
0892 Het WPA/WPA2 authenticatietype klopt niet. Controleer de beveiligingsinstellingen van het draadloos LAN.
s "Menu Beveiliging " pag.200
0893 Het WEP/TKIP/AES encryptietype klopt niet.
0894 De communicatie werd afgebroken omdat de projector verbinding maakte met
een niet-geautoriseerd toegangspunt.
Neem voor meer informatie contact op met uw netwerkbeheerder.
0898 Verbinding met DHCP mislukt. Controleer of de DHCP-server goed werkt. Als u geen gebruik maakt van
DHCP, zet u de instelling DHCP uit.
s "Menu Netwerk" pag.195
0899 Overige communicatiefouten Als het opnieuw opstarten van de projector of EasyMP Network Projection het
probleem niet oplost, neemt u contact op met uw plaatselijke dealer of met het
dichtstbijzijnde adres in de Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
089A Het EAP-verificatietype is niet hetzelfde. Controleer de beveiligingsinstellingen van het draadloos LAN. Controleer ook
of het certificaat op de juiste manier is geïnstalleerd.
Over Event ID
238
Event ID Oorzaak Oplossing
089B EAP-serververificatie mislukt.
s "Menu Beveiliging " pag.200
089C EAP-clientverificatie mislukt.
089D Uitwisseling sleutels mislukt.
0B01 De ingebouwde opslag is niet op de juiste manier gedetecteerd. Voer Alle interne gegevens verwijderen uit. Als de interne opslag goed wordt
verwijderd, steekt u het netsnoer in de projector en schakelt u deze in. Als het
niet goed is verwijderd, neemt u contact op met uw plaatselijke leverancier of
het dichtstbijzijnde adres in de Epson Projector-adressenlijst voor meer
informatie.
s Adressenlijst Epson Projector
0BFF Er is een fout opgetreden in de functie Whiteboard. Start de projector opnieuw op.
Over Event ID
239
Onderhoud
In dit hoofdstuk vindt u informatie over de onderhoudsprocedures waarmee uw projector gedurende een lange periode de beste prestaties zal leveren.
U moet de projector reinigen als deze vies wordt of als de kwaliteit van de
geprojecteerde beelden minder begint te worden.
Let op
Voordat u de reiniging uitvoert, schakelt u de voeding van de projector in en
koppelt u de voedingskabel los. Anders kan een elektrische schok optreden.
Het oppervlak van de projector reinigen
U reinigt het oppervlak van de projector door dit met een zachte doek
zachtjes schoon te vegen.
Als de projector erg smerig is, gebruik dan een doek met water en een klein
beetje normaal schoonmaakmiddel, wring de doek vervolgens goed uit een
veeg het oppervlak van de projector schoon.
Let op
Gebruik geen vluchtige substanties zoals was, alcohol of verdunner voor het
reinigen van het oppervlak van de projector. Het materiaal van de behuizing
kan beschadigd of verkleurd raken.
Het projectievenster reinigen
Gebruik een glasreinigingsdoek (in de winkel verkrijgbaar) om het
projectievenster voorzichtig schoon te vegen.
Waarschuwing
Gebruik geen sprays met brandbaar gas om vuil of stof van de lens te
verwijderen. De projector zou door de hoge interne temperatuur van de lamp
binnen in de projector in brand kunnen vliegen.
Let op
De lens kan gemakkelijk beschadigd raken; behandel hem daarom niet met
harde materialen en stel hem niet bloot aan schokken.
Reinigen van de obstakelsensor
Reinig de obstakelsensor wanneer er een waarschuwingsgeluid wordt
weergegeven en het volgende bericht verschijnt: "Verwijder alle obstakels die
het projectiegebied hinderen." Gebruik een los verkrijgbare
glasreinigingsdoek om de obstakelsensor voorzichtig schoon te vegen.
Waarschuwing
Gebruik geen spray's met ontvlambaar gas om vuil of stof van de obstakelsensor
te verwijderen. De projector zou door de hoge interne temperatuur van de lamp
binnen in de projector in brand kunnen vliegen.
Reinigen
241
Let op
Wrijf niet met harde materialen over de obstakelsensor en stel de sensor niet
aan schokken onderhevig.
Een beschadigd oppervlak van de sensor kan een onjuiste werking
veroorzaken.
Reinigen van het luchtfilter
Reinig het luchtfilter en de luchttoevoerventilator als de volgende melding
wordt weergegeven.
"De projector raakt oververhit. Controleer of er niets voor de
ventilatieopeningen zit en reinig of vervang de luchtfilter."
Let op
De opeenhoping van stof in het luchtfilter kan ertoe leiden dat de inwendige
temperatuur van de projector stijgt, waardoor een storing optreedt of de
optische onderdelen vroegtijdig verslechteren. Reinig de luchtfilter
onmiddellijk als deze melding wordt weergegeven.
