4
Voor Nederland geldt dat de installatie moet
voldoen aan de voorwaarden zoals in het bouw-
besluit en de relevante NEN normen NEN 1078
en NEN 2757 zijn vastgelegd. De plaats en wijze
van uitmonden moet voldoen aan NPR 3378-60
(hinder voor omgeving en verdunning van rook-
gassen) , NPR 3378-61 (voor de goede werking)
en NPR 3378-20 (Praktijkrichtlijn gasgestookte
sfeertoestellen)
BRANDVEILIGHEID TOESTEL OPSTELLING
Het is belangrijk om nauwgezet volgens de in-
stallatievoorschriften te werken. Als de installa-
tievoorschriften niet, of onvoldoende, voorzien in
de aspecten van de brandveiligheid, dan zijn de
instructies volgens NPR 3378-20:2010 bepalend.
Dit toestel moet worden geïnstalleerd conform de
geldende voorschriften. Het mag uitsluitend in een
voldoende geventileerde ruimte worden gebruikt
en is bedoeld voor gebruik op een gasinstallatie
met een gereguleerde meter.
Controleer vóór de installatie of de haard geschikt
is voor de gassoort en gasdruk waar de haard op
wordt aangesloten. (zie typenummerplaatje)
Dit apparaat mag niet worden gebruikt in-
dien het venster is gebroken en mag nooit
worden gebruikt zonder glas aan de voor-
zijde.
Algemene aansluitinformatie
De haard is een gastoestel welke is bedoeld om
te worden aangesloten op een gesloten afvoer-
systeem. (Type C-toestel)
De haard heeft een geïntegreerde piëzo - ontstek-
ing, een permanente waakvlam, en is voorzien
van een ODS beveiliging die zorg draagt voor
uitschakeling bij zuurstoftekort.
ALGEMENE INFORMATIE
Voorafgaand aan de installatie moet op het op-
pervlak waar de haard wordt geplaatst alle puin
(inclusief stof), met name brandbaar materiaal,
worden verwijderd.
Het toestel moet op een stookplaats (of gron-
doppervlak) staan dat het gewicht van de haard
kan dragen. Het toestel moet vervolgens in een
onbrandbare nis worden vastgezet. Hiervoor zijn
aanpasbare beugels op de vuurkist aangebracht.
LET OP: VERKLEURING VAN WANDEN EN
PLAFONDS
Bruinverkleuring is een vervelend probleem en is
moeilijk op te lossen.
Doordat een haard een warmte bron is ontstaat
luchtcirculatie. Door de natuurlijke luchtcirculatie
worden vocht, sigarettenrook en nog niet uitge-
harde vluchtige bestanddelen uit verf, bouwmate-
rialen en vloerbedekking en dergelijke aangezo-
gen. Deze bestanddelen kunnen zich op koude
oppervlakten als roet afzetten.
Deze problemen kunnen worden voorkomen
door het vertrek waar het toestel zich bevindt
goed te ventileren. Een goede richtlijn is: 3,24
m3/uur per m2 vloeroppervlak van een vertrek.
Bij een nieuw gemetselde schouw of na een
verbouwing wordt aanbevolen minimaal 6 wek-
en te wachten voordat men gaat stoken. Het
bouwvocht moet namelijk geheel ver dwenen
zijn uit wanden, vloer en plafond.
Voorkomen roestvorming: Zet na gebruik van
uw haard de waakvlam geheel uit. U bespaart
daardoor gas en voorkomt dat de rookgassen
de verf van uw haard aantasten.