5. Magneetcontact
Het magneetcontact bestaat uit twee delen; een detector en een magneet. Ze zijn ontworpen om
te worden gemonteerd op zowel deuren als ramen. Het magneetdeel wordt gemonteerd op het
bewegende deel (deur of raam) en de detector wordt gemonteerd op het vaste deel (het deur- of
raamkozijn). Een onbeperkt aantal magneetcontacten kan worden gebruikt met het systeem, mits
ze zijn gecodeerd met de huiscode en zijn geplaatst binnen het draadloze bereik van het
bedieningspaneel. Het magneetcontact wordt gevoed door twee CR2032 lithium baterijen die
onder normale omstandigheden een levensduur hebben van ca. 1 jaar. Bij voldoende
batterijspanning zal de led op het magneetcontact niet branden als het geactiveerd wordt (tenzij in
test-modus). Als de batterij bijna leeg is zal de led gedurende ca. 1 seconde oplichten als het
geactiveerd wordt. In dit geval moeten de batterijen vervangen worden.
5.1 Magneetcontact - Locatie
• Het magneetcontact moet binnenshuis gemonteerd worden.
• Bepaal welke deuren en ramen moeten beveiligd worden. Wij adviseren dat ten minste de
directe ingangen zoals voor- en achterdeur beveiligd moeten worden. Denk ook aan de garage,
studio, atelier, serre etc.
• Afstand tussen detector en magneet mag niet meer dan 8 mm zijn.
Opmerking:
Bij voorkeur niet monteren op of binnen 1 meter van zware metalen deuren/objecten. Als na
testen blijkt dat het magneetcontact niet goed functioneert, plaats dan een plastic of houten
voorwerp tussen het mangeetcontact en het metalen object .
5.2 Magneetcontact - Installatie
Controleer of het bedieningspaneel in de teststand staat, zo niet handel als volgt:
Standby Hoofdgebruiker Enter
• Schuif het dekseltje A van de detector naar
beneden.
• Verwijder de batterijhouder B door deze omhoog te
lichten en van de printplaat af te schuiven.
• Bevestig de detector aan de openingszijde (dus niet
aan de scharnierzijde) van het niet bewegende deel
(stijl/kozijn) van de deur of het raam.
• De detector met de dubbelzijdige tape of met de
meegeleverde schroeven bevestigen.
• Indien u gebruik maakt van de schroefjes, boor dan eerst het
voorgeponste schroefgat C open. Schroef nu 1 schroefje niet
geheel in, vervolgens plaatst u het sleutelgat (achterzijde
detector) over het schroefje en trek de detector naar
bedeneden tot aan het schroefje. U kunt nu het onderste
schroefje vastzetten, zonnodig eerst voorboren.