Spoel de luchtfilter niet af in water. Gebruik geen reinigings- of
oplosmiddelen.
Als u een borstel gebruikt voor de reiniging, gebruik er dan één met lange
zachte haren en veeg er lichtjes mee. Als u dit te hard doet, duwt u stof in
het luchtfilter. Dit stof krijgt u er niet meer uit.
a
Als u de projector hebt uitgeschakeld en het bevestigingssignaal
twee keer heeft gepiept, ontkoppel dan het netsnoer.
b
Open de klep van het luchtfilter.
Druk op de lipjes van de klep van het luchtfilter en open de klep.
Reinigen
242
c
Verwijder de luchtfilter.
Pak het lipje in het midden van het luchtfilter beet en trek de filter
recht naar buiten.
d
Verwijder resterend stof uit het luchtfilter met een stofzuiger vanaf
de voorzijde.
e
Vervang het luchtfilter.
Reinigen
243
f
Sluit de klep van het luchtfilter.
a
Als een melding vaak wordt weergegeven, zelfs na reiniging, moet u
het luchtfilter vervangen. Vervang het luchtfilter.
s "De luchtfilter Vervangen" pag.249
Het is verstandig deze onderdelen minimaal een keer per kwartaal te
reinigen. Reinig ze vaker als u de projector in een zeer stoffige
omgeving gebruikt.
Reinigen
244
Hier vindt u informatie over het vervangen van de projectorlamp en het
luchtfilter.
De Lamp Vervangen
Vervangingsperiode van beamerlamp
U moet de projectorlamp vervangen als:
Het volgende bericht wordt weergegeven.
"Het is tijd voor een nieuwe lamp. Neem contact op met uw Epson-
leverancier of kijk voor aanschaf op www.epson.com."
Dit bericht wordt gedurende 30 seconden weergegeven.
De voedingsindicator knippert blauw en de lampindicator knippert
oranje.
Het geprojecteerde beeld donkerder wordt of in kwaliteit afneemt.
Verbruiksmateriaal Vervangen
245
Let op
Om te waarborgen dat de oorspronkelijke helderheid en kwaliteit van de
geprojecteerde beelden behouden blijft, verschijnt na een bepaalde periode
automatisch de melding dat de projectorlamp vervangen moet worden.
Als Stroomverbruik staat ingesteld op Normaal: ongeveer 3900 uur
Als Stroomverbruik staat ingesteld op ECO: ongeveer 5900 uur
s ECO - Stroomverbruik pag.208
Als u de lamp blijft gebruiken nadat de vervangingsperiode is afgelopen,
neemt de kans toe dat de lamp kan exploderen. Als de melding dat de
projectorlamp moet worden vervangen verschijnt, vervang de lamp dan zo
snel mogelijk door een nieuwe, zelfs als de lamp nog gewoon werkt.
Schakel de stroom niet uit en onmiddellijk weer aan. Het veelvuldig aan- en
uitzetten van de projector kan de levensduur van de lampen verkorten.
Afhankelijk van de kenmerken van de projectorlamp en de manier waarop hij
is gebruikt, kan het gebeuren dat de lamp donkerder wordt of niet meer
werkt voordat de melding verschijnt. Zorg ervoor dat u altijd een extra
projectorlamp achter de hand hebt voor noodgevallen.
We adviseren het gebruik van originele Epson-optielampen. Het gebruik van
niet-originele lampen kan de kwaliteit van de projectie en de veiligheid
beïnvloeden. Schade of storingen als gevolg van het gebruik van niet-originele
lampen wordt mogelijk niet gedekt door de garantie van Epson.
a
Wij raden u aan het luchtfilter re reinigen wanneer u de lamp
vervangt.
s "Reinigen van het luchtfilter" pag.242
Het vervangen van de beamerlamp
De projectorlamp kan ook worden vervangen als de projector aan een wand
of aan het plafond is bevestigd.
Waarschuwing
Als u de projectorlamp gaat vervangen omdat hij niet meer brandt, dan kan
de lamp gebarsten zijn. Als u de projectorlamp van een aan het plafond
opgehangen projector moet vervangen, ga er dan altijd van uit dat de lamp is
gebroken en ga naast en niet onder de lampdeksel staan. Wees tevens
voorzichtig bij het verwijderen van de lampdeksel. Wees voorzichtig bij het
verwijderen van het lampdeksel; er kunnen glasscherven uit vallen en iemand
verwonden. Contacteer onmiddellijk een arts als een glasscherf in uw mond
of uw oog terechtkomt.
De projectorlamp mag nooit worden gedemonteerd of aangepast. Als een
aangepaste of opnieuw gemonteerde lamp wordt geïnstalleerd in de projector
en wordt gebruikt, kan dit leiden tot brand, elektrische schokken of een
ongeluk.
