Pagina 12
Hoofdstuk 3 Basisbediening
Opmerking:Een grijs gemaakte toets betekent dat de functie niet wordt ondersteund
3.1 Inschakelen
Sluit het apparaat aan op een geschikt stopcontact voordat u het inschakelt met de
aan-/uitschakelaar op het achterpaneel. Het aan/uit indicatielampje gaat aan en de DVR
start op. Zodra het opstarten is voltooid klinkt er een “piep”. De standaard
video-uitgangsstand is meerdere schermen. Als het apparaat wordt ingeschakeld binnen de
geplande periode voor het opnemen, zal het systeem de geplande opname automatisch
starten. De opname-indicator op het overeenkomstige kanaal gaat aan. Het systeem werkt
normaal.
Opmerking: 1. Controleer voordat u het apparaat inschakelt dat de schuifschakelaar voor de
netspanning in de juiste stand staat en dat het netsnoer juist is aangesloten.
2. De spanning van de stroomvoorziening dient 220V±10% /50Hz te bedragen.
Wij bevelen aan om te zorgen dat de spanning van de stroomvoorziening stabiel is en zo
weinig mogelijk rimpelinterferentie bevat. Overweeg waar mogelijk het gebruik van een
UPS als back-up voor de stroomvoorziening.
3.2 Uitschakelen
Het apparaat kan worden uitgeschakeld met een “zachte” en “harde” schakelaar.
Zachte schakelaar: selecteer 【Uitschakelen】in het【Hoofdmenu】>【Systeem uitschakelen
】; Harde schakelaar: druk de aan-/uitschakelaar op het achterpaneel om het apparaat uit
te schakelen.
Aanwijzingen:
1. Herstel van stroomuitval
Als de DVR tijdens het opnemen onverwacht wordt uitgeschakeld, zal hij de
gegevens opslaan en nadat hij weer wordt opgestart automatisch terugkeren waar hij
was gebleven.