Let op
Wacht totdat de projectorlamp voldoende is afgekoeld voordat u de lampdeksel
verwijdert. Als de lamp nog heet is, kunt u brandwonden of andere
verwondingen oplopen. Nadat de projector is uitgeschakeld, duurt het ongeveer
een uur totdat de projectorlamp voldoende is afgekoeld.
a
Als u de projector hebt uitgeschakeld en het bevestigingssignaal
twee keer heeft gepiept, ontkoppel dan het netsnoer.
b
Wacht totdat de lamp voldoende is afgekoeld en verwijder dan de
lampdeksel aan de voorkant van de projector.
Draai de bevestigingsschroeven van de lampdeksel met de bij de
nieuwe projectorlamp meegeleverde schroevendraaier of een
kruiskopschroevendraaier los. Schuif de lampdeksel vervolgens recht
naar voren en til hem op om hem te verwijderen.
Verbruiksmateriaal Vervangen
246
a
Als de projector aan een wand is gemonteerd of opgehangen
aan het plafond en u de lamp moet vervangen, verwijder dan
voorzichtig het lampdeksel en ondersteun deze met uw hand
zodat deze niet valt.
c
Draai de twee bevestigingsschroeven van de lamp los.
d
Verwijder de oude projectorlamp door aan de hendel te trekken.
Als de lamp kapot is, vervangt u deze door een nieuwe
projectorlamp of neemt u contact op met uw plaatselijke dealer voor
advies.
s Adressenlijst Epson Projector
Verbruiksmateriaal Vervangen
247
e
Installeer de nieuwe lamp.
Schuif de nieuwe lamp over de rail in de juiste richting, druk de
lamp stevig aan en druk vervolgens de hendel omlaag. Draai de twee
bevestigingsschroeven van de lamp vast.
f
Plaats de lampdeksel terug.
Let op
Controleer of u de lamp goed hebt geïnstalleerd. Als de lampdeksel wordt
verwijderd, wordt de stroom uit veiligheidsoverwegingen automatisch
uitgeschakeld. Als de lampdeksel of de projectorlamp niet goed zijn
geïnstalleerd, kunt u de lamp niet inschakelen.
Dit product bevat een component dat kwik (Hg) bevat. Informeer u over de
lokale wetgeving m.b.t. weggooien of recycling. Gooi gebruikte luchtfilters
overeenkomstig de lokale regelgeving weg.
Resetten van de lampuren
De projector houdt bij hoe lang de projectorlamp is ingeschakeld en een
melding en indicatielampje vertellen u wanneer u de projectorlamp moet
vervangen. Zet de lampuren terug in het menu Configuratie nadat u de
lamp hebt vervangen.
s "Menu Resetten" pag.211
Verbruiksmateriaal Vervangen
248
a
Zet de lampuren alleen terug na vervanging van de lamp. Anders
wordt de vervangingsperiode van de projectorlamp niet goed
aangegeven.
De luchtfilter Vervangen
Vervangingsperiode van luchtfilter
Als het bericht vaak wordt weergegeven (zelfs na reiniging van de
luchtfilter), moet u de luchtfilter vervangen.
Procedure voor het vervangen van het luchtfilter
De luchtfilter kan ook worden vervangen als de projector aan een wand of
aan het plafond is bevestigd.
a
Als u de projector hebt uitgeschakeld en het bevestigingssignaal
twee keer heeft gepiept, ontkoppel dan het netsnoer.
b
Open de klep van het luchtfilter.
Druk op de lipjes van de klep van het luchtfilter en open de klep.
c
Verwijder de luchtfilter.
Pak het lipje in het midden van het luchtfilter beet en trek de filter
recht naar buiten.
Verbruiksmateriaal Vervangen
249
d
Monteer het nieuwe luchtfilter.
e
Sluit de klep van het luchtfilter.
Verbruiksmateriaal Vervangen
250
a
Gooi gebruikte luchtfilters overeenkomstig de lokale regelgeving weg.
Materiaal van framedeel: polypropyleen
Materiaal van filterdeel: polypropyleen
Verbruiksmateriaal Vervangen
251
Bijlage
De volgende accessoires en verbruiksmaterialen zijn als optie verkrijgbaar. U
kunt deze producten naar wens aanschaffen. De volgende lijst met apart
leverbare accessoires en verbruiksmateriaal is van toepassing vanaf: 2014.04.
Details van accessoires kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd.
Optionele Accessoires
Documentcamera ELPDC11/ELPDC12/ELPDC20
Gebruik deze voor het projecteren van boeken, online Help-documenten of
dia's.
Computerkabel ELPKC02
(1,8 m - voor 15-pens mini D-Sub/15-pens mini D-Sub)
Computerkabel ELPKC09
(3 m - voor 15-pens mini D-Sub/15-pens mini D-Sub)
Computerkabel ELPKC10
(20 m - voor 15-pens mini D-Sub/15-pens mini D-Sub)
D-poortkabel ELPKC22
(Mini D-Sub 15-pin/3 m voor D-poort)
Gebruik als u een verbinding maakt met een beeldbron met D-poort.
Componentvideokabel ELPKC19
(3 m - voor 15-pens mini D-Sub/RCA mannetje
^3)
Gebruik deze voor het aansluiten van een bron met Componentvideo
g
.
Quick Wireless Connection USB Key ELPAP09
Gebruik deze als u snel een een-op-een-verbinding wilt maken tussen de
projector en een computer waarop Windows is geïnstalleerd.
Draadloze LAN-eenheid ELPAP07
Gebruik dit bij verbinden met een draadloos LAN-netwerk. Dit is dezelfde als de
bij de beamer geleverde draadloze LAN-eenheid.
Interactive Table Mount ELPMB29
Gebruik deze als u de projector op een tafel opstelt.
Ophangbeugel
*
ELPMB23
Gebruik deze als u de projector aan een plafond bevestigt.
Plafondbuis (450 mm)
*
ELPFP13
Plafondbuis (700 mm)
*
ELPFP14
Gebruik deze als u de beamer aan een hoog plafond bevestigt.
Easy Interactive Pen ELPPN04A/ELPPN04B
Pennen voor de interactieve functies. U kunt geen interactieve pennen met
hetzelfde modelnummer tegelijk gebruiken.
Interactieve penuitbreiding ELPPE01
Plaats deze op de interactieve pen om de pen te verlengen en deze als aanwijzer
te gebruiken.
Vervangingspunten voor pen ELPPS02
Vervanging voor de penpunt van de interactieve pen.
Kabelset afstandsbediening ELPKC28
Gebruik dit in de volgende situaties.
Bij het aansluiten van de beamer op het Control Pad
Bij het aansluiten van meerdere beamers die de interactieve functies
ondersteunen
* Om de beamer op te hangen, zijn bijzondere kennis en vaardigheden vereist.
Neem contact op met uw plaatselijke dealer of met het dichtstbijzijnde adres in de
Adressenlijst Epson Projector.
s Adressenlijst Epson Projector
Verbruiksmateriaal
Projectorlamp ELPLP80
Gebruik deze als vervanging voor gebruikte projectorlampen.
Luchtfilter ELPAF40
Gebruik deze als vervanging voor gebruikte luchtfilters.
Optionele Accessoires en Verbruiksmateriaal
253
A
Projectieafstand
B
De afstand tussen de projector en de bovenkant van het scherm (bij
bevestiging aan een muur of plafond, of verticaal geïnstalleerd)
De afstand tussen de projector en de onderkant van het scherm (wanneer op
een oppervlak, bijvoorbeeld een bureau, geïnstalleerd)
C
De afstand tussen de projector en de onderkant van het scherm (bij
bevestiging aan een muur of plafond, of verticaal geïnstalleerd)
De afstand tussen de projector en de bovenkant van het scherm (wanneer op
een oppervlak, bijvoorbeeld een bureau, geïnstalleerd)
Eenheid: cm
16:10 scherm
grootte
ABC
Kortste (Veraf) tot
langste (Kortbij)
Kortste
(Veraf)
Kortste
(Veraf)
60" 129x81 35 - 48 9 90
70" 151x94 41 - 56 12 106
80" 172x108 47 - 60 14 122
90" 194x121 53 - 60 17 138
100" 215x135 60
*
20 154
* Beamer gebruikt Breed (maximale zoom).
Eenheid: cm
4:3 schermgrootte
ABC
Kortste (Veraf) tot
langste (Kortbij)
Kortste (Ver‐
af)
Kortste (Ver‐
af)
53" 108x81 35 - 48 9 90
60" 122x91 40 - 55 11 103
70" 142x107 47 - 60 14 121
80" 163x122 54 - 60 17 139
88" 179x134 59 - 60 20 154
Eenheid: cm
16:9 schermgroot
te
ABC
Kortste (Veraf) tot
langste (Kortbij)
Kortste
(Veraf)
Kortste
(Veraf)
59" 131x74 35 - 48 13 87
60" 133x75 36 - 49 14 88
70" 155x87 42 - 58 17 104
80" 177x100 49 - 60 21 120
Schermgrootte en projectieafstand
254
16:9 schermgroot‐
te
ABC
Kortste (Veraf) tot
langste (Kortbij)
Kortste
(Veraf)
Kortste
(Veraf)
90" 199x112 55 - 60 24 136
97" 215x121 60
*
26 147
* Beamer gebruikt Breed (maximale zoom).
Schermgrootte en projectieafstand
255
Ondersteunde resoluties
Computersignalen (RGB analoog)
Signaal Vernieuwingssnelheid (Hz) Resolutie (dots/
beeldpunten)
VGA 60/72/75/85 640x480
SVGA 56/60/72/75/85 800x600
XGA 60/70/75/85 1024x768
WXGA 60 1280x768
60 1366x768
60/75/85 1280x800
WXGA+ 60/75/85 1440x900
WXGA++ 60 1600x900
SXGA 70/75/85 1152x864
60/75/85 1280x960
60/75/85 1280x1024
SXGA+ 60/75 1400x1050
WSXGA+
*1
60 1680x1050
UXGA 60 1600x1200
MAC13” 67 640x480
MAC16” 75 832x624
MAC19” 75 1024x768
59 1024x768
MAC21” 75 1152x870
*1
Alleen compatibel wanneer Breed is geselecteerd bij Resolutie in het menu
Configuratie.
Beelden kunnen tevens worden geprojecteerd bij invoer van andere signalen dan de
bovengenoemde. Waarschijnlijk worden echter bepaalde functies niet ondersteund.
Video-component
Signaal Vernieuwingssnelheid (Hz) Resolutie (dots/
beeldpunten)
SDTV (480i) 60 720x480
SDTV (576i) 50 720x576
SDTV (480p) 60 720x480
SDTV (576p) 50 720x576
HDTV (720p) 50/60 1280x720
HDTV (1080i) 50/60 1920x1080
Composite-video
Signaal Vernieuwingssnelheid (Hz) Resolutie (dots/
beeldpunten)
TV (NTSC) 60 720x480
TV (SECAM) 50 720x576
TV (PAL) 50/60 720x576
Ingangssignalen vanaf de HDMI-ingang
Signaal Vernieuwingssnelheid (Hz) Resolutie (dots/
beeldpunten)
VGA 60 640x480
SVGA 60 800x600
XGA 60 1024x768
WXGA 60 1280x800
60 1366x768
WXGA+ 60 1440x900
Ondersteunde Monitorbeeldschermen
256
Signaal Vernieuwingssnelheid (Hz) Resolutie (dots/
beeldpunten)
WXGA++ 60 1600x900
WSXGA+ 60 1680x1050
SXGA
60 1280x960
60 1280x1024
SXGA+ 60 1400x1050
UXGA 60 1600x1200
SDTV (480i/480p) 60 720x480
SDTV (576i/576p) 50 720x576
HDTV (720p) 50/60 1280x720
HDTV (1080i) 50/60 1920x1080
HDTV (1080p) 24/30/50/60 1920x1080
Ingangssignalen vanaf de MHL-ingang
Signaal Vernieuwingssnelheid (Hz) Resolutie (dots/
beeldpunten)
VGA 60 640x480
SDTV (480i/480p) 60 720x480
SDTV (576i/576p) 50 720x576
HDTV (720p) 50/60 1280x720
HDTV (1080i) 50/60 1920x1080
HDTV (1080p) 24/30 1920x1080
Ondersteunde Monitorbeeldschermen
257
Algemene specificatie van de projector
Productnaam
EB-1430Wi EB-1420Wi
Afmetingen
367 (W) x 155 (H) x 375 (D) mm (zonder uitstekende delen)
LCD-scherm grootte
0,59" breed
Weergavemethode
Polisiliconen TFT actieve matrix
Resolutie
1.024.000
WXGA (1.280 (B) x 800 (H) beeldpunten)x 3
Scherpte instellen
Handmatig
Zoom instellen
Digitaal (1-1,35)
Lamp
UHE-lamp, 245 W modelnr: ELPLP80
Max. audio-uitgang
16 W
Luidspreker
1
Voeding
100-240 V AC ±10% 50/60 Hz 3,8 - 1,7 A
Stroomverbruik Gebieden met 100 tot
120 V
In bedrijf: 384 W
Stroomverbruik in stand-by modus (Communicatie aan): 2,4 W
Stroomverbruik in stand-by modus (Communicatie uit): 0,31 W
Gebieden met 220 tot
240 V
In bedrijf: 365 W
Stroomverbruik in stand-by modus (Communicatie aan): 2,5 W
Stroomverbruik in stand-by modus (Communicatie uit): 0,42 W
Bedrijfshoogte
Hoogte van 0 tot 3.000 m
Bedrijfstemperatuur
+Van 5 tot +35°C (geen condensatie) (hoogte van 0 tot 2.286 m)
+Van 5 tot +30°C (geen condensatie) (hoogte van 2.287 tot 3.000 m)
Opslagtemperatuur
-10 tot +60°C (geen condensatie)
Gewicht
Circa 5,6 kg
Technische gegevens
258
Aansluitingen Computer-ingang 1
15-pens Mini D-Sub (vrouwelijk)
Video-ingang 1
RCA pin-aansluiting
Audio1-ingang 1
Stereo mini-aansluiting
Audio2-ingang 1
Stereo mini-aansluiting
Ingang Audio3 1
Stereo mini-aansluiting
Audio Out-uitgang 1
Stereo mini-aansluiting
Remote poort 1
Stereo mini-aansluiting
Monitor Out-uitgang 1
15-pens Mini D-Sub (vrouwelijk)
HDMI1/MHL-ingang 1
HDMI (voor audio wordt alleen PCM ondersteund)
HDMI2-poort 1
HDMI (voor audio wordt alleen PCM ondersteund)
USB-A-ingang
*
2
USB-connector (type A)
USB-B-ingang
*
1
USB-connector (type B)
USB-poort
(voor Draadloze LAN-eenheid)
1
USB-connector (type A)
LAN-poort 1
RJ-45
RS-232C-poort 1
Mini D-Sub 9-pens (mannetje)
SYNC-poort 2
Stereo mini-aansluiting
TCH-aansluiting (alleen
EB-1430Wi)
1
8-pens mini-DIN
* Ondersteunt USB 2.0. De werking van alle apparaten die compatibel zijn met USB wordt echter niet gegarandeerd.
Technische gegevens
259
Kantelhoek
Als u de beamer kantelt onder een hoek van meer dan 3˚, kan hij worden beschadigd of kan er een ongeluk gebeuren.
Technische gegevens
260
Eenheid: mm
Afmetingen
261
Zonder pootjes
Met pootjes
Eenheid: mm
Afmetingen
262
In dit gedeelte worden kort de moeilijke termen uitgelegd die niet zijn toegelicht in de tekst van deze handleiding. Raadpleeg eventueel andere in de winkel
verkrijgbare publicaties voor meer informatie.
Ad hoc modus
Een type draadloze LAN-verbinding die communiceert met draadloze LAN-clients zonder een toegangspunt te gebruiken.
AMX Device Discovery
AMX Device Discovery is een door AMX ontwikkelde technologie waarmee AMX-regelsystemen bepaalde apparatuur gemakkelijk kunnen
aansturen.
Epson heeft het protocol van deze technologie toegepast en een instelling aangebracht waarmee dit protocol kan worden ingeschakeld (AAN).
Kijk op de website van AMX voor meer informatie.
URL http://www.amx.com/
Composite-video
Een methode om het videosignaal te bundelen in een luminantiecomponent en een kleurcomponent voor transmissie langs een enkele kabel.
Contrast
De relatieve helderheid van de lichte en donkere gebieden van een beeld kan worden vergroot of verminderd zodat tekst en afbeeldingen duidelijker te
zien zijn, of om ze zachter te laten lijken. Het aanpassen van deze eigenschap van een beeld wordt ook wel "contrastaanpassing" genoemd.
DHCP
Een afkorting van Dynamic Host Configuration Protocol, dit protocol wijst automatisch een IP-adres
g
toe aan apparatuur die is aangesloten op een
netwerk.
DICOM
Een acroniem voor Digital Imaging and Communications in Medicine. Een internationale norm die de beeldnormen bepaalt en een
communicatieprotocol voor medische beelden.
Gateway-adres
Dit is een server (router) om te communiceren via een netwerk (subnet) dat is ingedeeld volgens subnetmaskers
g
.
Geïnterlinieerd
Verstuurt de informatie die nodig is om een scherm op te bouwen door eerst de oneven en dan de even lijnen te versturen, van boven tot onder. De
beelden kunnen flikkeren omdat om de andere lijn een frame wordt weergegeven.
HDCP
HDCP is een afkorting voor High-bandwidth Digital Content Protection. Het wordt gebruikt om illegaal kopiëren tegen te gaan en de auteursrechten
te beschermen door het coderen van digitale signalen die via DVI- en HDMI-poorten worden gestuurd. Omdat de HDMI-ingang op deze projector
HDCP ondersteunt, kan hij digitale beelden projecteren die beveiligd zijn door HDCP-technologie. De projector is mogelijk niet in staat om beelden
te projecteren die zijn geprojecteerd met bijgewerkte of gereviseerde versies van HDCP-codering.
HDTV
Een afkorting voor High-Definition Television die verwijst naar high-definition systemen die voldoen aan de volgende eisen.
Verticale resolutie van 720p of 1080i of hoger (p =
Progressief
g
, i = Geïnterlinieerd
g
)
Scherm
Hoogte-breedteverhouding
g
van 16:9
Hoogte-
breedteverhouding
De verhouding tussen de lengte en de breedte van een beeld. Schermen met een hoogte-breedteverhouding van 16:9, zoals HDTV-schermen, noemt
men ook breedbeeldschermen. SDTV en gewone computermonitors hebben een hoogte-breedteverhouding van 4:3.
IP-adres
Een nummer waarmee een computer die op een netwerk is aangesloten kan worden herkend.
MHL
Een afkorting voor Mobile High-definition Link, een standaard voor verbindingsinterfaces die zijn gericht op mobiele apparaten zoals smartphones
en tablets.
Beelden kunnen worden overgebracht met hoge kwaliteit en aan hoge snelheid zonder het digitale signaal te comprimeren. Ook de aangesloten
apparaten worden opgeladen.
Woordenlijst
263
Progressief
Projecteert informatie om telkens één scherm op te bouwen waarbij het beeld van één frame wordt weergegeven. Hoewel het aantal gescande lijnen
hetzelfde is, neemt beeldflikker af omdat het informatievolume dubbel zo hoog is als dat van een geïnterlinieerd systeem.
SDTV
Een afkorting voor Standard Definition Television die verwijst naar standaard televisiesystemen die niet voldoen aan de voorwaarden voor HDTV
g
High-Definition Television.
SNMP
Een afkorting voor Simple Network Management Protocol, het protocol voor controle en beheer van apparaten zoals routers en computers die zijn
aangesloten op een TCP/IP-netwerk.
sRGB
Een internationale standaard voor kleurintervallen die is opgesteld zodat kleuren die door videoapparatuur worden weergegeven gemakkelijk door
het besturingssysteem van computers en Internet kunnen worden bewerkt. Als een aangesloten bron een sRGB-modus heeft, stel dan zowel de
projector als de aangesloten bron in op sRGB.
SSID
SSID zijn identificatiegegevens voor aansluiting op andere apparaten via een draadloos LAN. Draadloze communicatie is mogelijk tussen apparaten
met dezelfde SSID.
Subnetmasker
Dit is een numerieke waarde die het aantal bits definieert voor het netwerkadres op een gedeeld netwerk (subnet) van het IP-adres.
SVGA
Een standaard schermgrootte met een resolutie van 800 (horizontaal) x 600 (verticaal) punten.
SXGA
Een standaard schermgrootte met een resolutie van 1.280 (horizontaal) x 1.024 (verticaal) punten.
Sync.
Door computers doorgegeven signalen hebben een specifieke frequentie. Als de frequentie van de projector niet met deze frequentie overeenkomt,
zijn de resulterende beelden niet van goede kwaliteit. Het proces waarbij de fases van deze signalen bij elkaar worden gebracht (de relatieve positie van
de pieken en dalen in de signalen) wordt synchronisatie genoemd. Als de signalen niet worden gesynchroniseerd, kan er flikkering, wazigheid en
horizontale interferentie optreden.
Tracking
Door computers doorgegeven signalen hebben een specifieke frequentie. Als de frequentie van de projector niet met deze frequentie overeenkomt,
zijn de resulterende beelden niet van goede kwaliteit. Het proces waarbij de frequenties van deze signalen op elkaar worden afgestemd (het aantal
pieken in het signaal) wordt ook wel frequentieafstemming genoemd. Als de frequentieafstemming niet juist wordt uitgevoerd, verschijnen er brede
verticale strepen in het signaal.
Trap IP Adres
Dit is het IP-adres
g
voor de doelcomputer die wordt gebruikt voor foutmeldingen in SNMP.
Type infrastructuur
Een type draadloze LAN-verbinding waarmee apparaten via toegangspunten communiceren.
Vernieuwingssnelh.
Het lichtgevende element van een scherm behoudt zijn helderheid en kleur maar heel kort. Daarom moet het beeld vele keren per seconde worden
gescand om het lichtgevende element te verversen. Het aantal keren dat het beeld per seconde ververst wordt heet verversingsfrequentie en wordt
uitgedrukt in hertz (Hz).
VGA
Een standaard schermgrootte met een resolutie van 640 (horizontaal) x 480 (verticaal) punten.
Video-component
Een methode om het videosignaal op te splitsen in een luminantiecomponent (Y) en een blauwverschil- (Cb of Pb) en roodverschilcomponent (Cr of
Pr).
WPS (Wi-Fi Protected Setup)
Wi-Fi Protected Setup werd door de Wi-Fi Alliance ontwikkeld als hulpmiddel om gemakkelijk een draadloze LAN op te zetten en te beveiligen.
XGA
Een standaard schermgrootte met een resolutie van 1.024 (horizontaal) x 768 (verticaal) punten.
Woordenlijst
264
Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, via fotokopieën of
opnamen, hetzij op enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
van Seiko Epson Corporation. Seiko Epson Corporation wijst alle
patentaansprakelijkheid af wat betreft het gebruik van de informatie in dit document.
Evenmin kan Seiko Epson Corporation aansprakelijk worden gesteld voor schade
voortvloeiend uit het gebruik van de informatie in dit document.
Seiko Epson Corporation noch zijn filialen kunnen door de koper van dit product of
door derden verantwoordelijk worden gesteld voor schade, verliezen of onkosten
ontstaan als gevolg van ongelukken, foutief gebruik of misbruik van dit product,
onbevoegde wijzigingen en reparaties, of (buiten de Verenigde Staten) als de
bedienings- en onderhoudsinstructies van Seiko Epson Corporation niet strikt worden
gevolgd.
Seiko Epson Corporation kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade of
problemen voortvloeiend uit het gebruik van onderdelen of verbruiksmaterialen die
niet als Original Epson Products of Epson Approved Products zijn aangemerkt door
Seiko Epson Corporation.
Wijzigingen voorbehouden.
Er kunnen verschillen zijn tussen de illustraties in deze handleiding en de echte
projector.
Gebruiksbeperkingen
Wanneer dit product gebruikt wordt voor toepassingen die een hoge mate van
betrouwbaarheid/veiligheid vereisen zoals bijv. transportapparatuur voor vliegtuigen,
treinen, schepen, auto's enz.; ramppreventievoorzieningen; diverse soorten
beveiligingsapparatuur enz.; of functionele/precisieapparatuur, mag u dit product
alleen gebruiken indien uw ontwerp voorziet in redundantie en fail-safes ten einde de
veiligheid en betrouwbaarheid van het complete systeem te waarborgen. Omdat dit
product niet bestemd is voor toepassingen die een uitermate hoge mate van
betrouwbaarheid/veiligheid vereisen zoals luchtvaartapparatuur, primaire
communicatieapparatuur, regelapparatuur voor kerninstallaties of medische
apparatuur voor directe medische zorg, wordt u geacht uw eigen oordeel te hanteren
aangaande de geschiktheid van dit product, op basis van grondige evaluatie.
Wireless Telegraphy Act reglementen
De volgende handelingen zijn als aangegeven in de Wireless Telegraphy Act
verboden.
Modificeren en demonteren (inclusief de antenne)
Verwijderen van het conformiteitslabel
Betreffende de benamingen
Microsoft
®
Windows
®
2000 besturingssysteem
Microsoft
®
Windows
®
XP besturingssysteem
Microsoft
®
Windows Vista
®
besturingssysteem
Microsoft
®
Windows
®
7 besturingssysteem
Microsoft
®
Windows
®
8 besturingssysteem
Microsoft
®
Windows
®
8.1 besturingssysteem
In deze handleiding verwijzen we naar de bovenvermelde
besturingssystemen als 'Windows 2000', 'Windows XP', 'Windows Vista',
'Windows 7', 'Windows 8' en 'Windows 8.1'. Bovendien kan de
gemeenschappelijke benaming Windows geworden gebruikt om te verwijzen
naar Windows 2000, Windows XP, Windows Vista, Windows 7, Windows 8
Algemene Opmerkingen
265
en Windows 8.1. Er kan ook naar meerdere versies van Windows worden
verwezen zonder de naam Windows te vermelden, bijv. Windows 2000/
XP/Vista/7/8/8.1.
Mac OS X 10.3.x
Mac OS X 10.4.x
Mac OS X 10.5.x
Mac OS X 10.6.x
OS X 10.7.x
OS X 10.8.x
OS X 10.9.x
In deze handleiding wordt naar bovenstaande besturingssystemen verwezen
als 'Mac OS X 10.3.x', 'Mac OS X 10.4.x', 'Mac OS X 10.5.x', 'Mac OS X
10.6.x', 'OS X 10.7.x', 'OS X 10.8.x' en 'OS X 10.9.x'. Bovendien wordt de
gemeenschappelijke benaming 'OS X' gebruikt om naar al deze systemen te
verwijzen.
Algemene opmerking:
EPSON en ELPLP zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de SEIKO
EPSON CORPORATION.
Mac, Mac OS en OS X zijn handelsmerken van Apple Inc.
Microsoft, Windows, Windows Vista, PowerPoint en het Windows-logo zijn
handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
eneloop
®
is een gedeponeerd handelsmerk van de Panasonic Group.
WPA
, WPA2
en Wi-Fi Protected Setup
zijn gedeponeerde handelsmerken van
Wi-Fi Alliance.
App Store is een dienstmerk van Apple Inc.
Google play is een handelsmerk van Google Inc.
Dit product bevat de cryptografische software RSA BSAFE
van RSA Security Inc. RSA
is een gedeponeerd handelsmerk van RSA Security Inc. BSAFE RSA Security Inc. is een
gedeponeerd handelsmerk in de Verenigde Staten en andere landen.
HDMI en High-Definition Multimedia Interface zijn (gedeponeerde) handelsmerken
van HDMI Licensing LLC.
MHL, het MHL-logo en Mobile High-Definition Link zijn de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van MHL en LLC in de Verenigde Staten en/of andere
landen.
PJLink is een handelsmerk dat is gedeponeerd (of in behandeling is) in Japan, de
Verenigde Staten en andere landen.
Foxit PDF SDK Copyright ©2011, Foxit Software Company www.foxitsoftware.com,
Alle rechten voorbehouden.
Crestron en Crestron RoomView zijn gedeponeerde handelsmerken van Crestron
Electronics, Inc.
Andere productnamen vermeld in dit document dienen uitsluitend als identificatie en
kunnen handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaars. Epson maakt geen enkele
aanspraak op deze merken.
©SEIKO EPSON CORPORATION 2014. All rights reserved.
Algemene Opmerkingen
266
9


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Epson EB-1430Wi at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Epson EB-1430Wi in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 8,39 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info